ID.nl logo
 Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat
© fatmawati - stock.adobe.com
Huis

Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat

De naam Windows geeft al aan dat dit besturingssysteem zich graag vanuit grafische vensters laat aansturen. Zo zijn we het inmiddels misschien gewend, maar sommige taken laten zich nog altijd beter of tenminste sneller vanaf de Opdrachtprompt uitvoeren.

In dit artikel laten we zien hoe je taken vanaf de Opdrachtprompt kunt uitvoeren in Windows en wat je hier allemaal mee kunt doen, onder meer:

  • Informatie opvragen over de gebruikers
  • Informatie over de schijven opvragen
  • Back-uppen
  • Processen beëindigen
  • Batchscripts creëren

Toch liever met vensters je computer beheren? Lees dan ook dit artikel: Deze verborgen pareltjes in Windows kende je nog niet

Tip 01: Starten

Je kunt op verschillende manieren de Opdrachtprompt starten, ook wel bekend als de command line interface (CLI). Een manier is bijvoorbeeld door Opdrachtprompt of cmd te tikken in het Windows-startmenu. Als de commando’s die je wilt uitvoeren beheerrechten vereisen, dan klik je met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en kies je voor Uitvoeren als administrator. Het Opdrachtprompt-venster zal dan beginnen met de titel Administrator: […].

Een andere manier is door Ctrl+Shift+Esc in te drukken om het Taakbeheer te openen, dan selecteer je Bestand / Nieuwe taak uitvoeren, waarna je cmd tikt en op Enter drukt of op OK klikt. Eventueel kun je nog een vinkje plaatsen bij Deze taak met administratorbevoegdheden uitvoeren voordat je bevestigt met OK.

Als je de Opdrachtprompt direct in een specifieke map wilt openen, bijvoorbeeld om bestandsbewerkingen uit te voeren, navigeer je in Verkenner naar de gewenste map, klik je met de rechtermuisknop op een lege plek in deze map en kies je Openen in Terminal. Helaas gebeurt dit niet als administrator. Als je dit wel wilt, is er een vrij complexe registerbewerking nodig. De stappen hiervoor worden hier beschreven. We hebben deze procedure succesvol getest op Windows 11, maar let op die pagina goed op de tekst in de bijbehorende schermafbeeldingen.

Rechtstreeks in een specifieke map met administratorbevoegdheden.

Terminal versus Conhost Afhankelijk van je Windows-versie verschilt het uiterlijk van je Opdrachtprompt-venster. Vanaf Windows 11 22H2 is dit de Windows Terminal-app, terwijl oudere versies gebruikmaken van Windows Console Host. In Windows 11 heb je trouwens nog steeds de optie om Conhost op te starten in plaats van Opdrachtprompt.

Je kunt het uiterlijk van het oude venster aanpassen door rechts te klikken op de titelbalk en Eigenschappen te selecteren, maar Windows Terminal biedt meer mogelijkheden. Als je met rechts klikt op het geopende tabblad, kun je via Color de kleurweergave wijzigen. Voor meer opties klik je op het pijlknopje en kies je Instellingen. Open vervolgens Command Prompt en bekijk de opties onder Appearance en Advanced. Wil je dat het standaardprofiel Command Prompt is bij het opstarten van de Terminal-app, stel dat dan in via Instellingen / Startup.

Als je een oudere Windows-versie hebt dan 22H2, kun je Windows Terminal vanuit de Microsoft Store-app desgewenst nog downloaden en installeren.

Links: de oude Conhost, rechts het nieuwe Windows Terminal.

Tip 02: Gebruik

Voordat we een reeks nuttige commando’s bespreken, geven we eerst enkele handige tips om efficiënter te werken op de Opdrachtprompt. Om snel een overzicht van de ingebouwde commando’s te krijgen, volstaat het commando help. Elk commando dien je wel te bevestigen met de Enter-toets. Voor informatie over een specifiek commando volstaat een van deze opdrachten:

help <commando>

Of:

<commando> /?

Bijvoorbeeld:

help doskey

Of:

prompt /?

Het laatste commando vertelt je dat je de prompt kunt aanpassen met tekst en allerlei variabelen, zoals:

prompt Station $N:

Met prompt zonder verdere parameters herstel je de standaardprompt.

Duurt de uitvoer van sommige commando’s te lang dan kun je deze onderbreken met Ctrl+C. Met cls schoon je het Opdrachtprompt-venster in één keer op. Druk (herhaaldelijk) op de Tab-toets om bestands- of mapnamen automatisch te laten verschijnen of op Shift+Tab voor de omgekeerde alfabetische volgorde.

Om snel een eerder uitgevoerd commando te herhalen, druk je op F3 (voor het vorige commando) of op F8 (hiermee navigeer je omgekeerd chronologisch door je commandolijst). Druk je op F7, dan zie je een menu met de commandogeschiedenis en selecteer je met de muis of de pijltoetsen het gewenste commando.

We gaan ervan uit dat je de werking van het commando cd kent. Dit gebruik je om naar een ander pad te navigeren, bijvoorbeeld:

cd\

(rootmap)

cd..

(hogere map)

cd c:\windows

(specifieke map)

Of je kopieert een pad in Verkenner met Ctrl+C naar het klembord en je plakt dit op de Opdrachtprompt met Ctrl+V.

Met F7 blader je door je recente commandogeschiedenis.

Tip 03: Informatie opvragen

Windows heeft diverse commando’s waarmee je allerlei informatie kunt opvragen over gebruikers, netwerkverbindingen, je systeem enzovoort. We bespreken kort enkele handige tools.

Om snel uit te zoeken met welk account iemand is aangemeld en wat de computernaam is, volstaat het commando whoami. Wil je ook weten tot welke groepen de gebruiker hoort, gebruik dan:

whoami /groups

Ben je geïnteresseerd in allerlei informatie over je systeem, voer dan systeminfo uit. Of met onderstaande toevoeging om de gegevens in een tekstbestand te bewaren:

systeminfo >systeeminfo.txt

Je vindt hier onder meer het processortype en systeemmodel, de BIOS-versie, de hoeveelheid fysiek en virtueel geheugen.

Dit commando geeft je informatie over je netwerkadapters, zoals het ip-adres en fysieke MAC-adres, evenals de gateway (wat meestal het ip-adres van je router is):

ipconfig /all

Om een ip-adres van een webserver te achterhalen, gebruik je de opdracht:

nslookup <webadres>

Hiermee krijg je de namen te zien van de draadloze netwerken waarmee je systeem eerder al verbonden was:

netsh wlan show profile

Deze opdracht toont je het netwerkwachtwoord bij Key Content in de rubriek Security Settings (vervang <wifi-netwerknaam> door de echte naam):

netsh wlan show profile <wifi-netwerknaam> key=clear

Werk je met een laptop en zoek je uitgebreide informatie over de batterijstatus, gebruik dan:

powercfg /batteryreport

Je krijgt inzage in dit rapport door op Windows-toets+R in te drukken en de standaardlocatie C:\windows\system32\battery-report.html in te tikken.

Van gebruikers over netwerken tot accu’s: Windows weet het allemaal!

Tip 04: Schijfbeheer

Ben je vooral geïnteresseerd in informatie over de aangesloten stations, dan kun je met fsutil aan de slag. Zo levert deze opdracht een lijst van alle gedetecteerde stations:

fsutil fsinfo drives

Om te weten om welk type het precies gaat, gebruik je (vervang x: door de gewenste stationsletter):

fsutil fsinfo drivetype x:

Mogelijke resultaten zijn Fixed Drive, Removable Drive en Remote/Network Drive.

Dit commando vertelt je hoeveel schijfruimte je nog over hebt:

fsutil volume diskfree x:

Technisch geïnteresseerde gebruikers moeten zeker ook deze opdracht uitproberen en het verschil bekijken tussen een NTFS- en een (ex)FAT-station (zoals bij een usb-stick):

fsutil fsinfo volumeinfo x:

Je merkt dat een NTFS-geformatteerd station veel meer ingebouwde functies ondersteunt, waaronder schijfquota, bestandsencryptie en -compressie.

Met fsutil kun je niet alleen informatie opvragen, maar ook bepaalde functies aanpassen. We nemen de zogeheten TRIM-functie op een ssd-schijf als voorbeeld. Deze zorgt ervoor dat data van verwijderde bestanden op de betreffende ssd-sectoren tijdens onbenutte momenten echt worden gewist, zodat dit niet meer hoeft te gebeuren op het ogenblik dat daar nieuwe bestanden worden bewaard. Deze functie zorgt er dus voor dat gegevens sneller naar de ssd worden geschreven. Hiermee vraag je de actuele TRIM-status op:

fsutil behavior query disabledeletenotify

Verschijnt NTFS DisableDeleteNotify = 0 (Disabled), dan is (enigszins verwarrend) TRIM ingeschakeld. Wil je TRIM alsnog inschakelen als dat niet zo blijkt te zijn (wat we over het algemeen aanraden), voer dan deze opdracht uit:

fsutil behavior set disabledeletenotify 0

Met de parameter 1 schakel je TRIM weer uit.

Met de juiste parameters kom je heel wat (technische) informatie over je schijven te weten.

Tip 05: Back-ups (en meer)

Windows heeft ook diverse interne commando’s waarmee je data kunt kopiëren, zoals copy en xcopy. Nog krachtiger, maar minder bekend, is het commando robocopy, dat je goed kunt inzetten voor diverse kopieer- en back-upoperaties.

Om bijvoorbeeld bestanden uit een map te synchroniseren met een andere map kun je het volgende commando gebruiken:

robocopy "c:<bronmap>" "d:<doelmap>" /E /MIR /XX /LOG:logrc.txt

De parameter /E (empty)zorgt ervoor dat ook (lege) submappen worden meegenomen en /MIR (mirroring) regelt een exacte kopie van de data. Met de parameter /XX voorkom je dat reeds bestaande bestanden in de doelmap worden overschreven. Met de parameter /LOG:logrc.txt bewaar je alle details van de kopieeroperatie in een logbestand.

Er zijn nog veel andere parameters, die specifiek voor kopieeroperaties naar een netwerkshare nuttig kunnen zijn, zoals:

robocopy "c:<bronmap>" \nas\backup\data /ZB /R:2 /W:3 /MT:12

Met de parameter /ZB wordt de operatie in een herstartbare modus uitgevoerd. Lukt een kopieeractie slechts gedeeltelijk, dan wordt bij de volgende ronde alleen nog het resterende deel gekopieerd. Met /R geef je aan hoeveel keer robocopy een kopieeractie moet proberen en met /W geef je aan hoeveel seconden tussen elke poging wordt gewacht. Met /MT ten slotte kun je in theorie tot 128 bestanden tegelijk kopiëren (het standaardaantal is 8).

Robocopy: van simpele kopieeracties tot uitgekiende synchronisatie-operaties.

Zo breng je structuur aan in de chaos van bestanden op je pc: Rommeltje van gemaakt? Zo deel je je schijven overzichtelijk in

Tip 06: Bestandscontrole

Het commando chkdsk <stationsletter> is geen onbekende. Hiermee kun je snel controleren of er mogelijk beschadigingen zijn ontstaan in het bestandssysteem. Om het station ook te controleren op slechte sectoren, gebruik je de parameter /R (read). Als je eventuele fouten wilt herstellen, gebruik dan de combinatie /R /F (read en fix). Houd er wel rekening mee dat de bestanden opnieuw worden samengesteld zonder de (onleesbare) gegevens uit de corrupte sectoren. Hierdoor is het mogelijk dat je deze niet meer kunt benaderen met de gebruikelijke applicaties.

Het kan ook gebeuren dat sommige Windows-functies niet meer (goed) functioneren of dat Windows Update klaagt over systeembeschadigingen. In dat geval kun je een analyse laten uitvoeren van alle belangrijke systeembestanden. Start de Opdrachtprompt als administrator en voer het volgende uit om de gezondheidsstatus van je lokale Windows-image te controleren:

dism.exe /Online /Cleanup-image /Checkhealth

Je kunt indien gewenst een grondigere controle uitvoeren door de parameter /Checkhealth te vervangen door /ScanHealth.

Als een van beide commando’s fouten aangeeft, voer het commando dan opnieuw uit, maar vervang de laatste parameter door /RestoreHealth. Hierdoor wordt een nieuw image gecreëerd met behulp van Windows Update.

Nadat dit is voltooid, voer je sfc /scannow uit. Hiermee worden corrupte systeembestanden vervangen door de gecachete originelen. Houd er rekening mee dat dit commando behoorlijk wat tijd in beslag kan nemen.

Overigens kun je met sfc ook een specifiek systeembestand controleren wanneer je vermoedt dat dit bestand corrupt is:

sfc /verifyfile="<pad_naar_systeembestand>"

Bijvoorbeeld:

sfc /verifyfile="c:\windows\system32\kernel32.dll"

Windows heeft verschillende commando’s voor het opsporen en herstellen van beschadigde bestanden.

Run-commando’s In dit artikel hebben we het nagenoeg alleen over commando’s die je vanaf de Opdrachtprompt uitvoert, maar het zou zonde zijn als we de zogeheten run-commando’s onvermeld laten. Je start deze vanuit het venster Uitvoeren, dat je opent met de toetscombinatie Windows-toets+R. Tik daarna het gewenste commando in en druk op Enter of klik op OK. Wil je het commando als administrator uitvoeren? Gebruik dan Ctrl+Shift+Enter voor bevestiging.

Het gaat om zeer uiteenlopende commando’s (enkele honderden), probeer het maar eens met commando’s als cmd, regedit, ms-settings:colors en displayswitch. Teveel om hier op te noemen dus, maar op een site als All Things How vind je ze vrijwel allemaal. Wij hebben er zo’n 350 geteld.

Een kleine greep uit Windows’ rijkgevulde arsenaal van run-commando’s.

Tip 07: Servicebeheer

Op de achtergrond zijn er altijd heel wat services actief. Je krijgt hiervan een overzicht wanneer je op Windows-toets+R drukt en services.msc uitvoert. Het kan gebeuren dat je onder bepaalde omstandigheden sommige services wel of juist niet actief wilt hebben, bijvoorbeeld tijdens het gamen. Dan is het makkelijker wanneer je zo’n service vanaf de Opdrachtprompt kunt in- of uitschakelen. Dat kan met deze commando’s:

sc start "<servicenaam>"

En:

sc stop "<servicenaam>"

Je hebt niet de weergavenaam (display name) nodig, maar de echte servicenaam, die vaak is ingekort. Je kunt deze opvragen met sc query, of met een gerichte zoekopdracht als:

sc query type=service state=all | find /i "dhcp"

In dit voorbeeld zoek je naar alle services (ongeacht de status) waarin dhcp in de naam voorkomt.

Om de servicestatus op te vragen gebruik je:

sc queryex "<servicenaam>"

Is de service actief (running), dan krijg je hiervan tevens de PID (Process Identifier) te zien (zie ook tip 8). Om een service uit te schakelen die momenteel nog automatisch met Windows wordt opgestart (bij services.msc lees je dan Automatisch af in de kolom Opstarttype) voer je het volgende commando uit:

sc config <servicenaam> start=disabled

Met start=auto laat je die alsnog weer automatisch opstarten.

Controleer de servicestatus en schakel services naar wens in of uit.

Tip 08: Procesbeheer

Je hebt vast weleens meegemaakt dat een toepassing niet wil afsluiten of opstarten omdat het nog actief is op de achtergrond. Hier is hoe je dat oplost.

Om te beginnen, zoek je de PID (Process Identifier) van het proces of programma op. Open Taakbeheer met Ctrl+Shift+Esc en ga naar het tabblad Processen. Daar zie je een overzicht van alle actieve toepassingen, achtergrondprocessen en Windows-processen.

Probeer het eerst door het problematische item te selecteren en rechtsonder op Beëindigen te klikken. Als dat niet werkt of als je meerdere programma’s of processen tegelijk wilt afsluiten, open dan de Opdrachtprompt als administrator en voer deze opdracht uit:

taskkill /PID <pid-nr>

Of gebruik deze opdracht om het proces geforceerd te beëindigen:

taskkill /F /PID <pid-nr>

Je kunt ook het proces stoppen aan de hand van de procesnaam. Gebruik het commando tasklist om de procesnaam en de bijbehorende PID te vinden. Vervolgens voer je dit commando uit om het proces te beëindigen:

taskkill /IM <procesnaam>

Houd er rekening mee dat er een verschil is tussen deze twee methodes. Met de procesnaam sluit je alle processen met die naam af, terwijl je met de /PID-parameter naar een specifieke procesinstantie verwijst. Als je toch ook alle bijbehorende ‘kindprocessen’ wilt beëindigen, gebruik dan de parameter /T. Om meerdere processen tegelijk af te sluiten, gebruik je de opdracht:

taskkill /PID <pid-nr1> /PID <pid-nr2> /PID <pid-nr3>

Tegenstribbelende processen leg je zo het zwijgen op.

Tip 09: Taakbeheer

Windows beschikt over een ingebouwde taakplanner (druk op de Windows-toets, tik taakplanner in en voer de gelijknamige toepassing uit), maar je kunt ook taken plannen en beheren vanaf de opdrachtregel of via een batchbestand.

Gebruik het commando schtasks (schedule tasks), uit te voeren als administrator. Om bijvoorbeeld een wekelijkse, automatische herstart in te plannen, voer je het volgende commando uit:

schtasks /create /sc weekly /d FRI /st 17:00 /tn "autoherstart" /tr "shutdown -r -f -t 30"

De parameters spreken voor zich: /sc weekly betekent wekelijks, maar er zijn andere opties zoals hourly, daily, monthly, once, onstart, onlogon en onidle. Achter /d voer je de eerste drie letters van de dagen in (in het Engels), achter /tn vul je de taaknaam in en achter /st komt de starttijd. Achter /tr voer je tussen aanhalingstekens het gewenste commando of het volledige pad naar de gewenste applicatie in. In ons voorbeeld hebben we het ingebouwde commando shutdown gebruikt, maar dit kan net zo goed om een externe toepassing gaan, zoals:

schtasks /create /sc onlogon /tn "Chrome" /tr "C:\Program Files (x86)\Google\Chrome\Application\chrome.exe"

Met het schtasks /change kun je een taak aanpassen en hiermee verwijder je een taak:

schtasks /delete /tn "<bestaande_taaknaam>"

Taken beheren kan net zo goed (en veel vlugger) vanaf de Opdrachtprompt.

Tip 10: Cpu-beheer

Windows verdeelt de processortijd over toepassingen of processen op basis van prioriteit. Hoe hoger de prioriteit, hoe meer processortijd voor een proces. Naast prioriteit beïnvloedt ook affiniteit de procesprestaties. Affiniteit verwijst naar de processorkern(en) waarop een proces wordt uitgevoerd. Standaard voert Windows een proces uit op alle processorkernen, maar je kunt ook zelf bepalen op hoeveel en welke kernen dit moet gebeuren.

Je kunt zowel de prioriteit als de affiniteit instellen via Taakbeheer, maar op die manier is zo’n aanpassing alleen geldig voor de huidige Windows-sessie.

Als je applicaties wilt starten met een vaste prioriteit en/of affiniteit, moet je een andere methode gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling van de gewenste applicatie en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Snelkoppeling en vul het Doelveld in als volgt:

cmd.exe /c start "<programmanaam>" /<prioriteit> /affinity <#> "<programmapad>"

Bijvoorbeeld:

cmd.exe /c start "Steam" /high /affinity F0 "C:\Program Files (x86)\Steam\steam.exe"

Om de prioriteit aan te geven, gebruik je een van de volgende parameters: /low, /belownormal, /normal, /abovenormal, /high (of /realtime). De affiniteit wordt aangegeven met een hexadecimaal getal.

Stel, je cpu heeft acht kernen en je wilt de vier hoogste gebruiken, dan is dat in binaire vorm 11110000 (1 voor de vier hoogste; 0 voor de vier laagste). In hexadecimale notatie wordt dat F0. Je kunt een omrekenhulpmiddel gebruiken, bijvoorbeeld via deze webpagina.

Hier ga je dus niet zelf naar de Opdrachtprompt, maar laat je deze door de applicatie oproepen (met cmd.exe /c start) en uitvoeren. Dit is dus ook mogelijk.

Je kunt een vaste cpu-prioriteit en -affiniteit geven aan een applicatie.

Tip 11: Batch(lus)

Een van de grote voordelen van opdrachtregelcommando’s is hun naadloze integratie in batchscripts. Je hoeft alleen maar het batch-bestand uit te voeren – of het op te nemen in de Windows Taakplanner voor verdere automatisering – om alle opgenomen commando’s achtereenvolgens uit te voeren. Standaard gebeurt dit in chronologische volgorde: eerst het eerste commando, dan het tweede enzovoort. Maar ook complexere batch-constructies zijn mogelijk, zoals het uitvoeren van een lus.

Een voorbeeld verduidelijkt dit. Stel dat je een map hebt met talrijke bestanden en je automatisch alle bestanden van bepaalde typen wilt verwijderen, kopiëren of verplaatsen. Typ dan de volgende regels in Kladblok en sla het bestand op met de extensie .bat of .cmd (dus niet .txt):

De eerste en laatste regel zijn optioneel en dienen alleen om feedback aan de gebruiker te geven. Alle actie staat in de tweede regel. Deze zorgt ervoor dat alle bestanden met de opgenomen extensies (hier bak, tmp, jpg, log en txt) direct worden verwijderd. Plaats het gewenste pad tussen de aanhalingstekens. De parameter /s verwijdert ook bestanden in onderliggende submappen.

Om bestanden te kopiëren in plaats van te verwijderen, gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do copy "<bronpad>" "<doelpad>"

Voor verplaatsen gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do move "<bronpad>" "<doelpad>"

Wis, kopieer of verplaats in één keer alle bestanden met specifieke extensies.

Tip 12: Omgevingsvariabelen

Wanneer je een batchbestand wilt uitvoeren vanaf de Opdrachtprompt, moet je meestal eerst naar de map met dat batchbestand navigeren. Je kunt dit efficiënter doen door het pad naar je batchbestanden, scripts of andere opdrachtregeltools toe te voegen aan de omgevingsvariabelen van Windows.

Om dit te doen, start je de Opdrachtprompt op als administrator. Gebruik het commando set om een overzicht van de omgevingsvariabelen te krijgen, inclusief de variabele path. Met echo %path% krijg je alleen de inhoud van de path-variabele te zien. Voeg het volledige pad naar de map met de batchbestanden toe aan de path-variabele met het volgende commando:

setx path "%path%;<volledig_pad_naar_map>" /M

Bijvoorbeeld iets als:

setx path "%path%;c:\data\mijnscripts" /M

De parameter /M staat voor machine en zorgt ervoor dat het pad systeemwijd wordt toegevoegd.

Onze omgevingsvariabele path is blijkbaar wat uit zijn voegen gegroeid. 

Complete toolkits Windows biedt een breed scala aan opdrachtregelcommando’s, maar er zijn ook talrijke applicaties die zich laten aansturen vanaf de Opdrachtprompt, zodat je deze kunt automatiseren via batch-bestanden of de Taakplanner.

Bekende ontwikkelaars als Nir Sofer en Mark Russinovich hebben zelfs uitgebreide toolkits ontwikkeld met verschillende systeemtools, die je ook via de Opdrachtprompt kunt gebruiken: NirLauncher en Sysinternals Suite.

Maar het wordt nog mooier: WSCC (Windows System Control Center) combineert namelijk beide toolkits en nog enkele andere in één grafische interface, van waaruit je alle tools overzichtelijk gerubriceerd en kort toegelicht kunt starten. Je kunt WSCC downloaden (beschikbaar in zowel 32- als 64bit-versies, zowel installeerbaar als draagbaar). Je hebt de mogelijkheid om zelf te bepalen welke toolkits en tools je daadwerkelijk wilt downloaden en installeren. In totaal zijn er bijna driehonderd tools beschikbaar (zonder die van Windows zelf), die samen slechts 230 MB schijfruimte innemen.

Via de Updates-knop kun je snel eventuele updates detecteren en downloaden, en met de New Console-knop krijg je direct toegang tot de Opdrachtprompt vanuit WSCC, waar je meteen aan de slag kunt. Je start WSCC bij voorkeur als administrator op.

WSCC: zo’n driehonderd handige systeemtools vanuit één venster, zowel grafisch als op de opdrachtregel.

▼ Volgende artikel
Shoppen zonder zorgen tijdens het feestdagenseizoen
© Zivica Kerkez | KerkezPhotography.com
Zekerheid & gemak

Shoppen zonder zorgen tijdens het feestdagenseizoen

Black Friday, Sinterklaas en kerst: juist nu zoeken we online massaal naar cadeaus en goede deals. Criminelen liften daarop mee. Door de snelle ontwikkeling van AI lijken nepwebwinkels, bezorgingsmails en misleidende aanbiedingen overtuigender dan ooit. Dit kun je doen om veilig te blijven.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitdefender

Hoe criminelen inspelen op het feestdagenseizoen

In deze weken draait veel om gemak en tempo. Dat geeft cybercriminelen speelruimte. Ze bouwen webshops die nauwelijks te onderscheiden zijn van echte winkelketens en sturen meldingen over betalingen of zendingen die eruitzien alsof ze direct van een pakketdienst komen. Dankzij AI zijn die berichten foutloos, strak vormgegeven en arriveren ze precies op het moment waarop jij druk bent met bestellen.

Dit kun je zelf doen

Veilig shoppen heb je voor een groot deel zelf in de hand. Met een paar simpele checks kom je al een heel eind.

❗Kijk naar het webadres en let op namen die nét anders gespeld zijn of vreemde toevoegingen bevatten. Goed om te weten: een slotje en https betekenen alleen dat de verbinding versleuteld is, niet dat de winkel betrouwbaar is.
❗Staan er keurmerken op de site, bijvoorbeeld van Thuiswinkel Waarborg of Webshop Keurmerk? Klik daar dan op. Als ze echt zijn, word je doorgeleid naar de site van het keurmerk en zie je het certificaat dat aan de webwinkel is afgegeven.
❗Heb je je bestelling geplaatst en is het tijd om te betalen? Doe dat dan bij voorkeur via iDEAL of een creditcard met kopersbescherming, zodat je bij problemen sterker staat. Ontvang je een link in een mail of sms die verwijst naar een betaalpagina of inlogscherm? Ga dan zelf naar de website via je browser of de officiële app. Zo voorkom je dat je ongemerkt op een nagemaakte site terechtkomt.

Pakketfraude neemt rond december sterk toe

In december stijgt het aantal pakketstatusmeldingen en dat weten criminelen. Ze sturen berichten over gemiste bezorgingen, adresproblemen of extra kosten. Deze meldingen lijken vaak afkomstig van PostNL, DHL of DPD, maar sturen je in werkelijkheid naar een pagina waar je gegevens worden buitgemaakt. Wat deze vorm van fraude sterk maakt, is het moment waarop ze binnenkomen: precies als je zelf meerdere pakketten verwacht. Gebruik daarom altijd de officiële app van de pakketdienst om te zien of er echt iets speelt. Een bezorgdienst vraagt nooit via sms om betalingen of persoonlijke gegevens.

©ID.nl

Het kan altijd veiliger

Met de hierboven beschreven checks kun je al veel problemen voorkomen, maar dan nog kan het fout gaan. Bitdefender helpt door juist op de momenten waarop je zelf iets over het hoofd kunt zien mee te kijken.

Twijfels? Meteen scannen met Scamio

Wanneer je twijfelt over een link, QR-code of bericht kan Scamio uitkomst bieden, een gratis tool van Bitdefender. Je plakt een link of tekst in de chat of uploadt een screenshot van een mail of bericht. Scamio analyseert de inhoud en geeft een beoordeling in drie kleuren: rood (onveilig), oranje (verdacht) of groen (geen risico gevonden).

Je hebt alleen een Bitdefender-account nodig. Daarna kun je Scamio gebruiken via de web-app, WhatsApp, Facebook Messenger of Discord. Op de achtergrond vergelijkt de tool links met bekende scam-databases, analyseert hij de opbouw van websites en ontleedt hij QR-codes voordat jij ze hoeft te scannen. Dankzij zelflerende algoritmes blijft Scamio actueel, ook wanneer criminelen nieuwe trucs inzetten.

Zo beschermt Bitdefender je tijdens het shoppen

Naast Scamio biedt Bitdefender Premium Security een breed pakket aan bescherming. Het beveiligt Windows-, macOS-, Android- en iOS-apparaten tegen virussen, malware, ransomware en cryptomining. De e-mailbeveiliging herkent misleidende berichten en houdt verdachte bijlagen tegen. Functies voor het opsporen van oplichting signaleren gedrag dat past bij fraude, zoals nagemaakte betaalpagina's of nepaanbiedingen.

Scam Copilot kijkt realtime mee terwijl je shopt en waarschuwt wanneer een website, aanbieding of link niet klopt. Voor privacy biedt Premium Security een Password Manager, onbeperkt VPN-verkeer en een advertentieblokker met anti-tracker. Voor je identiteit monitort Bitdefender datalekken en laat het direct weten wanneer jouw gegevens opduiken.

©Bitdefender

Fijne – veilige! – feestdagen

Met een paar kleine handelingen kun je er zelf al voor zorgen dat je zo veilig mogelijk online shopt. Bitdefender voegt daar een slimme laag aan toe die zich aanpast aan de nieuwste trucs van criminelen. Zo blijf je zorgeloos shoppen, van de eerste Black Friday-deal totdat het laatste cadeau onder de boom ligt!

▼ Volgende artikel
Minder klikken, meer doen: zo automatiseer je je e-mail
© Jakub Krechowicz
Huis

Minder klikken, meer doen: zo automatiseer je je e-mail

Voor veel mensen is hun e-mailprogramma nog altijd het belangrijkste digitale hulpmiddel, maar lang niet iedereen haalt alles eruit. En dat kost tijd. Veel handmatig terugkerende taken kun je automatiseren. Of het nu gaat om het sorteren van berichten, het opstellen van standaardantwoorden of het plannen van verzendtijden: over al deze opties beschikt jouw mailprogramma al.

Dit artikel in het kort

Een goed ingerichte mailbox werkt bijna vanzelf. In dit artikel lees je hoe je e-mail slimmer inzet door filters, regels en sjablonen te gebruiken. Zo kun je berichten automatisch laten sorteren, mails op een later moment laten verzenden en herinneringen instellen voor antwoorden die nog uitblijven. Ook leer je hoe dynamische handtekeningen en slimme verzendvertragingen helpen om foutloze, professionele mails te sturen.

Misschien vind je dit ook interessant: 10 e-mailhacks: van overvolle inbox naar opgeruimd staat netjes

Een overvolle inbox leidt niet alleen tot stress, maar kost ook veel tijd bij het zoeken naar belangrijke berichten. Door slimme filters in te stellen, komt daar verandering in. Filters zorgen ervoor dat binnenkomende e-mails automatisch worden gesorteerd, gelabeld of doorgestuurd op basis van door jou bepaalde criteria.

In Gmail vind je deze functie via het tandwielpictogram rechtsboven. Klik op het radertje voor instellingen en daarna op Alle instellingen bekijken. Ga vervolgens naar het tabblad Filters en geblokkeerde adressen. Kies voor Nieuw filter maken.

In Outlook vind je vergelijkbare mogelijkheden via het menu met het radertje en het tabblad E-mail. Klik op Regels en dan op Nieuwe regel toevoegen. In Apple Mail ga je naar Mail in de menubalk, kies je voor Instellingen en klik je op het tabblad Regels.

Met regels kun je automatisch bepaalde taken laten uitvoeren.

Opgeruimd staat netjes

Het instellen van een effectieve filter begint met het bepalen van je specifieke behoeften. Wil je bijvoorbeeld alle berichten van je team in een aparte map verzamelen? Stel dan een filter in dat zoekt naar e-mailadressen met het domein van je bedrijf en deze automatisch verplaatst naar een speciale teammap.

Voor frequente nieuwsbrieven kun je een filter maken dat alle e-mails met 'nieuwsbrief' in de onderwerpregel naar een toegewezen map verplaatst. Een praktische toepassing is het automatisch labelen van e-mails waarin bepaalde projectcodes voorkomen. Als je bijvoorbeeld werkt aan 'Project Phoenix', kun je een filter instellen dat alle e-mails met deze term in het onderwerp of de inhoud voorziet van een specifiek label of verplaatst naar de projectmap. Experimenteer met verschillende filtercriteria om te ontdekken welke combinatie het beste werkt voor jouw specifieke workflow.

Perfecte regelstrategie

Het opzetten van e-mailregels vereist een strategische aanpak. Begin met het analyseren van je communicatiepatronen: welke soorten e-mails ontvang je regelmatig en hoe handel je deze normaal gesproken af? Identificeer terugkerende patronen en maak vervolgens regels die deze afhandelingsprocessen automatiseren. Een goede strategie is om te beginnen met slechts enkele basisregels en deze geleidelijk uit te breiden. Te veel regels tegelijk inzetten kan leiden tot onverwachte resultaten en verwarring.

Houd bij het ontwikkelen van je regelstrategie de volgende principes in gedachten: specifieke regels hebben voorrang op algemene regels, dus plaats de meest specifieke regels bovenaan je regellijst. Test nieuwe regels grondig voordat je ze permanent inschakelt, vooral regels die berichten verwijderen of doorsturen.

Evalueer regelmatig de effectiviteit van je regels om verouderde exemplaren te verwijderen. Als je met een team werkt, overweeg dan om regelsjablonen te delen zodat iedereen kan profiteren van dezelfde verbeteringen. Uiteindelijk moet je de regelstrategie verbeteren naarmate je werkprocessen veranderen. Een statische set regels verliest op termijn aan effectiviteit.

Handtekeningen

Handtekeningen doen meer dan alleen contactgegevens weergeven; ze kunnen dynamische informatie bevatten die automatisch wordt aangepast op basis van de ontvanger of het tijdstip. In Outlook ga je naar Bestand / Opties / E-mail / Handtekeningen om geavanceerde handtekeningen te maken. Gmail-gebruikers vinden deze functie onder Instellingen / Algemeen / Handtekening. Apple Mail biedt handtekeningopties via Mail / Instellingen / Handtekeningen.

Een fijne functie is het gebruik van voorwaardelijke handtekeningen. In Outlook kun je bijvoorbeeld verschillende handtekeningen maken en deze koppelen aan specifieke e-mailaccounts of zelfs aan bepaalde ontvangers. Zo kun je een formele handtekening gebruiken voor externe communicatie en een informelere voor interne berichten. De variabelen in Outlook (zoals %Company% of %Phone%) worden automatisch gevuld met informatie uit je profiel, wat zorgt voor consistentie en tijdsbesparing bij het onderhouden van je contactinformatie.

Overweeg om html-elementen toe te voegen aan je handtekening voor een professionelere uitstraling. Voeg bijvoorbeeld een gepersonaliseerde afspraaklink toe die rechtstreeks naar je agenda verwijst, zodat ontvangers met één klik een vergadering kunnen plannen. Of integreer een dynamische banner die je nieuwste producten of diensten promoot. Ook kun je informatieve links naar veelgestelde vragen of kennisartikelen opnemen, wat het aantal routinevragen in je inbox kan verminderen. Zorg er wel voor dat je handtekening niet te groot of afleidend wordt – houd het professioneel en functioneel.

Ook onlinemaildiensten als Gmail bieden de mogelijkheid om (meerdere) handtekeningen toe te voegen.

Uitgestelde verzending

Het timen van e-mails kan heel belangrijk zijn voor de effectiviteit ervan. De functie voor uitgestelde verzending stelt je in staat om e-mails voor te bereiden wanneer het jou uitkomt, maar ze te laten bezorgen op een ander moment. In Gmail activeer je deze functie tijdens het opstellen van een bericht door op het kleine driehoekje naast de knop Verzenden te klikken en Verzenden plannen te selecteren. Vervolgens kun je een specifieke datum en tijd kiezen of een van de voorgestelde tijdstippen selecteren.

Outlook-gebruikers kunnen een vergelijkbare functie vinden in het Opties-tabblad tijdens het opstellen van een e-mail. Klik op Verzenden plannen en specificeer wanneer het bericht moet worden verzonden. In Apple Mail klik je ook op het pijltje naast de verzendknop, en vervolgens op Stuur later. Het inplannen van mails is meer dan alleen een technische truc; het is een strategisch communicatiemiddel.

Mails inplannen is een goed idee als je vaak in het weekend of vanuit het buitenland mailt.

E-mailsjablonen

Het herhaaldelijk typen van vergelijkbare e-mails is een verborgen productiviteitsdief. E-mailsjablonen bieden een elegante oplossing voor dit probleem. In Gmail kun je sjablonen instellen door eerst Geavanceerde instellingen te activeren. Ga naar Instellingen / Geavanceerd en schakel Templates in. Tijdens het opstellen van een e-mail kun je nu via de drie puntjes rechtsonder kiezen voor Templates / Concept opslaan als sjabloon. Bij toekomstig gebruik selecteer je simpelweg het gewenste sjabloon via hetzelfde menu.

Outlook-gebruikers kunnen sjablonen maken door een nieuwe mail te openen, naar Invoegen / Apps / Mijn sjablonen te gaan en op + Sjabloon te klikken. In Apple Mail kun je werken met tekstfragmenten via de ingebouwde tekstvervanging van macOS. Ga naar Systeeminstellingen / Toetsenbord / Tekst en voeg daar je veelgebruikte tekstfragmenten toe met bijbehorende snelkoppelingen.

Sjablonen zijn handig om snel gelijksoortige e-mails op te bouwen zonder dat je alles handmatig hoeft in te voeren.

Verzendvertragingen

Het overkomt iedereen wel eens dat je na het versturen van een mail ontdekt dat er een fout in zat. Gelukkig bieden moderne e-mailprogramma's beschermingsmechanismen.

In Outlook kun je verzonden berichten terugroepen via Verzonden items. Open het bericht en klik op Acties / Dit bericht terugroepen. Deze functie werkt alleen binnen Exchange-netwerken én de ontvanger het bericht nog niet heeft geopend.

In Gmail ontbreekt een echte terugroepfunctie, maar je kunt wel een verzendvertraging instellen via Instellingen / Algemeen / Verzenden ongedaan maken. Dit geeft je een tijdvenster (maximaal 30 seconden) om verzending te annuleren.

Een betere benadering is het instellen van verzendregels die potentiële blunders voorkomen, bijvoorbeeld een regel die vraagt om bevestiging voordat je e-mails met het woord 'bijlage' verstuurt zonder daadwerkelijk een bijlage toe te voegen. Of een vertragingsregel die alle e-mails aan belangrijke klanten eerst twee minuten in de outbox houdt, zodat je tijd hebt om eventuele fouten te ontdekken.

Voor de meest gevoelige communicatie kun je zelfs een 'slaapregel' instellen: schrijf 's avonds belangrijke e-mails, maar laat ze automatisch in je concepten staan tot de volgende ochtend, wanneer je ze met frisse blik kunt nalezen voordat ze daadwerkelijk worden verzonden.

Herinneringen

Een van de meest onderschatte functies in e-mailprogramma's is de mogelijkheid om automatische herinneringen in te stellen voor berichten waarop je een antwoord verwacht. In Outlook kun je een bericht markeren voor opvolging door op de Opvolgen-vlag te klikken in een geopend bericht. Door met de rechtermuisknop op deze vlag te klikken, kun je een specifieke herinneringsdatum instellen en zelfs aangeven dat je een herinnering wilt ontvangen als je geen antwoord hebt gekregen.

Gmail-gebruikers kunnen de Snooze-functie inzetten om berichten tijdelijk te verbergen en op een later tijdstip weer te laten verschijnen. Klik met de rechtermuisknop op een bericht en selecteer Snoozen. Vervolgens kun je kiezen wanneer het bericht weer in je inbox moet verschijnen.

Voor Apple Mail-gebruikers biedt de ingebouwde Herinnering-functie vergelijkbare mogelijkheden. Selecteer een bericht, klik rechts en kies Herinnering. Vervolgens kun je aangeven wanneer je aan dit bericht herinnerd wilt worden.

Snoozen, of opvolgen, is een goede manier om jezelf te herinneren aan een eerder verzonden mail.

Productiever

De functies die we in dit artikel hebben besproken, vormen slechts het topje van de ijsberg als het gaat om de verborgen mogelijkheden van je e-mailprogramma. Door filters en regels in te stellen, creëer je een inbox die automatisch sorteert en prioriteiten stelt. Slimme handtekeningen zorgen voor consistente, professionele communicatie, terwijl uitgestelde verzending garandeert dat je berichten op het optimale moment aankomen.

Met sjablonen elimineer je het repetitieve typewerk en dankzij geautomatiseerde follow-ups blijft geen enkele belangrijke e-mail onbeantwoord. Deze functies werken samen om je dagelijkse e-mailroutine drastisch te versnellen en je communicatie te professionaliseren. Door nu tijd te investeren in het ontdekken en instellen van deze verborgen e-mailkrachten, win je in de toekomst uren aan productieve tijd terug. Die tijd kun je besteden aan echt waardevol werk in plaats van aan het beheren van je inbox.

📨 Je papieren post beter organiseren?

(ja, het bestaat nog!)