ID.nl logo
Zo verlicht je jouw woonkamer optimaal
Huis

Zo verlicht je jouw woonkamer optimaal

Je woonkamer moet natuurlijk sfeervol zijn, maar daarnaast moet je ook kunnen zien wat je doet. Hoe pak je dat aan met verlichting? Je kunt een lichtplan maken om de verlichting af te stemmen op jouw woonstijl en smaak.

De verlichting in je woonkamer is erg bepalend voor de sfeer. In dit artikel lees je over: 💡 Een goed lichtplan maken 💡 Welke functie de verlichting heeft 💡 200-300 lux in de woonkamer is het advies

Lees ook: Zo kies je de ideale keukenverlichting

Drie soorten verlichting: welke lichtbron en sterkte

Als je een lichtplan maakt voor je woonkamer, kun je onderscheid maken tussen drie soorten verlichting:

  • Basisverlichting

  • Sfeerverlichting

  • Functionele verlichting

Basisverlichting is de verlichting die je gebruikt om de ruimte op een natuurlijke manier te verlichten. Dit is de belangrijkste verlichting in de ruimte en je moet daarom goed zorgen voor voldoende licht. Voor basisverlichting kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van plafondlampen, spotjes of wandlampen. Het is aan te raden om voor lichtbronnen met een warm licht te kiezen om een sfeervolle en gezellige ambiance te creëren.

Sfeerverlichting is verlichting die je gebruikt om een bepaalde sfeer te zetten voor in de ruimte. Dit kan bijvoorbeeld een schemerlamp zijn op een dressoir, of kaarsen of lampjes in de vorm van sterren op een bijzettafel. Sfeerverlichting is meestal niet erg fel. Qua kleur is een lichtbron tot 2700 Kelvin ('extra warm wit') in de meeste gevallen geschikt.

Functionele verlichting is verlichting die je gebruikt om bepaalde activiteiten te verlichten. Dit kan bijvoorbeeld een bureaulamp zijn voor het lezen of werken. Functionele verlichting is meestal wat feller dan sfeerverlichting, zodat het voldoende licht geeft om de activiteit uit te kunnen voeren.

©Tom Merton/KOTO - stock.adobe.com

Soort verlichting: LED

In het algemeen is het aan te raden om voor ledverlichting te kiezen, omdat dit energiezuinig is en lang meegaat. Bovendien kun je met ledverlichting gemakkelijk verschillende kleurtemperaturen kiezen (niet meer zoals vroeger, toen alleen wit licht beschikbaar was als led). Zo kun je de juiste sfeer creëren voor de verschillende soorten verlichting in de ruimte.

De verlichting in jouw living

Om je woonkamer echt goed te verlichten, is een lichtplan een goed uitgangspunt. Dat geldt overigens voor iedere ruimte in huis, dus naast de woonkamer ook voor bijvoorbeeld de keuken. Zorg ervoor dat de lampen op strategische plekken worden geplaatst, zodat je voldoende licht hebt op de plekken waar je het nodig hebt, zoals bijvoorbeeld bij een eettafel of een leeshoek.

Het is ook aan te raden om verschillende soorten verlichting te combineren, zodat je de verlichting naar behoefte kunt aanpassen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van dimmers of lampen met verschillende kleurtemperaturen. Zo kun je de verlichting aanpassen aan de activiteit of het moment van de dag.

©Katarzyna Bialasiewicz Photographee.eu

Stappenplan voor een lichtplan

Hoe maak je een lichtplan, om van daaruit je verlichting sfeervol en functioneel te plaatsen? Maak eerst een plattegrond van de ruimte, inclusief meubels, kunstwerken en technische voorzieningen. Ga daarna als volgt te werk:

  1. Geef aan waar de verschillende activiteiten in de ruimte plaatsvinden.

  2. Plaats de basisverlichting op de plattegrond. Zorg hierbij voor een lamp per 10 à 15 vierkante meter.

  3. Plaats de sfeerverlichting op de plattegrond.

  4. Voeg de functionele taakverlichting toe op de plekken waar je dit nodig hebt, bijvoorbeeld in een leeshoek.

  5. Selecteer de uiteindelijke armaturen. Vaak zijn meerdere lampen mogelijk op één armatuur.

  6. Plaats de aansluitpunten indien nodig (vaak staan die al vast).

  7. Bekijk het lichtplan nog eens goed en pas het eventueel aan.

  8. Installeer de verlichting volgens het lichtplan.

  9. Maak gebruik van dimmers en slimme verlichting om het licht naar behoefte aan te passen.

Tip Een lichtplan vertelt je precies waar jij het beste verlichting kunt plaatsen in je woonkamer, zodat het sfeer toevoegt maar ook praktisch is. Daarin is er onderscheid in basisverlichting, sfeerverlichting en functionele verlichting.

Lees verder ook: Efficiënt energie besparen doe je met deze slimme apparaten

Hoeveel lampen heb je nodig?

Je kunt je vast voorstellen dat er geen standaard formule is voor het aantal lampen dat nodig is om een woonkamer te verlichten. Iedere woonkamer is immers anders, en daarnaast is het kleurgebruik en de inrichting ook nog belangrijk. Vergeet ook niet de leeftijd van de bewoners: iemand van 65 jaar heeft wel 3,5 keer zoveel licht nodig als iemand van 25 jaar. Meestal zijn 5 tot 10 lichtbronnen genoeg, maar dat is een hele grove regel.

Als je voldoende basisverlichting wilt hebben, is het aan te raden om voor elke 10-15 m² een lamp te plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld een plafondlamp of wandlamp zijn. Als je de verlichting wilt gebruiken om sfeer te creëren, kun je daarnaast ook nog een paar extra lampen toevoegen, zoals tafellampen of leeslampen.

De Europese Unie adviseert een verlichtingssterkte voor werkplekken en recreatieruimtes. Daaruit afgeleid is het advies 200-300 lux voor woonkamers. 1 lux is gelijk aan 1 lumen per vierkante meter. Dit betekent dat je voor een woonkamer van bijvoorbeeld 30 m² een verlichtingssterkte nodig hebt van minimaal 9.000 lumen, als je 300 lux als richtlijn neemt. Als je 200 lux als richtlijn neemt, heb je minimaal 6.000 lumen nodig.

Houd er rekening mee dat dit alleen richtlijnen zijn en dat het uiteindelijke aantal lumen dat je nodig hebt kan afhangen van de specifieke behoeften van je woonkamer. Het aantal lumen van een lichtbron (de sterkte van het licht dus) staat op de verpakking vermeld.

©Olha - stock.adobe.com

Is slimme verlichting handig (en voordelig)?

Slimme verlichting is verlichting die is verbonden met een smarthome-systeem, zoals bijvoorbeeld Google Nest of Amazon Echo, en kan worden bediend met een smartphone of een spraakassistent. Dit betekent dat je de verlichting kunt in- en uitschakelen, dimmen en de kleurtemperatuur kunt aanpassen met je smartphone of met spraakcommando's.

Er zijn verschillende voordelen aan het gebruik van slimme verlichting:

  • Gemak. Je kunt de verlichting bedienen vanaf elke plaats met je smartphone of een spraakassistent, zonder dat je naar het lichtpunt hoeft te lopen.

  • Energiebesparing. Veel slimme verlichting is energiezuinig en kan helpen om het energieverbruik te verminderen. Bovendien kun je de verlichting automatisch laten uitschakelen als je de ruimte verlaat of als je slaapt.

  • Sfeer. Je kunt gemakkelijk de sfeer in de ruimte aanpassen door de kleurtemperatuur of het lichtniveau te veranderen.

  • Veiligheid. Sommige slimme verlichting heeft een functie om het licht te laten knipperen als er bijvoorbeeld een inbraakalarm afgaat.

Slimme verlichting kan wel wat duurder zijn in aanschaf dan traditionele verlichting. Maar doordat je het gemakkelijk en van afstand in- en uitschakelt, kun je er energiekosten mee besparen. Of je het waard vindt, is dan ook persoonlijk.

Wil je meer weten over het kiezen van slimme verlichting in huis? Lees dan: Slimme verlichting voor binnen: dit zijn je opties

©Koen Barten | Philips

▼ Volgende artikel
Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren
© Lukasz Stefanski
Huis

Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren

Bitcoin heeft deze week opnieuw zijn hoogste koers ooit bereikt. De verleiding is groot om mee te doen, zeker als je bekenden hoort over hun winst. Maar wie nu overweegt om in crypto te stappen, moet ook stilstaan bij de risico's én de beveiliging van zijn investering. Want hoe zorg je dat je je digitale munten veilig bewaart? Veel ervaren beleggers kiezen voor een hardware wallet: een klein apparaatje dat je crypto offline beschermt tegen hackers en fouten. In dit artikel lees je hoe het werkt, wat de voor- en nadelen zijn, en hoe je veilig begint.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitcoinmagazine.nl

Wat is een hardware wallet?

Een hardware wallet is een fysiek apparaatje (vaak een soort USB-stick) dat je private keys offline bewaart. Die private keys zijn nodig om toegang te krijgen tot je cryptomunten. In tegenstelling tot een software wallet op je computer of telefoon, is een hardware wallet niet constant verbonden met het internet. Daardoor is je crypto beter beschermd tegen hackers en malware.

Bekende merken zijn Ledger en Trezor. Bij transacties sluit je de wallet kort aan op je computer of telefoon. De transactie wordt daar voorbereid, maar pas op de hardware wallet zelf goedgekeurd. Je private key verlaat het apparaat nooit.

Waarom is dit veiliger dan een software wallet?

• Offline opslag: hackers kunnen niet zomaar bij je sleutels, omdat die fysiek op het apparaat staan.
• Geen afhankelijkheid van apps of browsers
: een phishing-link of malware op je pc krijgt geen toegang tot je wallet.
• Bevestiging op apparaat zelf
: elke transactie moet je fysiek goedkeuren op het apparaat, bijvoorbeeld via een knop of touchscreen.

Let op: veilig gebruik vereist wel discipline. Wie zijn pincode of herstelzin (seed phrase) kwijtraakt, kan zijn crypto definitief verliezen. Schrijf deze dus op en bewaar hem veilig, bijvoorbeeld in een kluis.

©rawcaptured

Wanneer kies je voor een hardware wallet?

Een hardware wallet is vooral slim als:

• je voor langere tijd crypto wilt bewaren (hodlen);
• je meer dan een paar honderd euro aan crypto bezit;
• je waarde hecht aan maximale controle en veiligheid.

Voor wie af en toe wat koopt en verkoopt via een app als Bitvavo of Binance is een software wallet of custodial wallet voldoende. Maar als je serieus bezig bent met investeren in crypto, is een hardware wallet een logische stap.

Zijn er ook nadelen?

Zeker. Een paar punten om rekening mee te houden:

• Je moet het apparaat kopen: reken op 50 tot 200 euro.
• Je moet de seed phrase handmatig opslaan en beveiligen.
• Een hardware wallet is minder snel toegankelijk dan een mobiele app.
• Als je hem kwijtraakt zonder back-up, ben je alles kwijt.

Tips voor veilig gebruik
  • Koop je wallet alleen bij de fabrikant of een erkende dealer (i.v.m. risico op gemanipuleerde apparaten).
  • Stel altijd een pincode in.
  • Schrijf je herstelzin op, liefst op papier (geen foto of notitie in je telefoon).
  • Deel je seed phrase met niemand.
  • Overweeg een tweede wallet als back-up.

En hoe zit het met regulering?

Cryptovaluta blijven risicovol. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) adviseert particuliere beleggers om zich goed in te lezen voordat ze beginnen met beleggen in crypto. Op hun website vind je een praktische checklist waarmee je snel kunt zien of beleggen — in crypto of andere producten — iets voor jou is.

Ook handig: voor wie meer wil weten over actuele trends in crypto en blockchain, biedt Bitcoinmagazine.nl dagelijks nieuws, koersinformatie en uitleg. Dit soort bronnen helpen je op de hoogte te blijven zonder dat je blind ergens instapt.

Tot slot: hoe houd je overzicht?

Een hardware wallet gebruik je vaak in combinatie met desktopsoftware of een app. Daarmee kun je transacties voorbereiden, je saldo bekijken en notificaties instellen. Voor mobiel gebruik blijft een bankapp natuurlijk onmisbaar. Denk aan betalen, alerts en koppeling met je beleggingsrekening. De Consumentenbond heeft een overzicht gemaakt van wat je veilig mag verwachten van mobiel bankieren.

Een slimme strategie? Gebruik een hardware wallet voor opslag, je mobiel voor notificaties, en je desktop voor analyse. Zo heb je snelheid, overzicht én veiligheid in één.

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.