ID.nl logo
Zo maak je met ESPHome apparaten geschikt voor je smarthome
© Anton - stock.adobe.com
Huis

Zo maak je met ESPHome apparaten geschikt voor je smarthome

ESPHome is een handig programma om je eigen smarthome-apparaten te maken die met Home Assistant kunnen communiceren. Oorspronkelijk werden alleen ESP8266- en ESP32-microcontrollerbordjes ondersteund, maar ondertussen zijn ook de Raspberry Pi Pico W en andere bordjes met de RP2040-microcontroller hiervoor geschikt.

In dit artikel gaan we aan de slag met ESPHome op een Raspberry Pi Pico W en laten we zien waarop je zoal moet letten:

  • ESPHome installeren op Raspberry Pi
  • Led laten knipperen
  • Led van kleur laten veranderen
  • I2C-sensor aansluiten (voor bijvoorbeeld temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdruk)

Ook interessant: Zo breid je met microcontrollers je computer uit met extra functies

Code downloaden In dit artikel worden wat voorbeelden van stukken code gegeven. Omdat overtikken van code erg foutgevoelig is, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand esphomecode.txt voor de stukken code die in dit artikel genoemd worden.

Met ESPHome, van de makers van het opensource-domoticaproject Home Assistant, maak je je eigen smarthome-apparaten met een ontwikkelbordje en wat sensoren, drukknoppen of leds. In tegenstelling tot andere oplossingen, zoals Arduino of MicroPython, hoef je met ESPHome niet te programmeren, maar definieer je de verschillende aangesloten elektronische componenten en hun gedrag in een configuratiebestand dat het YAML-formaat volgt. ESPHome genereert dan hieruit de programmacode, compileert die tot een firmwarebestand en installeert dat op het apparaat.

Je hebt allereerst een ondersteund ontwikkelbordje nodig of een commercieel product waarin een ondersteunde chip zit. ESPHome is, zoals de naam al aangeeft, oorspronkelijk ontwikkeld voor Espressifs ESP8266- en ESP32-microcontrollers. Sinds ESPHome 2022.11 is ook de RP2040 ondersteund, de chip in de populaire Raspberry Pi Pico W. Nog niet alles wat met Espressifs-chips werkt, functioneert op de RP2040. Er zijn ook minder voorbeeldconfiguraties voor de RP2040 te vinden. Vandaar dat we je in dit artikel hiermee op weg helpen.

1 ESPHome installeren

Er zijn diverse manieren om ESPHome te installeren: als Python-pakket, als Docker-image of als Home Assistant-add-on. We gaan hier uit van die laatste manier, die de beste integratie met Home Assistant biedt. Bovendien ondersteunt de wizard op de opdrachtregel op het moment van schrijven nog niet de RP2040. Het dashboard werkt ook wel op de opdrachtregel, maar de add-on biedt net iets meer integratie met Home Assistant.

Ga in de webinterface van Home Assistant in de linkerzijbalk naar Instellingen / Add-ons en klik dan rechts onderaan op Add-on Winkel. Klik op ESPHome en dan op Installeer. Nadat de add-on is geïnstalleerd, schakel je Start bij opstarten in, zodat de add-on automatisch samen met Home Assistant zelf opstart. Schakel ook Weergeven in zijbalk in. Je kunt dan altijd eenvoudig het dashboard van ESPHome openen door in de zijbalk op ESPHome te klikken.

Installeer de add-on van ESPHome in Home Assistant.

Raspberry Pi Pico W

Die heb je nodig voor dit project!

2 Apparaatconfiguratie aanmaken

Als je het dashboard hebt geopend, klik je rechtsonder op New device en vervolgens op Continue. Geef je apparaat een naam, klik op Next en kies als apparaattype Raspberry Pi Pico W. ESPHome maakt nu een minimale configuratie en toont een encryptiesleutel om de communicatie met Home Assistant te versleutelen. Die vinden we later ook in de configuratie terug, dus negeer dit gerust. Klik tot slot op Install.

ESPHome biedt verschillende manieren aan om de firmware op je Raspberry Pi Pico W te installeren, maar niet alle manieren zijn altijd mogelijk. Omdat er nog geen ESPHome-firmware op je Raspberry Pi Pico W staat, is de eerste methode (via wifi) nog niet mogelijk. De optie Plug into the computer running ESPHome Dashboard is om dezelfde reden ook niet beschikbaar. Je kunt echter altijd kiezen voor Manual download. Deze optie geeft je instructies over hoe je de installatie moet uitvoeren. Ondertussen genereert ESPHome de firmware, wat overigens een hele tijd kan duren als je Home Assistant op een Raspberry Pi draait.

Kies hoe je de firmware op je Raspberry Pi Pico W installeert.

3 Firmware installeren

Koppel je Raspberry Pi Pico W los van de usb-poort van je computer, houd de BOOTSEL-knop ingedrukt terwijl je het bordje opnieuw aansluit en laat dan de knop weer los. Hierdoor verschijnt er een schijf met de naam RPI-RP2 in je bestandsbeheerder. Klik in het ESPHome-dashboard op Download project en sleep het .uf2-bestand naar de schijf in je bestandsbeheerder. Zodra de schijf verdwijnt, draait je Raspberry Pi Pico W de ESPHome-firmware en kun je op Close klikken.

Als je nu in het dashboard van ESPHome op Logs klikt bij het kadertje van je Raspberry Pi Pico W-configuratie, zie je de logs die het bordje uitstuurt, naar keuze via usb of wifi. En met een klik op Edit bekijk je de standaardconfiguratie die ESPHome voor je apparaat heeft aangemaakt.

Download de firmware de eerste keer handmatig als .uf2-bestand.

Wat werkt er nog niet? De ondersteuning van de RP2040 in ESPHome is nog relatief nieuw. Daardoor werkt sommige functionaliteit die je als vanzelfsprekend zou beschouwen op de ESP8266 en ESP32 nog niet. We beschrijven hier de toestand in ESPHome 2023.8. Mogelijk is de ondersteuning al uitgebreid tegen dat je dit leest. De belangrijkste functionaliteit die je moet missen, is MQTT en bluetooth low-energy.

Op RP2040-microcontrollerbordjes met een andere wifi-chip dan die van de Raspberry Pi Pico W is ook geen wifi ondersteund, wat ze heel wat minder nuttig maakt. En wat wel werkt, is natuurlijk minder lang getest dan op de ESP8266 en ESP32. Desondanks is ESPHome al heel bruikbaar op de Raspberry Pi Pico W.

4 Led knipperen

Het eerste wat je weleens zult willen doen met een Raspberry Pi Pico W, is de ingebouwde led gebruiken, bijvoorbeeld om je iets te melden. Dat kan in ESPHome met de component output van het platform gpio waarvoor je het juiste pin-nummer instelt. Voor de Raspberry Pi Pico (de versie zonder wifi) is de ingebouwde led aangesloten op GPIO25. Bij de Raspberry Pi Pico W is de ingebouwde led aangesloten op de wifi-chip, de Infineon CYW43439. ESPHome definieert hiervoor een pseudo-pin, GPIO32. Maar het programma definieert ook een alias LED die op beide bordjes naar het juiste pinnummer verwijst.

Open dus de configuratie van je Raspberry Pi Pico W in het dashboard met een klik op Edit bij het kadertje en voeg aan het einde de volgende YAML-code toe:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Dit definieert een uitvoer met id genaamd led die naar de ingebouwde led verwijst, en elke seconde de led een halve seconde inschakelt en een halve seconde uitschakelt. Let op dat je de spaties van de inspringingen correct overneemt, want daarvoor is YAML zeer gevoelig. Klik bovenaan rechts op Install en kies Wirelessly om de nieuwe firmware via wifi op je Raspberry Pi Pico W te installeren.

Nadat ESPHome op je Raspberry Pi Pico W staat, kun je updates van je firmware via wifi installeren.

5 Led dimmen

Met een GPIO-uitvoer kun je een GPIO-pin aan- of uitzetten door er een spanning van 3,3 V respectievelijk 0 V (GND) op te zetten. Dat zal een erop aangesloten led dus ontsteken respectievelijk doven. Maar met PWM (pulse-width modulation) kun je een deel van de tijd 3,3 V en een deel van de tijd 0 V op de pin zetten. Door de verhouding tussen beide tijden te variëren, zal een aangesloten led zwakker of sterker schijnen. Zo kun je dus een led dimmen.

De ingebouwde led van de Raspberry Pi Pico W ondersteunt geen PWM, maar als je op elk van de andere GPIO-pinnen een led aansluit, kun je die dimmen. Steek je Raspberry Pi Pico W hiervoor in een breadboard en sluit de anode (het langere pootje) van een led op GPIO15 van de Raspberry Pi Pico W aan. Verbind dan de kathode (het kortere pootje) via een weerstand van 220 Ω met een van de GND-pinnen van de Raspberry Pi Pico W. Voeg dan de volgende code aan je ESPHome-configuratie toe (en verwijder de vorige code voor de ingebouwde led):

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Sluit een led aan op GPIO15 om deze te kunnen dimmen.

Dimmen vanuit Home Assistant

Sluit je Raspberry Pi Pico W nu weer via usb aan. Nadat je deze firmware hebt geïnstalleerd, is het tijd om je ESPHome-apparaat aan Home Assistent toe te voegen. Normaal gesproken krijg je linksonder bij Meldingen al een melding dat Home Assistant een nieuw apparaat van het type ESPHome heeft ontdekt. Klik op Check it out en daarna in het kader van het ontdekte apparaat op Configureren. Bevestig dat je het apparaat wilt toevoegen. Daarna vind je hem bij de apparaten van Home Assistant en kun je de led met de schuifbalk dimmen.

Dim de led in het dashboard van Home Assistant.

7 Ledstrip

ESPHome ondersteunt al even adresseerbare ledstrips met RGB-leds, zoals de NeoPixels. Maar de componenten NeoPixelBus en FastLED die het daarvoor gebruikt op een ESP8266 en ESP32 werken niet op een RP2040. Daarvoor gebruik je bij een Raspberry Pi Pico W een component light met het platform genaamd rp2040_pio_led_strip, dat gebruikmaakt van PIO (Programmable Input Output) op de RP2040. Zo stuur je bijvoorbeeld een ledstrip met acht WS2812B-leds aan op pin 15:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Ontkoppel je Raspberry Pi Pico W en verwijder eventueel aangesloten componenten. Verbind dan de pin DIN of DI van de ledstrip met GPIO15 van de Raspberry Pi Pico W, GND met GND en de voedingspin (in ons voorbeeld als 4-7VDC aangeduid) met de pin VBUS van de Raspberry Pi Pico W (daarop staat 5 V van de usb-aansluiting). Sluit dan je Raspberry Pi Pico W weer aan en schrijf de firmware erheen. Je kunt nu de kleuren van de ledstrip in Home Assistant aansturen.

Sluit de pinnen van je NeoPixel-ledstrip correct aan.

Lees ook: Ledstrips voor buiten

Aan de slag met programmeerbare buitenverlichting

8 I²C-apparaten

Iets anders waar je bij de Raspberry Pi Pico W zeker rekening mee dient te houden, is de I²C-bus. Heel wat componenten sluit je aan via I²C. Die gebruiken naast een voedingspin en GND twee pinnen: SDA om data uit te wisselen en SCL voor een kloksignaal. Maar ESPHome ondersteunt alleen I²C op pinnen die als I2C0 zijn aangeduid op de pinout. Dat betekent dus dat alleen de volgende combinaties bruikbaar zijn voor SDA/SCL: GPIO0/GPIO1, GPIO4/GPIO5, GPIO8/GPIO9, GPIO12/GPIO13, GPIO16/GPIO17 of GPIO20/GPIO21.

De meeste pinnen op de Raspberry Pi Pico W kun je voor meerdere doeleinden gebruiken. Omdat GPIO20/GPIO21 alleen voor I2C0 SDA/I2C0 SCL zijn aangeduid en geen alternatieve functies hebben, zijn deze aan te raden als je I²C op de Raspberry Pi Pico W wilt gebruiken. Zo houd je de andere pinnen vrij voor andere mogelijke doeleinden.

Let op: ESPHome zal niet opstarten wanneer je niet-ondersteunde I²C-pinnen definieert. Je kunt de firmware in dat geval ook niet meer via wifi of usb updaten. Ben je in deze ongelukkige situatie verzeild geraakt, voer dan een handmatige update uit via het .uf2-bestand met een correcte configuratie. Daarna start ESPHome wel weer op.

Gebruik in ESPHome alleen de I²C-pinnen die als I2C0 zijn aangeduid.

9 I²C-sensor aansluiten

Als voorbeeld van het gebruik van I²C sluiten we een BME280-sensor aan, die de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdruk meet. Ontkoppel je Raspberry Pi Pico W en sluit SDA van de sensor op GPIO20 aan (let op: in de Adafruit-versie van het BME280-sensorbordje SDI genoemd), SCL op GPIO21 (bij Adafruit SCK genoemd), GND op GND en VIN op 3V3. Voeg dan de volgende ESPHome-configuratie toe:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Hoe gezond is jouw omgeving?

Je meet het met een luchtkwaliteitsmeter

Het adres is 0x77 voor het Adafruit-BME280-sensorbordje. Heb je een BME280-sensorbordje van een andere fabrikant, dan is het adres waarschijnlijk 0x76. Installeer deze firmware op je Raspberry Pi Pico W en bekijk daarna aandachtig de logs. Krijg je te zien dat ESPHome je sensor niet vindt, verander dan het I²C-adres en/of kijk de verbindingen nog eens goed na.

Sluit de BME280 op pinnen GPIO20 en GPIO21 van de Raspberry Pi Pico W aan.

10 RP2040-ondersteuning

Als je aandachtig de configuratie bekijkt die het ESPHome-dashboard voor je genereert, zie je dat in de platformconfiguratie het volgende staat:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Onder de motorkap maakt ESPHome gebruik van PlatformIO, maar die ondersteunt de Raspberry Pi Pico W officieel nog niet. Daarom dat ESPHome voor de RP2040-microcontroller de versie van Max Gerhardt gebruikt, die je in de code hierboven bij platform_version ziet staan. Gerhardt heeft niet alleen ondersteuning voor de Raspberry Pi Pico W toegevoegd, maar ook voor andere ontwikkelbordjes met de RP2040-chip.

Helaas kun je op deze manier niet een bordje zoals de Arduino Nano RP2040 Connect met wifi gebruiken in ESPHome. Die gebruikt immers de u-blox NINA-W102 voor wifi in plaats van de Infineon CYW43439 van de Raspberry Pi Pico W. Maar je kunt wel een bordje zonder wifi gebruiken, al zal dat dan niet met Home Assistant kunnen communiceren.

11 RP2040 zonder wifi

Een van die ontwikkelbordjes met een RP2040 zonder wifi is de XIAO RP2040 van Seeed Studio. Op het bordje is een WS2812-RGB-led gemonteerd, die is verbonden met GPIO12. De led moet je overigens eerst nog inschakelen door GPIO11 aan te zetten. Verder is het bordje op twee rijen voorzien van in totaal 14 GPIO-pinnen waarop je externe componenten kunt aansluiten.

Dat maakt dat je met dit minuscule bordje talloze zaken kunt automatiseren. Sluit bijvoorbeeld een sensor aan en verander de kleur van de RGB-led, afhankelijk van het overschrijden van een drempelwaarde. ESPHome maakt dit vrij eenvoudig, omdat je hiermee ook lokaal op het microcontrollerbordje zaken kunt automatiseren zonder dat er wifi-communicatie met Home Assistant nodig is. Het gebrek aan wifi op RP2040-bordjes hoeft je dus niet tegen te houden om ESPHome in te zetten.

De Seeed Studio XIAO RP2040 is een minuscuul ontwikkelbordje met RP2040-microcontroller en RGB-led.

12 Kleureffecten

Als voorbeeld tonen we hoe je de RGB-led van de XIAO RP2040 aanstuurt in ESPHome:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

 Merk op dat we hier geen wifi configureren en dat we het bordje als seeed_xiao_rp2040 aanduiden. De RGB-led configureren we als een rp2040_pio_led_strip op pin 12 met één led en een lichteffect dat willekeurige kleuren toont. Na het opstarten van de microcontroller schakelen we pin 11 in en starten we daarna het effect. Sla dit bestand op en installeer het handmatig op de XIAO RP2040.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.