ID.nl logo
Netwerkproblemen? Analyseer ze met Wireshark
© pingingz - stock.adobe.com
Huis

Netwerkproblemen? Analyseer ze met Wireshark

Als je netwerk ineens slecht presteert, je verdacht netwerkverkeer vermoedt of simpelweg geïnteresseerd bent in de data die via je netwerkverbindingen stromen, kan Wireshark uitkomst bieden. Deze zeer populaire netwerkprotocol-analyzer legt datapakketten van netwerkverbindingen vast en analyseert deze, zodat je netwerkverkeer kunt monitoren en onderzoeken. Het is handig als je al enige kennis hebt van netwerkprotocollen.

In dit artikel laten we zien hoe je met Wireshark je netwerkverkeer kunt analyseren.

  • Doorvoersnelheid meten
  • Vertraging (latentie) meten
  • Hoeveelheid netwerkverkeer inzien
  • Verdachte poort identificeren
  • Controleren of je computer privacygevoelige informatie uitstuurt

Lees ook: Computerproblemen? Zo diagnosticeer je wat er loos is

1 Installatie

Wireshark is gratis en opensource en beschikbaar voor diverse platformen. Bij de installatie laat je de standaardopties, inclusief de installatie van API Npcap (versie 1.78, zie www.npcap.com) het best staan. Zet voor diepgaandere analyses van draadloos verkeer ook een vinkje bij Support raw 802.11 traffic (and monitor mode) for wireless adapters.

Let wel, Wireshark kan zonder aanvullende maatregelen (zoals pre-master secret of port mirroring) geen versleutelde datapakketten ontsleutelen en vangt alleen data op die direct van of naar het apparaat gaat waarop Wireshark draait.

2 Netwerkinterfaces

Bij het starten van Wireshark zoekt de app automatisch naar lokale netwerkinterfaces. Je kunt filteren op verschillende soorten interfaces, bijvoorbeeld Wired en Virtual, via het uitklapmenu bij All interfaces shown. Selecteer de gewenste interface door erop te dubbelklikken, bijvoorbeeld Ethernet of Wi-Fi.

Het commando ipconfig kan helpen bij het kiezen van de juiste adapter. Je belandt nu in het hoofdvenster waar het ‘packet sniffing’ al bezig is. Je kunt dit proces stoppen via Capture / Stop en hier ook weer herstarten. Het is mogelijk pakketten van een vorige sessie te bewaren. Deze sessiebestanden kun je later laden met File / Open.

3 Vensters en kleuren

In het venster Packet list worden de opgevangen pakketten getoond, standaard in chronologische volgorde. Dit omvat het bron- en doeladres, het netwerkprotocol en diverse technische details.

Het venster Packet details biedt gestructureerde informatie over het geselecteerde pakket, opgebouwd uit verschillende protocol lagen. In het venster Packet bytes zie je de daadwerkelijke data van het pakket, zowel in hexadecimale als ASCII-vorm.

Deze vensters kun je (de)activeren via het menu View. Hier vind je ook Coloring Rules, wat inzicht geeft in de kleurcoderingen van de pakketlijst. Deze regels zijn aanpasbaar en je kunt er ook nieuwe aan toevoegen.

4 Opvangfilters

Voordat we typische toepassingen van Wireshark behandelen, is het belangrijk dat je bekend bent met de voornaamste filteropties. Een standaard sessie genereert namelijk vaak een enorme hoeveelheid data. Met opvangfilters kun je deze al bij de bron beperken. Ga naar Capture / Options, kies een of meerdere netwerkinterfaces en klik op het groene blokje bij Capture filter for selected interfaces voor voorbeeldfilters. Om bijvoorbeeld enkel TCP-pakketten op te vangen, selecteer je simpelweg (TCP only:) tcp. Je kunt ook eigen filters instellen, zoals port 80 or port 443 om enkel TCP/UDP-verkeer op poort 80 of 443 te filteren. Klik op het kruisje om het filter weer weg te halen.

5 Weergavefilters

Gebruik alleen opvangfilters als Wireshark moeite heeft met het verwerken van het netwerkverkeer, wat blijkt uit het percentage Dropped in de statusbalk. Meestal werken weergavefilters beter: Wireshark vangt alle pakketten op, maar je filtert specifieke data uit de pakketlijst. Maak een filter in het veld boven de pakketlijst. Dat kan op protocol (ARP, IP, IPV6, TCP) en applicatie (DNS, HTTP, ICMP). Ook complexe filters zijn mogelijk, zoals: ip.addr == 192.168.0.0/24, http contains "GET", tcp.srcport != 80, of http.response.code == 404. Via het kruisknopje haal je een actief filter weer weg. De statusbalk vertelt je hoeveel pakketten er daadwerkelijk worden getoond.

OSI-model Om de grote hoeveelheid data die Wireshark produceert goed te begrijpen, is degelijke kennis van netwerkprotocollen essentieel. De tabel toont het zogeheten OSI-model (Open Systems Interconnection) met de zeven lagen, met een functiebeschrijving, enkele typische protocollen en aanvallen. De tabel geeft inzicht in hoe de protocollen functioneren binnen de verschillende lagen van netwerkcommunicatie. Wireshark is vooral nuttig binnen de data linklaag (zoals ethernet-frames), netwerklaag (zoals ip-pakketten) en transportlaag (zoals TCP- en UDP-segmenten), maar de tool biedt tevens inzicht in protocollen van hogere lagen (presentatie en applicatie), zoals voor http- en DNS-verzoeken.

Over filteren gesproken

Een schone lucht is ook belangrijk

6 Alternatieve filters

Er zijn andere manieren om data te filteren. Als je bijvoorbeeld met rechts klikt op een ip-adres in de kolom Destination en kiest voor de optie Apply as filter / Not selected, dan krijg je !(ip.dest == <ip-adres>). Met de operatoren and, or, not and, or not kun je nog verder bouwen op een al bestaand filter. Als je denkt een filter vaker te gebruiken, activeer het dan en klik op het plusknopje Add as display filter button, naast de (groene) filterregel. Typ een beknopt tekst in het veld Label en bevestig met OK. Het filter verschijnt nu als een knop. Klik er met rechts op om het uit te schakelen, te verwijderen of te bewerken.

7 Ordenen

Naast de verschillende filtermethodes, is het ook nuttig om te weten hoe je data zinvol kunt sorteren en ordenen. Een eenvoudige manier is door een- of tweemaal op een kolomtitel te klikken, waardoor de data volgens dat criterium gesorteerd worden. Je kunt ook zelf extra kolommen toevoegen: klik bijvoorbeeld in het venster met pakketdetails met rechts op een interessant item (zoals Destination Port in de sectie Transmission Control Protocol) en selecteer ApplyasColumn in het contextmenu. Er verschijnt een extra kolom, wat het sorteren vereenvoudigt. Om een kolom te verwijderen, klik je met rechts op de kolomtitel en verwijder je het vinkje of klik je op Remove this Column.

8 Doorvoersnelheid

Nu je vertrouwd raakt met Wireshark, haal je er allerlei nuttige informatie uit, zoals de daadwerkelijke snelheid van een specifieke verbinding. Stel, je wilt de doorvoersnelheid weten tijdens het downloaden van een groot bestand van een server. Begin met het vastleggen van deze netwerkverbinding in Wireshark. Na afloop ga je naar Statistics / Capture File Properties voor uitgebreide informatie, waaronder het tijdstip van het eerste en laatste pakket, en het aantal weggevallen en eventueel gefilterde pakketten. Onderaan vind je de bandbreedte of netwerkcapaciteit, uitgedrukt in (mega)byte en bit per seconde.

9 Vertragingen

Bij het analyseren van netwerkprestaties zijn zowel doorvoersnelheid als latentietijd belangrijk. Latentietijd (ook bekend als latency in het Engels) is de periode die een datapakket nodig heeft om van zender naar ontvanger te reizen. Voor inzicht in eventuele vertragingen voeg je de extra kolom Delta time toe. Deze toont het interval tussen de aankomst van opeenvolgende pakketten. Ga naar Edit / Preferences, klik op Appearance / Columns en voeg een kolom toe met het plusknopje. Dubbelklik op (Number) en kies voor Delta time. Dubbelklik eventueel op de titel om de naam aan te passen. Klik in de pakketlijst op deze kolomtitel om de datapakketten volgens de deltatijden te sorteren.

10 Druk verkeer

Indien je vermoedt dat er ongewoon veel netwerkverkeer is, open dan Statistics / Protocol Hierarchy. Hier zie je per protocol en applicatie de hoeveelheid verkeer. Niet-herkende protocollen of applicaties verschijnen onder de categorie Data. Om een specifiek item nader te onderzoeken, klik je er met rechts op en selecteer je Apply as Filter /Selected. Vervolgens kun je rechtsklikken op een pakket in de pakketlijst en Follow / TCPStream kiezen om de inhoud van de communicatie te analyseren. Het venster met de pakketbytes kan ook van pas komen bij deze analyse.

11 Verdachte poort

Stel dat je merkt dat je pc meerdere keren probeert een specifieke poort te bereiken. Om dit nader te bekijken, stel je via de pakketdetails bij TransmissionControl Protocol het item Destination Port in als weergavefilter. Om te achterhalen welke applicatie op je pc deze poort gebruikt, gebruik je de Opdrachtprompt van Windows. Deze opdracht toont alle verbindingen gerelateerd aan de poort:

netstat -aon | findstr :<poortnummer>

De laatste kolom toont het PID (Process-ID). Open Taakbeheer met Windows-toets+R, kies Processen en sorteer op de PID-kolom om de applicatie te identificeren.

12 Host-identificatie

Wireshark toont standaard ip-adressen, maar je kunt ook kiezen voor het weergeven van de bijbehorende hosts of domeinnamen. Ga naar Edit / Preferences en selecteer Name Resolution. Activeer hier Resolve network (IP) addresses. Zorg dat Enable IPgeolocation is ingeschakeld om, na het downloaden van geolocatiedatabases, de fysieke locaties van hosts te achterhalen (zie stap 13). Een overzicht van de vastgestelde hostnamen vind je onder Statistics / Resolved Addresses, waar je eventueel Hosts selecteert.

Studiemateriaal Je hebt tijd en oefening nodig om een krachtige tool als Wireshark onder de knie te krijgen. Er zijn gelukkig veel hulpbronnen online beschikbaar. Op YouTube vind je talrijke instructieve video’s, zoals de Wireshark Masterclass, bestaande uit tien lessen van elk ongeveer tien minuten. Wireshark Wiki biedt eveneens waardevolle informatie, inclusief een link naar een pagina met honderden verschillende traceerbestanden voor uiteenlopende protocollen. Deze kun je eenvoudig downloaden en importeren in Wireshark.

13 Ip-geolocatie

Voor het tonen van geolocatie in Wireshark zijn geolocatiedatabases nodig. De gratis (maar iets minder nauwkeurige) versies vind je op deze pagina. Na het aanmaken van een account download je de GeoLite2 Country- en City-databases en pak je ze uit naar twee mmdb-bestanden in dezelfde map. In Wireshark ga je naar Edit / Preferences /Name Resolution, klik op Edit bij MaxMind database directories en verwijs via de plusknop en Browse naar je uitpakmap. Herstart Wireshark, ga naar Statistics /Endpoints en open het tabblad IPv4 (of IPv6). Druk op de Map-knop en kies Open inbrowser om de locaties op kaart te bekijken.

14 Toegangsgegevens

In toenemende mate is netwerkverkeer standaard versleuteld, maar sommige protocollen, zoals FTP of POP3 (zonder extra beveiliging), verzenden toegangsgegevens ook niet-versleuteld. Om te controleren of er in jouw netwerkverkeer dergelijke privacygevoelige informatie wordt verstuurd, hoef je in Wireshark enkel het menu Tools te openen en Credentials te selecteren. Hier worden gevonden items weergegeven, inclusief het aanklikbare pakketnummer (waar je inderdaad de naam en/of het wachtwoord ziet staan) evenals het gebruikte protocol. Wellicht hoogtijd om een veiliger protocol in te zetten voor de authenticatie.

15 Referentiedata

Het is gebruikelijk Wireshark te starten voor het troubleshooten van netwerkproblemen. Voor belangrijke apparaten, zoals servers, is het raadzaam om zogenoemde baselines aan te maken. Dit zijn referentie-traceerbestanden die je helpen bij het diagnosticeren van netwerkproblemen. Het kan zelfs handig zijn om verschillende baselines voor één apparaat te maken. Denk bij een server bijvoorbeeld aan het opstarten en tijdens normaal gebruik. Leg in gewone omstandigheden van belangrijke apparaten dus telkens ander, specifiek netwerkverkeer vast en sla dit telkens op via File / Save.

16 Vergelijken

Loop je tegen problemen aan, dan kun je een opgeslagen baseline vergelijken met de huidige situatie. Dat kan in hetzelfde scherm door beide bestanden tegelijkertijd te openen. Om bestanden te vergelijken, open je een bestand met File / Open en voeg je een tweede toe met File / Merge. In het dialoogvenster kies je de samenvoegmethode: Prepend, Merge […] chronologically (standaard), of Append. Bij Prepend wordt het tweede bestand voor het huidige bestand gezet, bij Append achter het huidige bestand en door te kiezen voor Merge worden beide bestanden chronologisch door elkaar gezet.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!