ID.nl logo
Node-RED: programmeren zonder coderen
© Piscine26 - stock.adobe.com
Huis

Node-RED: programmeren zonder coderen

Met Node-RED kun je allerlei apparaten en diensten aan elkaar koppelen zonder dat je daarvoor iets hoeft te programmeren. Door nodes naar een werkblad te slepen en verbindingen te leggen, bouw je in feite op een visuele manier alle logica op. Hoewel het breed inzetbaar is, gaan we het in dit artikel gebruiken als alternatief voor de automatiseringen in Home Assistant.

In dit artikel gaan we Node-RED gebruiken binnen Home Assistant. Ook geven we enkele praktische voorbeelden voor automatiseringen mee, zoals:

  • Ledstrip automatisch aan laten gaan als een deur opengaat
  • Lamp aan laten gaan bij beweging
  • Lamp vanzelf weer uit laten gaan

Lees ook: Zo automatiseer je slimme verlichting voor buiten

Ouderwets code inkloppen behoort steeds meer tot het verleden. Veel programmacode komt uit de koker van ChatGPT of Copilot. Je hoeft zelf alleen nog maar de eindjes aan elkaar te knopen. Een andere trend is het visuele programmeren, waarbij je helemaal geen programmacode meer ziet, maar bouwstenen die je op een logische manier kunt koppelen.

Node-RED is een treffend voorbeeld waarmee je kunt automatiseren aan de hand van zogenoemde flows. Hoewel het breed inzetbaar is, richten we ons in dit artikel grotendeels op het gebruik in combinatie met Home Assistant. De installatie heb je snel geregeld als je de add-on binnen Home Assistant OS gebruikt.

Desgewenst kun je het ook op andere systemen installeren. Dat kan zelfs een desktop met Windows of macOS zijn. Dat is echter niet heel praktisch als het systeem altijd actief moet zijn om je automatiseringen te laten werken. Andere installatiemethoden behandelen we hier niet, maar er zijn online genoeg aanwijzingen voor te vinden (zie kader ‘Installatie Node-RED’).

Na de installatie gaan we enkele eenvoudige automatiseringen maken en daarbij steeds meer de diepte in. Je kunt uiteraard nog steeds automatiseringen in Home Assistant maken zoals je dat gewend bent. Als je wat langer met Node-RED werkt, zul je merken dat deze tool vooral voor wat complexere automatiseringen veel praktischer is.

Installatie Node-RED Je kunt Node-RED op uiteenlopende manieren installeren. De Getting Started-gids geeft hier veel aanwijzingen voor. Op een Raspberry Pi met Raspberry Pi OS of op een server met Debian of Ubuntu raden we aan het installatiescript voor de Raspberry Pi te gebruiken. Via een parameter heb je hierbij nog invloed op de versie van Node.js. Let daar goed op, want Node-RED 4.0 zal geen Node 14.x meer ondersteunen, dat rond die tijd ook aan het einde van zijn levenscyclus is. Het is dus aan te raden om alvast Node 18.x of 20.x te gebruiken.

Op veel systemen is overigens ook een installatie via Docker mogelijk. Hier is Node.js al ingebakken. Er kunnen wel andere beperkingen zijn. Zo is het wat uitdagender om vanuit de container toegang te krijgen tot bepaalde apparaten op de host, zoals de seriële poort of de GPIO-poorten van bijvoorbeeld een Raspberry Pi.

In de Getting Started-gids vind je uiteenlopende installatiemethoden voor Node-RED.

1 Wat heb je nodig

Als je een systeem met Home Assistant OS gebruikt, kun je Node-RED eenvoudig als add-on installeren. Dit behandelen we in de volgende paragrafen. Voor dit artikel gebruiken we zelf de Odroid N2+, maar op andere systemen zal het geen problemen geven, omdat het een relatief lichte toepassing is. Voor de add-on is geen verdere configuratie nodig. Kies je voor een andere installatiemethode, dan zijn er wél extra stappen. Het is handig als je al wat integraties hebt toegevoegd aan Home Assistant, zodat je daarmee kunt oefenen.

Gebruik je niet de add-on, voeg dan de nodes voor Home Assistant apart toe.

2 Accessoires

In dit artikel richten we ons zoals gezegd op de combinatie met Home Assistant. Om wat praktische voorbeelden te kunnen maken, hebben we verschillende Zigbee-accessoires toegevoegd aan Home Assistant. Het gaat om een deur- en raamsensor, een bewegingssensor met ingebouwde lichtsensor en een schakelaar in de vorm van een tussenstekker. Verder gebruiken we een programmeerbare ledstrip met WLED-software die via wifi is aangesloten.

Voor Zigbee hebben we Zigbee2MQTT gebruikt, maar je kunt ook prima Zigbee Home Automation (ZHA) gebruiken, de directe integratie van Zigbee in Home Assistant. Dit maakt in Node-RED niet veel verschil, omdat je daarin gewoon de entiteiten van Home Assistant gebruikt, ongeacht wat daar achter zit. Een voordeel van Zigbee2MQTT is dat je er wel voor zou kunnen kiezen om Zigbee2MQTT rechtstreeks aan te spreken in Node-RED, zonder tussenkomst van Home Assistant.

We hebben diverse accessoires toegevoegd, onder meer via Zigbee2MQTT. 

3 Bibliotheek met nodes

Er is een enorme bibliotheek met nodes die je kunt toevoegen vanuit de beheeromgeving van Node-RED. De add-on voor Node-RED voor Home Assistant OS bevat de meest gangbare nodes. Ook voor Home Assistant zijn de vereiste nodes al toegevoegd en vooraf geconfigureerd. Dit neemt veel werk uit handen.

De entiteiten die in Home Assistant beschikbaar zijn, kun je direct binnen Node-RED gebruiken. Bij een installatie op een aparte server zijn wat extra configuratiestappen nodig. Zo moet je minimaal de module node-red-contrib-home-assistant-websocket toevoegen. Zodra je een van de nodes voor Home Assistant gaat gebruiken, moet je eenmalig de server met Home Assistant configureren. Hierbij heb je een toegangstoken met lange levensduur nodig, die je via je profiel in Home Assistant kunt maken.

Er is een enorme bibliotheek met nodes die je kunt installeren. 

4 Installatie add-on

Als je Home Assistant OS gebruikt, kun je de Node-RED-uitbreiding eenvoudig als add-on toevoegen onder Instellingen / Add-ons. Klik hier op Add-on winkel. Je vindt Node-RED onder het kopje Home Assistant Community Add-ons. Klik erop en kies Installeer. Zet vinkjes bij Watchdog en Weergeven in zijbalk. Klik daarna op Starten. Voor eventuele bijzonderheden kijk je op het tabblad Logboek.

Afhankelijk van je systeem kan het nodig zijn om op het tabblad Configuratie via een vinkje de optie ssl uit te zetten. Je opent Node-RED met de optie Open web-ui (op het tabblad Informatie) of rechtstreeks via de link in de zijbalk links. Het is niet nodig om in te loggen.

Als je de add-on gebruikt, hoef je Node-RED in principe niet te herstarten als je namen van entiteiten in Home Assistant wijzigt, of nieuwe entiteiten toevoegt, al kan dit eventueel wel via de add-on. Bij een installatie op een aparte server is het in zo’n geval meestal wel nodig om te herstarten.

Je kunt Node-RED als add-on installeren binnen Home Assistant OS.

5 Werking testen

Node-RED gebruikt zoals de naam al aangeeft nodes voor elk onderdeel van een automatisering. Aan de linkerkant zie je je palet met alle beschikbare nodes. Onder het kopje home assistant zie je ook nodes die specifiek zijn voor Home Assistant.

Je kunt een node naar je werkruimte slepen en verbinden met andere nodes. Om de werking te testen kun je de node events: all (onder het kopje home assistant) naar je werkblad slepen. Deze node luistert naar alle gebeurtenissen in Home Assistant. Dubbelklik vervolgens op deze node. Zorg dat onder Properties bij het veld Server de optie Home Assistant actief is. Deze hoef je als je de add-on gebruikt niet te configureren. Klik vervolgens op Done.

Als je nu op Deploy klikt, wordt de flow in werking gesteld. Als het goed is, zie je de regel onder de node events: all kort veranderen als er ook maar iets gebeurt in Home Assistant, bijvoorbeeld het schakelen van een lamp. Als je hier een debug-node aanhangt (die bespreken we in paragraaf 10 en in het kader ‘Debug-meldingen bekijken’), dan zie je dat er zeer veel berichten langskomen. Daarom zul je in de praktijk veel specifieker willen zijn.

Via een speciale node kun je de werking van Node-RED controleren.

6 Flows

Je hebt in de vorige paragraaf je eerste flow gemaakt. Aan de bovenkant zie je voor elke flow een tabblad. Via het plusteken maak je aanvullende flows en met het icoontje daarnaast kun je flows bijvoorbeeld verbergen of uitschakelen. Dubbelklik je op een flow dan kun je de naam of omschrijving veranderen of de flow verwijderen. In de zijbalk rechts kun je onder andere informatie over nodes raadplegen of onderdelen configureren.

Het is handig om je flows een logische naam te geven. Merk op dat je in de praktijk vaak meerdere (gerelateerde) automatiseringen in één flow zult opnemen om het aantal flows binnen de perken te houden.

Aan de bovenkant kun je flows maken en beheren via tabbladen.

Lees ook: Blueprints voor Home Assistant: nog gemakkelijker je huis automatiseren

7 Trigger

Binnen Home Assistant begint een automatisering met een trigger en eventuele aanvullende voorwaarden die worden getest. In Node-RED bereik je dit door de status van een bepaalde entiteit uit te lezen. Als voorbeeld willen we een ledstrip in de berging aanzetten als het luik open is. Daarvoor is het luik voorzien van een deur- en raamsensor.

We slepen eerst de node genaamd events:state naar de werkruimte. Dubbelklik op de node en vul een herkenbare naam in. Zorg dat achter Server de optie Home Assistant is geselecteerd. Bij Entity zoek je de bewuste sensor op. De sensor geeft de status on voor open en off voor gesloten. Daarom kies je bij If State de optie is met de string on.

De mogelijke statussen kun je voor elke sensor opzoeken in Home Assistant. Ga daarvoor naar Ontwikkelhulpmiddelen / Statussen en zoek de sensor op. Klik op Done als je klaar bent. Je kunt de werking controleren via Deploy. Onder de node kun je nu steeds de status (on of off) van de deursensor aflezen. Rechts van de zojuist toegevoegde node zie je twee uitgangen: de bovenste voor als de status waar is (het luik is open), de tweede voor onwaar (het luik is dicht). We gaan in de volgende paragraaf deze uitgangen gebruiken en verbinden met de gewenste acties.

Deze node controleert alleen de status van onze deursensor.

8 Service aanroepen

We kunnen nu acties toevoegen voor het aan- of uitzetten van de verlichting. De bovenste uitgang moet de lamp via een serviceaanroep aanzetten als het luik opengaat. Sleep hiervoor de node call service naar de werkruimte, rechts van de bestaande node, en verbind deze met de bovenste uitgang. Dubbelklik op de node. Kies bij Domain de optie light, bij Service selecteer je turn_on en bij Entitity zoek je de gewenste lamp op. Je kunt onder Data extra opties of ‘properties’ meegeven, zoals kleur en helderheid. Als je naar onderen bladert, zie je hier suggesties voor. Je kunt ook de ontwikkelhulpmiddelen van Home Assistant gebruiken om waarden te achterhalen voor bijvoorbeeld kleur en helderheid (zie kader ‘Ontwikkelhulpmiddelen Home Assistant’). Als voorbeeld kiezen we bij Data de optie JSON en vullen het volgende in:

{"transition":"3","rgb_color":[127,172,255],"brightness_pct":"100"}

Klik op Done. Sleep nu een tweede node call service naar je werkruimte en sluit die op de tweede uitgang aan. Herhaal de stappen, maar kies nu bij Service uiteraard turn_off. Gebruik voor een rustige overgang eventueel onderstaande JSON-code achter Data.

{"transition":"3"}

Klik tot slot op Deploy om je automatisering in werking te stellen.

Door de service aan te roepen schakelen we de lamp met een bepaalde kleur.

Ontwikkelhulpmiddelen Home Assistant Met de ontwikkelhulpmiddelen van Home Assistant kun je vooraf alvast onderzoeken op welke manier je een service moet aanroepen. Dit helpt je bij het opstellen van je acties in Node-RED. Voor de ledstrip kun je bijvoorbeeld een gewenste kleur en helderheid meegeven. Het kan lastig zijn om de waarde voor een bepaalde kleur te vinden. Wat je kunt doen, is de lamp instellen via de beheeromgeving. De waarde kun je dan aflezen onder Ontwikkelhulpmiddelen / Statussen.

In ons voorbeeld kiezen we voor een rustige overgang (transition) en bepaalde RGB-kleur en helderheid. De RGB-kleur zijn drie gehele getallen tussen 0 en 255 die de waarden rood, groen en blauw vertegenwoordigen. We kozen lichtblauw (127, 172, 255). Voor de helderheid kiezen we 100 procent. De serviceaanroep kun je oefenen in Home Assistant onder Ontwikkelhulpmiddelen / Services. Kies bijvoorbeeld de service light.turn_on om een lamp aan te zetten. Klik dan op Entiteit kiezen en selecteer de entiteit, in ons voorbeeld light.wled. Je ziet dat je voor deze entiteit nu ook de extra details op kunt geven, waaronder de gewenste RGB-kleur en helderheid.

Via de ontwikkelhulpmiddelen kun je oefenen met serviceaanroepen.

9 Lamp aan bij beweging

In dit tweede voorbeeld gaan we de bewegingssensor gebruiken. We willen een lamp aanzetten bij beweging en vervolgens na een bepaalde periode weer uitzetten. Er zijn meerdere manieren om dit op te lossen.

We beginnen met een node events:state voor de statusverandering van de bewegingssensor. Die sensor geef na een detectie de status on. Daarom zoek je bij Entity de bewegingssensor op en kies je bij If State de optie is met de string on. Voeg een node call service toe, zoals uitgelegd in de vorige paragraaf, om de lamp aan te zetten. Sleep dan een node delay naar je werkruimte. Deze node geeft in feite een bericht na een instelbare vertraging door aan de volgende node. Als voorbeeld kiezen we een vertraging van vijf minuten. Voeg tot slot weer een node call service toe. Deze moet de lamp uitzetten na de gekozen vertraging.

Verbind alle nodes met elkaar en test de werking. Er is één praktische beperking: na bewegingsdetectie wordt de lamp na de gekozen vertraging uitgezet, óók als er binnen die periode nog een keer iemand langs de bewegingssensor loopt. Liever wil je dat de lamp aan blijft en pas vijf minuten na de laatste detectie uitgaat. We zullen twee methoden laten zien om dat op te lossen.

Deze flow zet een lamp vijf minuten aan na detectie van beweging.

10 Trigger met vertraging

Bij de eerste methode voegen we zoals eerder de node events:state voor de bewegingssensor toe. Voeg vervolgens de node genaamd trigger toe. Deze vind je onder het kopje function. Voeg als laatste weer een node call service toe voor het aan- of uitzetten van de verlichting. Dubbelklik op de node trigger en vul bij Send de onderstaande regel in (dit is de serviceaanroep voor het aanzetten van de lamp).

{"service": "turn_on"}

Kies bij then de optie wait for. Vul dan de tijd in (bijvoorbeeld twintig seconden of wederom vijf minuten). Zet een vinkje bij extend delay if new message arrives. Dit zorgt ervoor dat de tijd steeds opnieuw ingaat na een detectie door de bewegingssensor. Bij then send vul je de serviceaanroep voor het uitzetten van de lamp in:

{"service": "turn_off"}

Bij het zoeken naar fouten is het handig om de node debug te gebruiken, zoals we in dit voorbeeld doen (zie de afbeelding). Deze node kun je met een uitgang verbinden, om te zien welke berichten daar passeren (zie kader ‘Debug-meldingen bekijken’).

Bij deze automatisering zetten we de lamp via een trigger uit en voegen we voor het debuggen van de flow een speciale node toe.

Debug-meldingen bekijken Om Node-RED beter te begrijpen, is het erg nuttig om een debug-node aan een uitgang te hangen. Je kunt er ook meerdere gebruiken en ze een eigen naam geven. In paragraaf 10 hebben we drie nodes van dit type gebruikt die we debug 1, debug 2 en debug 3 noemen. Je ziet nu steeds bij welke node een bericht hoort.

In de zijbalk rechts kun je de berichten bekijken die deze nodes ontvangen. Deze zijbalk kun je met Ctrl+Spatie tonen of verbergen. Open dan het venster Debug messages (of Ctrl+G en dan D). Selecteer in dit venster de filteroptie current flow om alleen de berichten voor de huidige flow te kunnen zien. Via het prullenbakicoontje kun je eventueel het venster leegmaken, zodat je alleen nieuwe meldingen te zien krijgt.

11 Extra node toevoegen

Een andere manier om de bewegingsdetectie te verbeteren, is het toevoegen van een tweede node die actief wordt als er een bepaalde tijd geen beweging is, zoals vijf minuten of twintig seconden (de duur bepaal je zelf). De eerste node events:state gebruiken we ook, nu voor de detectie van beweging waarbij de sensor een on-status geeft. De tweede events:state-node zet je eronder. Deze wacht gedurende de ingestelde tijd tot er geen beweging is gedetecteerd. Bij de configuratie van deze tweede node kies je bij If State de optie is met de optie string en de waarde off. Bij For kies je de gewenste tijd, in dit voorbeeld vijf minuten. De bovenste node zet de lamp aan bij beweging, de onderste zet de lamp uit als er niets is gedetecteerd, ofwel: na vijf minuten lang de status off te hebben.

In deze flow hebben we een extra node toegevoegd voor de bewegingssensor.

12 Conditie toevoegen

Je kunt relatief eenvoudig extra condities toevoegen aan de bovenstaande flow, zodat de lamp bijvoorbeeld alleen aan wordt gezet als deze uit staat en als het donker is. In het voorbeeld testen we eerst of de lamp aan is, met een node van het type current state. We gebruiken de tweede uitgang (lamp is uit). Deze node zorgt dat er niet onnodig wordt geschakeld. Daarachter voegen we een tweede node toe, ook van het type current state, die test of het donker is. Merk op dat onze bewegingssensor zelf deze helderheid rapporteert via een sensor. Voor deze node kiezen we bij If State het kleiner-dan-teken (<), en dan de optie number met het gewenste helderheidsniveau (hier kiezen we 600 lux). Bij het ontwerpen zul je merken dat je een node gewoon tussen bestaande nodes kunt slepen, waarbij automatisch de verbindingen worden gemaakt.

We testen in deze flow of de lamp al aan staat en of het donker is.

13 Schakelen op tijd

Wil je schakelen op tijd of herinneringen versturen op vaste tijden, dan komt de node bigtimer goed van pas. Je kunt het zien als een tijdschakelaar die een aan- of uitsignaal geeft. Bij de add-on is deze module al toegevoegd, bij een aparte installatie van Node-RED kun je hem toevoegen via het menu, onder Manage palette / Install.

Bij de configuratie van deze node geef je bij On Time en Off Time aan wanneer de schakelaar een aan- en uitsignaal moet sturen. Bij On Msg vul je on in en bij OFF Msg de waarde off. Er is één uitgang (one-off message) die je aansluit op een node van het type switch. We gaan in het grote vak twee uitgangen toevoegen voor de berichten on en off. Vul bij de eerste uitgang de string on in. Voeg met add een tweede uitgang toe met de string off. De twee uitgangen kun je nu gebruiken voor het aan- en uitzetten van een lamp.

We voegen twee uitgangen toe aan de node van het type switch.

14 Schakelen met de zon

Naast een specifieke tijd kun je bij de node bigtimer ook kiezen voor onder andere Sunset (zonsondergang) of Sunrise (zonsopgang) om te schakelen aan de hand van de stand de zon. Bij de velden On Offset en Off Offset kun je bovendien een offset invullen, om verlichting bijvoorbeeld een uur voor zonsondergang in te schakelen. Voor correcte tijden voor zonsondergang en -opgang moet je de velden Latitude en Longitude invullen. In Home Assistant vind je deze door onder Ontwikkelhulpmiddelen / Statussen te zoeken naar zone.home.

De node bigtime kan ook schakelen als de zon onder is.

Voor een uitgebreider artikel over hoe je je huis samen laat werken met de zon, lees je: Zo laat je je huis reageren op de zon

Importeren en exporteren Als je gaat oefenen met Node-RED zul je vaak gebruikmaken van voorbeelden die je op internet tegenkomt. Node-RED biedt een handige import- en exportvoorziening voor zulke voorbeelden. Hiervoor open je het menu via de drie streepjes rechtsboven. Kies dan Import (Ctrl+I) of Export (Ctrl+E). Voorbeelden die je hebt gekopieerd, kun je importeren vanaf je klembord onder Clipboard. Daarna pas je ze uiteraard voor jouw situatie aan.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.