ID.nl logo
Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen
© PXimport
Huis

Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen

Sinds Microsoft de April 2018-update heeft uitgerold, is het niet zonder meer mogelijk om verbinding te maken met je nas en bestanden te benaderen. Zelfs in de huidige Oktober 2018-update is deze optie niet beschikbaar. Met een belangrijke reden overigens, maar het behoeft wel wat uitleg. Om vanaf een Windows-computer verbinding te kunnen maken met een nas kun je verschillende protocollen gebruiken. Het SMB-protocol (Server Message Block) wordt hier het meest voor gebruikt.

Het SMB-protocol bestaat al sinds de jaren '90 en is inmiddels aanbeland bij versie 3.1.1. Veel oudere nas’en bieden nog het 1.0-protocol, ook bekend als CIFS, Common Internet Files. Het protocol is bedacht in een tijd dat dreigingen vanaf internet nauwelijks nog bestonden. Dat de tijden zijn veranderd hebben we allemaal wel eens aan den levende lijve ondervonden.

01 Lek en onveilig

Het SMB-protocol an sich is prima om te gebruiken, maar versie 1 biedt te veel beperkingen en is bovendien vatbaar voor zogeheten man-in-the-middle-aanvallen. Als jouw pc besmet raakt is het eenvoudig om de besmetting te laten verspreiden middels het 1.0-protocol van SMB, omdat extra beveiligings- en controlelagen in dit protocol ontbreken. Dat is de hoofdreden dat Microsoft het gebruik van versie 1.0 van SMB al sinds 2014 afraadt. Tot voor kort was het echter gewoon mogelijk om nas’en, maar ook bijvoorbeeld gedeelde printers of mediaspelers in je netwerk via deze versie van het protocol vanuit Windows te benaderen. Sinds april van dit jaar heeft Microsoft het SMB1.0-protocol echter uitgeschakeld. Gebruikers van apparaten met dit protocol krijgen hierdoor geen toegang meer tot gedeelde mappen (shares) op een nas, of kunnen ineens geen verbinding meer maken met een gedeelde printer in het netwerk.

02 Gebruik SMB 2.0 of hoger

Het is dan ook aan te raden om voor je nas gebruik te maken van versie 2.0 of hoger. Zoals gezegd is de laatste versie 3.1.1, maar de kans is groot dat je nas – als deze al wat ouder is – deze versie niet ondersteunt. Versie 2.0 is dan de meest logische om te kiezen, maar als je nas hogere versies heeft, dan kies je die sowieso. Windows 10 kan namelijk zonder meer overweg met versie 3.1.1. Maar hoe weet je nu welk protocol jouw nas allemaal ondersteunt? Die informatie kun je opvragen via de webinterface van je browser. Bij de meeste nas’en kom je via het ip-adres dat het apparaat heeft gekregen bij de webinterface. Je typt het ip-adres voorafgaand door https:// in de adresbalk van je browser, bijvoorbeeld https://192.168.2.10. Je moet nu inloggen met de gebruikersnaam en het wachtwoord.

Waar je de instellingen omtrent het protocol kunt vinden, hangt af van het merk nas dat je gebruikt. We geven je een tweetal voorbeelden om je op weg te helpen, maar de daadwerkelijke locatie waar je de instellingen vindt, kan per merk en model verschillen. We laten je de instellingen voor een Synology- en QNAP-nas zien.

03 Synology

Heb je een Synology-nas met DMS-software, dan ga je naar Configuratiescherm en kies je voor Bestandsservices. Klik op het tabblad SMB / AFP en vervolgens op de knop Geavanceerd. Hier kun je het protocol instellen, waarbij je voor de veiligheid bij Minimum SMB-poort voor SMB2 kiest en bij Maximum SMB-poort eveneens voor SMB2.

©PXimport

04 QNAP

Bij een QNAP-nas kies je voor Control Panel en Netwerk- en bestandsservices. Vervolgens kies je voor Win / Mac / NFS en pas je de optie bij Hoogste versie aan naar SMB 2 of SMB 3.

©PXimport

Toch SMB 1.0 gebruiken?

We kunnen ons voorstellen dat je niet direct afscheid wilt nemen van het SMB 1.0-protocol. Bijvoorbeeld omdat je eerst bestanden wilt back-uppen van je oude nas die alleen het oudere protocol nog ondersteunt. Standaard heeft Microsoft versie 1.0 van het protocol uitgeschakeld in Windows 10, maar het is wel relatief eenvoudig in te schakelen. Dat doe je als volgt: ga naar het Configuratiescherm en kies voor Programma’s en Onderdelen. In de linkerzijde van het venster kies je vervolgens Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Scroll door de lijst naar de optie SMB 1.0/CIFS File Sharing Support. Vervolgens zet je daar de vinkjes aan bij SMB 1.0/CIFS Client en SMB 1.0/CIFS Server. De computer moet je daarna wel even opnieuw opstarten. Na de herstart kun je het oude protocol weer gebruiken. Let wel: we raden je aan om het protocol weer uit te schakelen als je klaar bent. Dat gaat op dezelfde manier als hierboven, met als enige verschil dat je natuurlijk de vinkjes weer weghaalt bij de genoemde opties.

©PXimport

05 Gedeelde mappen in Windows

Bij het delen van bestanden in Windows zelf hoef je je niet te bekommeren om de standaard. Windows 10 gebruikt namelijk automatisch het nieuwste protocol. Het kan echter zijn dat het – bijvoorbeeld na een grote update – niet meer mogelijk is om bestanden in je netwerk te benaderen. In dat geval heeft Windows 10 de functie netwerkdetectie uitgeschakeld. Met netwerkdetectie kunnen Windows-computers elkaar binnen hetzelfde netwerk vinden en is het mogelijk om bijvoorbeeld bestanden en mappen te delen. Je controleert of netwerkdetectie is ingeschakeld door de opdracht Netwerkstatus in te typen als je Windows Startmenu hebt geopend en dan op Enter te drukken. Vervolgens kom je in het scherm van de netwerkeigenschappen. Daar kies je onderaan voor de optie Netwerkcentrum. Met links klikken op je netwerkpictogram rechtsonder in de taakbalk kan overigens ook.

©PXimport

06 Delen in netwerk

Je komt nu bij de instellingen van je netwerk. Aan de linkerzijde klik je op de link Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. In het daarop volgende scherm kun je voor verschillende netwerken aangeven of je het delen van mappen wilt inschakelen. Windows kan voor ieder type netwerk andere instellingen gebruiken. Als je bijvoorbeeld veel met je laptop onderweg bent en gebruikmaakt van openbare netwerken, dan wil je natuurlijk niet dat andere gebruikers bij jouw bestanden kunnen komen of je computer kunnen vinden. In dat geval zet je bij de het type netwerk Gast of Openbaar alle instellingen uit. Je selecteert dan de opties Netwerkdetectie uitschakelen en Bestands- en printerdeling uitschakelen.

Als je met je thuisnetwerk bent verbonden en je wilt je andere apparaten in jouw eigen thuisnetwerk kunnen zien, dan zet je de genoemde opties juist aan. Als je netwerkdetectie hebt uitgeschakeld is het namelijk niet mogelijk om andere computers in het netwerk te vinden op basis van de naam van die computer.

Maar als je de computernaam weet dan is het nog wel steeds mogelijk om via de Verkenner naar een zogeheten UNC-pad naar een gedeelde map op die computer te gaan, ook als netwerkdetectie is uitgeschakeld. Als je bijvoorbeeld het pad \\STUDEERPC\C$\Windows intypt in de balk in de Verkenner kun je – als je de juiste rechten hebt – alsnog bij die map komen. Die functie staat los van Netwerkdetectie, want laatstgenoemde optie geeft alleen aan dat jouw computer niet te vinden is als je in de Verkenner op Netwerk klikt.

Let wel, als gebruiker moet je wel toegang hebben gekregen tot die map van de beheerder van de pc waarmee je verbinding maakt. Standaard verschijnt er bij het openen van een UNC-pad dan ook een inlogscherm van Windows, waarin je je gebruikersnaam en wachtwoord moet opgeven.

©PXimport

07 Toegang geven tot mappen

Om anderen toegang te geven tot jouw mappen, moet je dus toestemming hebben gegeven. Een uitzondering hierbij zijn computers die zijn aangemeld op een domein op een Windows-netwerk, waarbij een domein-administrator altijd toegang heeft tot de mappen op computers binnen het netwerk. Thuis maak je normaliter geen gebruik van een domein, maar een werkgroep. Een werkgroep heeft geen algemeen administrator-account, waardoor toegang tot computers per machine geregeld moet worden. Rechten aan een map geven kan ook alleen via een administrator-account. Een gewone gebruiker kan de deelactie wel starten, maar krijgt daarna een melding dat het administrator-wachtwoord ingevuld moet worden. Toegang geven gaat als volgt: selecteer met de rechtermuisknop de map die je wilt delen en kies voor de optie Toegang verlenen tot. Je kunt nu iemand anders toegang geven. Je kunt rechten toekennen aan iemand die al een account op de computer van de te delen map heeft; je kunt dus niet een naam van een account van een andere computer kiezen. Standaard geeft Windows 10 de huidige gebruikersaccount al op (aangeduid met Eigenaar), die heeft immers sowieso toegang. Kies het gewenste account uit het lijstje en klik erop. Vervolgens komt er een bevestigingsscherm in beeld, bevestig de vraag met Ja, deze items delen. Daarna moet je nog eenmaal je eigen administrator-account opgegeven om de instellingen door te voeren.

08 Geavanceerd delen

De gebruiker die nu toegang heeft gekregen heeft nu standaard leesrechten tot de map. Tijdens het toewijzen van een gebruiker kun je dat niet wijzigen, maar als je nu opnieuw naar Toegang verlenen tot gaat, en vervolgens kiest voor Specifieke personen, kun je de lees- en schrijfrechten aanpassen. Klik op het pijltje bij Machtigingsniveau om de rechten van de geselecteerde gebruiker te wijzigen.

Kies je voor de optie lezen en schrijven, dan mag een gebruiker bestanden openen, plaatsen en verwijderen. Bij de optie alleen lezen mag een gebruiker de bestanden alleen bekijken of openen, maar geen wijzigingen opslaan of nieuwe bestanden aanmaken.

©PXimport

Thuisgroep

Het is je misschien opgevallen dat je in het contextmenu in de Verkenner ook de optie Thuisgroep ziet staan. Een Thuisgroep was eigenlijk een versimpelde versie van een domeinnetwerk in een thuisomgeving, waarbij je meerdere computers aan elkaar kon koppelen middels een centraal administrator-account. Microsoft heeft de optie Thuisgroep echter weggehaald uit de laatste Windows 10-versie (April 2018-update), maar is blijkbaar vergeten deze optie overal te verwijderen. Als je klikt op Toegang verlenen tot > Thuisgroep dan zul je echter zien dat er niks gebeurt. Het heeft dus geen zin om deze optie te gebruiken.

©PXimport

Iedereen toegang geven

Alhoewel deze optie niet voorkomt in de lijst met gebruikersaccounts, kun je gedeelde mappen ook delen met iedereen in je thuisnetwerk. Windows heeft namelijk ook een account Iedereen. De optie Iedereen kan handig zijn als je geen zin hebt om lokale accounts toe te kennen of niet wil dat andere computer zich moeten aanmelden om toegang te krijgen tot een gedeelde map. Iedereen toegang geven doe je als volgt: klik met de rechtermuisknop op de map, kies voor Toegang verlenen tot en vervolgens Specifieke personen. In het invoerveld kun je nu Iedereen typen en daarna op de knop Toevoegen klikken. De optie verschijnt nu in de lijst. Je kunt nu ook de rechten aan alle gebruikers toekennen: lezen of lezen en schrijven. Let wel, gebruik deze optie nooit als je verbinding maakt met een openbaar netwerk en je in het Netwerkcentrum hebt aangegeven dat je bestands- en printerdeling wilt inschakelen voor dat netwerk. Iedereen die jouw computer op dat netwerk kan zien, kan dan in theorie bij de algemeen gedeelde map komen. De optie Iedereen geeft immers aan dat er geen specifiek gebruikersaccount aan de gedeelde map is gekoppeld.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade
© MG | ID.nl
Huis

Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Wanneer je Windows 11 (opnieuw) installeert, vereist Microsoft dat je je aanmeldt met een Microsoft-account of dat je er eentje aanmaakt. En dat terwijl je je voorheen in Windows 10 gewoon met een offline account kunt aanmelden. Wij laten je zien hoe je dat ook in Windows 11 doet, rechtstreeks tijdens de installatieprocedure.

Microsoft wil maar al te graag dat je een Microsoft-account hebt en deze ook gebruikt bij het aanmelden van Windows 11. Behalve dat je hiermee in geval van het vergeten van je installatiecode het besturingssysteem makkelijker opnieuw kunt activeren, biedt een Microsoft-account niet heel veel extra voordelen in Windows 11 zelf. Het enige wat met zo'n account makkelijker gaat is het instellen van e-mail en OneDrive, maar dat zijn ook diensten waar je je later bij kunt aanmelden.

Installatieprocedure

In een van de laatste stappen van de installatieprocedure, of wanneer je een Windows 11-laptop hebt gekocht, word je - om de laatste instellingen toe te passen - gevraagd om in te loggen bij een Microsoft-account, of er eentje aan te maken.

©MG | ID.nl

Microsoft vraagt in Windows 11 standaard om een Microsoft-account.

Wanneer je in bovenstaand scherm bent aangekomen, lijkt het alsof je hier niet meer uit kunt komen: je moet óf een account invullen, óf er eentje aanmaken, óf een stap terug gaan met de pijl rechtsboven in beeld. Toch kun je hier nog iets anders doen, namelijk een opdrachtprompt openen. En dat is handig, want met een opdrachtprompt tijdens de installatie van Windows 11 kun je alvast dingen regelen voordat Windows 11 zelf is opgestart. Het omzeilen van het aanmaken of invoeren van een Microsoft-account bijvoorbeeld. Om de opdrachtprompt te openen, moet je de volgende toetscombinatie intypen:

Shift+F10

Let op: bij sommige computers zoals laptops kan het zijn dat je ook de Functietoets Fn moet indrukken om de F10-knop te kunnen gebruiken. De opdracht wordt in dat geval dan:

Shift+Fn+F10

Na het indrukken van deze toetscombinatie wordt een zwart venster voor de opdrachtprompt geopend.

©MG | ID.nl

Via een opdrachtprompt tijdens de installatieproductie van Windows 11 kunnen we de blokkade voor het aanmaken van een gewoon account omzeilen.

In dit scherm voor je een speciale opdracht in waarmee we de verplichte invoer voor een Microsoft-account gaan omzeilen. Zodra Windows 11 heeft gedetecteerd dat jouw computer een werkende verbinding heeft, blijf je op dat accountscherm hangen, maar ook wanneer er nog geen verbinding is gemaakt, wil Microsoft toch eerst dat je verbinding maakt en daarna alsnog met een Microsoft-account aan de slag gaat.

Nu de opdrachtprompt is geopend, schakelen we die online functie uit. Voer exact de volgende opdracht in:

start ms-cxh:localonly

Gevolgd door een druk op de Enter-toets. Dat zit eruit als hieronder:

©MG | ID.nl

Met behulp van de opdracht start ms-cxh:localonly kunnen we toch een normaal account.

Nadat je op Enter hebt gedrukt, verschijnt er een nieuw venster met de mogelijkheid om een lokaal account (dus zonder Microsoft-account) aan te maken. Goed om te weten: dit account is ook meteen een administrator-account.

©MG | ID.nl

Je kunt iedere accountnaam gebruiken die je wenst, en een wachtwoord opgeven hoeft nu nog niet.

Je kunt hier dus gewoon een normale (voor- en achter)naam opgeven, een e-mailadres is dan niet nodig. Je kunt ervoor kiezen om nu een wachtwoord in te vullen, maar als je dat doet, krijg je ook direct drie controlevragen die je moet opgeven; dat kun je niet skippen. Sla je het aanmaken van een wachtwoord nu over, dan kun je dat later in Windows 11 alsnog doen.

Nadat je de benodigde gegevens hebt ingevuld, worden de laatste installatiestappen voltooid, en wordt de computer nog een keertje opnieuw opgestart. Daarna kun je je aanmelden met het nieuwe account en voer je nog een aantal stappen uit met betrekking tot functies als locatie, diagnostische gegevens en handschriftherkenning.

Account aanpassen

Het account waarmee je je aanmeldt is een administrator-account. In dat geval doe je er goed aan om een wachtwoord in te stellen als je dat nog niet hebt gedaan in de hierboven uitgelegde stap. Om een wachtwoord in te stellen, klik je op de Startknop, en vervolgens op je accountnaam en kies je voor Mijn account beheren.

©MG | ID.nl

Via het Startmenu vraag je de eigenschappen van je account op.

Je komt nu in het instellingenscherm terecht voor je account. Scroll naar de knop Aanmeldingsopties en daarna op Wachtwoord.

©MG | ID.nl

Klik op het onderdeel Wachtwoord om een wachtwoord toe te voegen aan je account.

Nu kun je een wachtwoord naar wens opgeven, de eisen zijn hier niet streng, maar uiteraard kies je wel voor een lastig te raden wachtwoord. Wel ben je verplicht om een geheugensteuntje op te geven, maar dat is minder lastig dan drie extra beveiligingsvragen die je normaliter bij het installatiescherm moet opgeven. Bij de geheugensteun mag het wachtwoord (vanzelfsprekend) niet gebruikt worden .

©MG | ID.nl

Hier geef je je wachtwoord op. De wachtwoordhint (geheugensteun) mag niet ook je wachtwoord.

Wachtwoord en geheugensteun ingevoerd? Dan ben je in principe klaar en kun je je systeem verder gaan configureren. Eventueel kun je nu ook nieuwe extra accounts aanmaken via het onderdeel Andere gebruikers in het instellingenscherm.

▼ Volgende artikel
Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?
© AK | ID.nl
Huis

Wat is doomscrolling en hoe kom je ervan af?

Je pakt je telefoon om even snel iets te bekijken – en ineens ben je zomaar een uur verder, omdat je niet kon stoppen met scrollen. En onderweg ben je meestal niet blijven hangen bij blije kattenfilmpjes, maar bij rampen, slecht nieuws en roddel. Of bij posts van mensen die allemaal mooier of rijker lijken dan jij. Doomscrolling dus. Slecht voor je humeur en zelfbeeld én zonde van je tijd. Maar gelukkig kun je er iets tegen doen.

In dit artikel lees je:

☠️ Wat doomscrolling is ☠️ Waarom je maar blijft scrollen ☠️ Hoe je weet of jij een doomscroller bent ☠️ Wat je tegen doomscrollen kunt doen

Lees ook: Minder afleiding van je telefoon met deze 6 apps

Wat is doomscrolling?

Doomscrolling is eindeloos blijven scrollen door berichten, filmpjes en posts die je eigenlijk alleen maar onrustig maken. Dat begon ooit met nieuws, maar geldt tegenwoordig ook voor sociale media. Denk aan TikTok, Instagram of X waar je urenlang blijft scrollen, maar waar je zelden wijzer of rustiger van wordt. Het algoritme weet precies wat je aandacht trekt – en hoe het je blijft vasthouden.

De term ontstond rond 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, toen mensen massaal thuis zaten en constant updates zochten over het virus. Maar het fenomeen heeft zich sindsdien uitgebreid naar alle vormen van nieuws of posts waar je je slechter van gaat voelen.

Waarom blijven we scrollen?

Apps zijn zo ontworpen dat ze je aandacht vasthouden. Elke swipe of nieuwe video geeft een kleine prikkel in je brein: een signaal dat er misschien iets interessants komt. Soms zit er iets tussen dat écht boeit, maar vaak blijft het bij vluchtige prikkels. Ondertussen raakt je hoofd vol, maar je krijgt er weinig voor terug.

Hoe weet je of je doomscrollt?

Er bestaat geen test waarmee je kunt checken of je een doemscroller bent. Maar er zijn wel duidelijke signalen. Je zit in de gevarenzone wanneer je:

🚩 Gedachteloos nieuws- of socialmedia-apps opent, vaak meerdere keren per dag
🚩 Je daarna leeg, onrustig of somber voelt
🚩 Moeite hebt om te stoppen, terwijl je eigenlijk wel weet dat het nergens toe leidt
🚩 's Avonds of 's ochtends lang op je telefoon zit zonder duidelijk doel
🚩 Niet toekomt aan andere dingen, of je gejaagd voelt als je niets checkt

Herkenbaar? Dan is het tijd om je scrollgedrag te doorbreken. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel. Onderstaande tips helpen je op weg.

©Gorodenkoff

Wat kun je doen tegen doomscrolling?

1. Beperk je schermtijd en las schermvrije tijdstippen in

Geef jezelf vaste momenten waarop je iets mag checken. Bijvoorbeeld: 's ochtends 15 minuten nieuws, 's avonds 10 minuten social media. Stel een timer in, zodat je niet ongemerkt blijft hangen. Je kunt ook met jezelf afspreken dat je bijvoorbeeld één uur per dag niet op je scherm kijkt. Of in het weekend pas na twaalf uur 's middags je telefoon pakt. Ook is het mogelijk om tijdslimieten in te stellen voor bepaalde apps. Hieronder lees je hoe je dat doet op een iPhone en op een Android-toestel.

Scherm- en apptijd beperken op iPhone

Wil je op vaste tijden niet gestoord worden? Stel dan apparaatvrije tijd in op je iPhone. Tijdens die periodes zijn alleen telefoongesprekken, berichten en apps die je zelf toestaat beschikbaar. Ga naar Instellingen > Schermtijd, tik op App- en websiteactiviteit en schakel dit in als dat nog niet gebeurd is. Kies daarna voor Apparaatvrije tijd en stel via Gepland de begin- en eindtijd in. Je kunt kiezen voor elke dag hetzelfde tijdstip of per dag variëren. Vlak voor de ingestelde tijd krijg je een herinnering.

Ook kun je tijdslimieten instellen voor apps of hele categorieën, zoals sociale netwerken of games. Ga naar Instellingen > Schermtijd > Applimieten > Voeg limiet toe en selecteer de gewenste apps of categorieën. Tik op Volgende, stel de limiet in en gebruik eventueel Pas dagen aan voor verschillende limieten per dag. Rond af met Voeg toe.

Scherm- en apptijd beperken op je Android-telefoon

Rustmomenten op je Android-toestel stel je in via de Bedtijdmodus. Tijdens deze periodes worden je schermkleuren aangepast (bijvoorbeeld naar grijstinten) en kun je meldingen dempen of het scherm automatisch laten uitschakelen. Ga naar Instellingen > Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht > Bedtijdmodus en stel in wanneer de modus moet starten en eindigen. Je kunt dit voor elke dag apart instellen of een vast schema kiezen.

Wil je appgebruik beperken? Ga dan naar Digitaal welzijn > Dashboard en kies de app die je wilt beperken. Tik op het zandlopertje naast de app en stel een dagelijkse limiet in. Zodra de limiet is bereikt, is de app de rest van die dag niet meer toegankelijk.

2. Zet meldingen uit

Pushmeldingen van nieuwsapps, sociale media of video-apps zorgen dat je telkens toch weer gaat kijken en scrollen. Zet ze uit. Wat je niet ziet, open je ook minder snel.

3. Richt je telefoon prikkelarmer in

Zet socialmedia- en nieuwsapps niet op je beginscherm. Of verwijder ze helemaal. Wil je ze toch echt bezoeken, dan kan dat via de browser. Dat is een extra handeling vergeleken met een app, maar juist daarom doe je het misschien minder vaak.  

Verder kun je er ook voor kiezen om de grijstintenmodus in te schakelen. Dat zorgt voor minder afleiding en een beeld dat rustiger is.

Op een iPhone ga je hiervoor naar Instellingen > Toegankelijkheid > Weergave en tekstgrootte > Kleurfilters en schakel je de optie in. Op een Android-smartphone ga je hiervoor naar Instellingen -> Toegankelijkheid -> Kleurfilters. Hier schakel je de optie Grijstinten in. Afhankelijk van je toestel kunnen deze menu-opties een iets andere naam hebben.

©ID.nl

4. Volg niet alles en iedereen

Kies één of twee betrouwbare nieuwsbronnen. Ontvolg accounts die vooral onrust of negativiteit brengen. Kies liever voor mensen of media die je inspireren, informeren of aan het denken zetten. Een account waar je geen energie van krijgt, maar dat je energie kost: dat kun je beter ontvolgen.

Stoppen met doom-scrolling? Het kan!

Doomscrolling gaat allang niet meer alleen over nieuws. Ook gedachteloos scrollen langs filmpjes, reacties of meningen op sociale media hoort erbij. Het lijkt onschuldig, maar kost tijd, energie en aandacht — en levert weinig op.

Het goede nieuws: je kunt ermee stoppen. Niet in één keer, maar stap voor stap. Door bewuster te kiezen wat je leest en wanneer. Door je telefoon minder het ritme van je dag te laten bepalen. En door ruimte te maken voor dingen die je echt iets opleveren.

📵 Verveel je je zonder smartphone?

📘 Door een boek kun je urenlang scrollen!