ID.nl logo
 Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat
© fatmawati - stock.adobe.com
Huis

Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat

De naam Windows geeft al aan dat dit besturingssysteem zich graag vanuit grafische vensters laat aansturen. Zo zijn we het inmiddels misschien gewend, maar sommige taken laten zich nog altijd beter of tenminste sneller vanaf de Opdrachtprompt uitvoeren.

In dit artikel laten we zien hoe je taken vanaf de Opdrachtprompt kunt uitvoeren in Windows en wat je hier allemaal mee kunt doen, onder meer:

  • Informatie opvragen over de gebruikers
  • Informatie over de schijven opvragen
  • Back-uppen
  • Processen beëindigen
  • Batchscripts creëren

Toch liever met vensters je computer beheren? Lees dan ook dit artikel: Deze verborgen pareltjes in Windows kende je nog niet

Tip 01: Starten

Je kunt op verschillende manieren de Opdrachtprompt starten, ook wel bekend als de command line interface (CLI). Een manier is bijvoorbeeld door Opdrachtprompt of cmd te tikken in het Windows-startmenu. Als de commando’s die je wilt uitvoeren beheerrechten vereisen, dan klik je met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en kies je voor Uitvoeren als administrator. Het Opdrachtprompt-venster zal dan beginnen met de titel Administrator: […].

Een andere manier is door Ctrl+Shift+Esc in te drukken om het Taakbeheer te openen, dan selecteer je Bestand / Nieuwe taak uitvoeren, waarna je cmd tikt en op Enter drukt of op OK klikt. Eventueel kun je nog een vinkje plaatsen bij Deze taak met administratorbevoegdheden uitvoeren voordat je bevestigt met OK.

Als je de Opdrachtprompt direct in een specifieke map wilt openen, bijvoorbeeld om bestandsbewerkingen uit te voeren, navigeer je in Verkenner naar de gewenste map, klik je met de rechtermuisknop op een lege plek in deze map en kies je Openen in Terminal. Helaas gebeurt dit niet als administrator. Als je dit wel wilt, is er een vrij complexe registerbewerking nodig. De stappen hiervoor worden hier beschreven. We hebben deze procedure succesvol getest op Windows 11, maar let op die pagina goed op de tekst in de bijbehorende schermafbeeldingen.

Rechtstreeks in een specifieke map met administratorbevoegdheden.

Terminal versus Conhost Afhankelijk van je Windows-versie verschilt het uiterlijk van je Opdrachtprompt-venster. Vanaf Windows 11 22H2 is dit de Windows Terminal-app, terwijl oudere versies gebruikmaken van Windows Console Host. In Windows 11 heb je trouwens nog steeds de optie om Conhost op te starten in plaats van Opdrachtprompt.

Je kunt het uiterlijk van het oude venster aanpassen door rechts te klikken op de titelbalk en Eigenschappen te selecteren, maar Windows Terminal biedt meer mogelijkheden. Als je met rechts klikt op het geopende tabblad, kun je via Color de kleurweergave wijzigen. Voor meer opties klik je op het pijlknopje en kies je Instellingen. Open vervolgens Command Prompt en bekijk de opties onder Appearance en Advanced. Wil je dat het standaardprofiel Command Prompt is bij het opstarten van de Terminal-app, stel dat dan in via Instellingen / Startup.

Als je een oudere Windows-versie hebt dan 22H2, kun je Windows Terminal vanuit de Microsoft Store-app desgewenst nog downloaden en installeren.

Links: de oude Conhost, rechts het nieuwe Windows Terminal.

Tip 02: Gebruik

Voordat we een reeks nuttige commando’s bespreken, geven we eerst enkele handige tips om efficiënter te werken op de Opdrachtprompt. Om snel een overzicht van de ingebouwde commando’s te krijgen, volstaat het commando help. Elk commando dien je wel te bevestigen met de Enter-toets. Voor informatie over een specifiek commando volstaat een van deze opdrachten:

help <commando>

Of:

<commando> /?

Bijvoorbeeld:

help doskey

Of:

prompt /?

Het laatste commando vertelt je dat je de prompt kunt aanpassen met tekst en allerlei variabelen, zoals:

prompt Station $N:

Met prompt zonder verdere parameters herstel je de standaardprompt.

Duurt de uitvoer van sommige commando’s te lang dan kun je deze onderbreken met Ctrl+C. Met cls schoon je het Opdrachtprompt-venster in één keer op. Druk (herhaaldelijk) op de Tab-toets om bestands- of mapnamen automatisch te laten verschijnen of op Shift+Tab voor de omgekeerde alfabetische volgorde.

Om snel een eerder uitgevoerd commando te herhalen, druk je op F3 (voor het vorige commando) of op F8 (hiermee navigeer je omgekeerd chronologisch door je commandolijst). Druk je op F7, dan zie je een menu met de commandogeschiedenis en selecteer je met de muis of de pijltoetsen het gewenste commando.

We gaan ervan uit dat je de werking van het commando cd kent. Dit gebruik je om naar een ander pad te navigeren, bijvoorbeeld:

cd\

(rootmap)

cd..

(hogere map)

cd c:\windows

(specifieke map)

Of je kopieert een pad in Verkenner met Ctrl+C naar het klembord en je plakt dit op de Opdrachtprompt met Ctrl+V.

Met F7 blader je door je recente commandogeschiedenis.

Tip 03: Informatie opvragen

Windows heeft diverse commando’s waarmee je allerlei informatie kunt opvragen over gebruikers, netwerkverbindingen, je systeem enzovoort. We bespreken kort enkele handige tools.

Om snel uit te zoeken met welk account iemand is aangemeld en wat de computernaam is, volstaat het commando whoami. Wil je ook weten tot welke groepen de gebruiker hoort, gebruik dan:

whoami /groups

Ben je geïnteresseerd in allerlei informatie over je systeem, voer dan systeminfo uit. Of met onderstaande toevoeging om de gegevens in een tekstbestand te bewaren:

systeminfo >systeeminfo.txt

Je vindt hier onder meer het processortype en systeemmodel, de BIOS-versie, de hoeveelheid fysiek en virtueel geheugen.

Dit commando geeft je informatie over je netwerkadapters, zoals het ip-adres en fysieke MAC-adres, evenals de gateway (wat meestal het ip-adres van je router is):

ipconfig /all

Om een ip-adres van een webserver te achterhalen, gebruik je de opdracht:

nslookup <webadres>

Hiermee krijg je de namen te zien van de draadloze netwerken waarmee je systeem eerder al verbonden was:

netsh wlan show profile

Deze opdracht toont je het netwerkwachtwoord bij Key Content in de rubriek Security Settings (vervang <wifi-netwerknaam> door de echte naam):

netsh wlan show profile <wifi-netwerknaam> key=clear

Werk je met een laptop en zoek je uitgebreide informatie over de batterijstatus, gebruik dan:

powercfg /batteryreport

Je krijgt inzage in dit rapport door op Windows-toets+R in te drukken en de standaardlocatie C:\windows\system32\battery-report.html in te tikken.

Van gebruikers over netwerken tot accu’s: Windows weet het allemaal!

Tip 04: Schijfbeheer

Ben je vooral geïnteresseerd in informatie over de aangesloten stations, dan kun je met fsutil aan de slag. Zo levert deze opdracht een lijst van alle gedetecteerde stations:

fsutil fsinfo drives

Om te weten om welk type het precies gaat, gebruik je (vervang x: door de gewenste stationsletter):

fsutil fsinfo drivetype x:

Mogelijke resultaten zijn Fixed Drive, Removable Drive en Remote/Network Drive.

Dit commando vertelt je hoeveel schijfruimte je nog over hebt:

fsutil volume diskfree x:

Technisch geïnteresseerde gebruikers moeten zeker ook deze opdracht uitproberen en het verschil bekijken tussen een NTFS- en een (ex)FAT-station (zoals bij een usb-stick):

fsutil fsinfo volumeinfo x:

Je merkt dat een NTFS-geformatteerd station veel meer ingebouwde functies ondersteunt, waaronder schijfquota, bestandsencryptie en -compressie.

Met fsutil kun je niet alleen informatie opvragen, maar ook bepaalde functies aanpassen. We nemen de zogeheten TRIM-functie op een ssd-schijf als voorbeeld. Deze zorgt ervoor dat data van verwijderde bestanden op de betreffende ssd-sectoren tijdens onbenutte momenten echt worden gewist, zodat dit niet meer hoeft te gebeuren op het ogenblik dat daar nieuwe bestanden worden bewaard. Deze functie zorgt er dus voor dat gegevens sneller naar de ssd worden geschreven. Hiermee vraag je de actuele TRIM-status op:

fsutil behavior query disabledeletenotify

Verschijnt NTFS DisableDeleteNotify = 0 (Disabled), dan is (enigszins verwarrend) TRIM ingeschakeld. Wil je TRIM alsnog inschakelen als dat niet zo blijkt te zijn (wat we over het algemeen aanraden), voer dan deze opdracht uit:

fsutil behavior set disabledeletenotify 0

Met de parameter 1 schakel je TRIM weer uit.

Met de juiste parameters kom je heel wat (technische) informatie over je schijven te weten.

Tip 05: Back-ups (en meer)

Windows heeft ook diverse interne commando’s waarmee je data kunt kopiëren, zoals copy en xcopy. Nog krachtiger, maar minder bekend, is het commando robocopy, dat je goed kunt inzetten voor diverse kopieer- en back-upoperaties.

Om bijvoorbeeld bestanden uit een map te synchroniseren met een andere map kun je het volgende commando gebruiken:

robocopy "c:<bronmap>" "d:<doelmap>" /E /MIR /XX /LOG:logrc.txt

De parameter /E (empty)zorgt ervoor dat ook (lege) submappen worden meegenomen en /MIR (mirroring) regelt een exacte kopie van de data. Met de parameter /XX voorkom je dat reeds bestaande bestanden in de doelmap worden overschreven. Met de parameter /LOG:logrc.txt bewaar je alle details van de kopieeroperatie in een logbestand.

Er zijn nog veel andere parameters, die specifiek voor kopieeroperaties naar een netwerkshare nuttig kunnen zijn, zoals:

robocopy "c:<bronmap>" \nas\backup\data /ZB /R:2 /W:3 /MT:12

Met de parameter /ZB wordt de operatie in een herstartbare modus uitgevoerd. Lukt een kopieeractie slechts gedeeltelijk, dan wordt bij de volgende ronde alleen nog het resterende deel gekopieerd. Met /R geef je aan hoeveel keer robocopy een kopieeractie moet proberen en met /W geef je aan hoeveel seconden tussen elke poging wordt gewacht. Met /MT ten slotte kun je in theorie tot 128 bestanden tegelijk kopiëren (het standaardaantal is 8).

Robocopy: van simpele kopieeracties tot uitgekiende synchronisatie-operaties.

Zo breng je structuur aan in de chaos van bestanden op je pc: Rommeltje van gemaakt? Zo deel je je schijven overzichtelijk in

Tip 06: Bestandscontrole

Het commando chkdsk <stationsletter> is geen onbekende. Hiermee kun je snel controleren of er mogelijk beschadigingen zijn ontstaan in het bestandssysteem. Om het station ook te controleren op slechte sectoren, gebruik je de parameter /R (read). Als je eventuele fouten wilt herstellen, gebruik dan de combinatie /R /F (read en fix). Houd er wel rekening mee dat de bestanden opnieuw worden samengesteld zonder de (onleesbare) gegevens uit de corrupte sectoren. Hierdoor is het mogelijk dat je deze niet meer kunt benaderen met de gebruikelijke applicaties.

Het kan ook gebeuren dat sommige Windows-functies niet meer (goed) functioneren of dat Windows Update klaagt over systeembeschadigingen. In dat geval kun je een analyse laten uitvoeren van alle belangrijke systeembestanden. Start de Opdrachtprompt als administrator en voer het volgende uit om de gezondheidsstatus van je lokale Windows-image te controleren:

dism.exe /Online /Cleanup-image /Checkhealth

Je kunt indien gewenst een grondigere controle uitvoeren door de parameter /Checkhealth te vervangen door /ScanHealth.

Als een van beide commando’s fouten aangeeft, voer het commando dan opnieuw uit, maar vervang de laatste parameter door /RestoreHealth. Hierdoor wordt een nieuw image gecreëerd met behulp van Windows Update.

Nadat dit is voltooid, voer je sfc /scannow uit. Hiermee worden corrupte systeembestanden vervangen door de gecachete originelen. Houd er rekening mee dat dit commando behoorlijk wat tijd in beslag kan nemen.

Overigens kun je met sfc ook een specifiek systeembestand controleren wanneer je vermoedt dat dit bestand corrupt is:

sfc /verifyfile="<pad_naar_systeembestand>"

Bijvoorbeeld:

sfc /verifyfile="c:\windows\system32\kernel32.dll"

Windows heeft verschillende commando’s voor het opsporen en herstellen van beschadigde bestanden.

Run-commando’s In dit artikel hebben we het nagenoeg alleen over commando’s die je vanaf de Opdrachtprompt uitvoert, maar het zou zonde zijn als we de zogeheten run-commando’s onvermeld laten. Je start deze vanuit het venster Uitvoeren, dat je opent met de toetscombinatie Windows-toets+R. Tik daarna het gewenste commando in en druk op Enter of klik op OK. Wil je het commando als administrator uitvoeren? Gebruik dan Ctrl+Shift+Enter voor bevestiging.

Het gaat om zeer uiteenlopende commando’s (enkele honderden), probeer het maar eens met commando’s als cmd, regedit, ms-settings:colors en displayswitch. Teveel om hier op te noemen dus, maar op een site als All Things How vind je ze vrijwel allemaal. Wij hebben er zo’n 350 geteld.

Een kleine greep uit Windows’ rijkgevulde arsenaal van run-commando’s.

Tip 07: Servicebeheer

Op de achtergrond zijn er altijd heel wat services actief. Je krijgt hiervan een overzicht wanneer je op Windows-toets+R drukt en services.msc uitvoert. Het kan gebeuren dat je onder bepaalde omstandigheden sommige services wel of juist niet actief wilt hebben, bijvoorbeeld tijdens het gamen. Dan is het makkelijker wanneer je zo’n service vanaf de Opdrachtprompt kunt in- of uitschakelen. Dat kan met deze commando’s:

sc start "<servicenaam>"

En:

sc stop "<servicenaam>"

Je hebt niet de weergavenaam (display name) nodig, maar de echte servicenaam, die vaak is ingekort. Je kunt deze opvragen met sc query, of met een gerichte zoekopdracht als:

sc query type=service state=all | find /i "dhcp"

In dit voorbeeld zoek je naar alle services (ongeacht de status) waarin dhcp in de naam voorkomt.

Om de servicestatus op te vragen gebruik je:

sc queryex "<servicenaam>"

Is de service actief (running), dan krijg je hiervan tevens de PID (Process Identifier) te zien (zie ook tip 8). Om een service uit te schakelen die momenteel nog automatisch met Windows wordt opgestart (bij services.msc lees je dan Automatisch af in de kolom Opstarttype) voer je het volgende commando uit:

sc config <servicenaam> start=disabled

Met start=auto laat je die alsnog weer automatisch opstarten.

Controleer de servicestatus en schakel services naar wens in of uit.

Tip 08: Procesbeheer

Je hebt vast weleens meegemaakt dat een toepassing niet wil afsluiten of opstarten omdat het nog actief is op de achtergrond. Hier is hoe je dat oplost.

Om te beginnen, zoek je de PID (Process Identifier) van het proces of programma op. Open Taakbeheer met Ctrl+Shift+Esc en ga naar het tabblad Processen. Daar zie je een overzicht van alle actieve toepassingen, achtergrondprocessen en Windows-processen.

Probeer het eerst door het problematische item te selecteren en rechtsonder op Beëindigen te klikken. Als dat niet werkt of als je meerdere programma’s of processen tegelijk wilt afsluiten, open dan de Opdrachtprompt als administrator en voer deze opdracht uit:

taskkill /PID <pid-nr>

Of gebruik deze opdracht om het proces geforceerd te beëindigen:

taskkill /F /PID <pid-nr>

Je kunt ook het proces stoppen aan de hand van de procesnaam. Gebruik het commando tasklist om de procesnaam en de bijbehorende PID te vinden. Vervolgens voer je dit commando uit om het proces te beëindigen:

taskkill /IM <procesnaam>

Houd er rekening mee dat er een verschil is tussen deze twee methodes. Met de procesnaam sluit je alle processen met die naam af, terwijl je met de /PID-parameter naar een specifieke procesinstantie verwijst. Als je toch ook alle bijbehorende ‘kindprocessen’ wilt beëindigen, gebruik dan de parameter /T. Om meerdere processen tegelijk af te sluiten, gebruik je de opdracht:

taskkill /PID <pid-nr1> /PID <pid-nr2> /PID <pid-nr3>

Tegenstribbelende processen leg je zo het zwijgen op.

Tip 09: Taakbeheer

Windows beschikt over een ingebouwde taakplanner (druk op de Windows-toets, tik taakplanner in en voer de gelijknamige toepassing uit), maar je kunt ook taken plannen en beheren vanaf de opdrachtregel of via een batchbestand.

Gebruik het commando schtasks (schedule tasks), uit te voeren als administrator. Om bijvoorbeeld een wekelijkse, automatische herstart in te plannen, voer je het volgende commando uit:

schtasks /create /sc weekly /d FRI /st 17:00 /tn "autoherstart" /tr "shutdown -r -f -t 30"

De parameters spreken voor zich: /sc weekly betekent wekelijks, maar er zijn andere opties zoals hourly, daily, monthly, once, onstart, onlogon en onidle. Achter /d voer je de eerste drie letters van de dagen in (in het Engels), achter /tn vul je de taaknaam in en achter /st komt de starttijd. Achter /tr voer je tussen aanhalingstekens het gewenste commando of het volledige pad naar de gewenste applicatie in. In ons voorbeeld hebben we het ingebouwde commando shutdown gebruikt, maar dit kan net zo goed om een externe toepassing gaan, zoals:

schtasks /create /sc onlogon /tn "Chrome" /tr "C:\Program Files (x86)\Google\Chrome\Application\chrome.exe"

Met het schtasks /change kun je een taak aanpassen en hiermee verwijder je een taak:

schtasks /delete /tn "<bestaande_taaknaam>"

Taken beheren kan net zo goed (en veel vlugger) vanaf de Opdrachtprompt.

Tip 10: Cpu-beheer

Windows verdeelt de processortijd over toepassingen of processen op basis van prioriteit. Hoe hoger de prioriteit, hoe meer processortijd voor een proces. Naast prioriteit beïnvloedt ook affiniteit de procesprestaties. Affiniteit verwijst naar de processorkern(en) waarop een proces wordt uitgevoerd. Standaard voert Windows een proces uit op alle processorkernen, maar je kunt ook zelf bepalen op hoeveel en welke kernen dit moet gebeuren.

Je kunt zowel de prioriteit als de affiniteit instellen via Taakbeheer, maar op die manier is zo’n aanpassing alleen geldig voor de huidige Windows-sessie.

Als je applicaties wilt starten met een vaste prioriteit en/of affiniteit, moet je een andere methode gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling van de gewenste applicatie en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Snelkoppeling en vul het Doelveld in als volgt:

cmd.exe /c start "<programmanaam>" /<prioriteit> /affinity <#> "<programmapad>"

Bijvoorbeeld:

cmd.exe /c start "Steam" /high /affinity F0 "C:\Program Files (x86)\Steam\steam.exe"

Om de prioriteit aan te geven, gebruik je een van de volgende parameters: /low, /belownormal, /normal, /abovenormal, /high (of /realtime). De affiniteit wordt aangegeven met een hexadecimaal getal.

Stel, je cpu heeft acht kernen en je wilt de vier hoogste gebruiken, dan is dat in binaire vorm 11110000 (1 voor de vier hoogste; 0 voor de vier laagste). In hexadecimale notatie wordt dat F0. Je kunt een omrekenhulpmiddel gebruiken, bijvoorbeeld via deze webpagina.

Hier ga je dus niet zelf naar de Opdrachtprompt, maar laat je deze door de applicatie oproepen (met cmd.exe /c start) en uitvoeren. Dit is dus ook mogelijk.

Je kunt een vaste cpu-prioriteit en -affiniteit geven aan een applicatie.

Tip 11: Batch(lus)

Een van de grote voordelen van opdrachtregelcommando’s is hun naadloze integratie in batchscripts. Je hoeft alleen maar het batch-bestand uit te voeren – of het op te nemen in de Windows Taakplanner voor verdere automatisering – om alle opgenomen commando’s achtereenvolgens uit te voeren. Standaard gebeurt dit in chronologische volgorde: eerst het eerste commando, dan het tweede enzovoort. Maar ook complexere batch-constructies zijn mogelijk, zoals het uitvoeren van een lus.

Een voorbeeld verduidelijkt dit. Stel dat je een map hebt met talrijke bestanden en je automatisch alle bestanden van bepaalde typen wilt verwijderen, kopiëren of verplaatsen. Typ dan de volgende regels in Kladblok en sla het bestand op met de extensie .bat of .cmd (dus niet .txt):

De eerste en laatste regel zijn optioneel en dienen alleen om feedback aan de gebruiker te geven. Alle actie staat in de tweede regel. Deze zorgt ervoor dat alle bestanden met de opgenomen extensies (hier bak, tmp, jpg, log en txt) direct worden verwijderd. Plaats het gewenste pad tussen de aanhalingstekens. De parameter /s verwijdert ook bestanden in onderliggende submappen.

Om bestanden te kopiëren in plaats van te verwijderen, gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do copy "<bronpad>" "<doelpad>"

Voor verplaatsen gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do move "<bronpad>" "<doelpad>"

Wis, kopieer of verplaats in één keer alle bestanden met specifieke extensies.

Tip 12: Omgevingsvariabelen

Wanneer je een batchbestand wilt uitvoeren vanaf de Opdrachtprompt, moet je meestal eerst naar de map met dat batchbestand navigeren. Je kunt dit efficiënter doen door het pad naar je batchbestanden, scripts of andere opdrachtregeltools toe te voegen aan de omgevingsvariabelen van Windows.

Om dit te doen, start je de Opdrachtprompt op als administrator. Gebruik het commando set om een overzicht van de omgevingsvariabelen te krijgen, inclusief de variabele path. Met echo %path% krijg je alleen de inhoud van de path-variabele te zien. Voeg het volledige pad naar de map met de batchbestanden toe aan de path-variabele met het volgende commando:

setx path "%path%;<volledig_pad_naar_map>" /M

Bijvoorbeeld iets als:

setx path "%path%;c:\data\mijnscripts" /M

De parameter /M staat voor machine en zorgt ervoor dat het pad systeemwijd wordt toegevoegd.

Onze omgevingsvariabele path is blijkbaar wat uit zijn voegen gegroeid. 

Complete toolkits Windows biedt een breed scala aan opdrachtregelcommando’s, maar er zijn ook talrijke applicaties die zich laten aansturen vanaf de Opdrachtprompt, zodat je deze kunt automatiseren via batch-bestanden of de Taakplanner.

Bekende ontwikkelaars als Nir Sofer en Mark Russinovich hebben zelfs uitgebreide toolkits ontwikkeld met verschillende systeemtools, die je ook via de Opdrachtprompt kunt gebruiken: NirLauncher en Sysinternals Suite.

Maar het wordt nog mooier: WSCC (Windows System Control Center) combineert namelijk beide toolkits en nog enkele andere in één grafische interface, van waaruit je alle tools overzichtelijk gerubriceerd en kort toegelicht kunt starten. Je kunt WSCC downloaden (beschikbaar in zowel 32- als 64bit-versies, zowel installeerbaar als draagbaar). Je hebt de mogelijkheid om zelf te bepalen welke toolkits en tools je daadwerkelijk wilt downloaden en installeren. In totaal zijn er bijna driehonderd tools beschikbaar (zonder die van Windows zelf), die samen slechts 230 MB schijfruimte innemen.

Via de Updates-knop kun je snel eventuele updates detecteren en downloaden, en met de New Console-knop krijg je direct toegang tot de Opdrachtprompt vanuit WSCC, waar je meteen aan de slag kunt. Je start WSCC bij voorkeur als administrator op.

WSCC: zo’n driehonderd handige systeemtools vanuit één venster, zowel grafisch als op de opdrachtregel.

▼ Volgende artikel
Hoor het verschil: test het nieuwste premium hoortoestel van Schoonenberg HoorSupport
© Schoonenberg HoorSupport
Gezond leven

Hoor het verschil: test het nieuwste premium hoortoestel van Schoonenberg HoorSupport

Herken je dat? Gesprekken in een drukke ruimte die steeds lastiger te volgen zijn. Muziek die doffer klinkt dan vroeger. Of familieleden die zeggen dat de tv wel erg hard staat. Veel mensen merken pas laat dat hun gehoor langzaam achteruitgaat. Toch kun je daar iets aan doen – en dat begint met luisteren. Letterlijk én figuurlijk.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Schoonenberg HoorSupport

Samen met Review.nl zoekt Schoonenberg HoorSupport mensen die het nieuwste premium hoortoestel willen uitproberen: de AudioNova S9. Een kans om te ontdekken wat goed horen in het dagelijks leven kan betekenen.

Hoe weet je of je gehoor achteruitgaat?

Gehoorverlies ontstaat vaak geleidelijk. Je hersenen vullen ontbrekende klanken vanzelf aan, waardoor je het niet meteen merkt. Hierdoor raak je niet alleen sneller vermoeid, maar zijn het ook anderen die eerder merken dat je niet goed hoort: je vraagt mensen steeds vaker of ze willen herhalen wat ze net gezegd hebben, of je zet het volume van de stereo of televisie hoger dan vroeger.

Een eenvoudige manier om in te schatten hoe het met je gehoor staat, is jezelf een cijfer te geven. Hoe beoordeel jij je gehoor op een schaal van 1 tot 10? Scoor je lager dan een 6, dan is dat een goed moment om actie te ondernemen. Hoe eerder je erbij bent, des te beter je er iets aan kunt doen.

Laat je gehoor eens testen

Vermoed je gehoorverlies? Bij Schoonenberg HoorSupport kun je gratis en vrijblijvend een hoortest doen. De audicien onderzoekt hoe goed je hoort en jullie bespreken samen wat voor jou belangrijk is. Met ruim 140 vestigingen in Nederland is er altijd wel een locatie bij jou in de buurt.

In de winkels staan gecertificeerde audiciens klaar om uitleg te geven over moderne hooroplossingen zoals de AudioNova S9. Zo ervaar je opnieuw hoe rijk geluid kan zijn – van stemmen en muziek tot de alledaagse geluiden die je misschien ongemerkt was kwijtgeraakt.

©Schoonenberg HoorSupport

AudioNova S9: ontworpen voor het dagelijkse leven

De AudioNova S9 is het nieuwste model uit de premiumlijn van AudioNova en is ontwikkeld voor mensen die midden in het leven staan. Met werk, familie en een actief sociaal leven. Dankzij de draadloze verbindingen en betrouwbare prestaties mis je niets van wat belangrijk is – van telefoongesprekken met je (klein)kinderen tot een gezellig avondje met vrienden of een mooi concert.

Waar hoortoestellen vroeger alleen geluid konden versterken, gaat de AudioNova S9 veel verder. Het toestel combineert comfort met slimme technologie. Het past zich automatisch aan je omgeving aan: stemmen klinken helder en achtergrondgeluid wordt verminderd. Zo kun je iedereen goed verstaan, ook in gezelschap.

De AudioNova S9 is waterbestendig en oplaadbaar, zodat je geen losse batterijen meer nodig hebt. De toestellen klik je eenvoudig vast in de magnetische oplader; zo laad je ze ook onderweg op. Via bluetooth verbind je het toestel met je smartphone, tablet of tv voor helder geluid bij gesprekken en media. En mocht je het een keer kwijt zijn, dan vind je het snel terug met de functie 'Vind mijn toestel' in de Hearing Remote-app.

©Schoonenberg HoorSupport

©Schoonenberg HoorSupport

Probeer de AudioNova S9 zelf uit

Review.nl organiseert samen met Schoonenberg HoorSupport een testpanel voor de AudioNova S9. Deelnemers mogen het toestel uitgebreid uitproberen en hun ervaring delen. Je krijgt daarbij professionele begeleiding van de experts van Schoonenberg.

Wil je meedoen of meer weten over de test? Meld je aan via de Review.nl-pagina. Daar lees je alles over deelname, de planning en wat er van je wordt verwacht.

Ook als je niet in het testpanel wordt geselecteerd, kun je natuurlijk een hoortest plannen bij een vestiging van Schoonenberg HoorSupport. Zo ontdek je zelf of de AudioNova S9 of een ander model bij jou past.

©Schoonenberg HoorSupport

▼ Volgende artikel
Zo voorkom je de 6 meest gemaakte fouten bij het strijken
© Wordley Calvo Stock - stock.adob
Huis

Zo voorkom je de 6 meest gemaakte fouten bij het strijken

Strijken lijkt simpel, maar in de praktijk sluipen er snel gewoontes in die jouw kleding geen goed doen. Veel mensen strijken op gevoel en merken pas later dat toch niet alle kreukels weg zijn, de stof sneller slijt of dat het strijkwerk eindeloos duurt. Door deze zes fouten te vermijden, gaat het strijken vlotter en blijft je kleding mooier.

Dit artikel in het kort

Strijken gaat sneller wanneer je de juiste temperatuur gebruikt, de stof binnenstebuiten keert en zorgt dat wat je wilt strijken licht vochtig is. Vlekken mogen niet worden gestreken omdat ze kunnen inbakken. Een schoon strijkijzer voorkomt glansplekken en kalk. Wie veel wast, heeft baat bij een strijkijzer met goede stoomproductie of een stoomgenerator.

Lees ook: Zo komt je kleding minder gekreukeld uit de wasmachine

Strijken kan een vervelende klus zijn wanneer je wekelijks met een volle mand aan de slag gaat, zeker als hardnekkige vouwen niet willen verdwijnen of een net gestreken blouse na een uur alweer kreukt. In grotere huishoudens voelt het soms zelfs alsof het werk nooit af is. Het goede nieuws: het kan sneller én makkelijker. Hieronder lees je welke zes fouten het strijken vaak onnodig lastig maken en hoe je ze voorkomt.

1: De temperatuur verkeerd instellen

Veel mensen laten hun strijkijzer standaard op dezelfde temperatuur staan. Dat lijkt handig, maar is het niet. Sommige stoffen, zoals zijde of synthetische vezels, mogen niet te warm gestreken worden omdat ze dat kunnen verschroeien of in het ergste geval zelfs smelten. Maar bij andere stoffen krijg je kreukels juist alleen weg bij een hogere stand. Het wasetiket geeft precies aan wat kan. Staat er een doorgestreept strijkijzer op? Dan kun je het beter helemaal niet strijken. In zo'n geval kan een kledingstomer misschien uitkomst bieden.

Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Igor Nikushin - stock.adobe.com

2: Kleding niet binnenstebuiten strijken

Stoffen blijven langer mooi wanneer je ze aan de binnenkant strijkt. De buitenkant slijt dan minder snel en kleuren blijven langer behouden. Bij kragen, manchetten en zomen is de binnenkant al helemaal veiliger, omdat details anders kunnen beschadigen. Ook donkere stoffen strijk je bij voorkeur aan de binnenzijde: te veel hitte kan glansplekken veroorzaken, en dat wil je natuurlijk niet kunnen zien wanneer je deze kleding draagt.

3: Te droge was strijken

Volledig droge kleding strijkt een stuk lastiger. De strijkzool glijdt minder soepel en kreukels blijven langer zichtbaar. Een licht vochtige stof werkt veel prettiger. Is je was al droog? Dan helpt een plantenspuit of de stoomfunctie van je strijkijzer. Let op: sommige materialen, zoals zijde, zijn gevoelig voor watervlekken. Die kun je dus beter wél droog strijken.

Nieuw strijkijzer kopen? Handige tips 👇🏻

• Een gladde strijkzool glijdt beter over de stof.
• Een smalle punt helpt bij knopen, naden en lastige hoekjes.
• Een krachtige, constante stoomstoot laat kreukels sneller verdwijnen.
• Een ruim waterreservoir voorkomt dat je steeds moet bijvullen.
• Voor grote hoeveelheden strijkwerk kun je beter een stoomgenerator kiezen.

©PhotoSG - stock.adobe.com

Houd je kleding netjes na het strijken met een handig kledingrek

Zo blijft alles georganiseerd en kreukvrij!

4: Vuile kleding of kleding met vlekken strijken

Een gedragen kledingstuk even bijstrijken lijkt handig, maar vlekken kunnen door de hitte in de vezels trekken. Daarna zijn ze veel moeilijker te verwijderen. Strijk daarom om vlekken heen of kies een andere manier om kleding op te frissen. Denk aan een hangertje in de badkamer tijdens een warme douche of verticaal stomen met je stoomstrijkijzer. Er zijn ook speciale sprays voor kreukels te koop.

5x Handig strijken

Philips GC9642/60 PerfectCare Elite: een krachtige stoomgenerator van 2400 W met 1,8 l watertank; levert continu 145 g/min stoom en een stoomstoot tot 490 g/min.

Tefal Express Steam FV2837
Compact stoomstrijkijzer van 2400 W met keramische zoolplaat; biedt 35–40 g/min continue stoom en tot 165 g/min boost — geschikt voor dagelijks strijkwerk.

Braun SI 9661
Stevig stoomstrijkijzer uit de TexStyle-serie met 3100 W vermogen, ook geschikt om verticaal mee te strijken.

Calor GV9556C0 Stoomstrijkijzer
Stoom-station met Durilium-zoolplaat, 1,9 l reservoir; levert circa 125 g/min continue stoom en een stoot tot 530 g/min.

Russell Hobbs 23971-56 Supreme Steam Pro 2600 W
Compact stoomstrijkijzer van 2600 W met keramische zoolplaat en 310 ml waterreservoir; biedt continue en boost-stoom én verticale stoommogelijkheden — handig voor kleding aan de hanger.

5: Je strijkijzer niet schoonmaken

Kalk en vuil hopen zich in de stoomopeningen op en dat merk je meteen: de stoomproductie neemt af en het strijken gaat minder makkelijk. Een maandelijkse schoonmaak helpt om problemen te voorkomen. Vul het reservoir, warm het strijkijzer op en stoom het leeg boven de gootsteen. Sommige modellen hebben een reinigingsknop die vuil en kalk extra krachtig losmaakt. Ook de zool van je strijkijzer kan vies worden. Door die regelmatig schoon te maken blijft je schone was ... nou ja, schoon dus!

Lees ook: 3 manieren om de zool van je strijkijzer schoon te maken

©Alliance - stock.adobe.com

6: Het verkeerde strijkijzer gebruiken

Zelfs de beste strijktechniek schiet tekort wanneer het strijkijzer niet goed presteert. Een verouderd of te eenvoudig model kan traag op temperatuur komen, minder stoom produceren of stroef aanvoelen. . Maar wat is dan een goed strijkijzer? Een goed strijkijzer heeft onder andere een fijne brede strijkzool met spitse punt en een effectieve stoomfunctie. Moet je wekelijks bergen was wegstrijken? Gun jezelf dan een stoomgenerator. Dat is een strijkijzer met een extern reservoir waarin tot wel twee liter water gaat, waardoor je ononderbroken kunt strijken. Extra prettig aan dit type strijkbout is dat je hem vóór het strijken uit het waterreservoir haalt en hij dus extra licht van gewicht is. Zo is strijken misschien helemaal zo vervelend nog niet!