ID.nl logo
Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen
© Who is Danny - stock.adobe.com
Huis

Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen

Als je een nieuw netwerk wilt inrichten of je huidige netwerk wilt optimaliseren, kunnen de vereiste configuraties je misschien wat afschrikken. Gelukkig kun je zo’n taak ook softwarematig simuleren, zodat je de nodige kennis en ervaring in een veilige omgeving kunt opdoen.

In dit artikel laten we zien hoe je met Filius een nieuw netwerk kunt opzetten of je huidige netwerk kunt aanpassen, zonder dat een klein foutje je netwerk naar de knoppen helpt. We beschrijven de volgende stappen:

  • Zet je netwerk op in de simulatietool
  • Test de verbinding
  • Creëer een subnetmasker en gateway
  • Voeg een DHCP-server toe
  • Voeg overige servers als een DNS- en mailserver toe
  • Stel firewall-regels in

Ook interessant: Is je systeem goed beveiligd? Ontdek het met deze hack-tools

In dit artikel gaan we dieper in op netwerken, maar vermijden we fysieke apparatuur. We maken daarvoor graag gebruik van Filius, een gratis opensource-tool voor netwerksimulaties. Met Filius kun je experimenteren en snel ontdekken waarom iets wel of niet werkt. Deze tool is ook geschikt voor beginners en is populair bij docenten in het hoger voortgezet onderwijs voor hun technologie- en IT-lessen.

In het kader ‘Virtuele netwerken’ (aan het einde) bespreken we kort nog een andere aanpak met behulp van VirtualBox, waarmee je diverse netwerkconfiguraties voor virtuele machines kunt opzetten.

1 Configuratie

In het kader ‘Simulatietools’ noemen we enkele alternatieve tools voor netwerksimulatie, maar we blijven in de rest van deze masterclass bij Filius omdat het qua moeilijkheidsgraad mooi in het midden zit: niet te eenvoudig en niet te complex.

Download de software via deze pagina, het is beschikbaar voor zowel Windows als Linux. De website is in het Duits en dat geldt ook voor de installatie van het programma, maar deze is (onder Windows) gelukkig niet moeilijker dan klikken op Weiter, Annehmen, Installieren en Fertig stellen. Je kunt nu Filius starten en bij de eerste keer stel je de gewenste interfacetaal in: Deutsch, English of Français. Wij kiezen voor English.

Als je per ongeluk de verkeerde taal hebt ingesteld, open dan het configuratiebestand filius.ini in de standaardmap \Program Files\Filius\config met Kladblok en verwijder het #-teken naast de gewenste taal, bijvoorbeeld # locale=en_GB. Er zijn hier trouwens nog andere instellingen die je kunt activeren door het #-teken te verwijderen.

Het (nog lege) hoofdvenster van Filius, met links een glimp van het configuratiebestand.

2 Werkmodi

Het is raadzaam om vertrouwd te raken met de Filius-omgeving voordat je je netwerk gaat opbouwen. Er zijn namelijk drie modi waarin je kunt werken: de ontwerpmodus (hamericoon; om je netwerk op te zetten), de simulatiemodus (pijlicoon; om je netwerksimulatie te testen) en de documentatiemodus (potloodicoon; om tekst- en structuurvelden naar je netwerksimulatie te verslepen, hier doen we in dit artikel niets mee).

Logischerwijs begin je vanuit de ontwerpmodus, omdat er momenteel nog niets te simuleren of te bewerken valt. In het linkermenu vind je enkele typische netwerkcomponenten: Connection (netwerkkabel), Computer (server), Notebook (client), Switch, Router (en een Home Router met beperkte opties) en Modem.

Onze opzet voor dit artikel is als volgt: we gaan twee netwerken (subnetten) aan een router koppelen en ervoor zorgen dat ze elkaar kunnen bereiken, zodat we bijvoorbeeld een eigen DNS-server, webserver, mailserver en (p2p-)bestandsserver kunnen benaderen. Zo leer je geleidelijk aan de belangrijkste mogelijkheden van Filius kennen.

Vanuit de ontwerpmodus kun je allerlei netwerkonderdelen toevoegen.

3 Basisnetwerk

Laten we beginnen met het opzetten van een eenvoudig netwerk. Sleep een Switch, twee Notebooks en een Computer naar het ontwerpscherm. Plaats de switch bij voorkeur in het midden. Selecteer elk van deze vier componenten en geef ze vanuit het onderste deelvenster een passende naam, zoals Client 1, Client 2, Server en Switch. Geef de drie computers ook elk een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.0.1, 192.168.0.2 en 192.168.0.3, allemaal met hetzelfde subnetmasker 255.255.255.0. We kunnen hier helaas niet dieper ingaan op de betekenis en structuur van een subnetmasker, maar hier vind je meer informatie.

Verbind vervolgens elke computer met de switch: klik op Connection in het linkermenu en klik daarna op de twee apparaten die je wilt verbinden, bijvoorbeeld de computer en de switch. Druk op Esc als je hiermee klaar bent.

Een basisnetwerk heb je binnen een minuut opgezet.

4 Verbinding testen

Laten we eerst ons basisnetwerk testen voordat we dit gaan uitbreiden. Klik dus op de knop met de groene pijl om naar de simulatiemodus te gaan. Voordat er iets te beleven valt, moet je eerst een netwerktoepassing toevoegen. Dubbelklik bijvoorbeeld op Client 1, zodat de desktopomgeving zichtbaar wordt. Klik hier op Software installation, selecteer in het rechterdeelvenster Command Line en klik op de knop met de pijl naar links om dit onderdeel toe te voegen. Doe hetzelfde voor Generic client en bevestig met Apply changes.

Dubbelklik nu op Command Line in het desktopvenster en voer ping 192.168.0.2 of ping 192.168.0.3 uit. Als alles goed is, ontvang je een reactie van beide doelcomputers. Je kunt dit netwerkverkeer trouwens ook op een andere manier bekijken. Klik met de rechtermuisknop op bijvoorbeeld Client 1 en kies Show data exchange. Je zult merken dat vooralsnog al het netwerkverkeer beperkt is tot de netwerk- of internetlaag (in het zogeheten OSI- en TCP/IP-model) en dat de eerste twee pakketten afkomstig zijn van het ARP-protocol (Address Resolution Protocol), om het fysieke MAC-adres van de doelcomputer te vinden. De overige datapakketten komen van het ICMP-protocol, dat standaard wordt gebruikt door ping. Klik op een datapakket voor meer details in het onderste deelvenster.

We voegen een opdrachtregel met ping toe en zien (in het dataverkeervenster) dat het goed is.

5 Tekstberichten

Een eenvoudig ping-commando is natuurlijk niet erg spectaculair. Laten we daarom een paar tekstberichten versturen. Hiervoor installeren we eerst het softwarepakket Echo server op onze server. In de vorige paragraaf heb je geleerd hoe je dat doet. Open vervolgens deze applicatie, laat de poortinstelling gerust op 55555 staan en klik op Start zodat de server luistert naar binnenkomende pakketten.

We laten deze pakketten van Client 1 komen. Dubbelklik hiervoor op de geïnstalleerde Generic Client en vul het ip-adres van je server in (192.168.0.3). Bevestig met Connect, typ een tekstbericht in bij Message en verstuur dit met Send. Als je nu het dataverkeervenster opent, zie je het bericht verschijnen en zie je dat voor zo’n netwerktoepassing ook de OSI-lagen Transport (via het TCP-protocol) en Application worden aangesproken.

De berichtenservice genereert ook verkeer op de hoogste lagen van het OSI-model.

Simulatietools Filius is natuurlijk niet de enige simulatietool voor netwerkomgevingen. Zo kun je ook in Educational Network Simulator een netwerk samenstellen met pc’s, servers, switches en routers, vanuit een wat gedateerde webinterface.

Is het je vooral te doen om kennis op te doen rond netwerkveiligheid, dan kun CS4G Netsim proberen, maar het aantal scenario’s is hier beperkt.

Als je op zoek bent naar een veel krachtigere oplossing waarin je zowel virtuele als echte apparaten kunt opnemen, dan is GNS3 (Graphical Network Simulator-3) een interessante optie. Deze gratis opensource-tool is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Je kunt ervoor kiezen om ook de GNS3-VM te installeren, een virtuele machine die meer protocollen en netwerkapparaten ondersteunt.

Een ander interessant alternatief is EVE-NG. De tool ondersteunt nog meer netwerkapparaten van verschillende bekende producenten. EVE-NG werkt met een gebruiksvriendelijke webinterface en de simulaties zijn zeer realistisch. Let wel op dat alleen de Community Edition van EVE-NG gratis is en dat deze enkele beperkingen heeft.

Je merkt meteen dat GNS3 professionele (of minstens academische) allures heeft.

6 Subnetten

Laten we ons netwerk wat complexer maken. Als je wilt, kun je nu je huidige netwerkopstelling opslaan door op het diskette-icoon te klikken in de ontwerpmodus. Laat je huidige netwerkcomponenten ongewijzigd en voeg aan de rechterkant een extra switch en twee notebooks toe. Plaats een router tussen beide netwerken (we negeren de vereenvoudigde Home Router) en ken deze meteen twee NIC’s (Network Interface Cards) toe.

Verbind de nieuwe notebooks en de router met de extra switch. Verbind ten slotte ook de router met je eerste switch. Grafisch ziet dit er misschien goed uit, maar praktisch gezien kun je met dit netwerk nauwelijks iets doen. Je moet namelijk nog enkele configuraties binnen dit tweede netwerk (subnet) uitvoeren. Geef de nieuwe notebooks alvast een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.1.1 en 192.168.1.2. Laat de subnetmaskers ook hier op 255.255.255.0 staan.

Selecteer nu de router. Op de tabbladen in het onderste deelvenster zie je hetzelfde ip-adres staan voor beide NIC’s. Dit is natuurlijk niet correct. Klik op het eerste tabblad. Als de netwerkkabel tussen je router en de switch van je tweede netwerk groen kleurt, geef dan deze netwerkinterface het ip-adres 192.168.1.10. Voor de andere netwerkinterface, die verbonden is met de switch van het eerste netwerk, vul je 192.168.0.10 in.

Onze router heeft twee netwerkinterfaces.

7 Gateway

Wanneer je nu probeert te pingen tussen een computer uit beide netwerken, krijg je helaas alleen de foutmelding Destination not reachable. Dit is logisch, omdat er nog een gateway ontbreekt in beide netwerken. Deze configuratie doe je op het niveau van je computers.

Open een computer in je eerste netwerk (aan de linkerzijde) en vul bij Gateway het ip-adres van de bijbehorende router-netwerkinterface in (192.168.0.10). Doe dit ook voor de andere twee computers in dat netwerk. Voor de computers in je tweede netwerk (aan de rechterzijde) vul je als Gateway het ip-adres 192.168.1.10 in. Nu zou je vanuit beide netwerken ook de computers uit het andere netwerk moeten kunnen bereiken, zoals met het ping-commando of via een generic client.

We hebben wel gemerkt dat het virtuele netwerk na wijzigingen soms kuren kan vertonen. Sla in dat geval je configuratie op en herstart Filius. Als dat niet helpt, verwijder dan het betreffende softwarepakket van het betreffende apparaat, voeg het opnieuw toe en configureer het opnieuw (meestal duurt dit nog geen minuut).

Je moet ook nog een gateway instellen op je computers.

8 DHCP-server

Zodra je een wat groter netwerk uitbouwt, wordt het omslachtig als je alle apparaten handmatig een ip-adres moet geven. Dan kun je beter een DHCP-server inzetten (in elk van beide netwerken als je dit verkiest). DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol en dit wijst automatisch ip-adressen toe aan netwerkapparaten.

Ga naar het eigenschappenvenster van zo’n server en klik rechtsonder op DHCP server setup. Geef het DHCP-adresbereik op, bijvoorbeeld van 192.168.0.1 achter Lower bound of address tot 192.168.0.20 achter Upper bound of address. Plaats een vinkje bij Activate DHCP en bevestig met OK.

Merk op dat je op het tabblad Static Address Assignment specifieke apparaten op basis van hun MAC-adres een vast ip-adres kunt toewijzen (bij voorkeur buiten het ingestelde DHCP-bereik). Dit is vooral nuttig voor apparaten zoals servers, die je altijd via hetzelfde ip-adres wilt kunnen benaderen.

Over nu naar de apparaten die je van deze DHCP-service gebruik wilt laten maken. In het eigenschappenvenster van elk apparaat plaats je een vinkje bij Use DHCP for configuration. Om het toegekende ip-adres van een apparaat te achterhalen, klik je er met rechts op, of je start een commandline-sessie op en voert het commando ipconfig uit.

Het is wel zo handig als er een DHCP-server operationeel is in je netwerk.

9 Webserver

In Filius kun je ook een basale webserver activeren en deze voeden met (eigen) webpagina’s. Gebruik hiervoor eventueel een al bestaande server in je netwerk en voeg het softwarepakket Webserver eraan toe. Open dit pakket en klik op Start.

Om de webserver te testen, installeer je het pakket Webbrowser op een willekeurige computer. Open dit en vul achter http:// het ip-adres van je webserver in (bijvoorbeeld http://192.168.0.3) en druk op de knop Start. Als alles goed is, verschijnt nu de standaard startpagina van Filius.

Natuurlijk wil je liever je eigen pagina zien. Installeer hiervoor het pakket Text editor op je webserver en open deze applicatie. Klik op Open en open de map webserver. Dubbelklik op het bestand index.html en open dit. Nu krijg je de achterliggende html-code te zien, zodat je deze kunt aanpassen. Je kunt ook je eigen webpagina’s maken en deze via Save as in afzonderlijke html-bestanden opslaan.

Zodra je je eigen webpagina hebt gemaakt, kun je deze bekijken met de ingebouwde webbrowser door iets als http://192.168.0.3/mijnpagina.html in te tikken.

Via de ingebouwde teksteditor kun je ook eigen, simpele webpagina’s maken.

10 DNS-server

Het zou wel handiger zijn om een domeinnaam zoals www.mijnsite.nl te gebruiken in plaats van telkens het ip-adres van de webserver te moeten intikken.

Hiervoor moet je een DNS-server (Domain Name System) opzetten. Voeg een server toe in een afzonderlijk subnet en geef deze bijvoorbeeld het ip-adres 192.168.2.1 met als Gateway 192.168.2.10. Maak deze gateway door in het eigenschappenvenster van je router naar het tabblad General te gaan en op Manage connections te klikken. Druk op de plusknop voor een extra verbinding en klik op Close. Open het toegevoegde tabblad en wijzig IP Address in 192.168.2.10. Verbind nu je DNS-server met de nieuwe verbinding op je router door een kabelverbinding te maken.

Open nu elke computer en vul bij Domain Name Server het ip-adres van je DNS-server in. Let op, bij apparaten die via DHCP worden bediend, lukt dit wellicht niet. In dit geval vul je het ip-adres van je DNS-server in bij de DHCP-server zelf.

Voeg nu het softwarepakket DNS server toe aan je DNS-server. Open dit en vul bij Host/domain name bijvoorbeeld www.mijnsite.nl in en bij IP address het adres van je webserver (bijvoorbeeld 192.168.0.3). Bevestig met Add en activeer de DNS-service met de knop Start.

Nu zou je vanaf je webbrowser je webserver moeten kunnen bereiken met het adres www.mijnsite.nl/mijnpagina.html.

Onze router heeft nu drie netwerkverbindingen, waarvan één naar de nieuwe DNS-server.

11 Mailserver

Als laatste voegen we het softwarepakket Email server toe aan onze server. Open het pakket en vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in. Bij New account geef je een User en een Password op. Bevestig dit met de knop New account en met OK, zodat het aan de Account list wordt toegevoegd. Start de service met de gelijknamige knop Start.

Je moet de mailserver natuurlijk nog kenbaar maken bij je DNS-server. Open hier het pakket DNS server, ga naar het tabblad Mail exchange (MX), vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in en bij Mail server domain name de waarde www.mijnsite.nl. Bevestig met Add, stop de DNS-server en druk daarna weer op Start om de wijzigingen te laten doorzetten.

Selecteer vervolgens een willekeurige client en voeg het softwarepakket Email program toe. Open dit en klik op Account voor een nieuw e-mailaccount. Vul de gevraagde gegevens in. Als Email address kun je <naam>@mijnsite.nl gebruiken, bij POP3 server en bij SMTP server vul je www.mijnsite.nl in. De poorten laat je ongewijzigd. Vul bij User en Password dezelfde gegevens in als zojuist bij Email server. Bevestig met Save. Via de knop New email kun je nu een testbericht naar jezelf sturen. Uiteraard kun je nog andere e-mailaccounts maken en berichten naar elkaar versturen, op andere computers met Email program.

Een e-mailservice correct opzetten vergt wel enige configuratie.

12 Firewall

Om je netwerk te beveiligen, stel je firewallregels in. Zo kun je het Firewall-softwarepakket op een of meer computers in Filius installeren, maar weet dat de mogelijkheden hier beperkt zijn. Je werkt daarom beter op routerniveau.

Ga naar het eigenschappenvenster van je router en open Firewall settings. Op het tabblad Network interfaces kun je Filter ICMP packets inschakelen, zodat ping-verzoeken niet meer doorkomen, maar wij zijn meer geïnteresseerd in het tabblad Firewall Rules. Een voorzichtige benadering is accept instellen als Default action if no rule matches. Hierdoor wordt alle verkeer dat niet door zelf gedefinieerde regels wordt onderschept, standaard toegelaten.

Laten we als test een regel aanmaken om te voorkomen dat een specifieke client kan surfen. Klik op add new rule, vul het ip-adres van de client in bij Source IP, gebruik 255.255.255.255 als Netmask, selecteer TCP als Protocol en stel Port in op 80 (voor http-verkeer). Stel Action in op drop. Vergeet niet Activate firewall in te schakelen op het tabblad Network Interfaces.

Test je nieuwe regel grondig om te controleren of de gewenste beperkingen worden toegepast. Stel je meerdere firewallregels in, weet dan dat deze in chronologische volgorde, van boven naar beneden, worden afgehandeld.

Met behulp van firewallregels maak je het netwerkverkeer via je router veiliger.

13 Routers en netwerken

Filius biedt ook mogelijkheden voor complexere netwerksimulaties. Je kunt bijvoorbeeld meerdere routers inzetten voor verschillende netwerken en Automatic routing inschakelen om het routeerprotocol de kortste weg binnen je netwerk te laten vinden. Maar het kan ook leerzaam zijn om handmatige routering in te schakelen op het tabblad Forwarding table. Je kunt dan het dataverkeer volgen via een Generic Client en een Echo server.

Een andere interessante optie is om het gesimuleerde netwerk van Filius te koppelen aan je fysieke netwerk. Om dit te testen, installeer je Filius op twee computers binnen je thuisnetwerk. Maak op elk van beide een netwerk met een client (bijvoorbeeld 192.168.0.1 en 192.168.0.2) en een modem. Bij het ene modem plaats je een vinkje bij Wait for incoming connection request en bevestig je met Activate. Op de bijbehorende client installeer je een Echo server en start je deze. Op het tweede modem vul je het fysieke ip-adres van je eerste computer in en druk je op Connect. Voeg vervolgens aan je client een Generic Client toe. Nu kun je berichten van de ene client naar de andere sturen via je fysieke netwerkverbinding. Zorg er wel voor dat bijvoorbeeld je Windows-firewall dit verkeer niet blokkeert.

Een verbinding via modems, via je fysieke netwerk.

Virtuele netwerken Netwerksimulaties met Filius zijn leerzaam en ook handig voor het voorbereiden van een fysiek netwerk. Maar als je een netwerk wilt opzetten met echte besturingssystemen, is het beter om een hypervisor zoals het gratis VirtualBox te gebruiken. Met VirtualBox kun je verschillende soorten virtuele netwerken opzetten, afhankelijk van je behoeften.

Het standaardtype is NAT, waarbij je bijna niets hoeft in te stellen. Het is ook een veilige constructie aangezien virtuele machines elkaar niet kunnen benaderen en externe apparaten de virtuele machines niet kunnen bereiken (tenzij je poortdoorverwijzing gebruikt). In een NAT-netwerk daarentegen kunnen virtuele machines onderling wel communiceren en hebben ze ook toegang tot het externe netwerk.

Naast een NAT-netwerk zijn er ook andere netwerkscenario’s mogelijk, zoals Intern netwerk, Bridged adapter en Host-only adapter.

Binnen VirtualBox (en andere hypervisors) zijn er verschillende netwerkscenario’s mogelijk.
Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Opruimen en schoonmaken: zo is je huis écht klaar voor de feestdagen
© Ljupco Smokovski | www.ljsphotographyonline.com
Huis

Opruimen en schoonmaken: zo is je huis écht klaar voor de feestdagen

Het is bijna zover. De feestdagen staan voor de deur. Je kijkt er waarschijnlijk al naar uit: lekker eten, vrienden over de vloer, lekker op de bank een kerstklassieker kijken. Juist nu is het een goed moment om je huis weer even aan te pakken. Met een simpele planning en een paar gerichte schoonmaakklussen maak je je huis in één ochtend klaar voor kerst!

Je hal: opgeruimd = een warm welkom

De hal is de eerste plek die je gasten zien, maar in deze tijd van het jaar is het vaak een verzamelplaats van modderige schoenen, natte jassen en rondslingerende sjaals. Kijk eens kritisch naar je kapstok: hangen daar nog zomerjassen die naar zolder kunnen? Maak ruimte. Zo kunnen je gasten straks hun jas makkelijk kwijt.

Loop meteen even de rest van de hal na: laat alleen de schoenen staan die je dagelijks gebruikt en zet de rest in een kast of opbergbox. Verzamel losse sjaals, mutsen en handschoenen in een mand bij de deur. Even de vloer stofzuigen en dweilen en de spiegel en voordeur afnemen met een vochtige doek en je bent klaar. Een goede droogloopmat is in dit seizoen trouwens geen overbodige luxe; het vangt het meeste vuil op voordat het je woonkamer kan bereiken. Dit klusje kost je hooguit een kwartiertje, maar maakt écht verschil voor de sfeer in huis.

Je woonkamer: stof is echt niet feestelijk

In de woonkamer staat waarschijnlijk de verwarming lekker aan. De warme lucht zorgt voor luchtstroming, waardoor stof eerder gaat zweven en je het sneller overal terugziet. Voor je het weet ligt er een grijzig laagje op je plinten en vensterbanken. Niet zo feestelijk. Pak de stofzuiger en gebruik een klein opzetstuk, zoals de kierenzuigmond of meubelborstel. Daarmee kom je eindelijk goed tussen de lamellen van de radiator of achter die ene kast.

Heb je een robotstofzuiger? Laat die dan dagelijks zijn rondje rijden terwijl jij iets anders doet. Vergeet niet om af en toe de filters van je apparaten te controleren. Een vies filter blaast die muffe lucht namelijk net zo hard weer terug. Spoel ze uit en laat ze minstens 24 uur drogen. Een vochtig filter kan de motor beschadigen en dat wil je niet.

Lees ook: Van parketborstel tot turbobrush: zo gebruik je de zuigmonden van je stofzuiger

Vergeet je afstandsbediening niet!

De afstandsbediening is misschien wel het vieste voorwerp in huis. Maak hem schoon met een beetje alcohol of een desinfecterend doekje (ook tussen de knopjes!). Dan kun je weer heerlijk zappen en kerstklassiekers kijken deze dagen! 👇

Watch on YouTube

De keuken: korte metten met vet

In de keuken wordt de komende dagen waarschijnlijk flink gekookt. Vet en kookdampen slaan helaas overal neer. Kijk maar eens kritisch naar je afzuigkap; die vangt de meeste viezigheid op. Haal de roosters los en zet ze in een warm sopje met een flinke scheut ontvetter. Laat ze rustig een half uurtje weken. Heb je een recirculatiekap, vervang dan nu het koolstoffilter zodat geurtjes echt weg blijven.

Terwijl de roosters weken, heb je mooi tijd om de kastjes aan te pakken. Warm water en een beetje afwasmiddel werken vaak het best. Wees voorzichtig met een middel als baking soda. Dat kan krassen veroorzaken, met name op keukens met een hoogglans of juist heel matte, krasgevoelige afwerking. Het is daarom altijd slim om zo'n schoonmaakmiddel eerst te testen op een onopvallend plekje (bijvoorbeeld aan de binnenkant van een deurtje) voordat je het op het zichtbare deel gebruikt.

©ID.nl

Ho ho ho: denk ook aan je toilet!

Vergeet het kleinste kamertje niet! Juist als er gasten komen, wil je dat het toilet fris is. Een snelle poetsbeurt met chloor is vaak niet genoeg om hardnekkige kalkaanslag onder de rand of in de pot weg te krijgen. Gebruik hiervoor een krachtige ontkalker of schoonmaakazijn en laat dit gerust een nachtje intrekken voor het beste resultaat. Denk ook om de deurklink en het lichtknopje; die worden vaker aangeraakt dan je denkt. Door het toilet nu grondig schoon te maken, hoef je vlak voor het kerstdiner alleen nog maar even snel een doekje over de bril te halen.

Wil je dat het toilet niet alleen schoon is, maar ook naar kerst ruikt? Zet dan een klein vaasje neer met een paar verse dennentakjes en een takje hulst met rode bessen. Dit ziet er direct feestelijk uit en verspreidt een subtiele bosgeur. Of prik kruidnagels in een sinaasappel en hang die op. Ruikt niet alleen heel kerstig, maar neutraliseert ook nog eens ongewenste geurtjes.

Bankhoezen en gordijnen: vergeten geurvangers

Soms heb je alles gepoetst en geboend, maar ruikt het huis nog steeds niet helemaal fris. Daar is een simpele verklaring voor. Juist in het najaar houden we ramen vaker dicht, waardoor geurtjes in je gordijnen, plaids en kussenhoezen trekken. Alles wat in de wasmachine mag, draai je daarom het beste even op een kort programma. Wat niet of moeilijk in de machine kan (zoals gordijnen of de vaste bekleding van je bank) kun je een handstomer gebruiken. De hete stoom doodt bacteriën en verwijdert geurtjes.

©ID.nl

Schone lucht in huis

Je huis is pas echt schoon wanneer ook de lucht schoon is.  In het najaar is het binnen vaak vochtiger, omdat we de ramen vaker dicht laten maar wel net zo vaak douchen, wassen en koken. Zet daarom elke dag de ramen tien minuten tegen elkaar open. Die stroom frisse buitenlucht doet wonderen. Merk je dat het vochtig of muf blijft? Dan kan een luchtontvochtiger of luchtreiniger uitkomst bieden. Voor hardnekkige kookluchtjes kies je het beste een reiniger met een actief koolstoffilter. Zo voorkom je beslagen ramen en blijft het binnenklimaat gezond, ook als straks de hele familie over de vloer komt.

Lees ook: Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

▼ Volgende artikel
Review OnePlus Watch Lite - Betaalbare smartwatch gaat lang mee
© Rens Blom
Gezond leven

Review OnePlus Watch Lite - Betaalbare smartwatch gaat lang mee

De OnePlus Watch Lite is een goedkopere smartwatch die tot tien dagen mee zou gaan op een accubeurt. Dat klinkt natuurlijk goed. Het horloge werkt bovendien met een Android-smartphone én met een Apple iPhone. Ook dat kunnen lang niet alle smartwatches zeggen. In deze OnePlus Watch Lite-review nemen we het slimme klokje onder de loep.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus Watch Lite is een betaalbare smartwatch die op contactloos pinnen na eigenlijk alles kan wat je wilt. Twee belangrijke plussen zijn de accuduur van ruim een week en het feit dat het horloge werkt met zowel een Android-smartphone als iPhone. Wij zijn enthousiast!

Plus- en minpunten
  • Werkt met Android en iPhone
  • Lange accuduur
  • Gebruiksgemak en veel functies
  • Kan niet contactloos pinnen
  • Speciale oplader
CategorieSpecificatie
Display1,46 inch amoled, 464 x 464 pixels (317 PPI), 2.5D gebogen glas
Helderheid600 nits (standaard), 1500 nits (hoge helderheidsmodus), 3000 nits (piek)
Chip en opslagBES2800BP MCU, 4 GB EMMC opslag
Batterij339 mAh, tot 10 dagen (max) / 4 dagen (AOD), volledig opgeladen in 90 minuten
BouwKast van roestvrij staal, plastic onderzijde, 5ATM + IP68
Afmetingen44,98 x 44,98 x 8,9 mm, gewicht ca. 59 gram inclusief bandje
SoftwareOxygenOS Watch 7.1, ondersteunt Android 9.0 en iOS 14.0 of hoger
ConnectiviteitBluetooth 5.2, dual-band GPS (l1+l5), NFC voor toegangskaarten
SensorenOptische hartslag- en zuurstofsensor, temperatuur, barometer, gyroscoop
Sport en gezondheidRuim 100 sportmodi, slaaptracking, valdetectie en cyclus-tracker
Extra'sBluetooth-bellen, cross-OS dual-pairing en ruim 350 wijzerplaten

Voor OnePlus is de Watch Lite een wat vreemde eend in de bijt. Het merk verkoopt al langer smartwatches, maar die draaien op Google's Wear OS en werken daarom niet met een iPhone. De OnePlus Watch Lite gebruikt een ander besturingssysteem en is daarom te gebruiken met elke moderne smartphone. Sterker nog: je kunt twee telefoons tegelijk aan het klokje koppelen. Handig voor wie een privé- en werksmartphone bij zich draagt, stelt OnePlus. De adviesprijs van het horloge is 179 euro. Gelet op de prijshistorie van andere OnePlus-wearables is de kans aannemelijk dat de Watch Lite snel wat in prijs zal dalen.

Minimalistisch ontwerp

Dat je met een goedkopere smartwatch te maken hebt, merk je aan het ontwerp. De Watch Lite heeft een zeer minimalistische metalen behuizing met een kroonwieltje dat een goedkoop klik-geluid produceert. Het horlogebandje is ook eenvoudig, maar irriteert niet om de pols en is eventueel te vervangen door een ander standaardformaat bandje. De smartwatch voelt degelijk aan, is waterdicht en heeft een rond oledscherm van 1,46 inch. Het display oogt simpelweg goed en kan lekker fel, wat handig is op een zonnige dag.

©Rens Blom

©Rens Blom

Slimme functies

Bij het instellen van de OnePlus Watch Lite valt iets grappigs op. Je hebt er de oHealth-app op je telefoon voor nodig, die zowel door OnePlus als Oppo gebruikt wordt. Dat heeft een logica: OnePlus is een dochtermerk van Oppo. Om die reden zie je ook 'ColorOS' op het smartwatchscherm staan, de softwarenaam van Oppo. Het instellen van het klokje is eenvoudig. Na de configuratie kun je een favoriete wijzerplaat kiezen, bepalen van welke smartphone-apps je meldingen op het horloge wilt zien en wat je nog meer met het horloge wilt doen. Bellen bijvoorbeeld, of een slimme deur ontgrendelen. Ja, echt.

©Rens Blom

De Watch Lite heeft een ingebouwde NFC-chip, waar je je toegangspas van bijvoorbeeld kantoor aan kunt koppelen. Vervolgens slaat het horloge die informatie zelf op en kun je het horloge voortaan tegen het scanapparaat op je werk houden. Zo hoef je je pasje niet uit je portemonnee te pakken, is het idee. Een interessante gedachte, maar contactloos pinnen in winkels kan dan weer niet. Jammer, want die functie lijkt ons boeiender. Wij hebben overigens geen speciaal werkpasje en konden deze Watch Lite-functie dus niet testen.

©Rens Blom

Gezondheid bijhouden

Met de OnePlus Watch Lite kun je je fysieke gezondheid prima bijhouden. Het horloge heeft een hartslagmeter en allerlei andere sensoren en software die je stappen, bloedzuurstofgehalte in je bloed, sportactiviteiten en slaap monitoren. De verzamelde inzichten zijn accuraat genoeg, maar het spreekt voor zich dat dit horloge geen medisch apparaat is. OnePlus benadrukt zelf ook dat je er geen medische conclusies aan moet verbinden. Leuk is dat je de verzamelde gezondheidsstatistieken kunt synchroniseren met Google Fit, mocht je dit gezondheidsplatform gebruiken. In de smartphone-app zie je de gezondheidsinformatie uitgebreider dan op het horlogescherm, overigens.

©Rens Blom

Lange accuduur

Een speerpunt van de OnePlus Watch Lite is zijn accuduur. OnePlus belooft tot tien dagen gebruik voordat je de oplader moet pakken. Wij komen uit op zeven dagen. Stel je in dat het scherm altijd de tijd laat zien, dan is een accuduur van ongeveer vier dagen realistisch. Allebei erg nette scores, al houden smartwatches van Huawei het nog dagen langer vol. Ten opzichte van écht slimme smartwatches van Google, Samsung en Apple gaat de OnePlus Watch Lite wel dagen langer mee.

Opladen doet het OnePlus-klokje snel via de speciale magnetische oplader, die een usb-kabel met type a-aansluiting heeft. Raak deze oplader niet kwijt, want dan moet je echt een nieuwe regelen voordat je de Watch Lite weer kunt opladen.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus Watch Lite kopen?

De OnePlus Watch Lite is een betaalbare smartwatch die op contactloos pinnen na eigenlijk alles kan wat je wilt. Twee belangrijke plussen zijn de accuduur van ruim een week en het feit dat het horloge werkt met zowel een Android-smartphone als iPhone. Wij zijn enthousiast!