ID.nl logo
Wandel- en fietsroutes uitstippelen met Viking
© Reshift Digital
Huis

Wandel- en fietsroutes uitstippelen met Viking

Wil je heerlijk ontspannen wandelen of fietsen, maar dan zonder dat je steeds de verkeerde kant opgaat? Of zonder dat je de mooiste plekken overslaat of verdwaalt in een onbekend gebied? De oplossing is simpel: je kunt gewoon vooraf de ideale route uitstippelen. Dat kan op de computer met het gratis Viking.

In plaats van zomaar op de bonnefooi ergens een wandeling of fietstocht maken, kun je met Viking thuis alvast een mooie route uitstippelen. Zo kun je een afwisselende route in elkaar zetten en weet je zeker dat je de mooiste plekken niet overslaat. Of misschien ken je een prachtige route en wil je deze graag vastleggen, zodat je die met anderen kunt delen. Of je wilt misschien gedownloade routes van een wandel- en fietswebsites eerst thuis op de computer uitpluizen. In al deze gevallen biedt Viking uitkomst. Want met dit programma zet je met het grootste gemak je eigen routes uit of bekijk je bestaande. Op die manier hoef je je dus nooit meer af te vragen hoe je moet lopen of fietsen. Je kunt je aandacht volledig op leuke dingen richten. Zoals lekker om je heen kijken en optimaal genieten. Uiteraard kun je de routes overzetten naar je smartphone. Benieuwd hoe dit allemaal werkt? We gaan het je vertellen.

Maak je eigen fiets- en wandelroutes met Google Maps

©PXimport

Kaartlaag

Viking is opensource en dus volledig gratis. Het programma ziet er in het begin wat kaal uit. Dat komt doordat Viking met lagen werkt die je naar eigen inzicht aan en uit kunt zetten. Om routes in te tekenen heb je een laag met kaartmateriaal nodig, zodat je ziet waar je bent. Deze topografische kaart maak je zichtbaar via Edit / Layer Defaults / Kaart. In het venster dat nu verschijnt, kies je bij Kaarttype voor OpenStreetMap (Mapnik). Herstart het programma en de kaart wordt zichtbaar.

Zoek vervolgens het gebied op waar je de route wilt uitzetten. Dat kan door de kaart met een ingedrukte muisknop te verschuiven. Om snel grote afstanden af te leggen, is het handig om eerst flink uit te zoomen en pas op de plaats van bestemming weer in te zoomen. Dat zoomen kan op elk moment met het muiswieltje. Let er wel op dat in de gereedschapsbalk bovenin het gereedschap Pan Tool moet zijn geselecteerd, want hiermee navigeer je vrij over de kaart.

Een alternatieve methode om een gebied te vinden, is door via View, Go to Location een plaatsnaam of de naam van een bekende locatie op te geven. Dan spring je daar in een keer naartoe. Wil je snel naar jouw favoriete locatie springen? Dat kan door dit als jouw thuislocatie te markeren via Edit / Set the Default Location. Dat kan bijvoorbeeld het parkeerterrein van een natuurgebied zijn, een lokaal parkje of je eigen huis. Daarna kun je er op elk moment naartoe springen via View / Go to the Default Location. Om hier ook na een programmastart te beginnen, ga je naar Edit / Preferences en kies je op tabblad Startup bij Startup Method voor Home Location.

©PXimport

Routelaag

Om een route uit te zetten, heb je een extra laagsoort nodig. Klik met rechts op Top Layer en kies New Layer / TrackWaypoint. Om de route te plannen zoek je eerst het startpunt van de wandeling of fietstocht op de kaart op. Klik één keer op de laag TrackWaypoint, zodat dit de actieve laag wordt, en activeer daarna het gereedschap Edit track in de gereedschapsbalk bovenin.

Klik met dit gereedschap op de plek waar de route moet beginnen en geef een naam op in het venster Voeg route toe. Vervolgens is het een kwestie van de route stap voor stap intekenen op de kaart, bijvoorbeeld door op elke kruising en splitsing te klikken waar je van richting wilt veranderen.

Twee punten worden altijd verbonden door een rechte lijn. Rechte wegen en paden zijn daardoor lekker makkelijk in te tekenen. Voor bochtige wegen en kronkelpaadjes heb je tussenpunten nodig om de contouren enigszins te volgen. Je hoeft ze ook weer niet minutieus te volgen, zolang tijdens je wandeling of fietstocht maar duidelijk is waar je naartoe moet. Dat je niet schuin over een weiland moet fietsen, maar over het fietspad ernaast mag duidelijk zijn.

©PXimport

Schuiven en verfijnen

Af en toe moet je de kaart over het scherm verschuiven om door te kunnen gaan met het plannen van de route. Activeer dan tijdelijk het gereedschap Pan Tool om een vers stukje kaart op te zoeken. Daarna ga je gewoon weer verder met bouwen van de route via Edit track. Je gaat dan automatisch verder vanaf het laatste ingetekende punt. Voeg je de verkeerde plek toe aan jouw route? Klik dan met rechts om de laatste actie ongedaan gemaakt. Herhaal dit eventueel om stap voor stap terug te gaan in de tijd.

Is jouw route compleet? Druk op Esc of klik met rechts op de laag TrackWaypoint en kies Finish Track. De route blijft daarna gewoon zichtbaar op de kaart. Heb je de route per ongeluk te vroeg afgesloten? Klik met een ingedrukte Shift-toets op het laatste punt en je kunt meteen weer verdergaan met bouwen.

Om de route te verfijnen heb je het gereedschap Select Tool nodig. Klik maar eens op een van je routepunten om het te selecteren en sleep het daarna naar een wat betere plek. De route past zich automatisch aan zodra je de muisknop loslaat. Wil je extra routepunten toevoegen om bijvoorbeeld nauwkeuriger een bocht te volgen? Selecteer op die locatie dan eerst een van je bestaande punten. Klik met rechts (gewoon ergens op de kaart), kies Insert Points en geef aan of je het nieuwe punt voor of na het geselecteerde punt wilt toevoegen. Dit kun je herhalen zo vaak als nodig is. Nieuwe punten worden altijd midden tussen twee bestaande punten toegevoegd. Daarna sleep je ze zelf naar de gewenste plek toe. Om een bestaand punt te verwijderen selecteer je het, klik je met rechts en kies je Delete Points / Delete Selected Point.

©PXimport

Kleurtje kiezen

Is jouw route niet duidelijk genoeg te zien op de kaart? Of wil je gewoon liever een ander kleurtje hebben? Klik dan met rechts op jouw route in het onderdeel Sporen van de laag TrackWaypoint en kies Properties. Kleur uitgekozen? Ga daarna meteen even naar het tabblad Statistics in ditzelfde venster om te zien hoe lang de uitgezette route bij benadering is. Al leg je wandelend of fietsend waarschijnlijk vaak wel wat meer kilometers af.

Bezienswaardigheden

Onderweg is er van alles en nog wat te zien. Om te voorkomen dat je daar straks zomaar aan voorbij fietst, is het een idee om deze plekken te markeren op je route. Zodat je een herinnering op de kaart ziet zodra je de tocht maakt. Dit doe je door een zogeheten waypoint aan te maken. Dat wordt ook wel een point of interest (POI) genoemd. Kies om dit te doen het gereedschap Maak Waypoint en klik op de kaart waar je de markering wilt neerzetten.

In het venster Eigenschappen van Waypoint tik je vervolgens een naam in, zodat je weet waar het om gaat. Je mag ook een opmerking en een omschrijving toevoegen, al is het niet zeker dat je deze extra informatie op je smartphone te zien krijgt. Hetzelfde geldt voor het pictogram dat je aan een waypoint kunt toekennen via het veld Symbool. In ieder geval heeft het wel zeker meerwaarde tijdens het bekijken van je routes in Viking zelf. Om een waypoint te veranderen, activeer je weer het gereedschap Select Tool. Klik vervolgens op de waypoint om het te selecteren en klik daarna met rechts gewoon ergens op de kaart en kies voor Properties. Om deze te verplaatsen, sleep je de geselecteerde waypoint naar een andere plek toe.

©PXimport

Delen hergebruiken

Wil je een nieuwe route uitzetten die voor een deel een eerder door jou gemaakte route volgt? Dan hoef je hem niet helemaal vanaf scratch op te bouwen. Klik in dat geval met rechts op de bestaande route en kies Copy. Klik daarna met rechts op Sporen en kies Paste. Hiermee maak je een kloon.

Selecteer de kopie, klik er nogmaals op en pas de naam aan zodat je de nieuwe route makkelijk herkent. Haal voor de zekerheid ook het vinkje achter de originele route weg, zodat die tijdelijk niet meer op de kaart is te zien. Dan weet je honderd procent zeker dat je de kopie bewerkt.

Selecteer nu het punt waar de nieuwe route begint af te wijken van het origineel, klik met rechts en kies Split / Split at Trackpoint. Alles na dit punt wordt nu gesplitst. Dat zie je aan de extra route die nu onder het kopje Sporen verschijnt. Kun je ook daar een gedeelte nog van gebruiken, bijvoorbeeld voor de terugweg? Selecteer dan het punt waar de nieuwe route straks weer op moet aansluiten en splits opnieuw. Het stuk van de route dat je niet meer nodig hebt, gooi je weg door er met rechts op te klikken en Delete te kiezen. Het is verstandig eerst even via de vinkjes te controleren welk exemplaar je moet hebben.

©PXimport

Aansluiting zoeken

Stel dat je het begin- en eindstuk van een route hebt overgehouden. Dan zijn dit nu twee losse segmenten geworden. Nu is het zaak om de route vanaf het eindpunt van het beginsegment te vervolgen, om uiteindelijk weer netjes aan te sluiten op het slotsegment. Dat lijkt ingewikkelder dan het is.

Klik eerst met Select Tool op het eindpunt van het eerste segment, klik daarna met rechts en kies Extend Track End. Nu kun je vanaf hier de nieuwe route intekenen zoals je dat eerder hebt gedaan. Zodra je bij het eindsegment aankomt, klik je met een ingedrukte Shift-toets op het dichtstbijzijnde punt van dit segment. Vanaf dat moment heb je weer één mooie lange route. Dat kun je controleren in het onderdeel Sporen.

©PXimport

Route of spoor?

We hebben het steeds over routes, terwijl je in Viking een spoor (track) aan het maken bent. Hoe zit dat? Officieel is een spoor een eerder afgelegd traject dat je met een gps-ontvanger of met een app op je smartphone hebt vastgelegd. Dat is dus historische data. Terwijl een route iets is wat je van plan bent te gaan doen. Nu kun je in Viking allebei maken, dus waarom maken we een spoor aan en geen route? Simpelweg omdat bij een route meteen het begrip navigeren om de hoek komt kijken. Terwijl onze insteek is dat je een vooraf bedachte wandeling of fietstocht maakt via de mooiste weggetjes en paadjes. Het doel is dus niet om via de snelste of kortste weg naar je eindbestemming te navigeren. Mocht je liever een route willen aanmaken, dat kan met het gereedschap Edit Route. Het werkt verder hetzelfde als Edit Track, behalve dat in gereedschappen en opties het woordje Track is vervangen door Route. Daarnaast kun je een spoor altijd nog omzetten in een route door er met rechts op te klikken en Transform / Convert to a Route te kiezen. Andersom kan ook, dus van een route een track maken.

Met je telefoon

Om jouw route naar een smartphone over te zetten of te delen met anderen, klik je met rechts op TrackWaypoint en kies je Export Layer / Export as GPX. Kies een map en geef het bestand een naam. Hiermee bewaar je alle in deze routelaag aanwezige routes en waypoints.

Wil je één specifieke route opslaan? Klik daar dan met rechts op en kies Export Track as GPX. Daarna is het een kwestie van het gpx-bestand overzetten naar je telefoon. Bijvoorbeeld door het op DropBox te plaatsen en daarna op je telefoon in de Dropbox-app aan te geven met welke app je het wilt openen. Zoals het veelzijdige OsmAnd. In de app zie je jouw route als een gekleurde lijn die je volgt tijdens het fietsen of wandelen.

©PXimport

Bestaande routes

Wat ook kan is kant-en-klare gpx-routes downloaden vanaf een van de vele wandel- en fietswebsites die ons land rijk is. Of je neemt zelf een wandeling of fietstocht op met je smartphone en een app zoals OsmAnd, en slaat dit vervolgens op als gpx-bestand.

In beide gevallen open je het gpx-bestand in Viking via menu-optie File, Open. Erg handig om iemands route alvast te bekijken voordat je ermee op pad gaat, of om het aan te passen aan jouw eigen wensen. Elk gpx-spoor dat je in Vinking opent, komt in een eigen laag onder Top Layer / Sporen te staan.

Het programma is tot slot erg handig om fouten in zelf opgenomen sporen te corrigeren. Stel dat je een route met anderen wilt delen die je vanaf huis hebt gedaan, maar je wilt liever niet dat vreemden weten waar jij woont. Of je hebt een tocht opgenomen, maar bent vergeten om hem te stoppen toen je uitgewandeld was, waardoor de complete autorit naar huis ook is opgenomen. Zonde, want dan is niet meer te zien hoelang je hebt gewandeld en hoeveel kilometer je hebt afgelegd. Geen probleem, laad het gpx-bestand gewoon in Viking, splits de route zoals we eerder hebben besproken om ongewenste stukken kwijt te raken, en sla de aangepaste route op als een nieuw gpx-bestand.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.