ID.nl logo
 Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat
© fatmawati - stock.adobe.com
Huis

Met commando's je Windows-systeem beheren, zo doe je dat

De naam Windows geeft al aan dat dit besturingssysteem zich graag vanuit grafische vensters laat aansturen. Zo zijn we het inmiddels misschien gewend, maar sommige taken laten zich nog altijd beter of tenminste sneller vanaf de Opdrachtprompt uitvoeren.

In dit artikel laten we zien hoe je taken vanaf de Opdrachtprompt kunt uitvoeren in Windows en wat je hier allemaal mee kunt doen, onder meer:

  • Informatie opvragen over de gebruikers
  • Informatie over de schijven opvragen
  • Back-uppen
  • Processen beëindigen
  • Batchscripts creëren

Toch liever met vensters je computer beheren? Lees dan ook dit artikel: Deze verborgen pareltjes in Windows kende je nog niet

Tip 01: Starten

Je kunt op verschillende manieren de Opdrachtprompt starten, ook wel bekend als de command line interface (CLI). Een manier is bijvoorbeeld door Opdrachtprompt of cmd te tikken in het Windows-startmenu. Als de commando’s die je wilt uitvoeren beheerrechten vereisen, dan klik je met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en kies je voor Uitvoeren als administrator. Het Opdrachtprompt-venster zal dan beginnen met de titel Administrator: […].

Een andere manier is door Ctrl+Shift+Esc in te drukken om het Taakbeheer te openen, dan selecteer je Bestand / Nieuwe taak uitvoeren, waarna je cmd tikt en op Enter drukt of op OK klikt. Eventueel kun je nog een vinkje plaatsen bij Deze taak met administratorbevoegdheden uitvoeren voordat je bevestigt met OK.

Als je de Opdrachtprompt direct in een specifieke map wilt openen, bijvoorbeeld om bestandsbewerkingen uit te voeren, navigeer je in Verkenner naar de gewenste map, klik je met de rechtermuisknop op een lege plek in deze map en kies je Openen in Terminal. Helaas gebeurt dit niet als administrator. Als je dit wel wilt, is er een vrij complexe registerbewerking nodig. De stappen hiervoor worden hier beschreven. We hebben deze procedure succesvol getest op Windows 11, maar let op die pagina goed op de tekst in de bijbehorende schermafbeeldingen.

Rechtstreeks in een specifieke map met administratorbevoegdheden.

Terminal versus Conhost Afhankelijk van je Windows-versie verschilt het uiterlijk van je Opdrachtprompt-venster. Vanaf Windows 11 22H2 is dit de Windows Terminal-app, terwijl oudere versies gebruikmaken van Windows Console Host. In Windows 11 heb je trouwens nog steeds de optie om Conhost op te starten in plaats van Opdrachtprompt.

Je kunt het uiterlijk van het oude venster aanpassen door rechts te klikken op de titelbalk en Eigenschappen te selecteren, maar Windows Terminal biedt meer mogelijkheden. Als je met rechts klikt op het geopende tabblad, kun je via Color de kleurweergave wijzigen. Voor meer opties klik je op het pijlknopje en kies je Instellingen. Open vervolgens Command Prompt en bekijk de opties onder Appearance en Advanced. Wil je dat het standaardprofiel Command Prompt is bij het opstarten van de Terminal-app, stel dat dan in via Instellingen / Startup.

Als je een oudere Windows-versie hebt dan 22H2, kun je Windows Terminal vanuit de Microsoft Store-app desgewenst nog downloaden en installeren.

Links: de oude Conhost, rechts het nieuwe Windows Terminal.

Tip 02: Gebruik

Voordat we een reeks nuttige commando’s bespreken, geven we eerst enkele handige tips om efficiënter te werken op de Opdrachtprompt. Om snel een overzicht van de ingebouwde commando’s te krijgen, volstaat het commando help. Elk commando dien je wel te bevestigen met de Enter-toets. Voor informatie over een specifiek commando volstaat een van deze opdrachten:

help <commando>

Of:

<commando> /?

Bijvoorbeeld:

help doskey

Of:

prompt /?

Het laatste commando vertelt je dat je de prompt kunt aanpassen met tekst en allerlei variabelen, zoals:

prompt Station $N:

Met prompt zonder verdere parameters herstel je de standaardprompt.

Duurt de uitvoer van sommige commando’s te lang dan kun je deze onderbreken met Ctrl+C. Met cls schoon je het Opdrachtprompt-venster in één keer op. Druk (herhaaldelijk) op de Tab-toets om bestands- of mapnamen automatisch te laten verschijnen of op Shift+Tab voor de omgekeerde alfabetische volgorde.

Om snel een eerder uitgevoerd commando te herhalen, druk je op F3 (voor het vorige commando) of op F8 (hiermee navigeer je omgekeerd chronologisch door je commandolijst). Druk je op F7, dan zie je een menu met de commandogeschiedenis en selecteer je met de muis of de pijltoetsen het gewenste commando.

We gaan ervan uit dat je de werking van het commando cd kent. Dit gebruik je om naar een ander pad te navigeren, bijvoorbeeld:

cd\

(rootmap)

cd..

(hogere map)

cd c:\windows

(specifieke map)

Of je kopieert een pad in Verkenner met Ctrl+C naar het klembord en je plakt dit op de Opdrachtprompt met Ctrl+V.

Met F7 blader je door je recente commandogeschiedenis.

Tip 03: Informatie opvragen

Windows heeft diverse commando’s waarmee je allerlei informatie kunt opvragen over gebruikers, netwerkverbindingen, je systeem enzovoort. We bespreken kort enkele handige tools.

Om snel uit te zoeken met welk account iemand is aangemeld en wat de computernaam is, volstaat het commando whoami. Wil je ook weten tot welke groepen de gebruiker hoort, gebruik dan:

whoami /groups

Ben je geïnteresseerd in allerlei informatie over je systeem, voer dan systeminfo uit. Of met onderstaande toevoeging om de gegevens in een tekstbestand te bewaren:

systeminfo >systeeminfo.txt

Je vindt hier onder meer het processortype en systeemmodel, de BIOS-versie, de hoeveelheid fysiek en virtueel geheugen.

Dit commando geeft je informatie over je netwerkadapters, zoals het ip-adres en fysieke MAC-adres, evenals de gateway (wat meestal het ip-adres van je router is):

ipconfig /all

Om een ip-adres van een webserver te achterhalen, gebruik je de opdracht:

nslookup <webadres>

Hiermee krijg je de namen te zien van de draadloze netwerken waarmee je systeem eerder al verbonden was:

netsh wlan show profile

Deze opdracht toont je het netwerkwachtwoord bij Key Content in de rubriek Security Settings (vervang <wifi-netwerknaam> door de echte naam):

netsh wlan show profile <wifi-netwerknaam> key=clear

Werk je met een laptop en zoek je uitgebreide informatie over de batterijstatus, gebruik dan:

powercfg /batteryreport

Je krijgt inzage in dit rapport door op Windows-toets+R in te drukken en de standaardlocatie C:\windows\system32\battery-report.html in te tikken.

Van gebruikers over netwerken tot accu’s: Windows weet het allemaal!

Tip 04: Schijfbeheer

Ben je vooral geïnteresseerd in informatie over de aangesloten stations, dan kun je met fsutil aan de slag. Zo levert deze opdracht een lijst van alle gedetecteerde stations:

fsutil fsinfo drives

Om te weten om welk type het precies gaat, gebruik je (vervang x: door de gewenste stationsletter):

fsutil fsinfo drivetype x:

Mogelijke resultaten zijn Fixed Drive, Removable Drive en Remote/Network Drive.

Dit commando vertelt je hoeveel schijfruimte je nog over hebt:

fsutil volume diskfree x:

Technisch geïnteresseerde gebruikers moeten zeker ook deze opdracht uitproberen en het verschil bekijken tussen een NTFS- en een (ex)FAT-station (zoals bij een usb-stick):

fsutil fsinfo volumeinfo x:

Je merkt dat een NTFS-geformatteerd station veel meer ingebouwde functies ondersteunt, waaronder schijfquota, bestandsencryptie en -compressie.

Met fsutil kun je niet alleen informatie opvragen, maar ook bepaalde functies aanpassen. We nemen de zogeheten TRIM-functie op een ssd-schijf als voorbeeld. Deze zorgt ervoor dat data van verwijderde bestanden op de betreffende ssd-sectoren tijdens onbenutte momenten echt worden gewist, zodat dit niet meer hoeft te gebeuren op het ogenblik dat daar nieuwe bestanden worden bewaard. Deze functie zorgt er dus voor dat gegevens sneller naar de ssd worden geschreven. Hiermee vraag je de actuele TRIM-status op:

fsutil behavior query disabledeletenotify

Verschijnt NTFS DisableDeleteNotify = 0 (Disabled), dan is (enigszins verwarrend) TRIM ingeschakeld. Wil je TRIM alsnog inschakelen als dat niet zo blijkt te zijn (wat we over het algemeen aanraden), voer dan deze opdracht uit:

fsutil behavior set disabledeletenotify 0

Met de parameter 1 schakel je TRIM weer uit.

Met de juiste parameters kom je heel wat (technische) informatie over je schijven te weten.

Tip 05: Back-ups (en meer)

Windows heeft ook diverse interne commando’s waarmee je data kunt kopiëren, zoals copy en xcopy. Nog krachtiger, maar minder bekend, is het commando robocopy, dat je goed kunt inzetten voor diverse kopieer- en back-upoperaties.

Om bijvoorbeeld bestanden uit een map te synchroniseren met een andere map kun je het volgende commando gebruiken:

robocopy "c:<bronmap>" "d:<doelmap>" /E /MIR /XX /LOG:logrc.txt

De parameter /E (empty)zorgt ervoor dat ook (lege) submappen worden meegenomen en /MIR (mirroring) regelt een exacte kopie van de data. Met de parameter /XX voorkom je dat reeds bestaande bestanden in de doelmap worden overschreven. Met de parameter /LOG:logrc.txt bewaar je alle details van de kopieeroperatie in een logbestand.

Er zijn nog veel andere parameters, die specifiek voor kopieeroperaties naar een netwerkshare nuttig kunnen zijn, zoals:

robocopy "c:<bronmap>" \nas\backup\data /ZB /R:2 /W:3 /MT:12

Met de parameter /ZB wordt de operatie in een herstartbare modus uitgevoerd. Lukt een kopieeractie slechts gedeeltelijk, dan wordt bij de volgende ronde alleen nog het resterende deel gekopieerd. Met /R geef je aan hoeveel keer robocopy een kopieeractie moet proberen en met /W geef je aan hoeveel seconden tussen elke poging wordt gewacht. Met /MT ten slotte kun je in theorie tot 128 bestanden tegelijk kopiëren (het standaardaantal is 8).

Robocopy: van simpele kopieeracties tot uitgekiende synchronisatie-operaties.

Zo breng je structuur aan in de chaos van bestanden op je pc: Rommeltje van gemaakt? Zo deel je je schijven overzichtelijk in

Tip 06: Bestandscontrole

Het commando chkdsk <stationsletter> is geen onbekende. Hiermee kun je snel controleren of er mogelijk beschadigingen zijn ontstaan in het bestandssysteem. Om het station ook te controleren op slechte sectoren, gebruik je de parameter /R (read). Als je eventuele fouten wilt herstellen, gebruik dan de combinatie /R /F (read en fix). Houd er wel rekening mee dat de bestanden opnieuw worden samengesteld zonder de (onleesbare) gegevens uit de corrupte sectoren. Hierdoor is het mogelijk dat je deze niet meer kunt benaderen met de gebruikelijke applicaties.

Het kan ook gebeuren dat sommige Windows-functies niet meer (goed) functioneren of dat Windows Update klaagt over systeembeschadigingen. In dat geval kun je een analyse laten uitvoeren van alle belangrijke systeembestanden. Start de Opdrachtprompt als administrator en voer het volgende uit om de gezondheidsstatus van je lokale Windows-image te controleren:

dism.exe /Online /Cleanup-image /Checkhealth

Je kunt indien gewenst een grondigere controle uitvoeren door de parameter /Checkhealth te vervangen door /ScanHealth.

Als een van beide commando’s fouten aangeeft, voer het commando dan opnieuw uit, maar vervang de laatste parameter door /RestoreHealth. Hierdoor wordt een nieuw image gecreëerd met behulp van Windows Update.

Nadat dit is voltooid, voer je sfc /scannow uit. Hiermee worden corrupte systeembestanden vervangen door de gecachete originelen. Houd er rekening mee dat dit commando behoorlijk wat tijd in beslag kan nemen.

Overigens kun je met sfc ook een specifiek systeembestand controleren wanneer je vermoedt dat dit bestand corrupt is:

sfc /verifyfile="<pad_naar_systeembestand>"

Bijvoorbeeld:

sfc /verifyfile="c:\windows\system32\kernel32.dll"

Windows heeft verschillende commando’s voor het opsporen en herstellen van beschadigde bestanden.

Run-commando’s In dit artikel hebben we het nagenoeg alleen over commando’s die je vanaf de Opdrachtprompt uitvoert, maar het zou zonde zijn als we de zogeheten run-commando’s onvermeld laten. Je start deze vanuit het venster Uitvoeren, dat je opent met de toetscombinatie Windows-toets+R. Tik daarna het gewenste commando in en druk op Enter of klik op OK. Wil je het commando als administrator uitvoeren? Gebruik dan Ctrl+Shift+Enter voor bevestiging.

Het gaat om zeer uiteenlopende commando’s (enkele honderden), probeer het maar eens met commando’s als cmd, regedit, ms-settings:colors en displayswitch. Teveel om hier op te noemen dus, maar op een site als All Things How vind je ze vrijwel allemaal. Wij hebben er zo’n 350 geteld.

Een kleine greep uit Windows’ rijkgevulde arsenaal van run-commando’s.

Tip 07: Servicebeheer

Op de achtergrond zijn er altijd heel wat services actief. Je krijgt hiervan een overzicht wanneer je op Windows-toets+R drukt en services.msc uitvoert. Het kan gebeuren dat je onder bepaalde omstandigheden sommige services wel of juist niet actief wilt hebben, bijvoorbeeld tijdens het gamen. Dan is het makkelijker wanneer je zo’n service vanaf de Opdrachtprompt kunt in- of uitschakelen. Dat kan met deze commando’s:

sc start "<servicenaam>"

En:

sc stop "<servicenaam>"

Je hebt niet de weergavenaam (display name) nodig, maar de echte servicenaam, die vaak is ingekort. Je kunt deze opvragen met sc query, of met een gerichte zoekopdracht als:

sc query type=service state=all | find /i "dhcp"

In dit voorbeeld zoek je naar alle services (ongeacht de status) waarin dhcp in de naam voorkomt.

Om de servicestatus op te vragen gebruik je:

sc queryex "<servicenaam>"

Is de service actief (running), dan krijg je hiervan tevens de PID (Process Identifier) te zien (zie ook tip 8). Om een service uit te schakelen die momenteel nog automatisch met Windows wordt opgestart (bij services.msc lees je dan Automatisch af in de kolom Opstarttype) voer je het volgende commando uit:

sc config <servicenaam> start=disabled

Met start=auto laat je die alsnog weer automatisch opstarten.

Controleer de servicestatus en schakel services naar wens in of uit.

Tip 08: Procesbeheer

Je hebt vast weleens meegemaakt dat een toepassing niet wil afsluiten of opstarten omdat het nog actief is op de achtergrond. Hier is hoe je dat oplost.

Om te beginnen, zoek je de PID (Process Identifier) van het proces of programma op. Open Taakbeheer met Ctrl+Shift+Esc en ga naar het tabblad Processen. Daar zie je een overzicht van alle actieve toepassingen, achtergrondprocessen en Windows-processen.

Probeer het eerst door het problematische item te selecteren en rechtsonder op Beëindigen te klikken. Als dat niet werkt of als je meerdere programma’s of processen tegelijk wilt afsluiten, open dan de Opdrachtprompt als administrator en voer deze opdracht uit:

taskkill /PID <pid-nr>

Of gebruik deze opdracht om het proces geforceerd te beëindigen:

taskkill /F /PID <pid-nr>

Je kunt ook het proces stoppen aan de hand van de procesnaam. Gebruik het commando tasklist om de procesnaam en de bijbehorende PID te vinden. Vervolgens voer je dit commando uit om het proces te beëindigen:

taskkill /IM <procesnaam>

Houd er rekening mee dat er een verschil is tussen deze twee methodes. Met de procesnaam sluit je alle processen met die naam af, terwijl je met de /PID-parameter naar een specifieke procesinstantie verwijst. Als je toch ook alle bijbehorende ‘kindprocessen’ wilt beëindigen, gebruik dan de parameter /T. Om meerdere processen tegelijk af te sluiten, gebruik je de opdracht:

taskkill /PID <pid-nr1> /PID <pid-nr2> /PID <pid-nr3>

Tegenstribbelende processen leg je zo het zwijgen op.

Tip 09: Taakbeheer

Windows beschikt over een ingebouwde taakplanner (druk op de Windows-toets, tik taakplanner in en voer de gelijknamige toepassing uit), maar je kunt ook taken plannen en beheren vanaf de opdrachtregel of via een batchbestand.

Gebruik het commando schtasks (schedule tasks), uit te voeren als administrator. Om bijvoorbeeld een wekelijkse, automatische herstart in te plannen, voer je het volgende commando uit:

schtasks /create /sc weekly /d FRI /st 17:00 /tn "autoherstart" /tr "shutdown -r -f -t 30"

De parameters spreken voor zich: /sc weekly betekent wekelijks, maar er zijn andere opties zoals hourly, daily, monthly, once, onstart, onlogon en onidle. Achter /d voer je de eerste drie letters van de dagen in (in het Engels), achter /tn vul je de taaknaam in en achter /st komt de starttijd. Achter /tr voer je tussen aanhalingstekens het gewenste commando of het volledige pad naar de gewenste applicatie in. In ons voorbeeld hebben we het ingebouwde commando shutdown gebruikt, maar dit kan net zo goed om een externe toepassing gaan, zoals:

schtasks /create /sc onlogon /tn "Chrome" /tr "C:\Program Files (x86)\Google\Chrome\Application\chrome.exe"

Met het schtasks /change kun je een taak aanpassen en hiermee verwijder je een taak:

schtasks /delete /tn "<bestaande_taaknaam>"

Taken beheren kan net zo goed (en veel vlugger) vanaf de Opdrachtprompt.

Tip 10: Cpu-beheer

Windows verdeelt de processortijd over toepassingen of processen op basis van prioriteit. Hoe hoger de prioriteit, hoe meer processortijd voor een proces. Naast prioriteit beïnvloedt ook affiniteit de procesprestaties. Affiniteit verwijst naar de processorkern(en) waarop een proces wordt uitgevoerd. Standaard voert Windows een proces uit op alle processorkernen, maar je kunt ook zelf bepalen op hoeveel en welke kernen dit moet gebeuren.

Je kunt zowel de prioriteit als de affiniteit instellen via Taakbeheer, maar op die manier is zo’n aanpassing alleen geldig voor de huidige Windows-sessie.

Als je applicaties wilt starten met een vaste prioriteit en/of affiniteit, moet je een andere methode gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling van de gewenste applicatie en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Snelkoppeling en vul het Doelveld in als volgt:

cmd.exe /c start "<programmanaam>" /<prioriteit> /affinity <#> "<programmapad>"

Bijvoorbeeld:

cmd.exe /c start "Steam" /high /affinity F0 "C:\Program Files (x86)\Steam\steam.exe"

Om de prioriteit aan te geven, gebruik je een van de volgende parameters: /low, /belownormal, /normal, /abovenormal, /high (of /realtime). De affiniteit wordt aangegeven met een hexadecimaal getal.

Stel, je cpu heeft acht kernen en je wilt de vier hoogste gebruiken, dan is dat in binaire vorm 11110000 (1 voor de vier hoogste; 0 voor de vier laagste). In hexadecimale notatie wordt dat F0. Je kunt een omrekenhulpmiddel gebruiken, bijvoorbeeld via deze webpagina.

Hier ga je dus niet zelf naar de Opdrachtprompt, maar laat je deze door de applicatie oproepen (met cmd.exe /c start) en uitvoeren. Dit is dus ook mogelijk.

Je kunt een vaste cpu-prioriteit en -affiniteit geven aan een applicatie.

Tip 11: Batch(lus)

Een van de grote voordelen van opdrachtregelcommando’s is hun naadloze integratie in batchscripts. Je hoeft alleen maar het batch-bestand uit te voeren – of het op te nemen in de Windows Taakplanner voor verdere automatisering – om alle opgenomen commando’s achtereenvolgens uit te voeren. Standaard gebeurt dit in chronologische volgorde: eerst het eerste commando, dan het tweede enzovoort. Maar ook complexere batch-constructies zijn mogelijk, zoals het uitvoeren van een lus.

Een voorbeeld verduidelijkt dit. Stel dat je een map hebt met talrijke bestanden en je automatisch alle bestanden van bepaalde typen wilt verwijderen, kopiëren of verplaatsen. Typ dan de volgende regels in Kladblok en sla het bestand op met de extensie .bat of .cmd (dus niet .txt):

De eerste en laatste regel zijn optioneel en dienen alleen om feedback aan de gebruiker te geven. Alle actie staat in de tweede regel. Deze zorgt ervoor dat alle bestanden met de opgenomen extensies (hier bak, tmp, jpg, log en txt) direct worden verwijderd. Plaats het gewenste pad tussen de aanhalingstekens. De parameter /s verwijdert ook bestanden in onderliggende submappen.

Om bestanden te kopiëren in plaats van te verwijderen, gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do copy "<bronpad>" "<doelpad>"

Voor verplaatsen gebruik je:

for %%v in (bak tmp jpg log txt) do move "<bronpad>" "<doelpad>"

Wis, kopieer of verplaats in één keer alle bestanden met specifieke extensies.

Tip 12: Omgevingsvariabelen

Wanneer je een batchbestand wilt uitvoeren vanaf de Opdrachtprompt, moet je meestal eerst naar de map met dat batchbestand navigeren. Je kunt dit efficiënter doen door het pad naar je batchbestanden, scripts of andere opdrachtregeltools toe te voegen aan de omgevingsvariabelen van Windows.

Om dit te doen, start je de Opdrachtprompt op als administrator. Gebruik het commando set om een overzicht van de omgevingsvariabelen te krijgen, inclusief de variabele path. Met echo %path% krijg je alleen de inhoud van de path-variabele te zien. Voeg het volledige pad naar de map met de batchbestanden toe aan de path-variabele met het volgende commando:

setx path "%path%;<volledig_pad_naar_map>" /M

Bijvoorbeeld iets als:

setx path "%path%;c:\data\mijnscripts" /M

De parameter /M staat voor machine en zorgt ervoor dat het pad systeemwijd wordt toegevoegd.

Onze omgevingsvariabele path is blijkbaar wat uit zijn voegen gegroeid. 

Complete toolkits Windows biedt een breed scala aan opdrachtregelcommando’s, maar er zijn ook talrijke applicaties die zich laten aansturen vanaf de Opdrachtprompt, zodat je deze kunt automatiseren via batch-bestanden of de Taakplanner.

Bekende ontwikkelaars als Nir Sofer en Mark Russinovich hebben zelfs uitgebreide toolkits ontwikkeld met verschillende systeemtools, die je ook via de Opdrachtprompt kunt gebruiken: NirLauncher en Sysinternals Suite.

Maar het wordt nog mooier: WSCC (Windows System Control Center) combineert namelijk beide toolkits en nog enkele andere in één grafische interface, van waaruit je alle tools overzichtelijk gerubriceerd en kort toegelicht kunt starten. Je kunt WSCC downloaden (beschikbaar in zowel 32- als 64bit-versies, zowel installeerbaar als draagbaar). Je hebt de mogelijkheid om zelf te bepalen welke toolkits en tools je daadwerkelijk wilt downloaden en installeren. In totaal zijn er bijna driehonderd tools beschikbaar (zonder die van Windows zelf), die samen slechts 230 MB schijfruimte innemen.

Via de Updates-knop kun je snel eventuele updates detecteren en downloaden, en met de New Console-knop krijg je direct toegang tot de Opdrachtprompt vanuit WSCC, waar je meteen aan de slag kunt. Je start WSCC bij voorkeur als administrator op.

WSCC: zo’n driehonderd handige systeemtools vanuit één venster, zowel grafisch als op de opdrachtregel.

▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends
© Philips
Huis

Nieuwe Philips Baristina Plus Stainless Steel combineert strak design met koffietrends

Philips breidt zijn reeks halfautomatische koffiemachines uit met de Baristina Plus Stainless Steel. Het nieuwe model heeft een behuizing van roestvrij staal en een extra zetoptie voor iced coffee. Daarmee speelt het merk in op de groeiende populariteit van koude koffiedranken, ook buiten de zomer.

De Baristina Plus Stainless Steel is het nieuwste model binnen de Baristina-reeks. De machine heeft een volledig metalen ontwerp met houten accenten en voelt daardoor stevig aan. Volgens Philips draagt de constructie bij aan een langere levensduur en doet het ontwerp denken aan professionele espressomachines.

Net als eerdere modellen werkt de Baristina met versgemalen bonen, automatische dosering en een pompdruk van 16 bar. Nieuw is de mogelijkheid om iced coffee te zetten. Daarbij wordt de koffie eerst warm gebrouwen voor een volle smaak, waarna de doorstroom vertraagt om het drankje geleidelijk te koelen zonder dat de crema verdwijnt. De gebruiker hoeft alleen een glas met ijs te vullen, de iced coffee-optie te kiezen en te swipen om te beginnen.

©Philips

De Baristina Plus Stainless Steel is bovendien ontwikkeld met aandacht voor duurzaamheid. Omdat de machine werkt met verse bonen, ontstaat er geen afval van capsules of pads. Het apparaat gebruikt per kopje precies de benodigde hoeveelheid water en energie en is opgebouwd uit vervangbare onderdelen, wat de levensduur verlengt.

Hoe Nederland zijn koffie drinkt

Uit onderzoek dat Philips rond International Coffee Day liet uitvoeren, blijkt dat koffie voor ruim de helft van de Nederlanders onderdeel is van het ochtendritueel. Een kwart van de Nederlanders drinkt zijn eerste kop tussen zeven en acht uur ’s ochtends; bijna één op de vijf zelfs nog eerder. Voor veel mensen is dat eerste kopje onmisbaar: 62 procent wil liever geen gesprek aangaan vóór de eerste slok, terwijl de helft zich direct energieker voelt na het drinken.

Cappuccino blijft met 28 procent de populairste variant, maar iced coffee wint snel terrein. Koffie is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van inspiratie. Veel Nederlanders experimenteren met nieuwe smaken en texturen. Naast iced coffee moet je dan bijvoorbeeld denken aan varianten met opgeschuimde melk of een vleugje chocolade.

▼ Volgende artikel
☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding
© yossarian6 - stock.adobe.com
Gezond leven

☔ Op de fiets door het herfstweer? Zo kies je de beste regenkleding

Kijk naar buiten en het is meteen duidelijk: de herfst is begonnen. Moet jij ook op de fiets door de regen? Je houdt het droog met goede regenkleding. Van poncho tot pak: zo valt je fietstocht niet in het water!

Dit artikel in het kort:

🌧️ Waar gebruik jij je fiets voor? (want dat maakt uit)
🌧️ Verschillende soorten regenkleding
🌧️ Waterdichtheid, ademend vermogen, gebruikt materiaal en maat
🌧️ De invloed van het seizoen
🌧️ Bekende merken

Lees ook: Je regenjas wassen én waterdicht houden: natuurlijk kan dat!

Waar gebruik jij je fiets voor?

Welke regenkleding het best bij je past, hangt af van hoe je fietst. Leg je vaak flinke afstanden af, dan telt vooral comfort. Kies dan voor ademende materialen die soepel meebewegen en niet knellen. Gebruik je je (elektrische) fiets vooral voor het woon-werkverkeer of om naar school te gaan, dan is gemak belangrijker: regenkleding die je snel kunt aantrekken en weer uitdoen is dan ideaal.

Verschillende soorten regenkleding

Daarna kun je kijken welk type regenkleding het best bij je past. Een compleet regenpak met jas en broek is handig als je vaak fietst en goed beschermd wilt zijn. Toch vinden veel mensen vooral het aantrekken van de broek onhandig. In dat geval is een losse regenjas of een regenponcho een praktischer optie. Houd er wel rekening mee dat je benen dan bij stevige regen sneller nat worden. Misschien zijn regenchaps wat voor jou: hiermee bedek je alleen de voorkant van je bovenbenen. Ook slim: alvast nadenken over regenschoenen. Wanneer je echt een hekel hebt aan natte voeten, zijn overschoenen een welkome aanvulling op je regenoutfit!

Traditioneel regenpak

De klassieker onder de regenkleding is natuurlijk het regenpak. Dat bestaat uit een jas en een broek en is meestal gemaakt van waterdicht materiaal zoals PVC of nylon. Het voordeel is dat je praktisch helemaal bedekt bent, van je nek tot je enkels. Het nadeel? Vooral goedkope regenpakken kunnen wat minder ademend zijn, waardoor je bezweet kunt aankomen.

Losse regenjas

Een losse regenjas is handig wanneer je al een waterdichte broek hebt (of natuurlijk wanneer je het niet erg vindt als je benen natregenen). Regenjassen zijn vaak stijlvoller en kunnen bij slecht weer ook als gewone jas gedragen worden (iets wat je met een traditioneel regenpak niet zo snel zult doen). Let op details: getapete naden en een hoge kraag zorgen dat je beter beschermd bent tegen de regen.

Regencape/regenponcho

Hoef je maar een kort stukje te fietsen? Dan is een regencape of - poncho ideaal: gewoon een kwestie van omslaan of over je hoofd aantrekken. Met een cape of poncho heb je veel bewegingsvrijheid, maar bij harde wind kunnen ze een beetje onhandig zijn. Er zijn ook regencapes die bijvoorbeeld elastieken aan de mouwen hebben die je aan het stuur kunt vastmaken, of een extra koord om je middel waardoor de cape minder wappert en klappert in de wind.

Regenoverschoenen

Niets zo vervelend als helemaal droog blijven dankzij een goed regenpak, maar aankomen met doorweekte schoenen. Regenoverschoenen zijn dé oplossing. Ze zijn gemaakt van waterdicht materiaal en je schuift ze makkelijk over je normale schoenen heen.

TypeVoordelenNadelen
RegenpakVolledig beschermdMinder ademend
RegenjasStijlvol, veelzijdigBenen blijven onbedekt
Cape/ponchoMakkelijk aan-/uitdoen Windgevoelig
OverschoenenDroge voetenExtra aankoop

©iuricazac - stock.adobe.com

Waar moet je op letten bij het kiezen van regenkleding?

➜ Waterdichtheid

Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste om op te letten! Om te weten hoe goed een regenjas je droog kan houden, kijk je naar de waterkolomwaarde op het etiket. Hoe hoger de waarde, hoe beter de waterdichtheid. Een waarde van 10.000 mm of meer is uitstekend. In de tabel hieronder zie je hoe goed verschillende waterkolomwaarden je beschermen.

➜ Ademend vermogen

Je wilt droog blijven, maar je wilt ook dat je eigen zweet niet blijft hangen in je regenpak. Materialen zoals Gore-Tex zijn waterdicht maar toch ademend.

➜ Materiaal

Het materiaal is ook iets om rekening mee te houden. Polyester is licht en ademend maar minder duurzaam. PVC is zwaarder maar gaat langer mee. Kies wat bij jou en je fietsgedrag past.

➜ Prijs-kwaliteitverhouding

Goedkoop is vaak duurkoop, vooral als je dagelijks fietst. Investeer in kwalitatief goede regenkleding die jaren meegaat.

De juiste maat kiezen

Bij het kiezen van de juiste maat is het belangrijk om rekening te houden met de kleding die je eronder draagt. Pas verschillende maten en draag de kleding die je normaal tijdens het fietsen draagt. Bepaal of je genoeg bewegingsvrijheid overhoudt. Een regenjas die zó strak om je armen zit dat je niet goed meer richting kunt aangeven, dat moet je natuurlijk niet willen.

Tabel: waterdichtheid

Waterdichtheid van regenkleding wordt gemeten in millimeters waterkolom (mm). Dit geeft aan hoe hoog een kolom water kan zijn voordat deze door de stof heen dringt. Voor regenkleding voor de fiets is minimaal 5.000 tot 10.000 mm aan te raden.

Aantal mm:Waterdichtheid:Beschermt tegen:
0 - 1.500SpatwaterdichtLichte regen en spatten
1.500 - 5.000WaterdichtMatige tot zware regen
5.000 - 10.000WaterdichtBijna alle regen, wel wat vochtdoorslag mogelijk
10.000 - 20.000Hoogwaardig waterdichtZware stortbuien
20.000+Extreem waterdichtExtreme omstandigheden

➜ Zomer of winter?

Wat voor regenkleding je kiest, hangt ook af van het seizoen en van wat je allemaal op de fiets doet.

Zomer

In de zomer is lichte, ademende kleding het prettigst. Ga voor materialen die waterdicht én ventilerend zijn, zoals Gore-Tex. Dat houdt regen buiten maar laat vocht van binnen ontsnappen. Zo blijf je droog van de regen én raak je overtollige warmte kwijt tijdens het fietsen. Ideaal dus voor warme, wisselvallige dagen waarop je actief bent.

Winter

In de winter draait het juist om warmte. Een regenjas met thermische voering houdt je niet alleen droog, maar ook behaaglijk. Veel modellen hebben een uitneembare voering, zodat je dezelfde jas ook in het voor- en najaar kunt dragen. Houd wel rekening met een hogere prijs, maar daar krijg je meer comfort en veelzijdigheid voor terug.

Testen voor gebruik

Wil je zeker weten dat je droog overkomt? Het klinkt gek, maar spuit jezelf nat met een tuinslang om te testen hoe waterdicht de kleding echt is. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Welk merk fietskleding moet je kiezen?

In Nederland zijn er verschillende bekende merken die regenkleding van hoge kwaliteit aanbieden. Dit zijn enkele van de meest populaire:

1: Agu

Dit Nederlandse merk is vooral bekend onder fietsers en biedt een breed scala aan regenkleding, van jassen tot broeken en overschoenen.

2: Rains

Dit Deense merk is ook populair in Nederland en staat bekend om zijn minimalistische en stijlvolle regenjassen.

3: Mac in a Sac

Dit merk biedt lichtgewicht en opvouwbare regenkleding die gemakkelijk op te bergen is.

4: Vaude

Dit Duitse merk is populair onder outdoorliefhebbers en biedt duurzame en milieuvriendelijke regenkleding.

5: Columbia

Dit Amerikaanse merk is ook in Nederland verkrijgbaar en biedt een breed scala aan regenkleding, vaak gemaakt van hun gepatenteerde Omni-Tech-materiaal dat zowel waterdicht als ademend is.

©Martin - stock.adobe.com

✅ Checklist regenkleding kopen

☐ Bepaal je behoeften: dagelijks gebruik, lange ritten, woon-werkverkeer.
☐ Kies het type regenkleding: regenpak, losse jas, cape/poncho, overschoenen.
☐ Controleer de waterdichtheid: zoek naar de waterkolomwaarde.
☐ Let op het ademend vermogen: materialen zoals Gore-Tex zijn ideaal.
☐ denk om het seizoen: licht en ademend voor de zomer, geïsoleerd voor de winter.
☐ Check de prijs-kwaliteitverhouding: goedkoop is niet altijd beter.
☐ Pas verschillende maten: houd rekening met de kleding die je eronder draagt.
☐ Test de kleding indien mogelijk: gebruik een tuinslang of lees online reviews.
☐ Lees het waslabel: sommige kledingstukken hebben speciale zorg nodig.
☐ Overweeg extra's: zoals reflecterende strips voor veiligheid.