ID.nl logo
Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen
© Reshift Digital
Huis

Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen

Sinds Microsoft de April 2018-update heeft uitgerold, is het niet zonder meer mogelijk om verbinding te maken met je nas en bestanden te benaderen. Zelfs in de huidige Oktober 2018-update is deze optie niet beschikbaar. Met een belangrijke reden overigens, maar het behoeft wel wat uitleg. Om vanaf een Windows-computer verbinding te kunnen maken met een nas kun je verschillende protocollen gebruiken. Het SMB-protocol (Server Message Block) wordt hier het meest voor gebruikt.

Het SMB-protocol bestaat al sinds de jaren '90 en is inmiddels aanbeland bij versie 3.1.1. Veel oudere nas’en bieden nog het 1.0-protocol, ook bekend als CIFS, Common Internet Files. Het protocol is bedacht in een tijd dat dreigingen vanaf internet nauwelijks nog bestonden. Dat de tijden zijn veranderd hebben we allemaal wel eens aan den levende lijve ondervonden.

01 Lek en onveilig

Het SMB-protocol an sich is prima om te gebruiken, maar versie 1 biedt te veel beperkingen en is bovendien vatbaar voor zogeheten man-in-the-middle-aanvallen. Als jouw pc besmet raakt is het eenvoudig om de besmetting te laten verspreiden middels het 1.0-protocol van SMB, omdat extra beveiligings- en controlelagen in dit protocol ontbreken. Dat is de hoofdreden dat Microsoft het gebruik van versie 1.0 van SMB al sinds 2014 afraadt. Tot voor kort was het echter gewoon mogelijk om nas’en, maar ook bijvoorbeeld gedeelde printers of mediaspelers in je netwerk via deze versie van het protocol vanuit Windows te benaderen. Sinds april van dit jaar heeft Microsoft het SMB1.0-protocol echter uitgeschakeld. Gebruikers van apparaten met dit protocol krijgen hierdoor geen toegang meer tot gedeelde mappen (shares) op een nas, of kunnen ineens geen verbinding meer maken met een gedeelde printer in het netwerk.

02 Gebruik SMB 2.0 of hoger

Het is dan ook aan te raden om voor je nas gebruik te maken van versie 2.0 of hoger. Zoals gezegd is de laatste versie 3.1.1, maar de kans is groot dat je nas – als deze al wat ouder is – deze versie niet ondersteunt. Versie 2.0 is dan de meest logische om te kiezen, maar als je nas hogere versies heeft, dan kies je die sowieso. Windows 10 kan namelijk zonder meer overweg met versie 3.1.1. Maar hoe weet je nu welk protocol jouw nas allemaal ondersteunt? Die informatie kun je opvragen via de webinterface van je browser. Bij de meeste nas’en kom je via het ip-adres dat het apparaat heeft gekregen bij de webinterface. Je typt het ip-adres voorafgaand door https:// in de adresbalk van je browser, bijvoorbeeld https://192.168.2.10. Je moet nu inloggen met de gebruikersnaam en het wachtwoord.

Waar je de instellingen omtrent het protocol kunt vinden, hangt af van het merk nas dat je gebruikt. We geven je een tweetal voorbeelden om je op weg te helpen, maar de daadwerkelijke locatie waar je de instellingen vindt, kan per merk en model verschillen. We laten je de instellingen voor een Synology- en QNAP-nas zien.

03 Synology

Heb je een Synology-nas met DMS-software, dan ga je naar Configuratiescherm en kies je voor Bestandsservices. Klik op het tabblad SMB / AFP en vervolgens op de knop Geavanceerd. Hier kun je het protocol instellen, waarbij je voor de veiligheid bij Minimum SMB-poort voor SMB2 kiest en bij Maximum SMB-poort eveneens voor SMB2.

©PXimport

04 QNAP

Bij een QNAP-nas kies je voor Control Panel en Netwerk- en bestandsservices. Vervolgens kies je voor Win / Mac / NFS en pas je de optie bij Hoogste versie aan naar SMB 2 of SMB 3.

©PXimport

Toch SMB 1.0 gebruiken?

We kunnen ons voorstellen dat je niet direct afscheid wilt nemen van het SMB 1.0-protocol. Bijvoorbeeld omdat je eerst bestanden wilt back-uppen van je oude nas die alleen het oudere protocol nog ondersteunt. Standaard heeft Microsoft versie 1.0 van het protocol uitgeschakeld in Windows 10, maar het is wel relatief eenvoudig in te schakelen. Dat doe je als volgt: ga naar het Configuratiescherm en kies voor Programma’s en Onderdelen. In de linkerzijde van het venster kies je vervolgens Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Scroll door de lijst naar de optie SMB 1.0/CIFS File Sharing Support. Vervolgens zet je daar de vinkjes aan bij SMB 1.0/CIFS Client en SMB 1.0/CIFS Server. De computer moet je daarna wel even opnieuw opstarten. Na de herstart kun je het oude protocol weer gebruiken. Let wel: we raden je aan om het protocol weer uit te schakelen als je klaar bent. Dat gaat op dezelfde manier als hierboven, met als enige verschil dat je natuurlijk de vinkjes weer weghaalt bij de genoemde opties.

©PXimport

05 Gedeelde mappen in Windows

Bij het delen van bestanden in Windows zelf hoef je je niet te bekommeren om de standaard. Windows 10 gebruikt namelijk automatisch het nieuwste protocol. Het kan echter zijn dat het – bijvoorbeeld na een grote update – niet meer mogelijk is om bestanden in je netwerk te benaderen. In dat geval heeft Windows 10 de functie netwerkdetectie uitgeschakeld. Met netwerkdetectie kunnen Windows-computers elkaar binnen hetzelfde netwerk vinden en is het mogelijk om bijvoorbeeld bestanden en mappen te delen. Je controleert of netwerkdetectie is ingeschakeld door de opdracht Netwerkstatus in te typen als je Windows Startmenu hebt geopend en dan op Enter te drukken. Vervolgens kom je in het scherm van de netwerkeigenschappen. Daar kies je onderaan voor de optie Netwerkcentrum. Met links klikken op je netwerkpictogram rechtsonder in de taakbalk kan overigens ook.

©PXimport

06 Delen in netwerk

Je komt nu bij de instellingen van je netwerk. Aan de linkerzijde klik je op de link Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. In het daarop volgende scherm kun je voor verschillende netwerken aangeven of je het delen van mappen wilt inschakelen. Windows kan voor ieder type netwerk andere instellingen gebruiken. Als je bijvoorbeeld veel met je laptop onderweg bent en gebruikmaakt van openbare netwerken, dan wil je natuurlijk niet dat andere gebruikers bij jouw bestanden kunnen komen of je computer kunnen vinden. In dat geval zet je bij de het type netwerk Gast of Openbaar alle instellingen uit. Je selecteert dan de opties Netwerkdetectie uitschakelen en Bestands- en printerdeling uitschakelen.

Als je met je thuisnetwerk bent verbonden en je wilt je andere apparaten in jouw eigen thuisnetwerk kunnen zien, dan zet je de genoemde opties juist aan. Als je netwerkdetectie hebt uitgeschakeld is het namelijk niet mogelijk om andere computers in het netwerk te vinden op basis van de naam van die computer.

Maar als je de computernaam weet dan is het nog wel steeds mogelijk om via de Verkenner naar een zogeheten UNC-pad naar een gedeelde map op die computer te gaan, ook als netwerkdetectie is uitgeschakeld. Als je bijvoorbeeld het pad \\STUDEERPC\C$\Windows intypt in de balk in de Verkenner kun je – als je de juiste rechten hebt – alsnog bij die map komen. Die functie staat los van Netwerkdetectie, want laatstgenoemde optie geeft alleen aan dat jouw computer niet te vinden is als je in de Verkenner op Netwerk klikt.

Let wel, als gebruiker moet je wel toegang hebben gekregen tot die map van de beheerder van de pc waarmee je verbinding maakt. Standaard verschijnt er bij het openen van een UNC-pad dan ook een inlogscherm van Windows, waarin je je gebruikersnaam en wachtwoord moet opgeven.

©PXimport

07 Toegang geven tot mappen

Om anderen toegang te geven tot jouw mappen, moet je dus toestemming hebben gegeven. Een uitzondering hierbij zijn computers die zijn aangemeld op een domein op een Windows-netwerk, waarbij een domein-administrator altijd toegang heeft tot de mappen op computers binnen het netwerk. Thuis maak je normaliter geen gebruik van een domein, maar een werkgroep. Een werkgroep heeft geen algemeen administrator-account, waardoor toegang tot computers per machine geregeld moet worden. Rechten aan een map geven kan ook alleen via een administrator-account. Een gewone gebruiker kan de deelactie wel starten, maar krijgt daarna een melding dat het administrator-wachtwoord ingevuld moet worden. Toegang geven gaat als volgt: selecteer met de rechtermuisknop de map die je wilt delen en kies voor de optie Toegang verlenen tot. Je kunt nu iemand anders toegang geven. Je kunt rechten toekennen aan iemand die al een account op de computer van de te delen map heeft; je kunt dus niet een naam van een account van een andere computer kiezen. Standaard geeft Windows 10 de huidige gebruikersaccount al op (aangeduid met Eigenaar), die heeft immers sowieso toegang. Kies het gewenste account uit het lijstje en klik erop. Vervolgens komt er een bevestigingsscherm in beeld, bevestig de vraag met Ja, deze items delen. Daarna moet je nog eenmaal je eigen administrator-account opgegeven om de instellingen door te voeren.

08 Geavanceerd delen

De gebruiker die nu toegang heeft gekregen heeft nu standaard leesrechten tot de map. Tijdens het toewijzen van een gebruiker kun je dat niet wijzigen, maar als je nu opnieuw naar Toegang verlenen tot gaat, en vervolgens kiest voor Specifieke personen, kun je de lees- en schrijfrechten aanpassen. Klik op het pijltje bij Machtigingsniveau om de rechten van de geselecteerde gebruiker te wijzigen.

Kies je voor de optie lezen en schrijven, dan mag een gebruiker bestanden openen, plaatsen en verwijderen. Bij de optie alleen lezen mag een gebruiker de bestanden alleen bekijken of openen, maar geen wijzigingen opslaan of nieuwe bestanden aanmaken.

©PXimport

Thuisgroep

Het is je misschien opgevallen dat je in het contextmenu in de Verkenner ook de optie Thuisgroep ziet staan. Een Thuisgroep was eigenlijk een versimpelde versie van een domeinnetwerk in een thuisomgeving, waarbij je meerdere computers aan elkaar kon koppelen middels een centraal administrator-account. Microsoft heeft de optie Thuisgroep echter weggehaald uit de laatste Windows 10-versie (April 2018-update), maar is blijkbaar vergeten deze optie overal te verwijderen. Als je klikt op Toegang verlenen tot > Thuisgroep dan zul je echter zien dat er niks gebeurt. Het heeft dus geen zin om deze optie te gebruiken.

©PXimport

Iedereen toegang geven

Alhoewel deze optie niet voorkomt in de lijst met gebruikersaccounts, kun je gedeelde mappen ook delen met iedereen in je thuisnetwerk. Windows heeft namelijk ook een account Iedereen. De optie Iedereen kan handig zijn als je geen zin hebt om lokale accounts toe te kennen of niet wil dat andere computer zich moeten aanmelden om toegang te krijgen tot een gedeelde map. Iedereen toegang geven doe je als volgt: klik met de rechtermuisknop op de map, kies voor Toegang verlenen tot en vervolgens Specifieke personen. In het invoerveld kun je nu Iedereen typen en daarna op de knop Toevoegen klikken. De optie verschijnt nu in de lijst. Je kunt nu ook de rechten aan alle gebruikers toekennen: lezen of lezen en schrijven. Let wel, gebruik deze optie nooit als je verbinding maakt met een openbaar netwerk en je in het Netwerkcentrum hebt aangegeven dat je bestands- en printerdeling wilt inschakelen voor dat netwerk. Iedereen die jouw computer op dat netwerk kan zien, kan dan in theorie bij de algemeen gedeelde map komen. De optie Iedereen geeft immers aan dat er geen specifiek gebruikersaccount aan de gedeelde map is gekoppeld.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.