ID.nl logo
Google neemt afscheid van third-party cookies, en nu?
© Google
Huis

Google neemt afscheid van third-party cookies, en nu?

Het ziet ernaar uit dat we het einde van het tijdperk van de third-party cookies hebben bereikt, nu Google besloten heeft ze in de ban te doen. Dat geldt in elk geval voor gebruikers van Google Chrome, terwijl browsers als Firefox en Safari dergelijke cookies al standaard blokkeren.

De ontwikkelingen in het kort:

  • Google besluit cookies van derde partijen uit te faseren, zodat gebruikers (van de Google Chrome-browser) meer controle krijgen over hun online advertentieprofiel. Ook zouden ze hun privacy beter kunnen beschermen.
  • Hiervoor maakt Google gebruik van de Privacy Sandbox. Binnen die zandbak blijft het voor adverteerders nog steeds mogelijk gericht te adverteren, zonder dat dit ten koste zou gaan van gebruikers.
  • Nu Google ook third-party cookies blokkeert, kan dat leiden tot grote rimpeleffecten in de advertentiewereld. Gericht adverteren, dataverzameling en meer gaat op de schop.

Lees ook: Je surfgedrag gebruikt voor gepersonaliseerde reclame? Zo zet je het uit!

Eerder besloten Mozilla (het bedrijf achter de Firefox-browser) en Apple (verantwoordelijk voor Safari) ze al standaard te blokkeren. En nu is ook Google overstag: cookies van derde partijen worden langzaamaan uitgefaseerd. Dat betekent over het algemeen dat de online browserervaring anders gaat zijn dan je nu gewend bent, aangezien websites moeite moeten doen om zich te conformeren aan de nieuwe cookiesregels. Voordat we kunnen uitleggen wat er gaat veranderen, moeten we eerst een stapje terug zetten en kijken naar hoe het altijd ging – en waarom dat anders moet.

Waarom cookies van derde partijen verdwijnen

Iedereen weet inmiddels wel dat je door allerlei advertentiepartijen gevolgd wordt op het internet. Dat gebeurt middels third-party cookies (of: cookies van derde partijen). Dit zijn kleine bestanden op computers of smart devices, die je gedrag in kaart brengen. Die cookies leggen allerlei interesses en websitebezoeken vast en kunnen zodoende een beeld van jou als gebruiker vormen die griezelig dicht bij de werkelijkheid komt. Het maakt dan niet uit of het om jou als persoon in het algemeen gaat, of om bijvoorbeeld je gezondheid, interesses, werk of familie – de partijen weten alles over je.

Dat we hier iets aan moeten doen, is een gegeven. En dat er eindelijk schot in de zaak zit (nadat Mozilla en Apple het voortouw namen) is een goede ontwikkeling. Dat Google nu in die voetsporen treedt zou ook een ontwikkeling moeten zijn waarvoor we hadden willen klappen. Maar elk voordeel heb zijn nadeel, zo blijkt maar weer uit de manier waarop Google te werk gaat. Als alternatief introduceert Google namelijk de Privacy Sandbox. Dit is een digitale zandbak waar gebruikers interesses kunnen achterlaten en waar ze bijvoorbeeld volgbeveiliging kunnen activeren.

Het uitfaseren van cookies van derde partijen is sinds begin januari begonnen en geldt nog maar voor één procent van Google Chrome-gebruikers. Later dit jaar is een grotere groep mensen aan de beurt. De grootste groep gebruikers blijft voorlopig dus gebruikmaken van deze cookies.

Kritiek op Googles werkwijze

Door je interesse achter te laten, kan Google je nog steeds relevante advertenties tonen. Dat betekent dat Google dus nog steeds toegang heeft tot je browseractiviteiten. Wanneer je gebruikmaakt van de Privacy Sandbox, dan ziet voortaan dus slechts één partij wat je uitspookt, in plaats van meerdere advertentieplatformen. Daar heeft Google al flink wat kritiek op gekregen, aangezien de zoekmachine- en advertentiegigant zo een machtige positie kan verwerven op de markt voor online advertenties – waar het natuurlijk al een gigantische voetafdruk heeft.

Heb je je buik vol van cookies?

Een echt koekje vrolijkt je vast wel weer op!

We hebben in een eerder artikel uitgelegd hoe de Sandbox precies werkt, dus dat gaan we voor dit artikel niet nog een keer doen. Maar in het kort komt het erop neer dat er binnen de zandbak allerlei categorieën zijn waar mensen in onderverdeeld worden en dat adverteerders dus reclame kunnen maken voor een groep mensen – in plaats van een individu. Daar heeft Google dus nog steeds je data voor nodig, waardoor er niet echt sprake is van privacybescherming. Als je je privacy echt serieus neemt, dan kun je dus beter overstappen naar Firefox of Safari, zoals het er nu voorstaat.

©ParinPIX - stock.adobe.com

Maar wat betekent dit voor jou?

Mocht je bij Google Chrome (willen) blijven, dan gaat je browserervaring in de komende maanden dus op de schop. Het zou kunnen zijn dat adverteerders op een andere manier je gegevens in handen willen krijgen, door gebruik te maken van ondoorzichtige volgmethoden. Als ze dat doen in landen waar strenge privacyregels gelden, dan kunnen ze in problemen komen. Maar er zijn altijd bedrijven die daar maling aan hebben. Daarnaast kan het gebruik van first-party cookies toenemen, waardoor websites zelf gegevens gaan verzamelen en bijhouden. Dat is een beetje koffiedik kijken nog.

Mocht dat laatste gaan gebeuren, dan kunnen we ons voorstellen dat er meer websites een account gaan vereisen. Op die manier kan zo’n site zelf zijn eigen data beheren. Bovendien komt er een transitieperiode aan waarin dingen niet meer lekker werken. Zodra de cookies van derde partijen echt overal verdwijnen, en websites daar nog niet op ingesteld zijn, dan lijkt het internet minder naadloos dan voorheen. Websites en diensten nemen verschillende manieren van dataverzameling aan, waardoor de manier waarop je sites bekijkt en hoe diensten werken, veranderen.

Verder zien we een toekomst voor ons waarin sommige (kleinere) websites over de kop gaan en verdwijnen. Ze lopen namelijk advertentie-inkomsten mis waar ze nu nog dankbaar gebruik van maken om de kosten te kunnen dekken. Er zijn gelukkige meerdere manieren om online geld te verdienen, maar vergis je niet in wat advertenties soms kunnen opleveren. We houden het voor nu op speculatie, want zeker weten doen we dit allemaal niet. Sinds de veranderingen bij Firefox en Safari is er nog niet heel veel veranderd – al heeft Chrome natuurlijk het grootste marktaandeel.

En aangezien Chrome nog steeds de grootste speler is op de markt voor browsers, hebben veranderingen aldaar meestal een flinke weerklank op de markt. Over het algemeen kunnen we stellen dat het uitfaseren van cookies van derde partijen een goede zet is en dat dit de privacy van gebruikers ten goede komt. En als we marketeers mogen geloven, dan blijven er nog genoeg middelen over om klanten te bereiken. Echter, de Privacy Sandbox van Google werpt al maanden vragen op, met als grootste vraag of die digitale zandbank wel écht zo goed is voor je privacy.


▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: