ID.nl logo
Maak van je kleine tuin een sfeervolle buitenruimte
© Barbara Helgason
Huis

Maak van je kleine tuin een sfeervolle buitenruimte

Een postzegeltuintje is natuurlijk beter dan helemaal geen tuin. Of je nu een kleine stadstuin hebt, een balkon, een paar vierkante meters aan voortuin of achtertuin (of allebei), je bent niet de enige. Maakt ook niet uit, want ook een kleine tuin kun je hartstikke leuk maken. Juist zelfs! Lees de tips over wat je kunt doen met een kleine tuin.

In dit artikel:

  • Een kleine tuin kun je optisch groter laten lijken door paden aan te leggen of spiegels op te hangen.
  • Gebruik verlichting om je tuin sfeervol te maken en groter te laten lijken.
  • Kies voor groot in klein: gebruik geen kleine tuinmeubels en accessoires, kies ook grote terrastegels.
  • Een klein moestuintje kan ook. Meer weten over moestuinieren? Lees dan: Zo maak je een moestuin - met stappenplan!

Wat kun je met een kleine tuin?

In een kleine tuin kan geen groot gazon. Maar er kan wel een stukje gras in, net als planten, struiken en zelfs bomen. In feite moet je keuzes maken: je kunt meestal geen perken aanleggen én een moestuintje maken, of een vijver én een terras. Daarom is het handig om vooraf goed over je tuin na te denken. Wat wil je er doen en wanneer maak je er het meest gebruik van? Hoe wil je dat je tuin er door de seizoenen uitziet? Ben je in de zomer veel weg, dan kun je bijvoorbeeld denken aan een kleine overkapping met buitenhaard of terrasverwarming, zodat je in het voor- en najaar lekker buiten kunt zitten. Vind je het belangrijk dat het er netjes uitziet en het hele jaar door groen is, dan kies je daar je meubels en planten op uit. Met deze tips en ideeën maken we het je hopelijk een beetje makkelijker.

Verticaal tuinieren is ideaal voor een kleine tuin

Maak gebruik van de verticale ruimte in je kleine tuin met een verticale tuin. Hang bijvoorbeeld plantenzakken aan de muur of maak een verticale tuin met behulp van een modulair systeem. Gezellig! Je kunt zelfs slimme irrigatiesystemen gebruiken die je via een app bedient, zodat je planten altijd de juiste hoeveelheid water krijgen.

Je kunt ook aan een pergola denken. Hier kun je klimplanten tegenaan laten groeien, voor een groene schaduwplek.

Lees ook: Een pergola in de tuin? Die bouw je gewoon zelf!

©MrPreecha - stock.adobe.com

Planten kunnen overal

Je hoeft je kleine tuin echt niet dicht te tegelen. Dat kan wel, naast je verticale tuin, waarbij je de wanden gebruikt, kun je dan altijd gebruikmaken van potten. Daar kunnen trouwens ook kruiden in. Of bestraat één strook niet, om te beplanten.

Je kunt ook kiezen voor bloembakken of perken. Zelfs een kleine moestuin kan.

Kies in je kleine tuin niet alleen lage plantjes, maar varieer in hoogte. Als je heesters plant, kies dan juist voor grotere exemplaren, maar ga niet voor heel dichte soorten. Dan lijkt het alsof ze meer ruimte innemen en laten ze geen licht door. Als je een boom wilt, kijk dan eens naar meerstammige bomen die minder massief zijn omdat je door de stammen heen kunt kijken naar de rest van de tuin. Ook bomen die hoog op de stam groeien werken vaak goed in een kleine tuin.

Houd rekening met de seizoenen en probeer ook voor groenblijvende vaste planten te kiezen. En bloemen in de zomer is natuurlijk in elke tuin leuk. Tuin op het noorden? Met varens en bamboe kun je nog steeds een ‘jungle-tuin’ maken. Ook op een paar vierkante meter.

Voorkom woekeren Zorg dat je planten kiest die niet woekeren. Dat is in elke tuin vervelend, maar een klein tuintje wordt al snel helemaal overgenomen door deze soorten. Plant munt in potten en kies een niet-woekerende bamboesoort. Wil je toch graag een woekerende soort in je tuin? Overweeg dan wortelbegrenzer. Dit graaf je grotendeels in om de wortels heen, zodat ze niet verder door kunnen groeien.

Eigen groente en fruit oogsten?

Dat kan zelfs in de kleinste achtertuin + op je balkon

Spiegels en verlichting

Optische illusies kunnen wonderen verrichten in een kleine tuin. Hang strategisch geplaatste spiegels op om de ruimte groter te laten lijken en gebruik buitenverlichting om bepaalde gebieden te accentueren. Slimme verlichtingssystemen helpen je om sfeer te creëren en zelfs de kleur van het licht aan te passen. Je kunt ook paadjes aanleggen die je smaller laat weglopen. Daarmee lijkt het pad langer. Je kunt hagen zetten, langs zo’n pad maar ook haaks erop. Een spiegel aan het einde zorgt dat je tuin groter lijkt. Tip: om energie te besparen kun je veel tuinverlichting toepassen die gebruikmaakt van zonne-energie.

©Marat Yakhin

Denk groot

Net als in kleine woningen kun je het beste groot denken. Daar worden veel kleine meubeltjes rommelig, wat trouwens voor een kleine tuin ook geldt. Ook kleine tegels of klinkers maken je tuin optisch kleiner. Kies voor grote terrastegels, allemaal in dezelfde kleur. Zet je potten neer? Doe dan een paar grote potten, met bijpassend formaat plant (of boompje), bij voorkeur in dezelfde kleur of tint. Een paar grote potten staan beter dan een heleboel kleintjes. Je kunt ook kiezen voor grote plantenbakken op wielen. Die zet je gemakkelijk ergens anders neer.

Kleine of grote tuin? In 2020 was het gemiddelde oppervlakte van een tuin in Nederland 236 vierkante meter. De meeste hoveniers rekenen van 100 tot 500 meter als een middelgrote tuin. In de provincies is het gemiddelde tuinoppervlak groter dan in de Randstad. De gemiddelde oppervlakte van tuinen gaat omhoog, want in de jaren ‘80 was het maar 150 vierkante meter.

Tuinmeubels met een functie

Dat geldt ook voor je tuinmeubels: het is verleidelijk om voor kleine tuinmeubels te kiezen, maar een paar slim gekozen grotere stukken staan meestal beter. Eigenlijk moet je bij een kleine tuin keuzes durven maken. Meestal is er geen plaats voor een loungehoek en eettafel. Wel kun je een uitschuifbare tuintafel kiezen. Of klapstoelen, die je aan een haak aan de schutting kunt hangen, bijvoorbeeld. Je pakt ze erbij als ze nodig zijn. Een hangende stoel neemt geen terrasruimte in, waardoor het ook ruimtelijker oogt. Zorg dat je tuinmeubels passen in de ruimte. Als je steeds tegen de schutting stoot wanneer je je stoel naar achteren schuift, voelt je tuin echt klein aan.

Maak gebruik van slimme technologie

Een kleine tuin moet je nog steeds onderhouden. Maak gebruik van technologie om het onderhoud makkelijker te maken. Overweeg bijvoorbeeld het gebruik van een robotmaaier om het gras automatisch te maaien, of een weerstation om neerslag en luchtvochtigheid te meten. Er zijn zelfs vochtmeters voor planten, die je laten weten wanneer je water moet geven.

©Joanne Dale

Doorkijkjes

De meeste stadstuintjes zijn ingesloten door schuttingen, heggen of muurtjes. Maar heb je aan één kant een park, weiland of andere vorm van ruimte? Overweeg dan om je schutting of heg (deels) open te laten. Je maakt dan gebruik van de ruimte buiten je tuin. Dit geeft meer ‘lucht’ en geeft het idee dat je tuin groter is. Natuurlijk moet de ruimte zich hiervoor lenen; als jij naar buiten kunt kijken, kunnen mensen van buiten ook naar binnen kijken.

Gebruik alle buitenruimte

Als je geen ruimte hebt voor wat je wilt met je kleine tuin, dan kun je misschien uitwijken naar… het dak! Dit is een geweldige manier om je buitenruimte maximaal te benutten en tegelijkertijd de isolatie van je huis te verbeteren.

Neem ook je balkon mee. Plantenbakken onder een raam met groenblijvende planten geven ook direct een groene opkikker aan je tuin en huis.

Een kleine tuin is snel sfeervol

Een kleine tuin is een leuke uitdaging. Door slim met de ruimte om te gaan benut je de beschikbare ruimte, terwijl je de tuin optisch zo groot mogelijk maakt. Met sfeerlicht en leuke meubels in je eigen stijl maak je het gezellig. Kun je lekker buiten zijn, genietend van het groen, in jouw kleine postzegeltje.


Professionele hulp nodig in jouw tuin?

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.