ID.nl logo
Zelf een groendak aanleggen
© Bert - stock.adobe.com
Huis

Zelf een groendak aanleggen

Je huis koeler in de zomer en warmer in de winter? Een groendak is goed voor het milieu én voor je portemonnee. In dit artikel leggen we uit hoe je zelf zo'n groen ecologisch dak aanlegt, beplant en onderhoudt.

Dit artikel in het kort: 🍀 Waarom een groendak aanleggen? 🍀 Constructie en materialen voor de aanleg van een groendak: Draagkracht dak en bouwkundige vereisten | Waterdichting en wortelwerende laag 🍀 Het kiezen van de juiste vegetatie voor een groendak: Welke beplanting aanleggen op een groendak? | Welke klimaat- en omgevingsfactoren zijn van belang bij de aanleg? 🍀 Onderhoud en verzorging van een groendak: Inspectie en onderhoud | Water geven en bemesten | Snoeien en onkruid verwijderen | Wat kost een groendak?

Lees ook: De onverwachte voordelen van een groen dak

Waarom een groendak aanleggen?

Groendaken lijken de nieuwste trend op het gebied van het verfraaien van je woonomgeving, maar het is meer dan dat. Groendaken worden gezien als dé remedie tegen steeds heter wordende zomers en de daarmee gepaard gaande opwarmende leefomgeving. In de winter heb je er ook profijt: dan benut je juist de isolerende werking van deze groene laag op je dak. 

Zoals gezegd is je huis op een natuurlijke wijze koel houden voor veel bewoners en eigenaren ‘the next best thing’ in de ontwikkeling naar een betere en duurzamere leefomgeving. Met een fraai ogend groendak ben je heel groen bezig en je schept bovendien de voorwaarden voor het nog beter beheersen van je eigen microklimaat. Voor woningbezitters levert dit ook nog een waardevermeerdering op, die je vaak met een gemeentelijke subsidie kunt realiseren. Wil je weten of jouw gemeente hiervoor geld beschikbaar stelt? Dat kun je onder andere hier checken.

Voor je het dak op gaat ...

  • Neem je voorzorgsmaatregelen voor je eigen veiligheid en je omgeving. Ga niet onvoorbereid of onbeschermd het dak op. Je kunt jezelf zekeren, een helm dragen en zorgen voor een veilige op- en afstap. 
  • Zorg dat je inzichtelijk hebt waar je afvoerleidingen voor het dak zich bevinden: dit scheelt zoeken na afloop. 
  • Als er water of elektra onder het dak loopt, zorg dan dat deze goed beschermd tegen water zijn én dat ze goed bereikbaar blijven. 

Constructie en materialen voor de aanleg van een groendak 

Je constructie is de basis en fundamenteel voor het goed aanleggen van een groendak. Je hebt te maken met een aantal factoren, zoals: bouwkundige aspecten, gewicht van het dak en belasting, de dakbedekking en waterdichtheid ervan. Waar moet je allemaal op letten?

Bouwkundige aspecten, gewicht van het dak en belasting

Voor je het dak daadwerkelijk kunt belasten, is het goed om na te gaan of je dak geschikt is en het ook het totale gewicht dragen van je groene dak kan dragen. Dit is sterk afhankelijk van jouw dak en luistert nauw. Hiervoor heb je de materialen van jouw dakconstructie nodig en kun je aan de hand hiervan de draagkracht berekenen. Heb je nog bouwtekeningen in je bezit? Mogelijk vind je hier ook de informatie hoeveel de constructie belast kan worden. Ga je zelf aan de slag met de berekening, bedenk dan dat je goed thuis moet zijn in de belastbaarheid van gebruikte bouwmaterialen. Wij raden je aan om je informatie te verzamelen en een bouwkundig expert in te schakelen, zodat je er zeker van bent dat je constructie niet onverhoopt instort. 

©Jonathan Law

Om de draagkracht te kunnen (laten) berekenen heb je de volgende informatie nodig; 

  • Welk constructiemateriaal is er gebruikt? Zo kun je een betondak veel zwaarder belasten dan een dak met een houten balkenconstructie. In dat laatste geval is het helemaal van belang dat je de draagkracht kent (laat berekenen).

    Bij een houten constructie hou je vervolgens rekening met het dakoppervlak en waar deze op steunt (muren, balken, pilaren enzovoorts). Worden er steunbalken of pilaren gebruikt, dan is de maat van deze balken ook van belang. Meet ook de afstand tussen de balken of steunpilaren. 

  • Hoe oud is de constructie? Elke bouwperiode heeft te maken met materialen die toen veel gebruikt werden of net ontwikkeld waren. Door voortschrijdende inzichten en innovaties is er door de tijd heen op nieuwe materialen overgestapt. Bouwprojecten of aanbouwprojecten van na 1970 beschikken vaak wel over voldoende draagkracht om een groendak te dragen. Veel aanbouwschuurtjes uit vurenhout panelen van voor die tijd zullen dit veelal niet goed kunnen dragen.  

  • Tot slot is het onderhoud van het pand of constructie ook niet onbelangrijk. Zit er vocht in de muren? Is het hout aangetast? Enzovoorts. Bij twijfel niet belasten, maar nader onderzoeken en/ of vervangen! 

Vraag een expert Om er zeker van te zijn dat jouw dak sterk genoeg is voor een groen dak, kun je het beste een constructeur of bouwkundig adviseur inschakelen. Deze kunnen je helpen met een constructieberekening, maar ook met een inspectie en inmeting van je dak. Bij een dergelijke dakinspectie wordt de staat van het dak en de constructie beoordeeld. Soms is dit slechts een visuele inspectie, waarbij enkel van buitenaf gekeken wordt naar zaken zoals dakbedekking, gevels, waterhuishoudin en eventuele lichtkoepels en dergelijke. Deze inspecties worden door sommige bedrijven zelfs gratis aangeboden. Bij een uitgebreider onderzoek wordt er ook een uitgebreide constructieberekening gemaakt. In dit geval kunnen de kosten voor een dergelijke dakcheck oplopen tot in de honderden euro's.

De belasting van het groendak

Na de constructie, de geschiktheid ervan en de draagkracht, vormt het totale gewicht van het groendak een allesbepalende rol.  Een groendak bestaat uit een aantal lagen: Dak en afdeklaag | Voedingsbodemlaag (hierna substraatlaag genoemd) | Beplantingslaag, bestaande uit de planten, mos of grassoorten.

Dak en afdeklaag

Om te zorgen dat je geen lekkend dak ontwikkeld, is het van belang om voor een goede afdekkingslaag te kiezen. De meest gebruikte materialen hiervoor zijn bitumen, PVC en EPDM

De meeste bestaande platte daken in Nederland zijn voorzien van bitumen, een op aardolie gebaseerde dakafdichting. Betreft het een ouder dak met een grijze/ zwarte kleur, dan gaat het hoogstwaarschijnlijk om dit materiaal. Een dergelijke (oudere) laag is vaak niet geschikt om direct een groenlaag op te leggen; de wortels kunnen dan doordringen in de dakbedekking, met lekkage als gevolg. Heb je zo'n oud bitumendak? Breng dan eerst een wortelwerende folie aan. Recent aangebrachte bitumenlagen zijn overigens wél wortelwerend. Check dit in je bouwspecificaties of bij je woningbouwvereniging.

©Luise123 - stock.adobe.com

Meteen een groendak aanleggen op bitumen? Liever niet: de wortels kunnen schade aanbrengen aan de dakbedekking.

PVC staat voor PolyVinylChloride, een kunststofsoort die vrij goedkoop is en hierdoor een betaalbare keuze ten opzichte van andere bedekkingen. Het is sterk maar toch licht in gewicht en daardoor makkelijk te verwerken. Als je voor PVC als onderlaag kiest is het belangrijk om te letten op een voldoende dikke, stevige en wortelwerende PVC-soort geschikt voor groendaken. Bijvoorbeeld: Sikaplan SG 1.5, Trocal SGmA en Protan G(G). Houd er wel rekening mee dat PVC niet heel lang meegaat: zo’n 10 tot 15 jaar. 

©Caporusso Vitantonio

PVC dakbedekking is sterk, licht en goedkoop, maar moet wel na 10 tot 15 jaar vervangen worden.

EPDM (Ethyleen, Propyleen, Dieën en Monomeer) is een duurzame, synthetische rubbersoort en zeer geschikt als ondergrond voor je groendak. Door deze rubbersoort dringen fijne wortels niet door. Het materiaal is bovendien nog het meest duurzaam van de drie hier genoemde materialen: het gaat zo’n 50 jaar mee.  

©Ambiance chaleur - stock.adobe.com

EPDM gaat 50 jaar mee: een duurzame keuze dus.

Ga voor de aanleg en bescherming van je daklaag uit van een van deze drie dakbedekkingssoorten. Zinken daken of golfplaten kunnen de zuurgraad of het gewicht van de bodem niet aan, met als gevolg lekkage en andere ongemakken.

Goede optie: Groendakpannen Speciale groendakpannen zijn ook nog een optie. Ze zijn net zo zwaar als een normale dakpan en kunnen in een maximale helling van 20 tot 55 graden staan. Ze hebben een speciale substraatlaag en sedummixmat zodat je vegetatie er niet afglijdt. 

De substraatlaag

Deze laag neemt een belangrijk deel voor zijn rekening qua gewicht. Het neemt neerslag, zoals regen of sneeuw, als een spons op. Dit vormt meteen de waterbuffer voor de beplanting. Samen staat dit voor een waterverzadigd gewicht. Bij extreme regenbuien of vorst kan in deze laag tijdelijk wat volume ontstaan. Hoe dikker de substraatlaag, hoe hoger het gewicht ervan zal zijn. Een natgeregende of bevroren sedumlaag weegt al gauw zo’n 80 kilo per vierkante meter. Afhankelijk van de beplanting kan dit gewicht nog verder oplopen tot 150 kilo per vierkante meter. Samen met de constructie kan dit gewicht dus substantieel zijn. Het is dus belangrijk dat je van tevoren goed in kaart brengt wat jouw dak kan dragen. Ga in de berekeningen uit van de zwaarste belasting voor je groendak, dan zit je altijd goed. 

Helling van het dak 

Ook de helling van je dak kan de belasting beïnvloeden ,omdat er door stapeling van het gewicht een kans is op schuiven van het groendak. Dit kun je ondervangen door hier in je calculaties rekening mee te houden, of te kiezen voor lichtgewicht oplossingen. Deze zijn met hun gewicht van 45-50 kilo per m² aanzienlijk lichter dan een regulier groendak. De substraatlaag is dunner, er is dus wel meer verzorging nodig (water en bemesten) en kan het minder water opnemen. 

De juiste vegetatie kiezen voor je groendak

Bedenk van tevoren met welk doel je groendak wilt aanleggen. Het onderscheid wordt in deze fase vooral gemaakt op basis van het onderhoud. 

Moet het dak groen ogen en weinig onderhoud hebben? Ga dan voor een extensief groendak. Dat heeft weinig onderhoud, water en voedingsstoffen nodig, is ongevoelig voor ziekten en insectenplagen en is toch groen! Op dit dak leg je een mix aan van mos, sedum, kruiden en gras. In deze categorie valt ook het sedumdak; je plant er dus sedumplanten, eventueel in combinatie met mos in aan.  Sedum wortelt ondiep. Ideaal dus voor een extensief groendak met een geringe diepte voor de substraatlaag. Zo'n dunnere substraatlaag betekent ook dat het gewicht niet enorm hoeft op te lopen.

Wil je het dak laten bijdragen aan de biodiversiteit en / of wil je een goede waterbuffer aanleggen?  Dan spreek je over een intensief groendak

Extensief dakIntensief dak
Weinig onderhoud, toch groenArbeidsintensiever, bijdrage aan biodiversiteit
Bevat mossen en sedumBevat maximaal 50% mossen en sedum, de rest is overige beplanting
Natgeregend weegt het tussen 40-200 kg per m²Natgeregend kan dit meer dan 200 kg per m² wegen
Waterbuffer van minimaal 15 liter per m²Waterbuffer van minimaal 45 liter per m² wegen
NB: Er zijn ook kant-en-klare lichtgewicht groendakpakketten beschikbaar, nat wegen deze zo'n 45-55 kg.NB: Ook hier zijn speciale biodiversiteitspakketten beschikbaar.

©visuals-and-concepts - stock.adobe.com

Superheld sedum Sedum ken je waarschijnlijk beter onder de noemer vetplant, vetkruid of succulent (zoals de officiële Latijnse naam luidt). Het bezit de bijzondere eigenschap om vocht op te slaan in zijn bladeren. Hierdoor ogen deze vaak heel groen, dik en sappig. Daarnaast is er relatief weinig onderhoud nodig en stelt de plant geen hoge eisen aan de ondergrond. Een samenstelling van arme grond waar zand of steensplit doorheen is vermengd volstaat. Wel moet je zorgen dat jonge planten voldoende (regen)water krijgt en goed wortel kunnen schieten.  Droge of natte grond, zonnig, winter of schaduwopstelling: sedum vindt alles goed, zolang er maar drainage aanwezig is.

Geschikte planten voor een extensief groendak

• Sedum acre
• Sedum album Coral Carpet
• Sedum sexangulare
• Sedum hispanicum
• Sedum floriferum
• Sedum hybridum
• Sedum reflexum Blue Spruce
• Sedum reflexum Angelina
• Sedum spurium Coccineum
• Sedum spurium Summer Glory
• Sedum spurium John Creech
• Sedum takesimense

©Frans Blok / 3Develop

Een extensief groendak met vooral sedumsoorten.

Beplanting intensief groendak

In deze opzet kun je naar hartenlust combineren met sedums en verschillende bodembedekkers, bloemen, insectenhotels en zelfs bomen! Wil je een intensief groenak aanleggen, kjjk dan naar de volgende beplanting: 

• Sedums zoals Atlantis en Sunsparkler als bodembedekker
• Primula
• Akkerboterbloem (Ranunculus Arvensis)
• Kruiptijm
• Bieslook Allium
• Anemonen
• Bleke klaproos
• Alpine-aster
• Duizendblad
• Stekelnootjes
• Panicum (grassoort)
• Geel walstro
• Klokjesbloemen of Campanula
• Gewoon biggenkruid
• Kogeldistel of framboosdistel
• Sempervivum (winterhard)
• Gewoon struisgras
• Rhodohypoxis 'Beverly'
• Kleine tijm
• Anijsnetel
• Kleine klaver
• Aster 
• Zonnehoed

©Ulf Wittrock - stock.adobe.com

Een intensief groendak, met een grote diversiteit aan beplanting.

Welke klimaat en omgevingsfactoren zijn van belang voor de aanleg?

Bij de aanleg van een groendak is de ideale ligging een plat dak met veel zon (tenminste 4 tot 6 uur per dag). Sedum heeft weinig water nodig; door het zonlicht zullen de plantjes goed groeien en is het resultaat een gezond en vol ogend sedumbed. Als het groendak te weinig zonlicht krijgt, kan de substraatlaag te lang nat blijven. Hierdoor kunnen de wortels niet goed gedijen en mogelijk zelfs gaan rotten. Mocht je groendak minder zonlicht vangen, dan kun je ook kijken naar vetplanten zoals aloë, haworthias en gasterias: die gedijen ook goed zonder veel zonlicht. Daarnaast kun je ook siergrassen en kruiden gebruiken. Een combinatie van deze soorten zorgt voor de beste samenstelling. 

Onderhoud en verzorging 

Inspectie en onderhoud van een groendak

Inspecteer een groendak minimaal twee keer per jaar (voor- en najaar). Drainage van je groendak is essentieel, dus check of de waterafvoer nog naar behoren werkt en geen verstoppingen door blad of andere groenresten bevat.

Besproeien groendak 

Een sedumdak kan drie tot vier weken zonder water, de blaadjes kunnen misschien wel wat rood kleuren. Wanneer de droogte langer duurt, besproei de sedum dan twee keer per week in de avond. Het groendak is verzadigd wanneer je ziet dat het water in de afvoer begint te lopen. 

Bemesten groendak 

Een extensief groendak kun je twee keer per jaar bemesten, zo rond april en september, afhankelijk van het verloop van deze jaargetijden. Meststof bevat sporenelementen die groei van de wortels bevorderen. Het gaat bovendien niet de groei van mosgroei tegen. Strooi de mest gelijkmatig uit. Gebruik niet teveel, maar strooi liever nog wat na. Teveel kan namelijk soms averechts werken bij sedum. Gebruik bij voorkeur een biologische afbreekbare vorm en geef wel meteen water na het bemesten. 

Je groendak heeft ook kalk nodig. Kalk helpt de plant goede wortels te ontwikkelen en voedingsstoffen op te nemen. Een tekort kan leiden tot verzwakking en zo raken de planten meer gevoelig voor ziektes en plagen.  

Snoeien en onkruid verwijderen

Er kan van buitenaf onkruid op je groendak zijn gewaaid. Trek dat er met de hand uit, het liefste tot aan de wortel. Dit blijft - hoe weinig voldoening gevend misschien - toch de beste bestrijding. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn echt een no-go wanneer je doel is bijdragen aan de biodiversiteit! Het snoeien van je groendak doe je met een handsnoeischaar. Knip eventuele uitlopers weg, zodat je groendak weer mooi gelijkmatig oogt en groeit. 

Wat kost een groendak?

Afhankelijk van de grootte van je groendak (en daarmee het aantal aan te leggen vierkante meters) lopen de kosten voor een groendak uiteen van ongeveer 50 tot 65 euro per vierkante meter. Voor de aanleg van dit type groendak heb je relatief weinig gereedschap nodig. Er zijn zelfs kant-en-klare pakketten verkrijgbaar. Je kunt dan kiezen uit cassettes die de complete samenstelling voor je bevatten, of pakketten waarmee je de aanplant zelf kunt verzorgen. Daarnaast zijn er lichtgewicht oplossingen van goede kwaliteit, die je op schuurtjes of aanbouwen kunt gebruiken. Relatief gezien zijn deze oplossingen wel iets duurder dan zelf aanlegde en samengestelde groendaken.  


▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.