ID.nl logo
Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!
© Olga Gorevan
Huis

Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!

Zodra de zon zich vaker laat zien, is het heerlijk om buiten te zijn. Mei is dan ook hét moment om je tuin zomerklaar te maken. Door nu de handen uit de mouwen te steken, zorg je dat alles er straks fris en verzorgd bij staat. Nieuwe planten, gesnoeide hagen, een opgeruimde border – dit is de maand om je tuin die welverdiende opfrisbeurt te geven.

Dit doe je deze maand in de tuin:

  • Zaaien en hagen planten
  • Extra aandacht geven aan nieuwe planten
  • Snoeien
  • Je gazon maaien en bemesten

Het jaar rond lekker bezig zijn in de tuin? Kijk dan op onze tuinkalender.

Zaaien en hagen planten

Hoewel de lente volop bezig is, is het slim om het vliesdoek nog even paraat te houden. Vooral in de eerste helft van mei kan het 's nachts nog flink afkoelen. Na IJsheiligen, op 14 mei, kunnen de kuipplanten en eenjarigen definitief naar buiten. Dan is de kans op nachtvorst vrijwel voorbij. Ook met zaaien kun je nu los. Klaprozen, leeuwenbekjes, korenbloemen, zonnebloemen, madeliefjes of duizendschoon – die mogen allemaal direct de volle grond in. Zomerbollen kun je alvast in potten zetten, dan zijn ze straks makkelijk over te planten naar de border. Heb je plannen voor een nieuwe haag? Wacht daar niet te lang mee. Tot half mei kun je nog heesters en coniferen planten.

Extra aandacht geven aan nieuwe planten

Nieuwe planten hebben in deze periode extra water nodig. Gebruik bij voorkeur water uit de regenton – dat is al op temperatuur en beter voor de wortels. Sproei je met leidingwater? Laat het dan als een fijne nevel op de planten vallen, in plaats van er met harde stralen op te richten. Zo voorkom je schade aan jonge scheuten. Een laag mulch helpt de bodem vochtig te houden en voorkomt dat de aarde uitdroogt. Slakken op pad? Strooi wat zaagsel of fijngemalen eierschalen rond de jonge planten, dat houdt ze op afstand. En vergeet de klimplanten niet: die groeien nu razendsnel en kun je het best op tijd aanbinden.

Lees ook: Slakken in de tuin? 8 tips om ervan af te komen

©Zoiakostina | Zoja

Snoeien

Na IJsheiligen kun je de buxus snoeien. Kies bij voorkeur een bewolkte dag, zodat de jonge snoeipunten niet verbranden in de zon. Ook de liguster, laurier, hulst en haagbeuk kun je nu bijwerken. Controleer wel even of er geen vogelnestje in de haag zit voor je aan de slag gaat. Rozen op stam en perkrozen mag je nu drie tot vijf ogen terugsnoeien. Bij vroegbloeiende struiken zoals ranonkelstruik en spirea knip je de uitgebloeide bloemen weg. Zo steekt de plant zijn energie in nieuwe bloemknoppen. Ook voorjaarsbloeiers zoals tulpen, narcissen, hyacinten, rododendrons en de kerstroos kun je nu ontdoen van oude bloemen. En de fuchsia? Die top je juist, zodat hij mooi vertakt.

Lees ook: Welke snoeischaar voor welke snoeiklus?

©SKT Studio - stock.adobe.com

Je gazon maaien en bemesten

Het is al volop lente, maar een flinke regenbui kan nog steeds voor wateroverlast zorgen. Blijft het water op plekken in de tuin staan of voelt de grond te nat aan? Prik dan met een mestvork in de bodem en beweeg deze voorzichtig heen en weer. Zo kan het regenwater beter wegzakken. En als er toch regen wordt voorspeld: dat is hét moment om je gazon te bemesten. Herhaal dit na een maand om het gras sterk en gezond te houden.

In mei maakt het gras een groeispurt. Je kunt het gazon dan één tot twee keer per week maaien – of je doet mee aan Maai Mei Niet. Door een maand niet te maaien, geef je bijen, vlinders en andere insecten meer bloeiende planten om van te leven. Vind je een hoog grasveld geen gezicht? Maai dan alleen een deel en laat de rest staan.

Niet alleen het gras groeit hard, ook het onkruid laat zich volop zien. Trek het eruit op droge dagen, dan komt het niet makkelijk terug. Schoffelen kan ook, maar wees voorzichtig: de wortels van andere planten kunnen daarbij beschadigd raken. Door bodembedekkers te planten maak je het onkruid bovendien lastiger om terrein te winnen.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.