ID.nl logo
Huis

Zelfrijdende voertuigen van de toekomst: Deel 1

We kennen allemaal de zelfrijdende auto, maar de ontwikkelingen op het gebied van andere geautomatiseerde vervoersmiddelen staan niet stil. Dit zijn de zelfrijdende voertuigen van de toekomst.

Steden worden drukker en het verkeer complexer. De zelfrijdende auto biedt voor veel gebieden slechts een oplossing van korte duur, want al zouden meer mensen in zo’n auto rondrijden, files en opstoppingen zullen er op de korte termijn niet mee worden opgelost. Daarom wordt er ook in andere middelen flink geïnvesteerd. Van zelfrijdende bussen via horizontale liften naar bestuurderloze treinen. Het komt er allemaal aan of het is er deels al. Een korte selectie.

ATO (Automatic Train Operation)

Massatransportsystemen zoals de metro vereisen een andere manier van besturen. Treinen volgen elkaar immers sneller op, waardoor het – bijvoorbeeld bij vertragingen – voor een bestuurder lastiger kan zijn om in te spelen op de situatie en vertragingen in te halen. In veel grote steden met een uitgebreid metronetwerk wordt daarom gebruikgemaakt van ATO (Automatic Train Operation) - zie bovenstaande afbeelding.

Bakens langs de spoorbaan geven aan het treinstel door wat de toegestane snelheid is, of en waar een andere trein zich bevindt en zullen de trein automatisch laten accelereren of afremmen tot juiste snelheid is bereikt. Bij aankomst bij het station mindert de trein vervolgens automatisch snelheid en komt hij (meestal) zonder ingrijpen van de bestuurder volledig tot stilstand.

Het eerste systeem dat van ATO gebruikmaakt, is de Londense Underground: in 1967 werd de Victoria Line al uitgerust met ATO. In de praktijk bleek dat overigens nog niet helemaal correct te werken, want zwaarder beladen treinen hebben meer remkracht nodig. Het systeem is daar niet altijd even goed op berekend en vereist dat de machinist – om het station niet voorbij te rijden – op het laatste moment nog een snelremming moet uitvoeren.

De techniek is inmiddels verder verfijnd en doorontwikkeld, waarbij het systeem aan de hand van het beladen gewicht van het voertuig de juiste remkracht en acceleratie kan toepassen. Bestuurderloze metro’s zijn daardoor in tientallen grote steden te vinden, maar als reiziger zal je dat waarschijnlijk niet eens opvallen omdat er in vrijwel alle gevallen een bestuurder ter controle en veiligheid in de cabine aanwezig is.

ERTMS (European Rail Traffic Management System)

©PXimport

Op Europees gebied wordt hard gewerkt aan de uitrol van ETCS: het European Train Control System. Een onderdeel van het systeem is ERTMS (European Rail Traffic Management System). Hiermee is het mogelijk om treinen door middel van bakens langs het spoor(semi)automatisch te laten rijden. De traditionele seinen langs het spoor verdwijnen en de machinist krijgt zijn opdrachten via een scherm rechtstreeks in de cabine te zien.

Het voordeel van ERTMS ten opzichte van het traditionele systeem dat in Nederland wordt gebruikt (ATB: automatische treinbeïnvloeding) is dat de machinist over een langer traject kan inschatten wat de situatie op het spoor is. Bij het huidige ATB-systeem kan de machinist alleen uitgaan van de informatie die langs de spoorbaan wordt getoond, bijvoorbeeld een groen, oranje of rood sein, en heeft hij maar kort de tijd om daarop te anticiperen.

Het ERTMS-systeem kan tot 32 kilometer ver kijken. Hierdoor kan er energiezuiniger worden gereden en zorgt het voor minder slijtage aan onderdelen, zoals remschijven. Het ERTMS-systeem wordt langzaamaan in Europa uitgerold en moet het voor vervoerders makkelijker maken om grensoverschrijdend verkeer te verzorgen. Op het spoor tussen Amsterdam en Utrecht was de pilot van het ERTMS-systeem in Nederland, maar in de praktijk wordt het systeem hier nog niet toegepast.

People movers

©PXimport

Een andere vorm van geautomatiseerd massatransport zijn de zogeheten People Movers. Dit type transport is enigszins vergelijkbaar met een metrosysteem, met als grootste verschil dat een People Mover-systeem kleinschaliger is en vaak alleen van een punt naar een ander punt loopt, zonder knooppunten en meestal ook zonder tussenstations.

Dergelijke systemen zijn vaak terug te vinden op vliegvelden en zijn om die reden alleen toegankelijk voor mensen die daadwerkelijk op reis gaan. People Movers worden dan gebruikt om mensen en hun bagage van de ene naar de andere terminal te vervoeren.

Het computersysteem achter een People Mover is eenvoudig van opzet: er wordt in principe alleen (automatisch of door middel van een aan boord aanwezige steward) gecontroleerd of het voertuig vol zit en of het veilig kan vertrekken. Vervolgens worden de wagens elektrisch in beweging gezet en zorgen bakens in het spoor voor het aansturen van de snelheid en het moment dat ze moeten afremmen en compleet moeten stoppen.

ParkShuttle

©PXimport

Vervoermiddelen op rails zijn efficiënt, maar ontberen een belangrijke eigenschap: flexibiliteit. In het geval van een grote stremming is een trein of metro immers niet makkelijk om te leiden en ligt het verkeer doorgaans helemaal stil. Vervoer op de weg kan veel makkelijker worden omgeleid. In Kralingse Zoom ten oosten van Rotterdam rijdt sinds 1999 een geautomatiseerd bussysteem op een afgeschermde baan.

Elektrische wagentjes kunnen bij de haltes worden opgeroepen via een knop, waarna het busje na enkele minuten verschijnt. In de spits rijdt de ParkShuttle elke tweeëneenhalve minuut volautomatisch. Het systeem wordt aangestuurd door een in het afvalt ingebouwd geleidesysteem van magneten. De ParkShuttle rijdt op een vrije busbaan, maar wagentjes kunnen elkaar wel inhalen en is het mogelijk voor de dienstleider om wagentjes handmatig aan te sturen.

In 2015 ging dat echter mis: een van de voertuigen verloor de communicatie met de verkeersleiding en kwam hierdoor automatisch stil te staan. Het voertuig blokkeerde echter een enkelbaanse brug, waardoor andere voertuigen niet konden passeren. Omdat de stremming te lang duurde, heeft de verkeersleiding het stilstaande voertuig handmatig naar de volgende halte gestuurd. Vervolgens werd het computersysteem opnieuw opgestart en werd per abuis de baan op de brug vrijgegeven. Hierdoor kwamen twee andere ShuttlePark-voertuigen van beide kanten tegelijk de brug oprijden, met een botsing en flinke schade als gevolg.

De voertuigen hadden geen passagiers aan boord, maar het systeem heeft langere tijd stilgelegen. Vanaf 2018 wil de gemeente Capelle aan den IJssel dat de ParkShuttle ook de openbare weg op kan en wordt de route verlengd.

CityMobile2 - Autonome bus

©PXimport

Toch wordt er op Europees niveau gewerkt om bussen zelfstandig tussen het overige verkeer te laten rijden. Net als de autonome auto vergt dat zeer veel intelligentie en rekenkracht. Maar nog belangrijker is het veiligheidsaspect: een (autonome) bus vol passagiers moet nog beter worden beschermd tegen alle invloeden van buitenaf. CityMobile2 is een samenwerkingsverband tussen verschillende technologiebedrijven.

Ze ontwikkelen minibusjes die autonoom tussen het andere verkeer in de stad kunnen rijden. CityMobile2 heeft in een zevental steden proeftrajecten uitgezet, maar vooralsnog lopen die door gebieden met relatief weinig verkeer. In 2016 reed bij wijze van proef op de HOV-buslijn tussen Haarlem en Schiphol een volledig autonome streekbus van Mercedes.

De bus kon de gehele route autonoom afleggen, maar een buschauffeur was nog wel aanwezig voor de veiligheid en controle van het systeem, en voor het openen en sluiten van de deuren. Ook hier gold dat de bus niet tussen het overige verkeer reed, maar beperkt was tot de vrije busbaan. Wel kon de bus samen tussen alle andere bussen rijden op het 19 kilometer lange traject.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.