ID.nl logo
Zo maak je je eigen Bitwarden-server
© Reshift Digital
Huis

Zo maak je je eigen Bitwarden-server

Wil je accountgegevens, notities en creditcardgegevens opslaan in een digitale kluis, dan is Bitwarden al jaren een van de beste opties. Wel moet je er genoegen mee nemen dat gegevens in de cloud worden bewaard. Vind je dat maar niks, dan kun je Bitwarden ook lokaal op je eigen server hosten. In dit artikel laten we zien hoe je dat veilig en relatief eenvoudig voor elkaar krijgt via Docker, een reverse proxy en de alternatieve Bitwarden-server Vaultwarden.

In dit artikel nemen we je mee in het maken van een server waarop je superveilig je wachtwoorden kunt bewaren.

  • Eerst installeren we Docker
  • Daarna stellen we Vaultwarden in
  • Vervolgens zetten we een reverse proxy op voor toegang op afstand
  • En tot slot stellen we alles in

Te lastig? Gebruik Bitwarden dan gewoon via de cloud: Alles over je wachtwoorden beheren met Bitwarden

Code downloaden In dit artikel worden wat voorbeelden van stukken code gegeven. Omdat overtikken van code erg foutgevoelig is, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand code-bitwarden.txt.

Een wachtwoordbeheerder is een bijna onmisbare tool. In de digitale kluis kun je veilig al je accounts bewaren, maar ook notities en financiële gegevens van je creditcard. In principe brengt zo’n tool ook veiligheid. Je kunt bijvoorbeeld veel makkelijker heel sterke wachtwoorden gebruiken. Je hoeft maar één hoofdwachtwoord te onthouden en op individuele apparaten volstaat vaak een pincode.

Wachtwoordbeheerders bewaren al je gegevens normaliter in de cloud, met als voordeel dat je er vanaf elk apparaat bij kunt. Ook daar zijn ze natuurlijk versleuteld met het hoofdwachtwoord. Toch is het geen prettig gevoel als je leest over gestolen data, zeker als je financiële gegevens in je digitale kluis bewaart. Zo is LastPass al meerdere keren het slachtoffer van een datalek geweest. Het versleutelingsmechanisme zelf werd niet gekraakt, maar hackers hadden wel alle tijd om te proberen met brute kracht het hoofdwachtwoord te kraken – wat dan eigenlijk de laatste verdedigingslinie is.

We nemen daarom in dit artikel het heft in eigen hand. We gaan Bitwarden, een van de populairste en veiligste wachtwoordbeheerders, installeren op een lokale server achter een reverse proxy.

©Song_about_summer

De digitale kluis van je wachtwoordbeheerder staat meestal in de cloud.

Waarom zelf hosten

Het zelf hosten van Bitwarden brengt veel voordelen met zich mee, maar ook een paar nadelen. Om te beginnen zullen hackers zich eerder op de centrale servers richten van de wachtwoordbeheerders. Ze kennen niet eens de locatie van jouw Bitwarden-server, die ook nog eens verscholen gaat achter een reverse proxy. En je kunt ook nog extra maatregelen treffen om de toegang te beperken.

De alternatieve Bitwarden-server Vaultwarden (zie het gelijknamige kader) die we in dit artikel gebruiken, geeft je ook nog eens mogelijkheden waar je normaal voor moet betalen. Een nadeel is dat je uiteraard een server nodig hebt en ook verantwoordelijk bent voor de beveiliging daarvan. Je zult bijvoorbeeld het besturingssysteem en de software up-to-date moeten houden en ook voor back-ups van je digitale kluis moeten zorgen.

©tutye - stock.adobe.com

Zelfs een Raspberry Pi is voor de meeste toepassingen geschikt als server.

Vaultwarden: lichtgewicht Bitwarden-server Voor onze Bitwarden-server gebruiken we niet de officiële server maar het opensource-alternatief Vaultwarden, eerder bekend als bitwarden_rs. Je kunt het project vinden op GitHub. Het is een lichtgewicht Bitwarden-server die je eenvoudig zelf kunt hosten. De eisen zijn bescheiden in vergelijking met de officiële server. Veel mensen gebruiken zelfs een Raspberry Pi, inclusief de Zero W!

De software ondersteunt vrijwel alle mogelijkheden van Bitwarden. Je kunt uiteraard ook alle standaardtoepassingen van Bitwarden ermee gebruiken, zoals de browserextensies. Ook kun je zonder meerprijs enkele mogelijkheden gebruiken die normaal zijn voorbehouden aan betalende klanten, zoals het maken van een organisatie en bewaren van bijlagen.

Deze alternatieve en opensource Bitwarden-server kun je vinden op GitHub.

Wat heb je nodig?

Vaultwarden is geschreven in Rust, een programmeertaal die snel aan populariteit wint en wordt geroemd om zijn snelheid en veiligheid. We hebben er in dit artikel weinig mee te maken, omdat we alles gaan installeren via Docker. Maar het betekent wel dat een relatief licht systeem volstaat. Je kunt bijvoorbeeld een eenvoudige server met Ubuntu gebruiken, maar ook alle uitvoeringen van de Raspberry Pi zijn geschikt. Verder zou je een NAS van Synology of QNAP kunnen gebruiken die Docker ondersteunt.

We zorgen er ook direct voor dat Bitwarden toegankelijk is van buitenaf via een reverse proxy. We kiezen daarbij voor een installatie van Nginx Proxy Manager via Docker, maar er zijn ook alternatieven mogelijk, zoals Caddy of Traefik. En ook binnen het Toepassingsportaal op een Synology-NAS kun je een reverse proxy instellen.

We installeren alles binnen Docker, wat vaak ook werkt op een Synology-NAS.

Domein en portforwarding

Om onze Bitwarden-server op afstand te kunnen benaderen, gaan we een subdomein gebruiken en enkele regels voor portforwarding instellen in de router. Hiervoor verwijs je het A-record van een subdomein naar het ip-adres van je internetverbinding thuis. Als je geen vast ip-adres hebt, zou je met dynamische DNS kunnen werken, zoals Duck DNS of No-IP.

In je router moet je het verkeer naar de poorten 80 en 443 doorsturen naar de reverse proxy. Aan de kant van de reverse proxy gaan we ook voor veilige https-toegang zorgen met een echt ssl-certificaat van Let’s Encrypt. Hiervoor zijn nauwelijks extra configuratiestappen nodig.

We sturen verkeer voor het subdomein door naar ons thuisnetwerk.

Installatie Docker

In dit artikel gaan we zowel Vaultwarden als de reverse proxy opzetten via Docker. Instructies voor de installatie van Docker voor verschillende besturingssystemen zijn wijd verspreid op internet. Wij hebben Docker onder Ubuntu 22.04 geïnstalleerd aan de hand van deze instructies.

Tegenwoordig wordt ook Docker Compose standaard geïnstalleerd. Dat gaan we in dit artikel gebruiken. Het zorgt ervoor dat je containers via een script kunt configureren. Bij een NAS van Synology of QNAP kun je containers via de webinterface beheren. Een standaard Docker-installatie kun je overigens ook uitbreiden met een webinterface, door bijvoorbeeld Portainer (ook via een Docker-container) te installeren.

Heb je Home Assistant? Dan kun je Vaultwarden eventueel via een community-add-on installeren. De vereiste repository wordt tegenwoordig standaard toegevoegd en geactiveerd.

Binnen Home Assistant kun je de add-on voor Vaultwarden installeren.

Docker-container

Om Vaultwarden te installeren, heb je uiteraard het juiste Docker-image nodig. Wij kiezen het standaardimage (vaultwarden/server). Datzelfde image ondersteunt het gebruik van SQLite, MySQL of PostgreSQL als database. Voorheen waren er verschillende images voor elk type database. Het advies is doorgaans om de standaardoptie SQLite te gebruiken, omdat deze het meest gebruikt en getest is. Verder worden meerdere architecturen ondersteund, waardoor je de container zowel op een x86-systeem als een ARM-systeem (zoals een Raspberry Pi) kunt opzetten.

We gebruiken de officiële container voor Vaultwarden.

Docker Compose-script

Op ons Ubuntu-systeem beginnen we met het maken van een map voor Vaultwarden en de bijbehorende data. We maken deze onder onze thuisfolder met de opdracht:

mkdir -p ~/docker/vaultwarden/data

Ga met de volgende opdracht naar de map voor Vaultwarden:

cd ~/docker/vaultwarden

En maak daarin het onderstaande script aan met:

nano docker-compose.yml

Het script bevat:

De code kun je overnemen vanuit dit bestand.

Vooral de opties onder environment zijn persoonlijk. Dit zijn de zogenoemde omgevingsvariabelen. Als je een reverse proxy gaat gebruiken, vul dan achter DOMAIN het https-adres in dat je voor Bitwarden gaat gebruiken. Op de host (het systeem waarop we Vaultwarden installeren) gebruiken we poort 8080, die we koppelen aan poort 80 binnen de container.

Voor websockets gebruiken we (aan beide kanten) poort 3012. Met deze opdracht (in dezelfde map als het bestand docker-compose.yml) kun je Vaultwarden starten:

docker compose up -d

Wil je Vaultwarden stoppen, bijvoorbeeld om aanpassingen te maken aan de configuratie, stop dan eerst de container met:

docker compose down

Na het aanpassen van de configuratie start je de toepassing weer.

Met deze configuratie starten we onze container via Docker Compose.

Toegang configureren

Met bovenstaande configuratie kan iedereen via de web vault (de pagina die je ziet als je naar http://ipadres:8080 gaat) inloggen met een account, maar ook gewoon een nieuw account registreren. Wil je niet dat iedereen zomaar een nieuw account kan maken? Verander dan (eventueel op een later moment) de optie SIGNUPS_ALLOWED van true naar false.

Overigens kun je dat ook prima vanaf het begin doen als je nog geen account hebt. Er is namelijk een speciale beheerdersomgeving waar je gebruikers kunt bekijken of verwijderen, maar ook kunt uitnodigen om te registreren, zelfs als je die optie hebt uitgezet.

Je komt in deze omgeving als je /admin achter het adres zet. Om de omgeving te activeren, moet je een tekststring achter ADMIN_TOKEN invullen. Diezelfde tekststring moet je invullen om daadwerkelijk toegang te krijgen. Je kunt zelf een tekststring bedenken of je genereert een willekeurige met de opdracht:

openssl rand -base64 48

Via een speciale admin-omgeving wijzig je de opties.

SMTP-configuratie

Bij sommige acties zal Vaultwarden een e-mail willen versturen. Denk aan bepaalde meldingen, maar ook verzoeken zoals het bevestigen van een e-mailadres. Daarom is het handig om via omgevingsvariabelen de correcte instellingen voor SMTP op te geven. Je kunt bijvoorbeeld die van je internetprovider gebruiken. Voor bijvoorbeeld KPN kun je de omgevingsvariabelen in het bestand docker-compose.yml aanvullen met onderstaande regels. Daarbij kun je bij SMTP_FROM overigens zelf een afzender invullen. Op de admin-pagina vind je op het tabblad Settings een handige optie om je SMTP-instellingen te testen. Het is overigens niet handig om de configuratie daar aan te passen (zie kader ‘Configuratie Vaultwarden’).

De code kun je overnemen vanuit dit bestand.

Via de beheeromgeving verstuur je een testmail.

Configuratie Vaultwarden In deze masterclass gebruiken we omgevingsvariabelen voor de configuratie van Vaultwarden. Eventueel kun je de configuratie ook veranderen en opslaan via de admin-pagina (/admin) van Vaultwarden. Dat raden we in principe af om praktische redenen: de veranderingen op de admin-pagina worden namelijk in een bestand (config.json) vastgelegd en ze hebben daarna voorrang boven de omgevingsvariabelen. Dat is in sommige situaties verwarrend.

Server te lastig, cloud onveilig?

Schrijf ze dan zelf op!

Verbinden op afstand

Je kunt Bitwarden ook onderweg gebruiken, bijvoorbeeld op een smartphone of tablet. Dit vereist wel dat je het account thuis via je lokale netwerk aanmaakt en ook steeds thuis gegevens synchroniseert. Wil je onderweg ook een nieuw apparaat toegang kunnen geven tot Bitwarden of gegevens synchroniseren, dan zul je voor toegang op afstand moeten zorgen. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor.

Een populaire optie is het opzetten van een VPN-verbinding naar je thuisnetwerk met bijvoorbeeld Wireguard of OpenVPN. Maar in dit artikel gaan we een reverse proxy gebruiken. We kiezen daarbij voor Nginx Proxy Manager. Ook dit geeft een goede bescherming en de drempel voor toegang is lager. Je kunt de reverse proxy natuurlijk ook heel handig voor andere toepassingen op je netwerk gebruiken!

Voor toegang op afstand gaan we Nginx Proxy Manager gebruiken.

Installatie reverse proxy

Nginx Proxy Manager installeer je net als Vaultwarden eenvoudig via Docker, eventueel op hetzelfde systeem. Het maakt (uiteraard) op de achtergrond gebruik van de webserver Nginx als reverse proxy en maakt desgevraagd gratis ssl-certificaten van Let’s Encrypt aan, zodat directe toegang via https mogelijk is.

Via een handige webinterface voeg je vervolgens verbindingen voor de proxyserver toe, waaronder die van Vaultwarden. Zorg dat je (zoals eerder aangegeven) in je router de poorten 80 en 443 doorstuurt naar de server waarop je Nginx Proxy Manager hebt geïnstalleerd. We maken op dat systeem een nieuwe map met een eigen bestand docker-compose.yml, met daarin de volgende inhoud:

De code kun je overnemen vanuit dit bestand.

Ook deze Docker-container start je weer met deze opdracht (in dezelfde map als het bestand docker-compose.yml):

docker compose up -d

Voor de reverse proxy volstaat deze bescheiden configuratie.

Bitwarden toevoegen

Heb je Nginx Proxy Manager gestart, dan zie je op het adres http://ipadres:81 de webinterface. De eerste keer moet je inloggen met admin@example.com en het wachtwoord changeme. Direct wordt gevraagd om je gegevens en het wachtwoord aan te passen. Hierna kun je de Vaultwarden-server toevoegen. Ga daarvoor naar Hosts / Proxy Hosts en kies Add Proxy Host. Vul bij Domain Names de domeinnaam in (bijvoorbeeld bitwarden.domein.nl) en druk op Enter.

Daaronder geef je aan hoe de toepassing op je netwerk wordt benaderd. Bij Scheme kies je http, bij Forward Hostname / IP vul je het ip-adres van de Vaultwarden-server in en bij Forward Port het poortnummer (8080). Zet een vinkje bij Websockets Support, Vaultwarden maakt hier gebruik van. Vink optioneel ook Block Common Exploits aan voor wat extra bescherming.

Op het tabblad Custom locations voeg je twee locaties toe voor websocket-ondersteuning: /notifications/hub met bij Scheme de waarde http, bij Forward Hostname / IP het ip-adres van de Vaultwarden-server en bij Forward Port het poortnummer 3012. Voeg via Add location de tweede locatie /notifications/hub/negotiate toe met dezelfde gegevens, maar nu poortnummer 8080.

Op het tabblad SSL kies je onder SSL Certificate de optie Request a new SSL Certificate. Zet een vinkje bij Force SSL en bij HTTP/2 Support. Vink ook aan dat je akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Let’s Encrypt. Klik dan op Save. Hiermee is je reverse proxy actief!

We voegen onze Bitwarden-server toe aan Nginx Proxy Manager.

Werking websockets controleren Vaultwarden gebruikt websockets om gegevens te synchroniseren tussen clients. Het activeren kan soms een uitdaging zijn. Je kunt de werking eenvoudig controleren als je de web vault opent in Chrome en dan de console in de gaten houdt. Dat is een onderdeel van de tools voor ontwikkelaars; je komt daar met de toetscombinatie Ctrl+Shift+I.

Je ziet hier na het inloggen direct een bevestiging dat de websocket is verbonden en als het goed is gegaan zie je geen foutmeldingen. Op mobiele apparaten zijn websockets overigens niet genoeg en zul je gegevens zelf (eventueel handmatig) moeten synchroniseren, omdat Vaultwarden geen pushnotificaties ondersteunt, in tegenstelling tot de officiële Bitwarden.

Digitale kluis maken

Je kunt in het vervolg de web vault via je domein benaderen, zoals https://bitwarden.domein.nl. Maak hier als eerste een nieuw account aan met uiteraard een sterk hoofdwachtwoord. Daarna kun je direct inloggen met deze gegevens. Via een knop stuur je een bericht waarmee je jouw e-mailadres bevestigt.

Gebruik je reeds de officiële Bitwarden en wil je overstappen naar Vaultwarden? Dan exporteer je de gegevens vanuit Bitwarden als JSON-bestand. Binnen Vaultwarden importeer je het bestand daarna op het tabblad Hulpmiddelen. Via het icoontje rechtsboven kun je onder Accountinstellingen de optie voor tweestapsverificatie aanzetten en ook andere beveiligingsopties configureren.

Via de browser hebben we toegang tot de digitale kluis met onze gegevens.

Tweestapsverificatie Zoals veel wachtwoordbeheerders kunnen Bitwarden en Vaultwarden niet alleen inloggegevens bewaren, maar ook inlogcodes genereren voor tweestapsverificatie. Daartoe moet wel de sleutel die wordt gedeeld bij het inschakelen van tweestapsverificatie worden opgeslagen in je digitale kluis. Dat is de kluis waar óók je wachtwoorden in staan. We raden je daarom altijd aan om tweestapsverificatie niet met je wachtwoordbeheerder af te handelen. Beter kun je een andere app gebruiken, zoals Google Authenticator of Aegis Authenticator. Als je digitale kluis wordt gekraakt, zorg je er in ieder geval voor dat hackers alsnog aan de poort worden tegengehouden, omdat ze niet de gegevens hebben om voorbij de tweede verificatiestap te komen.

▼ Volgende artikel
Stappenplan: je wasmachine verhuizen
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Stappenplan: je wasmachine verhuizen

Een wasmachine verhuizen doe je niet zomaar. Het apparaat is zwaar en kwetsbaar, en bij verkeerd transport kan er snel iets stukgaan. Met een goede voorbereiding en door het volgen van de juiste stappen voorkom je problemen en staat je wasmachine straks veilig in het nieuwe huis. Een kind kan de ...uhm was doen!

Stappenplan wasmachine verhuizen

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen Stap 2: Transportbouten terugplaatsen Stap 3: Wasmachine goed verpakken Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Ook interessant: 5 tips voor het inrichten van de ideale wasruimte

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen

Open deur, maar: begin met het uitschakelen van de wasmachine. Trek de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Wacht daarna even zodat de druk in de slang afneemt. Koppel de toevoerslang los en vang eventueel lekwater op in een emmer of teiltje. Haal ook de afvoerslang uit de afvoer en laat het restwater eruit lopen. In sommige machines blijft er nog water achter in de pomp of het filter. Open daarom het klepje aan de voorkant en draai het filter los. Laat het water rustig weglopen in een teiltje. Zorg dat je een dweil bij de hand houdt.

Stap 2: Transportbouten terugplaatsen

Bij de levering van een nieuwe wasmachine worden de transportbouten vaak meegeleverd, bijvoorbeeld in een apart zakje of bevestigd aan de achterkant. Zoek ze op voordat je gaat verhuizen. Deze bouten zorgen ervoor dat de trommel tijdens het vervoer niet kan bewegen. Door ze terug te plaatsen voorkom je schade aan de lagers en vering. Steek de bouten in de aangegeven openingen aan de achterkant en draai ze stevig vast.

©Kabardins photo - stock.adobe.com

Wat als je geen transportbouten meer hebt?

De transportbouten zijn speciaal ontworpen om de trommel stevig op zijn plek te houden. Zonder deze bouten loop je meer risico dat er iets kapot gaat aan het binnenwerk, zeker als de machine schuin komt te staan of hard wordt neergezet. Heb je ze niet meer? Dan kun je de trommel van binnenuit blokkeren met opgerolde handdoeken of een zachte deken. Zo voorkom je dat hij te veel beweegt tijdens transport. Wat je ook kunt doen is tijdig bij de winkel of fabrikant navragen of er ook losse transportbouten te koop zijn.

Stap 3: Wasmachine goed verpakken

Wikkel de wasmachine in dekens of bubbeltjesplastic. Daarmee voorkom je krassen op de behuizing en schade aan muren of deuropeningen tijdens het tillen. Plak snoeren en slangen vast met tape of bind ze op een andere manier aan de achterkant vast, zodat ze niet gaan bungelen of ergens achter blijven haken. Het deurtje hoeft niet op slot, maar zorg dat het niet opengaat tijdens het tillen of rijden. Afplakken met een stukje ducttape is vaak al genoeg.

Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen

Een wasmachine kan makkelijk 60 tot 80 kilo wegen. Ga je 'm tillen, doe dat dan met z'n tweeën. Gebruik bij voorkeur een steekwagen of meubelroller. Zorg dat je je rug recht houdt, til vanuit je benen en stem goed af met degene die meehelpt. Zet de machine niet scheef op een trap of helling, want dan kan de trommel alsnog verschuiven. Lukt tillen met twee personen niet, dan kun je vaak een steekwagen of transportkar huren bij een bouwmarkt of verhuurbedrijf.

Van boven naar beneden zonder lift

Staat je wasmachine op zolder of woon je in een appartementencomplex zonder lift? Dan is het handig om vooraf wat extra hulpmiddelen te regelen. Een stevige steekwagen met brede wielen helpt al veel. Er bestaan ook elektrische trappenkarren waarmee je de wasmachine makkelijk naar beneden kunt rijden — handig, maar die huur je meestal alleen via een professioneel verhuisbedrijf. Kun je de wasmachine niet via het trappenhuis vervoeren, dan is een verhuislift vanaf het balkon soms een oplossing. Die kun je huren via een bedrijf dat gespecialiseerd is in verhuisliften. Informeer daar tijdig, want soms heb je een vergunning nodig als de lift op de stoep komt te staan.

Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren

Zet de wasmachine rechtop in de bus of aanhanger, bij voorkeur tegen een wand. Leg er geen zware dozen of meubels bovenop. Zet de machine goed vast met spanbanden, zodat hij onderweg niet gaat schuiven of kantelen. Rijd rustig over drempels, neem bochten niet te scherp en rem niet te abrupt.

Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Op de nieuwe plek pak je de wasmachine voorzichtig uit. Laat de machine een paar uur tot een dag rusten voordat je hem aansluit, vooral als hij gekanteld heeft gelegen. Haal de transportbouten eruit en bewaar ze voor een volgende keer. Sluit de watertoevoer en -afvoer weer aan, controleer op lekkage en steek de stekker in het stopcontact. Start eventueel eerst een spoelprogramma zonder was om te controleren of alles naar behoren werkt.

©Leonid Iastremskyi

▼ Volgende artikel
Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer

De L40 Ultra AE richt zich op gebruikers die goede prestaties willen, zonder overbodige extra's. Voor een adviesprijs van 699 euro haal je een model met krachtige zuigkracht en slimme dweiltechniek in huis. Niet alles zit erin wat de 'duurdere broer' wel biedt, vooral qua zijborstel en bereik, maar in veel praktijksituaties is dat geen dealbreaker.

Uitstekend
Conclusie

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Meegeleverde borstel voor haren snijden
  • Weinig onderhoud
  • Goede navigatie
  • Uitschuifbare dweilpad
  • 200 tot 400 euro goedkoper dan L40 Ultra
  • Scherp geprijsd
  • Geen extra dweilpads
  • Kan strepen achterlaten
  • Basis vergt toch nog wat onderhoud
  • Stembediening niet in het Nederlands

In vergelijking met de voorganger, de Dreame L40 Ultra, kost de Dreame L40 Ultra AE 400 euro minder bij de introductie. Dat betekent niet dat er heel veel dingen op achteruit gegaan zijn. Sterker nog: sommige aspecten zijn juist verbeterd. Zo is de zuigkracht – wat ons betreft de belangrijkste eigenschap – sterk verbeterd. Daar waar de L40 Ultra 11.000 PA heeft, beschikt de AE-variant over 19.000 PA.  Bovendien wordt ook dit nieuwe model weer geleverd met twee borstels: de optilbare rubberen varianten en de zogenaamde TriCut Brush 3.0. Ook zit er wederom een borsteltje bij waarmee je snel haren verwijdert uit de robot.

Wanneer je de specificaties van beide modellen naast elkaar legt, is het goed kijken om de verschillen te zien. We noteren een iets grotere stofbak bij de AE (395 vs. 300 ml), maar het belangrijkste verschil zit hem echter de zijborstel. De L40 Ultra heeft een variant die naar buiten kan bewegen en daardoor veel beter hoeken en plinten meeneemt. De L40 Ultra AE moet het doen met een normale zijborstel, zonder uitschuifbare arm. Mogelijk missen er daardoor ook nog wat sensoren die hoeken 'zien'. Dit zou het prijsverschil tussen beide modellen kunnen verklaren.

©Wesley Akkerman

Een groot gemis?

Of zo'n uitschuifbare zijborstel echt een groot gemis is, hangt af van je situatie. Heb je veel hoeken in huis, wil je dat de plinten altijd schoon zijn of staat er weinig langs de muren? Dan kunnen we het ons voorstellen dat je het liefst voor de L40 Ultra of zelfs de X50 Ultra gaat (die nog een tweede zijborstel heeft). Maar als je huis vol staat met meubels en de robot toch al niet echt bij de muren of hoeken kan komen, dan zit daar geen meerwaarde in. In dat geval kun je dus gemakkelijk honderden euro's besparen.

In ons huis verschilt het: op sommige plekken staan wat meer meubels, maar op andere plekken rijdt de Dreame L40 Ultra AE soepel langs de muren, hoeken en plinten. Langs de muren gaat het allemaal prima; na het stofzuigen komen we geen viezigheid meer tegen. In de hoeken is dat nu een ander verhaal, omdat de robot gewoonweg die reikwijdte niet heeft. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Gezien de prijs en de overige functionaliteit tillen we hier minder zwaar aan. Want de rest gaat gewoon heel goed.

Capabele robotstofzuiger

Dat kan haast ook niet anders, omdat je in de basis nog steeds een zeer goed presterende robotstofzuiger in huis haalt. Als het op dweilen aankomt, regelt de Dreame L40 Ultra AE eigenlijk alles zelf. Het basisstation is voorzien van aparte tanks voor schoon en vuil water en een reservoir voor zeep. De robot bepaalt zelf de ideale mix van water en schoonmaakmiddel en navigeert dankzij de LiDAR-camera feilloos door de kamer. Het systeem houdt rekening met tapijt door de twee roterende dweilpads tijdig op te tillen. Stel je in de app in dat hij tegelijk moet stofzuigen en dweilen, dan tilt hij de pads onderweg op. Kies je ervoor dat hij eerst stofzuigt en daarna dweilt, dan laat hij de pads op de basis staan en blijft je vloerkleed gegarandeerd droog. Verder kun je ook niet-dweilen-zones aanmaken, waardoor de dweilpads dus nooit in aanraking hoeven te komen met het kleed. De L40 Ultra AE heeft gelukkig tapijtdetectie, waardoor je niet hoeft te gissen waar het kleed zich bevindt op de digitale kaart.

De kracht van de dweilprestaties zit hem in de details. Zo kan één van de twee roterende dweilpads naar buiten bewegen en strak langs plinten poetsen. Ondanks deze slimme functies is het resultaat niet altijd vlekkeloos. Een bekend nadeel zijn de dweilstrepen die soms zichtbaar blijven op de vloer. Ook vraagt het geautomatiseerde basisstation om regelmatig onderhoud om fris te blijven en moet je er rekening mee houden dat er geen reserveset dweilpads in de doos zit. Dit zijn kritiekpunten waar de voorgangers van dit model ook 'last' van hebben.

©Wesley Akkerman

Dreame L40 Ultra AE kopen?

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Voor de adviesprijs van 699 euro haal je nog steeds een zeer krachtige hulp in huis. De zuigkracht is namelijk verhoogd naar 19.000 PA en samen met de TriCut-borstel zorgt dat ervoor dat er bijna geen stof en haren meer op de grond liggen. Gecombineerd met de nog steeds uitstekende en zelfstandige dweilfunctie, levert de L40 AE derhalve betrouwbare prestaties af. Met dit product brengt Dreame een behoorlijk scherp geprijsde en capabele robotstofzuiger op de markt die waarschijnlijk zal aansluiten bij de behoeften van een grote doelgroep.