ID.nl logo
PowerPoint: zo gebruik je het om de afbeeldingen op je dia's te stylen
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

PowerPoint: zo gebruik je het om de afbeeldingen op je dia's te stylen

Bij een PowerPointpresentatie draait het vooral om je kwaliteiten als verteller, ondersteund door fris beeldmateriaal. Om te voorkomen dat je de presentatie overlaadt met lappen tekst is het verstandig om extra zorg te besteden aan het beeldmateriaal, en daarvoor heb je genoeg aan PowerPoint zelf.

In dit artikel laten we zien hoe je de afbeeldingen in je diapresentatie kunt stylen:

  • Scherpte, helderheid en contrast
  • Kleurgebruik
  • Uitsnijden en draaien
  • Achtergrond verwijderen
  • Reflectie toevoegen

Ook interessant: Zo haal je zonder kwaliteitsverlies afbeeldingen uit een presentatie

Een afbeelding zegt meer dan duizend woorden. Draag er dus zorg voor dat de plaatjes in de PowerPointpresentatie van goede kwaliteit zijn en op de juiste manier geïntegreerd zijn in de dia’s. Let daarbij vooral op stijlvastheid; laat het geen ratjetoe worden van allerlei soorten afbeeldingen.

Ideeën van Designer

Je bent aanvankelijk natuurlijk geconcentreerd op de opbouw van de presentatie, maar laat je hierbij ook inspireren door Designer. Ga naar het tabblad Ontwerpen en klik op Ontwerpideeën. Hierdoor toont dit hulpmiddel, terwijl je werkt, voortdurend voorstellen, afgestemd op de inhoud waarmee je bezig bent. Wanneer je bijvoorbeeld een foto plaatst, zal Designer een aantal suggesties tonen waardoor de afbeelding misschien beter tot zijn recht komt. En iedere keer dat je een keuze maakt, toont deze assistent verdere variaties op het thema. Op die manier kun je afbeeldingen toevoegen tot je uitkomt bij het ontwerp dat je het best bevalt.

Hier stelt Designer voor om de foto over de volledige breedte van de dia te verdelen.

Scherpte, helderheid/contrast

Nadat de afbeelding is geplaatst, kun je de scherpte en de helderheid/contrast verbeteren. Klik op de afbeelding, zodat het tabblad Afbeeldingsindeling verschijnt (dit tabblad komt uitsluitend in beeld als je een afbeelding hebt geselecteerd). Hier gebruik je de knop Correcties. In het keuzemenu bepaal je bovenaan of het plaatje moet worden verscherpt of verzacht. Daaronder pas je de helderheid en het contrast aan.

Je hoeft niet op de miniaturen te klikken om het resultaat op het grote plaatje te zien. Ga gewoon met de muisaanwijzer over de verschillende miniatuurtjes en het effect verschijnt in de dia. Deze correcties zijn stapsgewijs opgebouwd. Je gaat bijvoorbeeld van Verscherpen 25% naar Verscherpen 50%. Je hoeft je niet aan die stapjes te houden; klik op Opties voor afbeeldingscorrectie en je kunt de scherpte en helderheid traploos regelen met schuifregelaars.

In het keuzemenu zijn de correcties stapsgewijs opgebouwd.

Kleurgebruik

In het tabblad Afbeeldingsindeling vind je ook de knop Kleur. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar je kunt hiermee ook de kleur van een afbeelding volledig onderdrukken, zodat je een afbeelding in grijswaarden krijgt. In dit voorbeeld hebben we zelfs gekozen om de kleurinformatie om te zetten naar wit en zwart, wat ook wel ‘drempelwaarde instellen’ heet.

Je wijzigt de kleur van de geselecteerde afbeelding aan de hand van drie opties. Met de optie Kleurverzadiging kun je de afbeelding levendigere kleuren geven. Hoe lager de verzadiging, hoe grijzer de afbeelding wordt.

Om de ‘temperatuur’ te wijzigen, gebruik je Kleurtoon. Ga met de muisaanwijzer over een van de vooraf gedefinieerde miniaturen om de afbeelding koeler of warmer te maken. Wil je een gestileerd effect toepassen, zoals het retro sepia of het drempel-effect waarover we het daarnet hadden, dan gebruik je Andere kleuren.

Met de functie Kleuren kun je ook kleuren onderdrukken.

Artistieke effecten

Het is ook mogelijk om een foto om te zetten in een potloodschets, in een tableau met verfstreken of in een plaatje waarover een plastic folie is getrokken. Alle bewerkingen zitten onder de knop Artistieke effecten.

Je kunt snel een van de effecten uit het keuzemenu selecteren, maar nog interessanter is de opdracht onderaan in dit menu: Opties voor Artistieke effecten. Hierdoor verschijnen meer mogelijkheden in de rechterbalk, en zo kun je bijvoorbeeld bij het effect Potloodschets de doorzichtigheid en de druk van het potlood instellen. Hier vind je trouwens ook de knop om onmiddellijk een ander artistiek effect te selecteren. Je moet echter wel een keuze maken, want het is niet mogelijk om verschillende effecten over elkaar aan te brengen.

Op de rechterafbeelding hebben we het effect potloodschets toegepast. 

Voel je je creatief?

Er is zo veel leuks om te doen!

Uitsnijden

Vaak worden foto’s interessanter door de compositie aan te passen, en dat doe je met het gereedschap Uitsnijden. Ook deze knop vind je in het tabblad Afbeeldingsindeling. Wanneer je op deze knop klikt, verschijnen er rond de geselecteerde afbeelding handvaten waarmee je precies kunt aangeven hoe PowerPoint dit plaatje moet afsnijden. Klik een tweede keer op deze knop of druk op Enter om de uitsnijding te bevestigen.

Onder de knop Bijsnijden vind je twee interessante opties. Met de Hoogte-breedteverhouding kun je een van de courante verhoudingen selecteren, zoals Vierkant of 1:1, 2:3, 3:4 enzovoort. In dit voorbeeld hebben we de tweede optie gekozen: Bijsnijden naar vorm. Op die manier kom je bij alle basisvormen die dit programma rijk is: vierkanten, pijlen, hartjes, sterren en nog veel meer. Klik op zo’n vorm om die toe te passen. Klik nog een keer op het gereedschap Uitsnijden en je kunt de afbeelding in deze vorm verschuiven. Uiteraard kun je de uitgesneden vorm ook schalen.

Hier hebben we de afbeelding uitgesneden met de basisvorm Kubus.

Geef er een draai aan

Iedere afbeelding kun je snel roteren. Selecteer de afbeelding en kies de knop Draaien. Met een muisklik kun je het plaatje links- of rechtsom kantelen. Het is ook mogelijk om de afbeelding verticaal of horizontaal te spiegelen. En je kunt de afbeelding uiteraard handmatig roteren via de greep die boven aan de afbeelding verschijnt.

Gebruik je verschillende afbeeldingen op dezelfde dia, dan krijg je het mooiste resultaat als je ze allemaal in dezelfde hoek kantelt. Selecteer daarom in het keuzemenu Meer opties voor draaien. Hierdoor verschijnt in de rechterbalk het panel Afbeelding opmaken, waar je niet alleen de hoogte en breedte van iedere afbeelding numeriek ingeeft, maar ook de draaihoek tot op de graad nauwkeurig bepaalt.

Beide foto’s zijn geroteerd in een hoek van 20°.

Sneller consistent Wil je verschillende afbeeldingen met exact dezelfde afmetingen, dezelfde schaduw, in dezelfde draaihoek plaatsen, dan doe je dat het best met de opdracht Afbeelding wijzigen.

Plaats eerst één plaatje op de dia. Roteer en schaal dit, en plaats eventueel een schaduw via de knop Afbeeldingseffecten. Als je helemaal tevreden bent, dupliceer je dit plaatje met Ctrl+D.

Dupliceer dit plaatje zo vaak als je afbeeldingen nodig hebt. Daarna klik je op één van de gedupliceerde foto’s met de rechtermuisknop en kies je de opdracht Afbeelding wijzigen. In het selectiemenu kies je een van de andere foto’s en PowerPoint zal die afbeelding meteen schalen, roteren en van het juiste achtergrondeffect voorzien. Je wijzigt dus de inhoud van de afbeelding, maar je behoudt de opmaak.

Met de opdracht Afbeelding wijzigen importeer je telkens een andere foto in de ingestelde opmaak.

Achtergrond verwijderen - snel

Soms wil je het onderwerp op een afbeelding vrijmaken van de achtergrond. PowerPoint heeft daar twee tools voor. Als je klikt op de knop Kleur, zul je daar de optie Doorzichtige kleur instellen terugvinden. Deze functie is bedoeld voor egale achtergronden. De cursor wijzigt in een soort pipet waarmee je de achtergrondkleur die je wenst te verwijderen ‘opzuigt’. PowerPoint maakt hiermee de aaneensluitende secties van dezelfde tint transparant. Helaas kun je dit met deze tool niet corrigeren. Het is dus een alles-of-niets-oplossing.

In dit voorbeeld hebben we geluk, want alleen bovenaan blijven er nog secties lucht zichtbaar. We snijden die weg met het gereedschap Bijsnijden. Daarna geven we de skyline met Kleur / Andere kleuren een blauwe tint en schalen we de afbeelding zodat die over de volledige breedte van de dia kan worden uitgespreid.

Boven de automatische functie Doorzichtige kleur, onder het resultaat.

Achtergrond verwijderen – nauwkeurig

Een meer verfijnde manier om de achtergrond transparant te maken, is de tool met de veelzeggende naam Achtergrond verwijderen. Dat is de eerste knop van het tabblad Afbeeldingsindeling. Hier beschik je over twee stiften, een groene en een rode, om aan te geven welke gebieden je wilt behouden en welke gebieden je wilt verwijderen. Iedere keer dat je een groene of rode streep trekt, moet PowerPoint even rekenen welke zones het zal corrigeren.

Deze manier duurt dus langer dan de vorige techniek, maar de functie werkt wel veel nauwkeuriger dan Doorzichtige kleur instellen. Ben je klaar, dan klik je bovenaan op de knop Wijzigingen behouden. Als je de bewerkte afbeelding als een nieuw bestand wilt opslaan, klik je met de rechtermuisknop op de foto en selecteer je Opslaan als afbeelding.

Met rode en groene strepen geef je aan wat verwijderd en wat behouden moet worden.

Reflectie

Om titels en afbeeldingen iets meer stijl te geven, kun je een reflectie-effect toepassen. Selecteer eerst de afbeelding waarop je dit effect wilt zien. Je kunt desgewenst ook meerdere afbeeldingen selecteren. Daarna klik je met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer je Afbeelding opmaken. In het rechterpaneel kun je dan de gewenste reflectievoorinstelling kiezen.

Eventueel kun je ook in het tabblad Afbeeldingsindeling op Afbeeldingseffecten klikken en dan Weerspiegeling selecteren. Ga opnieuw met de muisaanwijzer over de verschillende voorinstellingen zodat PowerPoint het effect op de afbeelding kan tonen.

In het rechterpaneel kun je doorzichtigheid, de grootte, de vervaging en de afstand van de reflectie tot in detail regelen.

Hier kiezen we voor een reflectie die onderaan aansluit bij de foto.

Afbeeldingen comprimeren Door heel veel afbeeldingen toe te voegen aan de presentatie kan het PowerPoint-bestand best lijvig worden. Je kunt de diashow comprimeren of verkleinen, zodat deze soepeler zal afspelen en ook makkelijker te versturen is. Gebruik daarom afbeeldingen in het jpg-formaat. Kies alleen afbeeldingen in het png-formaat als die plaatjes een transparante achtergrond hebben. Daarna klik je op een afbeelding en in het tabblad Afbeeldingsindeling kies je Afbeeldingen comprimeren. Er verschijnt een pop-up waarin je aangeeft of alleen deze afbeelding of alle afbeeldingen verkleind moeten worden. Je kunt ook aanvinken dat de beeldinformatie van bijgesneden gebieden verwijderd mag worden. Ten slotte selecteer je de resolutie.

Door alle afbeeldingen te comprimeren, wordt de presentatie veel kleiner.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.