Geen lelijk eendje meer: dit zijn de innovaties van Paint in Windows 11
Paint is een van de oudste grafische editors van Windows. Dat was het programma eerlijk gezegd ook aan te zien. Met de recente update van Windows 11 heeft de tool een facelift ondergaan. Er zijn interessante nieuwe functies bijgekomen. Bovendien hebben we de indruk dat we in de nabije toekomst nog meer innovaties van Paint mogen verwachten.
Paint heeft met de komst van Windows 11 een upgrade gekregen, in dit artikel bekijken wat dat allemaal behelst, zoals:
- Meer pictogrammen, minder woorden
- Transparant is ook echt transparant
- Eenvoudig de achtergrond verwijderen
- Werken met lagen
Vind je Paint nog steeds niks? Lees dan dit artikel: Foto bewerken? Tips voor 22 gratis programma's
Met een elegantere gebruikersinterface en moderne pictogrammen sluit Paint nu aan bij het design van Windows 11. Het programma neemt automatisch het thema over dat je voor het systeem hebt ingesteld. Werk je bijvoorbeeld in de donkere modus, dan laat ook Paint zijn duistere kant zien. Je kunt het thema altijd nog handmatig wijzigen. Open hiervoor allereerst Instellingen, waar drie mogelijkheden te zien zijn: Licht, Donker en Systeeminstelling. Standaard is de derde optie actief.
Inzoomen doe je nog steeds onderaan in de statusbalk met het schuifje of door rechtsbeneden een percentage in te geven. Je kunt ook de toetscombinatie Windows-toets+Plusteken en Windows-toets+Minteken gebruiken. Nieuw is de knop voor de Venstervullende weergave. Die staat naast het zoompercentage in de statusbalk. Hiermee zoom je in op het canvas, zodat de volledige afbeelding netjes in het geopende Paint-venster past.
Minder woorden nodig
Het uiterlijk van Paint heeft nieuwe pictogrammen gekregen die duidelijker zijn. In de uitgevouwen knoppenbalk stonden voorheen twintig woorden. In het beter georganiseerde Windows 11-ontwerp staan er slechts zeven. De pictogrammen zelf zijn ook makkelijker te begrijpen.
Aan de collectie lettertypen zijn nieuwe fonts toegevoegd. Alles ziet er afgerond uit. Nieuw is verder dat het werkvlak, het canvas, gecentreerd op het scherm komt. In de vroegere versie sloot het canvas tegen de linker- en bovenkant van het werkvlak aan.
Opties voor weergave
De opties onder Weergave, het vroegere Beeld, zijn handiger opgesteld. Via dit menu kun je nog steeds in- en uitzoomen. Bovendien kun je ook van hieruit, of met Ctrl+1, de weergave aanpassen aan de ingestelde venstergrootte. Er is daarnaast een optie om de afbeelding honderd procent weer te geven. Dat lukt trouwens ook met Ctrl+0.
De weergave op honderd procent is belangrijk om de scherpte van een foto te kunnen beoordelen. Als een foto verkleind op het scherm wordt weergegeven, weet je namelijk nooit zeker of de afdruk ook haarscherp is. In de honderd procent-weergave komt één beeldpunt van de afbeelding overeen met één pixel van het computerscherm. Als de weergave in deze modus aanvaardbaar is, dan kun je er gerust op zijn dat de foto op de afdruk scherp is.
In Paint kun je ook de rasterlijnen, de linialen en de statusbalk in beeld brengen. Om de afbeelding zonder al die balken op schermgrootte te bewonderen, druk je op F11 of kies je voor Volledig scherm. Een nieuwkomer is het Zwevend venster waarin een miniatuur van de afbeelding is te zien. Het nut van deze functie is ons een raadsel.
Echte transparantie
In de vorige versie kon je al png-bestanden bekijken en bewerken. De png-bestandsindeling is interessant, omdat deze transparantie ondersteunt. Je kunt dus zones in de afbeelding doorzichtig maken. Helaas kon de oude versie van Paint slecht overweg met png. De transparante zones van de afbeelding werden altijd met een witte achtergrond opgeslagen.
De nieuwe versie van de app neemt transparantie wel serieus. Je krijgt een schaakbordpatroon op het canvas te zien dat aangeeft welke zone transparant is. Als je iets uitwist, verdwijnt het echt. Het wordt dus niet vervangen door wit. Als je met meerdere lagen werkt, kun je door een zone transparant te maken op de bovenliggende laag, zien wat eronder zit.
Transparante selectie
Een andere manier om met transparantie om te gaan is de optie Transparante selectie. Nadat je een bestand hebt geopend, klik je op de knop Selecteren en daar vink je het vakje Transparante selectie aan. Blijf in het menu Selecteren en klik op de optie Vrije selectie. Daarna trek je een vrije selectielijn rond het object dat je uit de afbeelding wilt halen. In dit voorbeeld is dat het hoofd van de parkiet.
Zodra je klaar bent, verschijnt er een gestippelde rechthoek rond het geselecteerde gebied. Klik daar met de rechtermuisknop op en selecteer Knippen in het menu. Daarmee verdwijnt de selectie en zie je het schaakbordpatroon dat aangeeft dat dit gebied transparant is. Open vervolgens een nieuwe afbeelding in Paint. Gebruik de toetscombinatie Ctrl+V om het geselecteerde object te plakken binnen deze nieuwe afbeelding.
Je creativiteit liever op papier uiten?
De benodigdheden vind je bij bol
Formaat wijzigen
Heb je een afbeelding waarvan je de afmetingen wilt wijzigen? Kies dan in de groep Afbeelding voor de knop Formaat wijzigen en hellen of gebruik Ctrl+W. Hiermee kun je de grootte van de afbeeldingen aanpassen met Percentage of met Pixels.
Met Percentage vergroot of verklein je de afbeelding ten opzichte van de oorspronkelijke afmetingen. Als je bijvoorbeeld 50 procent invoert, dan wordt de afbeelding de helft kleiner.
Gebruik je Pixels dan kun je de exacte breedte en hoogte aanpassen op basis van beeldpuntjes. Door het kettinkje tussen Horizontaal en Verticaal actief te maken, zorg je dat de hoogte-breedteverhouding bij de aanpassing behouden blijft.
Verwijderen achtergrond
Paint kan nu ook met één muisklik de achtergrond van afbeeldingen verwijderen met behulp van AI. Dat lukt op twee manieren. Je klikt bijvoorbeeld op het gereedschap Achtergrond verwijderen. Het programma probeert dan zelf uit te vinden welk element je uit de achtergrond wilt halen.
We vinden dat je een beter resultaat krijgt als je eerst met het Rechthoekig selectiegereedschap het object selecteert dat je uit de achtergrond wilt halen. Klik daarna op Achtergrondverwijderaar. Hiermee maak je het gemakkelijker voor het programma, want je geeft aan welk element op de afbeelding moet verdwijnen. Deze optie beschikt alleen niet over extra tools om de randen van de overgebleven selectie te verfijnen. Als je hier en daar toch een restant wilt wegpoetsen, dan ben je op het gummetje aangewezen.
Lagen
Het principe van lagen is dat je meerdere afbeeldingen op elkaar kunt stapelen om montages te maken. In combinatie met de Achtergrondverwijderaar kun je dus objecten uit zijn oorspronkelijke achtergrond halen en via een laag op een nieuwe achtergrond plaatsen. Dankzij lagen is het mogelijk om de positie van dat geplakte object te wijzigen.
De vlinder die we zojuist uit de achtergrond hebben gehaald, willen we nu op een nieuwe achtergrond aanbrengen. Met de knop Lagen openen we een nieuw zijvenster. We dupliceren die laag. Op die manier krijgen we twee vlinders te zien. We schalen de vlinder op de bovenste laag, zodat deze kleiner lijkt.
Wie gewend is om met een andere foto-editor te werken, moet er aan denken om in Paint elke keer een nieuwe laag te maken om daarop het vrijgemaakte object te plakken. Het is niet zo dat wanneer je iets plakt automatisch een nieuwe laag wordt gecreëerd. Bovendien is het (nog) niet mogelijk om de dekking van de lagen aan te passen.
Lagen beheren
Op iedere laag kun je werken met behulp van de penselen, vormen en kleuren. Als je een extra laag wilt toevoegen, dan klik je in het deelvenster Lagen op de plusknop of je gebruikt de toetscombinatie Ctrl+Shift+N. Het is altijd mogelijk om de volgorde van de lagen te wijzigen.
Klik op de laag die je wilt verplaatsen en sleep deze naar een hogere of lagere positie. Als je met meerdere lagen werkt, kan het helpen om bepaalde lagen te verbergen. Op die manier word je niet afgeleid door de inhoud die daarop staat. Verbergen regel je met de rechtermuisknop. Klik met rechts op zo’n laag en kies Laag verbergen. Via het contextmenu kun je ook een laag tevoorschijn halen, dupliceren en verwijderen.
Om de inhoud van twee lagen samen te voegen, klik je op de bovenste laag en kies je Samenvoegen naar beneden. Op het moment dat je zo’n afbeelding opslaat als een jpg- of een png-bestand, worden direct alle lagen samengevoegd. Beide bestandsindelingen ondersteunen namelijk geen lagen.
Importeren op lagen In het menu Bestand vind je voortaan ook de opdracht Importeren naar canvas. Daar moet je een keuze maken. Wil je importeren uit een bestand? Of wil je rechtstreeks importeren vanaf een scanner of camera? Met deze opdracht haal je een nieuwe afbeelding binnen die bovenop de huidige afbeelding wordt aangebracht. Je ziet dat ook in het venster Lagen. Die nieuwe afbeelding komt automatisch op een nieuwe laag, die bovenop de achtergrond ligt.
Tekst
Om tekst aan een afbeelding toe te voegen klik je op de knop A in de toolset van het hoofdmenu. Er verschijnt een extra balkje waar je het lettertype, de lettergrootte en de opmaakopties selecteert, zoals vet, cursief, onderstrepen en doorhalen. Met de nieuwe uitlijningsopties laat je de tekst links, gecentreerd of rechts uitlijnen. Dat was gek genoeg in eerdere versies niet mogelijk.
Nu kun je zelfs de tekst transparant maken of aan de tekst een achtergrond toevoegen. Dit doe je door een selectievakje aan te vinken. Onthoud ook hier dat je beter eerst een nieuwe transparante laag aanmaakt. Daar kun je dan de tekst aan toevoegen. Daarmee kun je de positie van de tekst gemakkelijk aanpassen. Als je de tekst direct plaatst, wordt dus niet automatisch een nieuwe laag aangemaakt.
Kleuren
Om de tekst kleur te geven, selecteer je eerst de tekst en daarna gebruik je de kleuren in de Knoppenbalk. De basiskleuren staan in de ronde knoppen, maar voor deze kleurstalen staan twee ronde kleurknoppen die iets groter zijn. De bovenste kleurknop is Kleur 1, dat is de kleur van de voorgrond. Daaronder staat de achtergrondkleur: Kleur 2. De tekst krijgt automatisch Kleur 1. Als je liever een andere tint wilt, dan selecteer je een andere kleur, die wordt dan Kleur 1.
Naast de kleurstalen vind je verder de knop Kleuren bewerken. Die opent de nieuwe kleurenkiezer waar je een set basiskleuren vindt. Het is ook mogelijk om nieuwe kleuren aan de set toe te voegen. Dat doe je met de grote kleurenkiezer of door een hexadecimale code te typen. Deze hexadecimale kleurcodes worden vaak gebruikt bij webdesign. Je kunt ook een RGB-waarde ingeven (rood, groen, blauw) of een KVW-waarde (tint, intensiteit, waarde). Wil je de achtergrond van het tekstvak eveneens van een kleur voorzien? Plaats dan een vinkje bij Opvulling voor achtergrond en gebruik Kleur 2 om ook een tint te selecteren.
Samenwerken met AI Paint krijgt ook een eigen afbeeldingsgenerator op basis van AI. Cocreator is vergelijkbaar met de Image Creator-functie van Bing. Op het moment dat we dit artikel schrijven, wordt deze functie uitgerold in de Verenigde Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië, Australië, Canada, Italië en Duitsland. Deze mogelijkheid werkt momenteel ook nog uitsluitend in het Engels.
Naast de knop Lagen komt er een knop Cocreator waar je in een tekstvenster een beschrijving typt van wat je bedoelt. Hoe meer gegevens je aan de beschrijving toevoegt, hoe nauwkeuriger de afbeelding wordt. Daarna kies je een stijl, zoals houtskool, inktschets, waterverf, olieverf of fotorealistisch. Klik vervolgens op de knop Maken. De functie geeft je drie afbeeldingen. Jij maakt een keuze door op een van de drie te klikken die vervolgens op het canvas verschijnt.
Het genereren van afbeeldingen via AI vergt heel wat kracht. Daarom ontvang je als gebruiker alvast vijftig gratis credits die je kunt inwisselen voor het maken van afbeeldingen. Iedere set afbeeldingen kost één credit. Daarna kun je extra credits aanschaffen. Wij hebben Cocreator nog niet kunnen testen. We zijn benieuwd wat het precies te bieden heeft.
Bestandsformaten
Paint ondersteunt de gangbare bestandsformaten om afbeeldingen te openen en op te slaan, zelfs het heic-formaat dat wordt gebruikt voor iPhone-foto’s. Heic is een recente indeling die een veel betere compressie biedt dan de vergelijkbare jpg-indeling. Een foto in heic is soms wel tweemaal kleiner dan dezelfde foto in jpg.
Bovendien ondersteunt heic transparantie, wat jpg niet doet. Je hoeft dus geen conversiesoftware te gebruiken als je heic-bestanden ontvangt. Je kunt alle heic-bestanden gewoon in Paint openen en eventueel via Bestand / Opslaan wegschrijven als png- of jpg-bestand. Andersom is ook mogelijk; elke afbeeldingsbestand kun je met Bestand / Opslaan als / Andere indeling opslaan in de heic-indeling.
Er is meer veranderd in de 23H2-update van Windows 11, in dit artikel lees je er meer over: Windows 11 is weer geüpdatet: wat is er nieuw in 23H2?