ID.nl logo
Huis

Wat er komt kijken bij zelf glasvezel aanleggen

Snel internet is noodzakelijk om bij te blijven. Maar in het Nederlandse buitengebied is het niet voorhanden. Telecomproviders vinden aanleg te duur en lokale overheden geven geen financiële steun uit angst voor Europese wetgeving. Zelf glasvezel aanleggen, wat komt daar allemaal bij kijken?

Als het gaat om internet is de laatste kilometer kabel een oude bekende. Grote verbindingslijnen aanleggen is relatief een stuk goedkoper dan van de verdeelpunten naar de voordeur gaan. De kosten van die ‘laatste kilometer’ worden lager naarmate huishoudens dichter op elkaar staan. Hoe dichter bevolkt het gebied, hoe sneller de aanleg van snel internet terugverdiend kan worden. Is er ook nog sprake van veel bedrijvigheid, des te beter. Daarom konden inwoners van Amsterdam eerder snel internet afnemen dan die in Steendam. Het is ook de reden dat de dorpskern normaal eerder (of zelfs als enige) voorzien wordt van betere verbindingen dan de woningen en boerderijen in het buitengebied.

Zwarte en witte gebieden

Problemen met internettoegang spelen vooral in de buitengebieden, daar ontstaan dan ook de burgerinitiatieven. We spraken daarover met Koen Salemink. De onderzoeker en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde in 2016 op een onderzoek naar de manier waarop ruimtelijk en sociaal gemarginaliseerde gemeenschappen omgaan met digitale uitsluiting. Zijn onderzoek focuste onder meer op manieren waarop gemeenschappen zelf de handen ineen slaan om een betere aansluiting op de digitale snelweg te realiseren. Hij ziet het fenomeen dat dorpen en wijken zelf glasvezel aanleggen als onderdeel van de grotere discussie rondom de participatiesamenleving.

Salemink: “De zogenoemde ‘zwarte en grijze gebieden’ (waar grote marktpartijen acceptabele internettoegang bieden) zullen het probleem niet gauw voelen. ‘Waarom voor sneller internet gaan als het nu prima is?’ Maar als bewoners en bedrijven hinder ondervinden van lage snelheden, zijn ze veel meer geneigd om mee te doen. Het probleem wordt ervaren in ‘witte gebieden’, in de regel plattelandsgebieden met enkel een koperdraadje (adsl).”

Op dit moment is glasvezel de favoriet voor diegenen die toekomstbestendig internet aanleggen. Het is eventueel mogelijk om (televisie-)kabel te upgraden. Maar deze bekabeling (coax) dekt het buitengebied niet volledig. Daar komt bij dat glasvezel een veel hogere theoretische snelheid heeft dan coax. Het kopernetwerk van KPN dat voor xdsl gebruikt wordt, zit in het buitengebied redelijk aan zijn tax.

Als laatste alternatief voor glasvezel zijn er draadloze technieken, maar daar komen onder andere regelgeving rond de ether en mogelijke storingen om de hoek. Door tegenwerking van Defensie stopte de enige Nederlandse aanbieder van het speciaal voor dit doel ontwikkelde WiMAX draadloos internet er in 2010 mee.

©PXimport

Samen snel internet

Omdat het voor commerciële partijen onaantrekkelijk is om te investeren in glasvezel voor het buitengebied en de overheid terughoudend is door (Europese) regelgeving, is de kortste weg naar snel internet een zogenoemd ‘burgerinitiatief’. Wie snel internet wil, zal zelf aan de bak moeten. De overheid probeert dit te stimuleren zonder direct te subsidiëren. Het Ministerie van Economische Zaken biedt via samensnelinternet.nl een platform om projectgroepen, overheden en andere belanghebbenden te informeren en met elkaar in contact te brengen.

Toch wordt er op lokaal niveau vaak hinder van de overheid ondervonden. Ook telecombedrijven kunnen enthousiaste initiatieven in de weg staan. Koen: “Het zou helpen als overheden en marktpartijen in ieder geval niet tegenwerken. Bij veel initiatieven zien we dat marktpartijen aanvankelijk tegenwerken (ze zien het initiatief als mogelijke concurrent). Overheden verzinnen allerlei hoepels waar initiatieven door moeten springen (subsidievoorwaarden, financieringseisen, rechtsvormen, generiek beleid in algemene zin).”

Om daar tegenin te gaan is het nodig om de handen ineen te slaan. “Een gemeenschap die gezamenlijk werkt aan het oplossen van een probleem is een essentieel ingrediënt voor succes.”

“Een gemeenschap die gezamenlijk werkt aan het oplossen van een probleem is een essentieel ingrediënt voor succes.”

-

De populariteit van zelf snel internet aanleggen stijgt. In Nederland zijn er 130 projecten bij de overheid bekend. Deze hebben allemaal als doel om snel internet in het (hun) buitengebied te realiseren. Daarbij begint ieder project met een klein groepje vrijwilligers die de krachten bundelen om sneller internet mogelijk te maken. Het voordeel van deze werkwijze is dat er snel en op maat gewerkt kan worden. Voor overkoepelende overheden zoals de provincie gelden openbare aanbestedingsregels en zal er veel tijd gaan zitten in zoeken naar samenwerking en consensus.

Draagvlak

De uitdaging voor buurtverenigingen zit in mogelijke onervarenheid van de oprichters en onbekendheid in de buurt. Koen: “In de beginfase van het initiatief is het van belang om kennis van de telecommarkt in huis te hebben, om snel helder te krijgen hoe ‘het wereldje’ werkt. Tegelijkertijd heb je mensen nodig die anderen kunnen enthousiasmeren, ‘local leaders’, en dan het liefst mensen met draagvlak in de gemeenschap.”

Voorbeelden hoe dit goed werkt zijn er genoeg. De inwoners van Steendam hadden het geluk dat de eigenaar van een bedrijf dat glasvezel aanlegt zitting nam in de werkgroep. Die kon zijn expertise gebruiken om het initiatief de juiste richting in te sturen. In het onderzoek van Koen komen gemeentes rondom Eindhoven en Enschede als pioniers naar voren. Beide steden hebben een Technische Universiteit. Enkele medewerkers van die universiteiten wonen in de agglomeratie en waren daarom beschikbaar en gemotiveerd om de lokale initiatieven met technisch advies te steunen.

Als de eerste horde is genomen en de lokale ‘coöperatie’ is opgezet, dan is het tijd om de buurt voor het initiatief te winnen. Om fondsen en vergunningen te krijgen is financiële en politieke steun nodig. Dat maakt aantoonbaar draagvlak voor de plannen heel belangrijk. Daarnaast is een businessplan vereist. Dat vraagt om een berekening van kosten, baten en verwachte terugverdientijd. Ook daarbij speelt intekening door de buurt op het aan te leggen netwerk een zeer belangrijke rol.

Businessplan

Voor het slagen van een burgerinitiatief zijn bepaalde specialismen in het team noodzakelijk. Koen: “Na verloop van tijd wordt het heel belangrijk om financiële en juridische kennis in huis te hebben. Het businessplan moet opgesteld worden en alle (contract-)onderhandelingen moet in goede banen worden geleid.

Daarnaast helpt het om een goed politiek netwerk te hebben: korte lijntjes met verantwoordelijke bestuurders en ambtenaren. We zien in ons onderzoek dat goed geëquipeerde, kapitaalkrachtige gebieden de grootste kans maken op succes. Tenslotte, de belangrijkste succesfactor: doorzettingsvermogen. Het is een proces van lange adem, doorzetten en, bovenal, opstaan en doorgaan na teleurstellingen.”

Met het in gebruik nemen van het glasvezelnetwerk is de klus nog niet helemaal geklaard. De geplaatste infrastructuur zal ook beheerd moeten worden. De vraag wie dit op zich gaat nemen moet eigenlijk tijdens de planning al beantwoord worden. Dit kan lastig zijn. Koen: “Het wordt het voor initiatieven steeds moeilijker om ‘belichters’ te vinden, oftewel partijen die de infrastructuur technisch willen beheren. Er zijn maar weinig gegadigden die dit kunnen, laat staan willen doen. Bovendien zijn deze partijen gelieerd aan, of in handen van, een kleine groep marktpartijen. De initiatieven hebben dan ook niet altijd een goede onderhandelingspositie (David tegen Goliath).”

De initiatieven hebben dan ook niet altijd een goede onderhandelingspositie (David tegen Goliath)

-

Het aanleggen van een eigen glasvezelnetwerk is bepaald geen sinecure. Maar omdat er al verschillende succesvolle initiatieven geweest zijn, gaat het wel sneller dan voorheen. Daarbij staan succesvolle verenigingen vaak klaar om nieuwkomers van raad te voorzien. De website samensnelinternet.nl biedt daarom mogelijkheden om met anderen in contact te komen. Hoe lang het precies duurt is natuurlijk niet te zeggen.

Koen: “Dit varieert, maar het is zeker niet binnen een jaar geregeld. Van begin (herkennen van het probleem) tot eind (oplevering van het netwerk) kan wel vijf jaar kosten. De succesvolle initiatieven die wij volgen hebben gemiddeld zo’n vier jaar nodig gehad. Deze ‘pioniers’ hebben de weg vrij gemaakt voor anderen die nu sneller stappen kunnen maken.”

Successen en dompers

Een voorbeeld van succesvol glasvezelnetwerk inrichten is te vinden in Steendam. De bewoners van deze plaats in Groningen vergeleken hun internetsnelheid met die van de buren vier kilometer verderop en waren bepaald niet tevreden. De lokale Dorpsvereniging Steendam richtte een dorpscoöperatie op. Die bracht 150 van de 160 huiseigenaren bij elkaar om met de aanleg van sneller internet te beginnen.

Steendam had het geluk dat één van de inwoners een bedrijf heeft dat glasvezel aanlegt. Daarmee kreeg de dorpscoöperatie toegang tot expertise en contacten. Om kosten te sparen hebben de bewoners zelf sleuven gegraven voor de glasvezelkabels. Met de realisatie van snel internet heeft Steendam de smaak van samenwerken te pakken. De vereniging is nu aan het werk om lokaal duurzame energie te realiseren. Over de aanleg van glasvezel maakten zij een filmpje voor YouTube.

Maar met de aanleg van glasvezel is succes nog niet gegarandeerd. In Noord-Brabant ging de gemeente Heeze-Leende in samenwerking met een klankbordgroep in 2012 van start met de coöperatie HSLnet. Doelstelling van de aanleg van het glasvezelnet was ‘zeggenschap houden’ over het netwerk. Dat was nodig om zeker te zijn dat ook andere (voor de markt mogelijk oninteressante diensten) zoals BeeldZorg geleverd zouden kunnen worden.

In maart 2016 bleek een tekort aan abonnees tot financiële problemen te leiden. Voor de gemeente dreigde een strop van 4,5 miljoen euro. Het bedrijf Simac uit Veldhoven bood hulp en stond voor de gemeente garant voor een lening van 5,7 miljoen euro. Inmiddels lijken te hoge legeskosten en kans op vervuilde grond de kosten verder op te drijven. De toekomst van HSLNet is daarom spannend.

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!