ID.nl logo
Wandel- en fietsroutes uitstippelen met Viking
© Reshift Digital
Huis

Wandel- en fietsroutes uitstippelen met Viking

Wil je heerlijk ontspannen wandelen of fietsen, maar dan zonder dat je steeds de verkeerde kant opgaat? Of zonder dat je de mooiste plekken overslaat of verdwaalt in een onbekend gebied? De oplossing is simpel: je kunt gewoon vooraf de ideale route uitstippelen. Dat kan op de computer met het gratis Viking.

In plaats van zomaar op de bonnefooi ergens een wandeling of fietstocht maken, kun je met Viking thuis alvast een mooie route uitstippelen. Zo kun je een afwisselende route in elkaar zetten en weet je zeker dat je de mooiste plekken niet overslaat. Of misschien ken je een prachtige route en wil je deze graag vastleggen, zodat je die met anderen kunt delen. Of je wilt misschien gedownloade routes van een wandel- en fietswebsites eerst thuis op de computer uitpluizen. In al deze gevallen biedt Viking uitkomst. Want met dit programma zet je met het grootste gemak je eigen routes uit of bekijk je bestaande. Op die manier hoef je je dus nooit meer af te vragen hoe je moet lopen of fietsen. Je kunt je aandacht volledig op leuke dingen richten. Zoals lekker om je heen kijken en optimaal genieten. Uiteraard kun je de routes overzetten naar je smartphone. Benieuwd hoe dit allemaal werkt? We gaan het je vertellen.

Maak je eigen fiets- en wandelroutes met Google Maps

©PXimport

Kaartlaag

Viking is opensource en dus volledig gratis. Het programma ziet er in het begin wat kaal uit. Dat komt doordat Viking met lagen werkt die je naar eigen inzicht aan en uit kunt zetten. Om routes in te tekenen heb je een laag met kaartmateriaal nodig, zodat je ziet waar je bent. Deze topografische kaart maak je zichtbaar via Edit / Layer Defaults / Kaart. In het venster dat nu verschijnt, kies je bij Kaarttype voor OpenStreetMap (Mapnik). Herstart het programma en de kaart wordt zichtbaar.

Zoek vervolgens het gebied op waar je de route wilt uitzetten. Dat kan door de kaart met een ingedrukte muisknop te verschuiven. Om snel grote afstanden af te leggen, is het handig om eerst flink uit te zoomen en pas op de plaats van bestemming weer in te zoomen. Dat zoomen kan op elk moment met het muiswieltje. Let er wel op dat in de gereedschapsbalk bovenin het gereedschap Pan Tool moet zijn geselecteerd, want hiermee navigeer je vrij over de kaart.

Een alternatieve methode om een gebied te vinden, is door via View, Go to Location een plaatsnaam of de naam van een bekende locatie op te geven. Dan spring je daar in een keer naartoe. Wil je snel naar jouw favoriete locatie springen? Dat kan door dit als jouw thuislocatie te markeren via Edit / Set the Default Location. Dat kan bijvoorbeeld het parkeerterrein van een natuurgebied zijn, een lokaal parkje of je eigen huis. Daarna kun je er op elk moment naartoe springen via View / Go to the Default Location. Om hier ook na een programmastart te beginnen, ga je naar Edit / Preferences en kies je op tabblad Startup bij Startup Method voor Home Location.

©PXimport

Routelaag

Om een route uit te zetten, heb je een extra laagsoort nodig. Klik met rechts op Top Layer en kies New Layer / TrackWaypoint. Om de route te plannen zoek je eerst het startpunt van de wandeling of fietstocht op de kaart op. Klik één keer op de laag TrackWaypoint, zodat dit de actieve laag wordt, en activeer daarna het gereedschap Edit track in de gereedschapsbalk bovenin.

Klik met dit gereedschap op de plek waar de route moet beginnen en geef een naam op in het venster Voeg route toe. Vervolgens is het een kwestie van de route stap voor stap intekenen op de kaart, bijvoorbeeld door op elke kruising en splitsing te klikken waar je van richting wilt veranderen.

Twee punten worden altijd verbonden door een rechte lijn. Rechte wegen en paden zijn daardoor lekker makkelijk in te tekenen. Voor bochtige wegen en kronkelpaadjes heb je tussenpunten nodig om de contouren enigszins te volgen. Je hoeft ze ook weer niet minutieus te volgen, zolang tijdens je wandeling of fietstocht maar duidelijk is waar je naartoe moet. Dat je niet schuin over een weiland moet fietsen, maar over het fietspad ernaast mag duidelijk zijn.

©PXimport

Schuiven en verfijnen

Af en toe moet je de kaart over het scherm verschuiven om door te kunnen gaan met het plannen van de route. Activeer dan tijdelijk het gereedschap Pan Tool om een vers stukje kaart op te zoeken. Daarna ga je gewoon weer verder met bouwen van de route via Edit track. Je gaat dan automatisch verder vanaf het laatste ingetekende punt. Voeg je de verkeerde plek toe aan jouw route? Klik dan met rechts om de laatste actie ongedaan gemaakt. Herhaal dit eventueel om stap voor stap terug te gaan in de tijd.

Is jouw route compleet? Druk op Esc of klik met rechts op de laag TrackWaypoint en kies Finish Track. De route blijft daarna gewoon zichtbaar op de kaart. Heb je de route per ongeluk te vroeg afgesloten? Klik met een ingedrukte Shift-toets op het laatste punt en je kunt meteen weer verdergaan met bouwen.

Om de route te verfijnen heb je het gereedschap Select Tool nodig. Klik maar eens op een van je routepunten om het te selecteren en sleep het daarna naar een wat betere plek. De route past zich automatisch aan zodra je de muisknop loslaat. Wil je extra routepunten toevoegen om bijvoorbeeld nauwkeuriger een bocht te volgen? Selecteer op die locatie dan eerst een van je bestaande punten. Klik met rechts (gewoon ergens op de kaart), kies Insert Points en geef aan of je het nieuwe punt voor of na het geselecteerde punt wilt toevoegen. Dit kun je herhalen zo vaak als nodig is. Nieuwe punten worden altijd midden tussen twee bestaande punten toegevoegd. Daarna sleep je ze zelf naar de gewenste plek toe. Om een bestaand punt te verwijderen selecteer je het, klik je met rechts en kies je Delete Points / Delete Selected Point.

©PXimport

Kleurtje kiezen

Is jouw route niet duidelijk genoeg te zien op de kaart? Of wil je gewoon liever een ander kleurtje hebben? Klik dan met rechts op jouw route in het onderdeel Sporen van de laag TrackWaypoint en kies Properties. Kleur uitgekozen? Ga daarna meteen even naar het tabblad Statistics in ditzelfde venster om te zien hoe lang de uitgezette route bij benadering is. Al leg je wandelend of fietsend waarschijnlijk vaak wel wat meer kilometers af.

Bezienswaardigheden

Onderweg is er van alles en nog wat te zien. Om te voorkomen dat je daar straks zomaar aan voorbij fietst, is het een idee om deze plekken te markeren op je route. Zodat je een herinnering op de kaart ziet zodra je de tocht maakt. Dit doe je door een zogeheten waypoint aan te maken. Dat wordt ook wel een point of interest (POI) genoemd. Kies om dit te doen het gereedschap Maak Waypoint en klik op de kaart waar je de markering wilt neerzetten.

In het venster Eigenschappen van Waypoint tik je vervolgens een naam in, zodat je weet waar het om gaat. Je mag ook een opmerking en een omschrijving toevoegen, al is het niet zeker dat je deze extra informatie op je smartphone te zien krijgt. Hetzelfde geldt voor het pictogram dat je aan een waypoint kunt toekennen via het veld Symbool. In ieder geval heeft het wel zeker meerwaarde tijdens het bekijken van je routes in Viking zelf. Om een waypoint te veranderen, activeer je weer het gereedschap Select Tool. Klik vervolgens op de waypoint om het te selecteren en klik daarna met rechts gewoon ergens op de kaart en kies voor Properties. Om deze te verplaatsen, sleep je de geselecteerde waypoint naar een andere plek toe.

©PXimport

Delen hergebruiken

Wil je een nieuwe route uitzetten die voor een deel een eerder door jou gemaakte route volgt? Dan hoef je hem niet helemaal vanaf scratch op te bouwen. Klik in dat geval met rechts op de bestaande route en kies Copy. Klik daarna met rechts op Sporen en kies Paste. Hiermee maak je een kloon.

Selecteer de kopie, klik er nogmaals op en pas de naam aan zodat je de nieuwe route makkelijk herkent. Haal voor de zekerheid ook het vinkje achter de originele route weg, zodat die tijdelijk niet meer op de kaart is te zien. Dan weet je honderd procent zeker dat je de kopie bewerkt.

Selecteer nu het punt waar de nieuwe route begint af te wijken van het origineel, klik met rechts en kies Split / Split at Trackpoint. Alles na dit punt wordt nu gesplitst. Dat zie je aan de extra route die nu onder het kopje Sporen verschijnt. Kun je ook daar een gedeelte nog van gebruiken, bijvoorbeeld voor de terugweg? Selecteer dan het punt waar de nieuwe route straks weer op moet aansluiten en splits opnieuw. Het stuk van de route dat je niet meer nodig hebt, gooi je weg door er met rechts op te klikken en Delete te kiezen. Het is verstandig eerst even via de vinkjes te controleren welk exemplaar je moet hebben.

©PXimport

Aansluiting zoeken

Stel dat je het begin- en eindstuk van een route hebt overgehouden. Dan zijn dit nu twee losse segmenten geworden. Nu is het zaak om de route vanaf het eindpunt van het beginsegment te vervolgen, om uiteindelijk weer netjes aan te sluiten op het slotsegment. Dat lijkt ingewikkelder dan het is.

Klik eerst met Select Tool op het eindpunt van het eerste segment, klik daarna met rechts en kies Extend Track End. Nu kun je vanaf hier de nieuwe route intekenen zoals je dat eerder hebt gedaan. Zodra je bij het eindsegment aankomt, klik je met een ingedrukte Shift-toets op het dichtstbijzijnde punt van dit segment. Vanaf dat moment heb je weer één mooie lange route. Dat kun je controleren in het onderdeel Sporen.

©PXimport

Route of spoor?

We hebben het steeds over routes, terwijl je in Viking een spoor (track) aan het maken bent. Hoe zit dat? Officieel is een spoor een eerder afgelegd traject dat je met een gps-ontvanger of met een app op je smartphone hebt vastgelegd. Dat is dus historische data. Terwijl een route iets is wat je van plan bent te gaan doen. Nu kun je in Viking allebei maken, dus waarom maken we een spoor aan en geen route? Simpelweg omdat bij een route meteen het begrip navigeren om de hoek komt kijken. Terwijl onze insteek is dat je een vooraf bedachte wandeling of fietstocht maakt via de mooiste weggetjes en paadjes. Het doel is dus niet om via de snelste of kortste weg naar je eindbestemming te navigeren. Mocht je liever een route willen aanmaken, dat kan met het gereedschap Edit Route. Het werkt verder hetzelfde als Edit Track, behalve dat in gereedschappen en opties het woordje Track is vervangen door Route. Daarnaast kun je een spoor altijd nog omzetten in een route door er met rechts op te klikken en Transform / Convert to a Route te kiezen. Andersom kan ook, dus van een route een track maken.

Met je telefoon

Om jouw route naar een smartphone over te zetten of te delen met anderen, klik je met rechts op TrackWaypoint en kies je Export Layer / Export as GPX. Kies een map en geef het bestand een naam. Hiermee bewaar je alle in deze routelaag aanwezige routes en waypoints.

Wil je één specifieke route opslaan? Klik daar dan met rechts op en kies Export Track as GPX. Daarna is het een kwestie van het gpx-bestand overzetten naar je telefoon. Bijvoorbeeld door het op DropBox te plaatsen en daarna op je telefoon in de Dropbox-app aan te geven met welke app je het wilt openen. Zoals het veelzijdige OsmAnd. In de app zie je jouw route als een gekleurde lijn die je volgt tijdens het fietsen of wandelen.

©PXimport

Bestaande routes

Wat ook kan is kant-en-klare gpx-routes downloaden vanaf een van de vele wandel- en fietswebsites die ons land rijk is. Of je neemt zelf een wandeling of fietstocht op met je smartphone en een app zoals OsmAnd, en slaat dit vervolgens op als gpx-bestand.

In beide gevallen open je het gpx-bestand in Viking via menu-optie File, Open. Erg handig om iemands route alvast te bekijken voordat je ermee op pad gaat, of om het aan te passen aan jouw eigen wensen. Elk gpx-spoor dat je in Vinking opent, komt in een eigen laag onder Top Layer / Sporen te staan.

Het programma is tot slot erg handig om fouten in zelf opgenomen sporen te corrigeren. Stel dat je een route met anderen wilt delen die je vanaf huis hebt gedaan, maar je wilt liever niet dat vreemden weten waar jij woont. Of je hebt een tocht opgenomen, maar bent vergeten om hem te stoppen toen je uitgewandeld was, waardoor de complete autorit naar huis ook is opgenomen. Zonde, want dan is niet meer te zien hoelang je hebt gewandeld en hoeveel kilometer je hebt afgelegd. Geen probleem, laad het gpx-bestand gewoon in Viking, splits de route zoals we eerder hebben besproken om ongewenste stukken kwijt te raken, en sla de aangepaste route op als een nieuw gpx-bestand.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.


▼ Volgende artikel
Beter typen, sneller klikken: met deze Windows-trucs bespaar je heel wat tijd!
© ID.nl
Huis

Beter typen, sneller klikken: met deze Windows-trucs bespaar je heel wat tijd!

Wie nog altijd met de muis door elk menu klikt of herhaaldelijk dezelfde tekst typt, verspilt ongemerkt uren per maand. Gelukkig heeft Windows een grote voorraad verborgen sneltoetsen, verfijnde muisinstellingen en gratis automatiseringstools. Daarmee voer je voortaan elke taak in een handomdraai uit.

Wat gaan we doen?

In dit artikel ontdek je hoe je sneller werkt in Windows zonder nieuwe software te installeren. Je leert navigeren zonder muis, bestanden en tekst razendsnel bewerken en vensters efficiënt ordenen. We laten zien hoe je muisinstellingen optimaliseert, RSI-klachten voorkomt en verborgen toetscombinaties benut. Door deze trucs in je dagelijkse routine op te nemen, win je ongemerkt uren per maand – en werk je comfortabeler dan ooit.

Lees ook: Productiever en creatiever: dit kan Copilot voor jou betekenen

De basis van sneller werken is leren navigeren zonder de muis te gebruiken. Begin bij de verkenner: druk op Windows-toets+E en de bestandsbeheerder springt open, ongeacht het programma waarin je zit. Wil je direct naar de adresbalk om een pad te typen, tik dan Ctrl+L. Zodra je de gewenste map hebt gekozen, open je het contextmenu met Shift+F10; dat bespaart de omweg via de rechtermuisknop.

Wisselen tussen geopende vensters gaat bliksemsnel met Alt+Tab. Houd de toetsen ingedrukt, schuif met de pijltoetsen naar het doelvenster en laat los. Werk je met veel identieke vensters, bijvoorbeeld meerdere Word-documenten? Roep deze numeriek op. Met Windows-toets+1 open of activeer je het eerste pictogram op de taakbalk. Met Windows-toets+2 doe je dat met het tweede enzovoort.

Wanneer je een bestand een andere naam wilt geven, selecteer dat dan en druk op F2 in plaats van langzaam te dubbelklikken. Herhaal je een opdracht, zoals het hernoemen van een reeks foto's, gebruik dan de functietoets telkens opnieuw als je door de lijst bladert.

Supersnelle tekst

Wie veel typt, verspilt vaak seconden aan muisgeklungel bij het selecteren van tekst. Laat dat verleden tijd worden door je selectiepaden met het toetsenbord aan te leren. Plaats de cursor aan het begin van een woord, houd Shift ingedrukt en druk op Ctrl+PijltjeRechts om in één keer het woord te selecteren. Je voegt extra woorden toe door de pijltjestoets opnieuw te gebruiken, of je kiest Ctrl+Shift+PijltjeOmlaag voor een complete alinea.

Wil je alles in een document markeren, dan blijft de toetscombinatie Ctrl+A onovertroffen. Na het selecteren is het knippen, kopiëren of plakken met respectievelijk Ctrl+X, Ctrl+C en Ctrl+V sneller dan welke contextmenu-optie dan ook. De toetscombinatie Ctrl+Shift+V wordt vaak vergeten. Hiermee plak je de tekst zonder opmaak in allerlei apps, zoals Edge, Teams en de nieuwe Notepad.

Heb je een fout gemaakt? Bekijk je aanpassingen met Ctrl+Z en herhaal een ongedaanmaking met Ctrl+Y.

Nog een kleine tijdwinst bij het tikken: gebruik Ctrl+Backspace om direct het vorige woord te wissen in plaats van letters. Door deze commando's in je spiergeheugen op te slaan, hoef je nooit naar de muis te grijpen.

Ook selecteren is een stuk makkelijker, sneller en ergonomisch beter verantwoord met het toetsenbord.

RSI deels te voorkomen

Repetitive Strain Injury (RSI) is een verzamelnaam voor klachten aan spieren, pezen en gewrichten die ontstaan door langdurig herhaalde bewegingen of een statische houding. Wie urenlang klikt en sleept met de muis, belast vooral pols, onderarm en schouder steeds op dezelfde manier. Dat kan leiden tot zeurende pijn, tintelingen of blijvend krachtverlies, als je niets verandert.

Gelukkig kun je die belasting verminderen door vaker slimme toetscombinaties te gebruiken. Daarmee wissel je de microbeweging van je muis af met kortere, preciezere handelingen op het toetsenbord. Zo verdeel je de belasting over meer spieren en voorkom je een verkrampte hand boven je muis.

Blijf daarnaast rechtop zitten, steun je onderarmen op het bureau en neem elke dertig minuten een micropauze: even opstaan, schouders losrollen, handen schudden. Kleine aanpassingen - ook in je softwaregewoonten - houden je handen en polsen gezond en je productiviteit hoog.

Snelle muisinstellingen

Traag cursorgedrag kost meer tijd dan je denkt, maar Windows laat je de muis tot op de millimeter finetunen. Open Start, typ Muisinstellingen en klik op Muisinstellingen bovenaan de resultaten. Gebruik vervolgens Aanvullende muisinstellingen om in het klassieke venster terecht te komen.

Onder het tabblad Aanwijzeropties verplaats je de schuif Selecteer een snelheid voor de aanwijzer naar rechts. Doe dit tot de cursor de volledige breedte van het scherm kan afleggen met een ontspannen polsbeweging van vijf centimeter. Schakel Precisie van de aanwijzer verbeteren uit. Deze versnelling remt of versnelt de cursor afhankelijk van je beweging en maakt precieze kliks minder voorspelbaar.

Ga daarna terug naar het hoofdvenster en activeer Inactieve vensters schuiven. Dankzij deze functie hoef je niet langer op een venster te klikken om het eerst te activeren. Je scrolt simpelweg met het wiel boven het gewenste venster en de inhoud schuift meteen.

Windows 11 biedt veel verschillende instellingen voor je muis, ook in het ietwat verouderde, aanvullende menu.

Vensters ordenen

Zoek je constant naar het juiste venster, dan is Snap Assist je geheime wapen. Druk op Windows-toets+PijltjeLinks of Windows-toets+PijltjeRechts om het huidige venster op de helft van het scherm te plaatsen. Windows toont als je je muis beweegt miniaturen van de resterende apps. Kies met de pijltjestoets of klik een keer om de andere helft op te vullen.

Combineer daarna Windows-toets+PijltjeOmhoog om het venster in een kwadrant te krijgen, ideaal voor drie of vier documenten naast elkaar. In Windows 11 verschijnt bij Windows-toets+Z een rastermenu. Druk direct het bijbehorende cijfer in om de positie te kiezen en je handen blijven op het toetsenbord.

Wil je alles opzij schuiven? Ga dan met de muis boven de taakbalk hangen en gebruik Windows-toets+D om het bureaublad te tonen. Herhaal de toetscombinatie om de vorige indeling terug te halen.

Voor grote projecten creëer je aparte werkomgevingen met Windows-toets+Ctrl+D. Wissel daarna via Windows-toets+Ctrl+PijltjeRechts of Windows-toets+Ctrl+PijltjeLinks. Sluit een desktop met Windows-toets+Ctrl+F4 zonder dat je programma's verliest. Met deze vensterdiscipline bespaar je tijd en voorkom je ruis.

Van secondewinst naar vrije uren

Het lijkt misschien weinig om één seconde te besparen met Ctrl+Backspace of een halve muisbeweging, maar vermenigvuldig die microtijden maar eens met je werkritme en de uitkomst verrast je. Een gemiddelde kantoorwerker wisselt dagelijks zo'n zeshonderd keer tussen vensters, selecteert honderdvijftig tekstfragmenten en opent vijftig bestanden. Met de beschreven toetsen win je ongeveer één seconde per vensterwisseling en evenveel per tekstselectie. Een hergeprogrammeerde middelste muisklik scheelt nog eens één seconde bij elk bestand.

Dat levert alles bij elkaar achthonderd seconden per dag op, wat neerkomt op dertien minuten. Werk je 220 dagen per jaar, dan win je dus bijna 49 uur, oftewel ruim zes volle werkdagen, zonder de inzet van extra software. Investeer je één uur in het aanleren van deze combinaties, dan heb je dat na krap vijf werkdagen alweer terugverdiend. De rest van het jaar kun je die tijd benutten voor een training, een pauzewandeling of lekker wat eerder naar huis.

Nieuwe laptop nodig?

Op Kieskeurig.nl zie je meteen welke modellen het meest in prijs zijn gedaald

Snel starten en zoeken

Als je elke handeling via het startmenu opzoekt, verspil je kostbare seconden. Oefen daarom met het dialoogvenster Windows-toets+R. Typ bijvoorbeeld cmd en druk op Ctrl+Shift+Enter om de opdrachtprompt direct als administrator te openen.

Wil je even snel een systeemtool opstarten? De tools msinfo32, dxdiag en powercfg.cpl liggen allemaal binnen handbereik via hetzelfde venster. Voor gewone bestanden is de toetscombinatie Windows-toets+S je ideale zoekfunctie. Nadat je een term hebt ingevoerd, gebruik je Tab om naar het filtergebied te springen en kies je met de pijltjestoetsen tussen Documenten, Mappen, Instellingen en Web. Door vervolgens op Enter te drukken, open je direct het bovenste resultaat zonder de muis te gebruiken.

Vind je niet wat je zoekt? Open dan Instellingen, navigeer met Alt+PijltjeRechts naar Privacy & Beveiliging en selecteer Zoeken in Windows. Daar kun je kiezen voor Uitgebreid zoeken. Daarmee zoek je niet alleen in de standaardmappen maar je hele pc. Door deze combinatie van snelle opdrachtregelaars en gefilterde zoekacties verschijnt elk bestand precies wanneer jij het nodig hebt, zonder vertraging of extra muisbeweging.

Via het uitvoervenster kun je snel bij instellingen komen die normaal gesproken diep verstopt zitten.

Sneller zonder spierpijn

Productiviteit verdampt zodra polsen of schouders protesteren, dus ergonomie is geen luxe maar voorwaarde. Begin met het toetsenbord: leg je duimen op de spatiebalk en laat je wijsvingers zweven boven F en J, zodat de afstand naar iedere sneltoets wordt verkleind. Precies, daarom zitten die voelbare streepjes op die knoppen.

Houd je pols recht en verplaats je arm vanuit je elleboog. Windows helpt mee. Werk je lang met kleine letters op hoge resolutie, roep dan met de Windows-toets+Plustoets het Vergrootglas. Met Ctrl+Alt+I kies je voor omgekeerde kleuren, waarmee je je ogen ontlast. Door comfort prioriteit te geven blijven snelheidstrucs niet alleen langer hangen, ze worden ook deel van een houdbare routine voor dagelijks computerwerk.

Het vergrootglas is meer dan alleen een simpele zoomfunctie.

Werk slimmer

Je bespaart geen uren door harder te werken, maar door slimmer te klikken en bewuster te typen. De basis is simpel: houd je handen op het toetsenbord, laat Windows het zware werk doen en pas de muis aan jouw manier van bewegen aan. Met slimme sneltoetsen navigeer je razendsnel door bestanden en vensters. Met geoptimaliseerde muisinstellingen raak je nooit meer de cursor kwijt en dankzij pauzeherinneringen blijven je spieren ontspannen. Alle functies zitten al in Windows, dus je hoeft niets te installeren of beheren. Begin vandaag met één reeks toetsen, voeg er morgen een tweede aan toe enzovoort. Zo bespaar je tijd en ontzie je je spieren.

 Lees ook: Onmisbare sneltoetsen op je MacBook en iMac

En wat doe je met die gewonnen tijd?

Wat dacht je van ...