ID.nl logo
Zelf plinten leggen: zo wordt je vloer nóg mooier
© Ruslan Ivantsov
Huis

Zelf plinten leggen: zo wordt je vloer nóg mooier

Hoe leg je plinten eenvoudig en mooi door je hele woning? Lees in dit artikel hoe je met platte en opstaande plinten zorgt voor de perfecte afwerking.

Na het leggen van de vloer is het tijd voor de afwerking. Met plinten creëer je een stijlvolle overloop van de vloer naar de muur. In deze handleiding lees je hoe je plinten efficiënt en strak legt voor het mooiste resultaat. Lees ook (of eerst): Laminaat leggen voor beginners: tips en tools voor een strakke vloer

Het leggen van plinten kun je absoluut zelf wanneer je een beetje handig bent, zolang je maar secuur te werk gaat. Om plinten te leggen heb je alleen een aantal standaard gereedschapsstukken nodig.

Plinten leggen: benodigdheden

• Rolmaat
• Verstekbak + zaag of een plintenschaar
• Bij opstaande plinten:
◦ Boormachine + schroeven of montagekit
• Bij onbehandelde plinten:
◦ Grondverf, lak en schuurpapier

Lees ook: De juiste zaag voor iedere klus

Twee soorten plinten

In Nederlandse doe-het-zelfzaken tref je voornamelijk twee soorten plinten aan. Dat zijn:

Plakplint of platte/liggende plint
Deze variant zie je de laatste tijd steeds meer. Je legt deze plinten plat op de vloer en ze zijn meestal voorzien van een plakrand.
Hoge/opstaande plint
Dit zijn iets grotere plinten en ze bedekken niet alleen een stukje vloer, maar ook een gedeelte van de muur. Je maakt ze vast aan de muur met schroeven of met kit. Van dit type plint zijn er twee uitvoeringen, namelijk de massieve/klassieke plint en de holle/moderne plint.

©sveta

En nu aan de slag!
Heb je al het gereedschap dat je nodig hebt verzameld? Dan leggen we nu stap voor stap uit hoe je de plinten bevestigt, indien nodig schildert en hoe je zowel een binnenhoek als een buitenhoek in verstek zaagt.

Meet op hoeveel plinten je in totaal nodig hebt

Plinten leg je doorgaans langs alle muren van een ruimte. Meet daarom alle muren van de kamer. Bedenk of er bij de deuren in jouw woning plinten nodig zijn. Dat is alleen het geval bij een dorpel en dus niet bij een doorlopende vloer.

Houd er eveneens rekening mee dat je bij het zagen tot 10 procent van de plinten verliest. Deel de totale lengte van de muren door de lengte van een plintlat en rond het getal naar boven af. Zo bereken je het aantal latten dat je nodig hebt. Bij twijfel is het verstandig om iets meer plintlatten mee te nemen. Want een lat die nog intact is, kun je gewoon weer terug naar de winkel brengen.

Onbehandelde plinten lakken

Over het algemeen worden plinten in Nederland gelakt verkocht of zijn ze voorzien van sierfolie. Deze soorten zijn direct klaar voor montage. Maar het is ook mogelijk om onbehandelde plinten te kopen. Het voordeel daarvan is dat je zelf helemaal de kleur en stijl bepaalt. We raden aan om deze plinten te lakken voordat je ze bevestigt. Je kunt dat het beste doen nadat je de plinten eerst op maat gezaagd hebt. Want zo raakt de lak niet beschadigd.

Nummer alle delen van de plinten en geef op de muur of vloer aan waar een specifiek deel moet komen. Hierdoor komen alle plinten op de juiste plek en hoef je niet te puzzelen. Vóór het lakken breng je eerst een dunne laag grondverf aan en schuur je deze lichtjes op wanneer de verf helemaal droog is. Lak de plinten daarna in de gewenste kleur en laat ze drogen.

©Photographee.eu

Eerste stuk leggen en een binnenhoek zagen

Bij het leggen van plinten is het handig om in een hoek te beginnen. Binnenshuis zijn de meeste hoeken logischerwijs binnenhoeken. Leg de eerste plint in een hoek. Bij een platte of massieve plint zaag je deze direct af onder een hoek van 45 graden. Gebruik hiervoor de verstekbak of de speciale plintenschaar. De zijde die tegen de muur ligt behoudt de volledige lengte, zodat je hier eenvoudig een volgend stuk plint met een hoek van 45 graden tegenaan legt. Daardoor ontstaat er een precies rechte hoek van 90 graden.

Bij rechte stukken muur plaats je de volgende plint gewoon zonder te hoeven zagen. Denk eraan dat je de holle plint nooit verstek hoeft te zagen. Hoeken worden gemaakt door speciale koppelstukjes die je los bij de plinten koopt.

©Volodymyr

Holle plinten zaag je nooit verstek, maar koppel je aan elkaar met speciale hoekstukjes

Zo zaag je plinten voor een buitenhoek

Bij een buitenhoek zaag je de plint precies de andere kant op onder een hoek van 45 graden af. Leg de eerste plint tegen de muur en laat deze precies de breedte van de plint uitsteken. Zaag het stukje dat uitsteekt vervolgens onder een hoek van 45 graden. De kant die naar de muur ligt is in dit geval de kortere zijde. Zaag het begin van de volgende plint ook onder een hoek van 45 graden en leg deze tegen de plint die er al ligt aan.

Bevestig platte plinten aan de vloer

Platte plinten zijn het eenvoudigst om vast te maken. Ze liggen plat op de vloer en zijn meestal voorzien van een plakstrip. Haal de beschermfolie weg om deze plakrand bloot te leggen. Plakt de strip niet goed of zit er helemaal geen plakrand op? Kies dan voor dubbelzijdige tape. De meeste lijmsoorten zijn namelijk te agressief voor deze klus, waardoor je de plinten niet meer los kunt maken zonder de vloer te beschadigen.

Hoge en massieve plinten aan de muur bevestigen

Hoge en klassieke plinten zijn massief en wat montage betreft behoorlijk flexibel. Je maakt ze desgewenst vast met schroeven, lijm of kit. Wanneer je kiest voor schroeven boor je om de 30 centimeter een gaatje in de plint (met een houtboor) en in de muur (met een steenboor). Alles nauwkeurig afmeten vraagt om de nodige precisie.

©Andrei Shupilo | schankz

Hoge en holle plinten aan de muur vastmaken

De moderne, holle plint heeft als voordeel dat je geen hoeken hoeft te zagen. Maar het vastmaken aan de muur is soms wel net ietsje lastiger. Meestal wordt dit type plint met speciale pluggen geleverd. Die boor je in de muur, wederom op ongeveer 30 centimeter van elkaar. Boor vervolgens een gat in de plint en bevestig deze met een schroef.



P.S. Moet er ook nog geschilderd worden en zie je daar tegenop? Je kunt het ook laten doen 👇

Vraag een offerte aan voor schilders:

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.