ID.nl logo
Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen
© Reshift Digital
Huis

Zo kun je met het SMB-protocol nog altijd veilig bestanden delen

Sinds Microsoft de April 2018-update heeft uitgerold, is het niet zonder meer mogelijk om verbinding te maken met je nas en bestanden te benaderen. Zelfs in de huidige Oktober 2018-update is deze optie niet beschikbaar. Met een belangrijke reden overigens, maar het behoeft wel wat uitleg. Om vanaf een Windows-computer verbinding te kunnen maken met een nas kun je verschillende protocollen gebruiken. Het SMB-protocol (Server Message Block) wordt hier het meest voor gebruikt.

Het SMB-protocol bestaat al sinds de jaren '90 en is inmiddels aanbeland bij versie 3.1.1. Veel oudere nas’en bieden nog het 1.0-protocol, ook bekend als CIFS, Common Internet Files. Het protocol is bedacht in een tijd dat dreigingen vanaf internet nauwelijks nog bestonden. Dat de tijden zijn veranderd hebben we allemaal wel eens aan den levende lijve ondervonden.

01 Lek en onveilig

Het SMB-protocol an sich is prima om te gebruiken, maar versie 1 biedt te veel beperkingen en is bovendien vatbaar voor zogeheten man-in-the-middle-aanvallen. Als jouw pc besmet raakt is het eenvoudig om de besmetting te laten verspreiden middels het 1.0-protocol van SMB, omdat extra beveiligings- en controlelagen in dit protocol ontbreken. Dat is de hoofdreden dat Microsoft het gebruik van versie 1.0 van SMB al sinds 2014 afraadt. Tot voor kort was het echter gewoon mogelijk om nas’en, maar ook bijvoorbeeld gedeelde printers of mediaspelers in je netwerk via deze versie van het protocol vanuit Windows te benaderen. Sinds april van dit jaar heeft Microsoft het SMB1.0-protocol echter uitgeschakeld. Gebruikers van apparaten met dit protocol krijgen hierdoor geen toegang meer tot gedeelde mappen (shares) op een nas, of kunnen ineens geen verbinding meer maken met een gedeelde printer in het netwerk.

02 Gebruik SMB 2.0 of hoger

Het is dan ook aan te raden om voor je nas gebruik te maken van versie 2.0 of hoger. Zoals gezegd is de laatste versie 3.1.1, maar de kans is groot dat je nas – als deze al wat ouder is – deze versie niet ondersteunt. Versie 2.0 is dan de meest logische om te kiezen, maar als je nas hogere versies heeft, dan kies je die sowieso. Windows 10 kan namelijk zonder meer overweg met versie 3.1.1. Maar hoe weet je nu welk protocol jouw nas allemaal ondersteunt? Die informatie kun je opvragen via de webinterface van je browser. Bij de meeste nas’en kom je via het ip-adres dat het apparaat heeft gekregen bij de webinterface. Je typt het ip-adres voorafgaand door https:// in de adresbalk van je browser, bijvoorbeeld https://192.168.2.10. Je moet nu inloggen met de gebruikersnaam en het wachtwoord.

Waar je de instellingen omtrent het protocol kunt vinden, hangt af van het merk nas dat je gebruikt. We geven je een tweetal voorbeelden om je op weg te helpen, maar de daadwerkelijke locatie waar je de instellingen vindt, kan per merk en model verschillen. We laten je de instellingen voor een Synology- en QNAP-nas zien.

03 Synology

Heb je een Synology-nas met DMS-software, dan ga je naar Configuratiescherm en kies je voor Bestandsservices. Klik op het tabblad SMB / AFP en vervolgens op de knop Geavanceerd. Hier kun je het protocol instellen, waarbij je voor de veiligheid bij Minimum SMB-poort voor SMB2 kiest en bij Maximum SMB-poort eveneens voor SMB2.

©PXimport

04 QNAP

Bij een QNAP-nas kies je voor Control Panel en Netwerk- en bestandsservices. Vervolgens kies je voor Win / Mac / NFS en pas je de optie bij Hoogste versie aan naar SMB 2 of SMB 3.

©PXimport

Toch SMB 1.0 gebruiken?

We kunnen ons voorstellen dat je niet direct afscheid wilt nemen van het SMB 1.0-protocol. Bijvoorbeeld omdat je eerst bestanden wilt back-uppen van je oude nas die alleen het oudere protocol nog ondersteunt. Standaard heeft Microsoft versie 1.0 van het protocol uitgeschakeld in Windows 10, maar het is wel relatief eenvoudig in te schakelen. Dat doe je als volgt: ga naar het Configuratiescherm en kies voor Programma’s en Onderdelen. In de linkerzijde van het venster kies je vervolgens Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Scroll door de lijst naar de optie SMB 1.0/CIFS File Sharing Support. Vervolgens zet je daar de vinkjes aan bij SMB 1.0/CIFS Client en SMB 1.0/CIFS Server. De computer moet je daarna wel even opnieuw opstarten. Na de herstart kun je het oude protocol weer gebruiken. Let wel: we raden je aan om het protocol weer uit te schakelen als je klaar bent. Dat gaat op dezelfde manier als hierboven, met als enige verschil dat je natuurlijk de vinkjes weer weghaalt bij de genoemde opties.

©PXimport

05 Gedeelde mappen in Windows

Bij het delen van bestanden in Windows zelf hoef je je niet te bekommeren om de standaard. Windows 10 gebruikt namelijk automatisch het nieuwste protocol. Het kan echter zijn dat het – bijvoorbeeld na een grote update – niet meer mogelijk is om bestanden in je netwerk te benaderen. In dat geval heeft Windows 10 de functie netwerkdetectie uitgeschakeld. Met netwerkdetectie kunnen Windows-computers elkaar binnen hetzelfde netwerk vinden en is het mogelijk om bijvoorbeeld bestanden en mappen te delen. Je controleert of netwerkdetectie is ingeschakeld door de opdracht Netwerkstatus in te typen als je Windows Startmenu hebt geopend en dan op Enter te drukken. Vervolgens kom je in het scherm van de netwerkeigenschappen. Daar kies je onderaan voor de optie Netwerkcentrum. Met links klikken op je netwerkpictogram rechtsonder in de taakbalk kan overigens ook.

©PXimport

06 Delen in netwerk

Je komt nu bij de instellingen van je netwerk. Aan de linkerzijde klik je op de link Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. In het daarop volgende scherm kun je voor verschillende netwerken aangeven of je het delen van mappen wilt inschakelen. Windows kan voor ieder type netwerk andere instellingen gebruiken. Als je bijvoorbeeld veel met je laptop onderweg bent en gebruikmaakt van openbare netwerken, dan wil je natuurlijk niet dat andere gebruikers bij jouw bestanden kunnen komen of je computer kunnen vinden. In dat geval zet je bij de het type netwerk Gast of Openbaar alle instellingen uit. Je selecteert dan de opties Netwerkdetectie uitschakelen en Bestands- en printerdeling uitschakelen.

Als je met je thuisnetwerk bent verbonden en je wilt je andere apparaten in jouw eigen thuisnetwerk kunnen zien, dan zet je de genoemde opties juist aan. Als je netwerkdetectie hebt uitgeschakeld is het namelijk niet mogelijk om andere computers in het netwerk te vinden op basis van de naam van die computer.

Maar als je de computernaam weet dan is het nog wel steeds mogelijk om via de Verkenner naar een zogeheten UNC-pad naar een gedeelde map op die computer te gaan, ook als netwerkdetectie is uitgeschakeld. Als je bijvoorbeeld het pad \\STUDEERPC\C$\Windows intypt in de balk in de Verkenner kun je – als je de juiste rechten hebt – alsnog bij die map komen. Die functie staat los van Netwerkdetectie, want laatstgenoemde optie geeft alleen aan dat jouw computer niet te vinden is als je in de Verkenner op Netwerk klikt.

Let wel, als gebruiker moet je wel toegang hebben gekregen tot die map van de beheerder van de pc waarmee je verbinding maakt. Standaard verschijnt er bij het openen van een UNC-pad dan ook een inlogscherm van Windows, waarin je je gebruikersnaam en wachtwoord moet opgeven.

©PXimport

07 Toegang geven tot mappen

Om anderen toegang te geven tot jouw mappen, moet je dus toestemming hebben gegeven. Een uitzondering hierbij zijn computers die zijn aangemeld op een domein op een Windows-netwerk, waarbij een domein-administrator altijd toegang heeft tot de mappen op computers binnen het netwerk. Thuis maak je normaliter geen gebruik van een domein, maar een werkgroep. Een werkgroep heeft geen algemeen administrator-account, waardoor toegang tot computers per machine geregeld moet worden. Rechten aan een map geven kan ook alleen via een administrator-account. Een gewone gebruiker kan de deelactie wel starten, maar krijgt daarna een melding dat het administrator-wachtwoord ingevuld moet worden. Toegang geven gaat als volgt: selecteer met de rechtermuisknop de map die je wilt delen en kies voor de optie Toegang verlenen tot. Je kunt nu iemand anders toegang geven. Je kunt rechten toekennen aan iemand die al een account op de computer van de te delen map heeft; je kunt dus niet een naam van een account van een andere computer kiezen. Standaard geeft Windows 10 de huidige gebruikersaccount al op (aangeduid met Eigenaar), die heeft immers sowieso toegang. Kies het gewenste account uit het lijstje en klik erop. Vervolgens komt er een bevestigingsscherm in beeld, bevestig de vraag met Ja, deze items delen. Daarna moet je nog eenmaal je eigen administrator-account opgegeven om de instellingen door te voeren.

08 Geavanceerd delen

De gebruiker die nu toegang heeft gekregen heeft nu standaard leesrechten tot de map. Tijdens het toewijzen van een gebruiker kun je dat niet wijzigen, maar als je nu opnieuw naar Toegang verlenen tot gaat, en vervolgens kiest voor Specifieke personen, kun je de lees- en schrijfrechten aanpassen. Klik op het pijltje bij Machtigingsniveau om de rechten van de geselecteerde gebruiker te wijzigen.

Kies je voor de optie lezen en schrijven, dan mag een gebruiker bestanden openen, plaatsen en verwijderen. Bij de optie alleen lezen mag een gebruiker de bestanden alleen bekijken of openen, maar geen wijzigingen opslaan of nieuwe bestanden aanmaken.

©PXimport

Thuisgroep

Het is je misschien opgevallen dat je in het contextmenu in de Verkenner ook de optie Thuisgroep ziet staan. Een Thuisgroep was eigenlijk een versimpelde versie van een domeinnetwerk in een thuisomgeving, waarbij je meerdere computers aan elkaar kon koppelen middels een centraal administrator-account. Microsoft heeft de optie Thuisgroep echter weggehaald uit de laatste Windows 10-versie (April 2018-update), maar is blijkbaar vergeten deze optie overal te verwijderen. Als je klikt op Toegang verlenen tot > Thuisgroep dan zul je echter zien dat er niks gebeurt. Het heeft dus geen zin om deze optie te gebruiken.

©PXimport

Iedereen toegang geven

Alhoewel deze optie niet voorkomt in de lijst met gebruikersaccounts, kun je gedeelde mappen ook delen met iedereen in je thuisnetwerk. Windows heeft namelijk ook een account Iedereen. De optie Iedereen kan handig zijn als je geen zin hebt om lokale accounts toe te kennen of niet wil dat andere computer zich moeten aanmelden om toegang te krijgen tot een gedeelde map. Iedereen toegang geven doe je als volgt: klik met de rechtermuisknop op de map, kies voor Toegang verlenen tot en vervolgens Specifieke personen. In het invoerveld kun je nu Iedereen typen en daarna op de knop Toevoegen klikken. De optie verschijnt nu in de lijst. Je kunt nu ook de rechten aan alle gebruikers toekennen: lezen of lezen en schrijven. Let wel, gebruik deze optie nooit als je verbinding maakt met een openbaar netwerk en je in het Netwerkcentrum hebt aangegeven dat je bestands- en printerdeling wilt inschakelen voor dat netwerk. Iedereen die jouw computer op dat netwerk kan zien, kan dan in theorie bij de algemeen gedeelde map komen. De optie Iedereen geeft immers aan dat er geen specifiek gebruikersaccount aan de gedeelde map is gekoppeld.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.

▼ Volgende artikel
Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)
© Copyright © 2017 Michael Burrell
Huis

Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)

Tabbladen zijn handig, maar kunnen al snel uitmonden in een onoverzichtelijke wirwar. Om dat probleem aan te pakken, introduceerde Google Chrome tabgroepen: een slimme manier om je openstaande tabs te ordenen en labelen.

Wat gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je tabgroepen aanmaakt, benoemt en indeelt, zodat je browser niet langer uitpuilt. Je leert hoe je snel een nieuwe groep maakt, kleuren gebruikt om orde te scheppen en hoe je groepen verplaatst, sluit of opheft. Zo blijft je werkruimte overzichtelijk, zelfs als je tientallen tabbladen open hebt staan.

Lees ook: Trage Chrome? Zet de efficiëntiemodus uit!

Stap 1: Nieuwe groepen

Zorg eerst dat je de nieuwste versie van Chrome op je laptop hebt staan. Klik op de drie puntjes rechtsboven, kies Help / Over Google Chrome en installeer eventueel de update. Om tabbladgroepen in de vingers te krijgen, open je snel een paar tabbladen. Denk aan pagina's over hetzelfde onderwerp of project. Klik met de rechtermuisknop op een tabblad en kies Toevoegen aan een nieuwe groep.

Met de rechtermuisknop maak je een nieuwe tabbladgroep.

Stap 2: Naam en kleur

Er verschijnt een venstertje waarin je de groep een naam en kleur kunt geven. Kies een korte, herkenbare naam die het onderwerp van de groep weergeeft, zoals 'Werk', 'Recepten' of 'Vakantieplanning'. Een kleur toewijzen helpt je om snel onderscheid te maken tussen verschillende groepen. De groep verschijnt vervolgens als een gekleurde knop tussen je tabbladen. Een groot voordeel: als je op de groepsnaam klikt, worden de bijbehorende tabbladen ingeklapt, dat bespaart ruimte.

Tabbladen kun je later eenvoudig toevoegen: klik met de rechtermuisknop op het gewenste tabblad en kies de gewenste groep.

Ieder tabblad kun je snel aan een bestaande of nieuwe groep toevoegen.

Stap 3: Groep sluiten

Klik je met de rechtermuisknop op de naam van de tabbladgroep, dan krijg je andere mogelijkheden. Met de optie Nieuw tabblad in groep open je een leeg tabblad in de bestaande groep. Het is ook mogelijk om een bestaand tabblad gewoon in de groep te slepen. Kies je Groep verplaatsen naar een nieuw venster, dan opent Chrome een nieuw browservenster met daarin alle opgenomen tabbladen. Met de opdracht Groep sluiten verdwijnt de groep van je scherm. Dit doe je als je de hele groep niet meer nodig hebt en je de tabbladen niet langer wilt openhouden. Met Groep verwijderen (in sommige versies: Groep opheffen) blijven de tabbladen open, maar worden ze losgekoppeld van de groep. De kleur en de groepsnaam verdwijnen. Dit doe je als je de inhoud nog nodig hebt, maar je geen groepsindeling meer wilt.

Je kunt de groep verwijderen dan blijven de ingesloten tabbladen wel bestaan.


5x Chromebooks

Zeg je Chrome, dan denk je ook al snel aan Chromebooks. Hieronder een selectie 5 fijne modellen.

Acer Chromebook Plus 514

Compacte 14-inch Chromebook met vlotte prestaties, lichte aluminium behuizing en degelijke accuduur.

HP Chromebook x360 14b‑cd0625nd

14″ touchscreen Chromebook met 8 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor alle dagelijkse taken.

Acer Chromebook Plus 515 CB515-2H-32UH

Stevige 15,6″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel Core-i3, 8 GB RAM en 128 GB SSD, geschikt voor werk, school, surfen en media.

Lenovo IdeaPad / Slim 3 Chrome / 83BN0038MH

Compacte 14″ Chromebook met Full HD-scherm en Intel Core i3, prima voor school, mail, web en licht werk.

HP Chromebook 14a-nf0050nd

Lichte 14″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel N-processor, 4 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor internet, mail, documenten en basisgebruik op school of werk.

Ook je papieren overzichtelijk?

Berg ze op in sorteermappen