ID.nl logo
Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen
© Who is Danny - stock.adobe.com
Huis

Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen

Als je een nieuw netwerk wilt inrichten of je huidige netwerk wilt optimaliseren, kunnen de vereiste configuraties je misschien wat afschrikken. Gelukkig kun je zo’n taak ook softwarematig simuleren, zodat je de nodige kennis en ervaring in een veilige omgeving kunt opdoen.

In dit artikel laten we zien hoe je met Filius een nieuw netwerk kunt opzetten of je huidige netwerk kunt aanpassen, zonder dat een klein foutje je netwerk naar de knoppen helpt. We beschrijven de volgende stappen:

  • Zet je netwerk op in de simulatietool
  • Test de verbinding
  • Creëer een subnetmasker en gateway
  • Voeg een DHCP-server toe
  • Voeg overige servers als een DNS- en mailserver toe
  • Stel firewall-regels in

Ook interessant: Is je systeem goed beveiligd? Ontdek het met deze hack-tools

In dit artikel gaan we dieper in op netwerken, maar vermijden we fysieke apparatuur. We maken daarvoor graag gebruik van Filius, een gratis opensource-tool voor netwerksimulaties. Met Filius kun je experimenteren en snel ontdekken waarom iets wel of niet werkt. Deze tool is ook geschikt voor beginners en is populair bij docenten in het hoger voortgezet onderwijs voor hun technologie- en IT-lessen.

In het kader ‘Virtuele netwerken’ (aan het einde) bespreken we kort nog een andere aanpak met behulp van VirtualBox, waarmee je diverse netwerkconfiguraties voor virtuele machines kunt opzetten.

1 Configuratie

In het kader ‘Simulatietools’ noemen we enkele alternatieve tools voor netwerksimulatie, maar we blijven in de rest van deze masterclass bij Filius omdat het qua moeilijkheidsgraad mooi in het midden zit: niet te eenvoudig en niet te complex.

Download de software via deze pagina, het is beschikbaar voor zowel Windows als Linux. De website is in het Duits en dat geldt ook voor de installatie van het programma, maar deze is (onder Windows) gelukkig niet moeilijker dan klikken op Weiter, Annehmen, Installieren en Fertig stellen. Je kunt nu Filius starten en bij de eerste keer stel je de gewenste interfacetaal in: Deutsch, English of Français. Wij kiezen voor English.

Als je per ongeluk de verkeerde taal hebt ingesteld, open dan het configuratiebestand filius.ini in de standaardmap \Program Files\Filius\config met Kladblok en verwijder het #-teken naast de gewenste taal, bijvoorbeeld # locale=en_GB. Er zijn hier trouwens nog andere instellingen die je kunt activeren door het #-teken te verwijderen.

Het (nog lege) hoofdvenster van Filius, met links een glimp van het configuratiebestand.

2 Werkmodi

Het is raadzaam om vertrouwd te raken met de Filius-omgeving voordat je je netwerk gaat opbouwen. Er zijn namelijk drie modi waarin je kunt werken: de ontwerpmodus (hamericoon; om je netwerk op te zetten), de simulatiemodus (pijlicoon; om je netwerksimulatie te testen) en de documentatiemodus (potloodicoon; om tekst- en structuurvelden naar je netwerksimulatie te verslepen, hier doen we in dit artikel niets mee).

Logischerwijs begin je vanuit de ontwerpmodus, omdat er momenteel nog niets te simuleren of te bewerken valt. In het linkermenu vind je enkele typische netwerkcomponenten: Connection (netwerkkabel), Computer (server), Notebook (client), Switch, Router (en een Home Router met beperkte opties) en Modem.

Onze opzet voor dit artikel is als volgt: we gaan twee netwerken (subnetten) aan een router koppelen en ervoor zorgen dat ze elkaar kunnen bereiken, zodat we bijvoorbeeld een eigen DNS-server, webserver, mailserver en (p2p-)bestandsserver kunnen benaderen. Zo leer je geleidelijk aan de belangrijkste mogelijkheden van Filius kennen.

Vanuit de ontwerpmodus kun je allerlei netwerkonderdelen toevoegen.

3 Basisnetwerk

Laten we beginnen met het opzetten van een eenvoudig netwerk. Sleep een Switch, twee Notebooks en een Computer naar het ontwerpscherm. Plaats de switch bij voorkeur in het midden. Selecteer elk van deze vier componenten en geef ze vanuit het onderste deelvenster een passende naam, zoals Client 1, Client 2, Server en Switch. Geef de drie computers ook elk een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.0.1, 192.168.0.2 en 192.168.0.3, allemaal met hetzelfde subnetmasker 255.255.255.0. We kunnen hier helaas niet dieper ingaan op de betekenis en structuur van een subnetmasker, maar hier vind je meer informatie.

Verbind vervolgens elke computer met de switch: klik op Connection in het linkermenu en klik daarna op de twee apparaten die je wilt verbinden, bijvoorbeeld de computer en de switch. Druk op Esc als je hiermee klaar bent.

Een basisnetwerk heb je binnen een minuut opgezet.

4 Verbinding testen

Laten we eerst ons basisnetwerk testen voordat we dit gaan uitbreiden. Klik dus op de knop met de groene pijl om naar de simulatiemodus te gaan. Voordat er iets te beleven valt, moet je eerst een netwerktoepassing toevoegen. Dubbelklik bijvoorbeeld op Client 1, zodat de desktopomgeving zichtbaar wordt. Klik hier op Software installation, selecteer in het rechterdeelvenster Command Line en klik op de knop met de pijl naar links om dit onderdeel toe te voegen. Doe hetzelfde voor Generic client en bevestig met Apply changes.

Dubbelklik nu op Command Line in het desktopvenster en voer ping 192.168.0.2 of ping 192.168.0.3 uit. Als alles goed is, ontvang je een reactie van beide doelcomputers. Je kunt dit netwerkverkeer trouwens ook op een andere manier bekijken. Klik met de rechtermuisknop op bijvoorbeeld Client 1 en kies Show data exchange. Je zult merken dat vooralsnog al het netwerkverkeer beperkt is tot de netwerk- of internetlaag (in het zogeheten OSI- en TCP/IP-model) en dat de eerste twee pakketten afkomstig zijn van het ARP-protocol (Address Resolution Protocol), om het fysieke MAC-adres van de doelcomputer te vinden. De overige datapakketten komen van het ICMP-protocol, dat standaard wordt gebruikt door ping. Klik op een datapakket voor meer details in het onderste deelvenster.

We voegen een opdrachtregel met ping toe en zien (in het dataverkeervenster) dat het goed is.

5 Tekstberichten

Een eenvoudig ping-commando is natuurlijk niet erg spectaculair. Laten we daarom een paar tekstberichten versturen. Hiervoor installeren we eerst het softwarepakket Echo server op onze server. In de vorige paragraaf heb je geleerd hoe je dat doet. Open vervolgens deze applicatie, laat de poortinstelling gerust op 55555 staan en klik op Start zodat de server luistert naar binnenkomende pakketten.

We laten deze pakketten van Client 1 komen. Dubbelklik hiervoor op de geïnstalleerde Generic Client en vul het ip-adres van je server in (192.168.0.3). Bevestig met Connect, typ een tekstbericht in bij Message en verstuur dit met Send. Als je nu het dataverkeervenster opent, zie je het bericht verschijnen en zie je dat voor zo’n netwerktoepassing ook de OSI-lagen Transport (via het TCP-protocol) en Application worden aangesproken.

De berichtenservice genereert ook verkeer op de hoogste lagen van het OSI-model.

Simulatietools Filius is natuurlijk niet de enige simulatietool voor netwerkomgevingen. Zo kun je ook in Educational Network Simulator een netwerk samenstellen met pc’s, servers, switches en routers, vanuit een wat gedateerde webinterface.

Is het je vooral te doen om kennis op te doen rond netwerkveiligheid, dan kun CS4G Netsim proberen, maar het aantal scenario’s is hier beperkt.

Als je op zoek bent naar een veel krachtigere oplossing waarin je zowel virtuele als echte apparaten kunt opnemen, dan is GNS3 (Graphical Network Simulator-3) een interessante optie. Deze gratis opensource-tool is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Je kunt ervoor kiezen om ook de GNS3-VM te installeren, een virtuele machine die meer protocollen en netwerkapparaten ondersteunt.

Een ander interessant alternatief is EVE-NG. De tool ondersteunt nog meer netwerkapparaten van verschillende bekende producenten. EVE-NG werkt met een gebruiksvriendelijke webinterface en de simulaties zijn zeer realistisch. Let wel op dat alleen de Community Edition van EVE-NG gratis is en dat deze enkele beperkingen heeft.

Je merkt meteen dat GNS3 professionele (of minstens academische) allures heeft.

6 Subnetten

Laten we ons netwerk wat complexer maken. Als je wilt, kun je nu je huidige netwerkopstelling opslaan door op het diskette-icoon te klikken in de ontwerpmodus. Laat je huidige netwerkcomponenten ongewijzigd en voeg aan de rechterkant een extra switch en twee notebooks toe. Plaats een router tussen beide netwerken (we negeren de vereenvoudigde Home Router) en ken deze meteen twee NIC’s (Network Interface Cards) toe.

Verbind de nieuwe notebooks en de router met de extra switch. Verbind ten slotte ook de router met je eerste switch. Grafisch ziet dit er misschien goed uit, maar praktisch gezien kun je met dit netwerk nauwelijks iets doen. Je moet namelijk nog enkele configuraties binnen dit tweede netwerk (subnet) uitvoeren. Geef de nieuwe notebooks alvast een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.1.1 en 192.168.1.2. Laat de subnetmaskers ook hier op 255.255.255.0 staan.

Selecteer nu de router. Op de tabbladen in het onderste deelvenster zie je hetzelfde ip-adres staan voor beide NIC’s. Dit is natuurlijk niet correct. Klik op het eerste tabblad. Als de netwerkkabel tussen je router en de switch van je tweede netwerk groen kleurt, geef dan deze netwerkinterface het ip-adres 192.168.1.10. Voor de andere netwerkinterface, die verbonden is met de switch van het eerste netwerk, vul je 192.168.0.10 in.

Onze router heeft twee netwerkinterfaces.

7 Gateway

Wanneer je nu probeert te pingen tussen een computer uit beide netwerken, krijg je helaas alleen de foutmelding Destination not reachable. Dit is logisch, omdat er nog een gateway ontbreekt in beide netwerken. Deze configuratie doe je op het niveau van je computers.

Open een computer in je eerste netwerk (aan de linkerzijde) en vul bij Gateway het ip-adres van de bijbehorende router-netwerkinterface in (192.168.0.10). Doe dit ook voor de andere twee computers in dat netwerk. Voor de computers in je tweede netwerk (aan de rechterzijde) vul je als Gateway het ip-adres 192.168.1.10 in. Nu zou je vanuit beide netwerken ook de computers uit het andere netwerk moeten kunnen bereiken, zoals met het ping-commando of via een generic client.

We hebben wel gemerkt dat het virtuele netwerk na wijzigingen soms kuren kan vertonen. Sla in dat geval je configuratie op en herstart Filius. Als dat niet helpt, verwijder dan het betreffende softwarepakket van het betreffende apparaat, voeg het opnieuw toe en configureer het opnieuw (meestal duurt dit nog geen minuut).

Je moet ook nog een gateway instellen op je computers.

8 DHCP-server

Zodra je een wat groter netwerk uitbouwt, wordt het omslachtig als je alle apparaten handmatig een ip-adres moet geven. Dan kun je beter een DHCP-server inzetten (in elk van beide netwerken als je dit verkiest). DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol en dit wijst automatisch ip-adressen toe aan netwerkapparaten.

Ga naar het eigenschappenvenster van zo’n server en klik rechtsonder op DHCP server setup. Geef het DHCP-adresbereik op, bijvoorbeeld van 192.168.0.1 achter Lower bound of address tot 192.168.0.20 achter Upper bound of address. Plaats een vinkje bij Activate DHCP en bevestig met OK.

Merk op dat je op het tabblad Static Address Assignment specifieke apparaten op basis van hun MAC-adres een vast ip-adres kunt toewijzen (bij voorkeur buiten het ingestelde DHCP-bereik). Dit is vooral nuttig voor apparaten zoals servers, die je altijd via hetzelfde ip-adres wilt kunnen benaderen.

Over nu naar de apparaten die je van deze DHCP-service gebruik wilt laten maken. In het eigenschappenvenster van elk apparaat plaats je een vinkje bij Use DHCP for configuration. Om het toegekende ip-adres van een apparaat te achterhalen, klik je er met rechts op, of je start een commandline-sessie op en voert het commando ipconfig uit.

Het is wel zo handig als er een DHCP-server operationeel is in je netwerk.

9 Webserver

In Filius kun je ook een basale webserver activeren en deze voeden met (eigen) webpagina’s. Gebruik hiervoor eventueel een al bestaande server in je netwerk en voeg het softwarepakket Webserver eraan toe. Open dit pakket en klik op Start.

Om de webserver te testen, installeer je het pakket Webbrowser op een willekeurige computer. Open dit en vul achter http:// het ip-adres van je webserver in (bijvoorbeeld http://192.168.0.3) en druk op de knop Start. Als alles goed is, verschijnt nu de standaard startpagina van Filius.

Natuurlijk wil je liever je eigen pagina zien. Installeer hiervoor het pakket Text editor op je webserver en open deze applicatie. Klik op Open en open de map webserver. Dubbelklik op het bestand index.html en open dit. Nu krijg je de achterliggende html-code te zien, zodat je deze kunt aanpassen. Je kunt ook je eigen webpagina’s maken en deze via Save as in afzonderlijke html-bestanden opslaan.

Zodra je je eigen webpagina hebt gemaakt, kun je deze bekijken met de ingebouwde webbrowser door iets als http://192.168.0.3/mijnpagina.html in te tikken.

Via de ingebouwde teksteditor kun je ook eigen, simpele webpagina’s maken.

10 DNS-server

Het zou wel handiger zijn om een domeinnaam zoals www.mijnsite.nl te gebruiken in plaats van telkens het ip-adres van de webserver te moeten intikken.

Hiervoor moet je een DNS-server (Domain Name System) opzetten. Voeg een server toe in een afzonderlijk subnet en geef deze bijvoorbeeld het ip-adres 192.168.2.1 met als Gateway 192.168.2.10. Maak deze gateway door in het eigenschappenvenster van je router naar het tabblad General te gaan en op Manage connections te klikken. Druk op de plusknop voor een extra verbinding en klik op Close. Open het toegevoegde tabblad en wijzig IP Address in 192.168.2.10. Verbind nu je DNS-server met de nieuwe verbinding op je router door een kabelverbinding te maken.

Open nu elke computer en vul bij Domain Name Server het ip-adres van je DNS-server in. Let op, bij apparaten die via DHCP worden bediend, lukt dit wellicht niet. In dit geval vul je het ip-adres van je DNS-server in bij de DHCP-server zelf.

Voeg nu het softwarepakket DNS server toe aan je DNS-server. Open dit en vul bij Host/domain name bijvoorbeeld www.mijnsite.nl in en bij IP address het adres van je webserver (bijvoorbeeld 192.168.0.3). Bevestig met Add en activeer de DNS-service met de knop Start.

Nu zou je vanaf je webbrowser je webserver moeten kunnen bereiken met het adres www.mijnsite.nl/mijnpagina.html.

Onze router heeft nu drie netwerkverbindingen, waarvan één naar de nieuwe DNS-server.

11 Mailserver

Als laatste voegen we het softwarepakket Email server toe aan onze server. Open het pakket en vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in. Bij New account geef je een User en een Password op. Bevestig dit met de knop New account en met OK, zodat het aan de Account list wordt toegevoegd. Start de service met de gelijknamige knop Start.

Je moet de mailserver natuurlijk nog kenbaar maken bij je DNS-server. Open hier het pakket DNS server, ga naar het tabblad Mail exchange (MX), vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in en bij Mail server domain name de waarde www.mijnsite.nl. Bevestig met Add, stop de DNS-server en druk daarna weer op Start om de wijzigingen te laten doorzetten.

Selecteer vervolgens een willekeurige client en voeg het softwarepakket Email program toe. Open dit en klik op Account voor een nieuw e-mailaccount. Vul de gevraagde gegevens in. Als Email address kun je <naam>@mijnsite.nl gebruiken, bij POP3 server en bij SMTP server vul je www.mijnsite.nl in. De poorten laat je ongewijzigd. Vul bij User en Password dezelfde gegevens in als zojuist bij Email server. Bevestig met Save. Via de knop New email kun je nu een testbericht naar jezelf sturen. Uiteraard kun je nog andere e-mailaccounts maken en berichten naar elkaar versturen, op andere computers met Email program.

Een e-mailservice correct opzetten vergt wel enige configuratie.

12 Firewall

Om je netwerk te beveiligen, stel je firewallregels in. Zo kun je het Firewall-softwarepakket op een of meer computers in Filius installeren, maar weet dat de mogelijkheden hier beperkt zijn. Je werkt daarom beter op routerniveau.

Ga naar het eigenschappenvenster van je router en open Firewall settings. Op het tabblad Network interfaces kun je Filter ICMP packets inschakelen, zodat ping-verzoeken niet meer doorkomen, maar wij zijn meer geïnteresseerd in het tabblad Firewall Rules. Een voorzichtige benadering is accept instellen als Default action if no rule matches. Hierdoor wordt alle verkeer dat niet door zelf gedefinieerde regels wordt onderschept, standaard toegelaten.

Laten we als test een regel aanmaken om te voorkomen dat een specifieke client kan surfen. Klik op add new rule, vul het ip-adres van de client in bij Source IP, gebruik 255.255.255.255 als Netmask, selecteer TCP als Protocol en stel Port in op 80 (voor http-verkeer). Stel Action in op drop. Vergeet niet Activate firewall in te schakelen op het tabblad Network Interfaces.

Test je nieuwe regel grondig om te controleren of de gewenste beperkingen worden toegepast. Stel je meerdere firewallregels in, weet dan dat deze in chronologische volgorde, van boven naar beneden, worden afgehandeld.

Met behulp van firewallregels maak je het netwerkverkeer via je router veiliger.

13 Routers en netwerken

Filius biedt ook mogelijkheden voor complexere netwerksimulaties. Je kunt bijvoorbeeld meerdere routers inzetten voor verschillende netwerken en Automatic routing inschakelen om het routeerprotocol de kortste weg binnen je netwerk te laten vinden. Maar het kan ook leerzaam zijn om handmatige routering in te schakelen op het tabblad Forwarding table. Je kunt dan het dataverkeer volgen via een Generic Client en een Echo server.

Een andere interessante optie is om het gesimuleerde netwerk van Filius te koppelen aan je fysieke netwerk. Om dit te testen, installeer je Filius op twee computers binnen je thuisnetwerk. Maak op elk van beide een netwerk met een client (bijvoorbeeld 192.168.0.1 en 192.168.0.2) en een modem. Bij het ene modem plaats je een vinkje bij Wait for incoming connection request en bevestig je met Activate. Op de bijbehorende client installeer je een Echo server en start je deze. Op het tweede modem vul je het fysieke ip-adres van je eerste computer in en druk je op Connect. Voeg vervolgens aan je client een Generic Client toe. Nu kun je berichten van de ene client naar de andere sturen via je fysieke netwerkverbinding. Zorg er wel voor dat bijvoorbeeld je Windows-firewall dit verkeer niet blokkeert.

Een verbinding via modems, via je fysieke netwerk.

Virtuele netwerken Netwerksimulaties met Filius zijn leerzaam en ook handig voor het voorbereiden van een fysiek netwerk. Maar als je een netwerk wilt opzetten met echte besturingssystemen, is het beter om een hypervisor zoals het gratis VirtualBox te gebruiken. Met VirtualBox kun je verschillende soorten virtuele netwerken opzetten, afhankelijk van je behoeften.

Het standaardtype is NAT, waarbij je bijna niets hoeft in te stellen. Het is ook een veilige constructie aangezien virtuele machines elkaar niet kunnen benaderen en externe apparaten de virtuele machines niet kunnen bereiken (tenzij je poortdoorverwijzing gebruikt). In een NAT-netwerk daarentegen kunnen virtuele machines onderling wel communiceren en hebben ze ook toegang tot het externe netwerk.

Naast een NAT-netwerk zijn er ook andere netwerkscenario’s mogelijk, zoals Intern netwerk, Bridged adapter en Host-only adapter.

Binnen VirtualBox (en andere hypervisors) zijn er verschillende netwerkscenario’s mogelijk.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie
© Reshoot
Zekerheid & gemak

Waar voor je geld: 5 beveiligingscamera's met een hoge videoresolutie

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een bewakingscamera met een hoge beeldkwaliteit? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

TP-Link Tapo C325WB

De TP-Link Tapo C325WB is goedkoop en levert ook nog eens een scherp beeld. Met een resolutie van 2688 × 1520 pixels identificeer je moeiteloos personen en huisdieren. Aan weerszijden van de lens bevinden zich twee felle ledlampen. Die gaan na bewegingsdetectie in het donker vanzelf branden, zodat je nachtelijke opnames in kleur kunt maken. Overigens herkent de Tapo C325WB op eigen houtje mensen, voertuigen, honden en katten. Je ontvangt daarvan desgewenst pushberichten op je smartphone, waarna je in de TP-Link Tapo-app livebeelden opvraagt. Uiteraard kijk je net zo makkelijk eerdere opnames terug.

Voor het opslaan van beeldmateriaal kun je kiezen tussen verschillende opties. De eenvoudigste methode is om een microSD-kaart van maximaal 512 GB in het apparaat te plaatsen. Als alternatief kun je de video's op een geschikte NAS of (tegen betaling) in de cloud bewaren. Je verbindt de Tapo C325WB via een ethernetkabel of wifi met het (draadloze) thuisnetwerk. De IP66-gecerificeerde behuizing is weerbestendig, waardoor je hem ook buiten kunt ophangen.

TP-Link Tapo C225

Als je alleen binnenshuis wilt opnemen, is deze goedkope pan- en tilt-camera een goede keuze. Het camerahoofd van de TP-Link Tapo C225 kan op eigen houtje horizontaal (340 graden) en verticaal (60 graden) bewegen. Je hebt in een kamer dus geen last van dode hoeken. Bepaal bijvoorbeeld dat de camera een huisdier of (klein)kind automatisch moet volgen. Vervolgens neem je in de TP-Link Tapo-app live een kijkje. Dankzij een respectabele resolutie van 2560 × 1440 pixels ogen de beelden scherp. Bepaal in de app in hoeverre je meldingen wilt ontvangen van bewegende objecten, personen, huisdieren en geluiden.

Een opvallende functie is de privacyknop. Wanneer je daarop drukt, stopt de Tapo C225 meteen met filmen. Verder voer je op afstand een gesprek, want de behuizing bevat een speaker en microfoon. Voor de opslag van video's plaats je een microSD-kaart van maximaal 512 GB in de behuizing. Een andere mogelijkheid is om de beelden naar een geschikte NAS door te sluizen. Lees hier een uitgebreide review over deze veelzijdige camera.

Eufy Eufycam E330 (2-pack + basisstation)

Met dit starterspakket van Eufy bewaak je de voor- en achterkant van je woning. En hoe, want de twee bijgesloten camera's ondersteunen een 4K-resolutie van 3840 × 2160 pixels. Hierdoor herken je zelfs na digitaal inzoomen moeiteloos personen. Zodra de bewakingscamera's met netstroom zijn verbonden, bewaar je opnames op het inbegrepen basisstation. Standaard is er een opslagcapaciteit van 16 GB beschikbaar, maar dat breid je met een eigen interne schijf optioneel uit naar maximaal 16 TB. Zeker wanneer je continu wilt opnemen, is extra opslagruimte een vereiste. Je kunt als alternatief ook alleen filmpjes van gebeurtenissen opslaan.

Naast een hoge resolutie biedt de Eufycam E330 ook nog eens nachtzicht in kleur. Er zijn namelijk een lichtgevoelige sensor en ledlamp geïntegreerd. Verder is de functie gezichtsherkenning de moeite waard. Je ontvangt desgewenst pushmeldingen zodra er familie of vrienden bij je op de stoep staan. Woon je groot? Overweeg dan een bewakingssysteem met vier camera's. Daarnaast is de Eufy Eufycam E330 ter uitbreiding los te koop.

Lees ook: 5 fouten met je beveiligingscamera die je hierna nooit meer maakt

EZVIZ BC1c 4K

Deze oplaadbare 4K-bewakingscamera van Ezviz is momenteel goedkoper dan ooit. Zodra je de BC1c 4K met wifi verbindt, kijk je naar opnames en livebeelden in een resolutie van 3840 × 2160 pixels. Je hangt de IP65-gecertificeerde behuizing zo'n beetje overal op. In de behuizing bevindt zich namelijk een accu met een riante capaciteit van 10.400 mAh. Dat scheelt weer stroomdraden trekken! Ben je van plan om de beveiligingscamera op een locatie met veel zonlicht te monteren? Koop de BC1c 4K dan inclusief zonnepaneel, zodat je de batterij niet of nauwelijks via netstroom hoeft op te laden.

De behuizing heeft plek voor een microSD-kaart tot maximaal 512 GB. Verder is de behoorlijke diagonale kijkhoek van 135 graden een pluspunt. Hierdoor vangt de lens een groot deel van de kamer, tuin of oprit in beeld. Zodra de camera een persoon of voertuig detecteert, ontvang je hiervan een melding op je smartphone. Bovendien begint de BC1c 4K automatisch met opnemen. Overige voordelen zijn de ondersteuning voor tweewegaudio en nachtzicht in kleur.

Foscam G4P-B

De Foscam G4P-B heeft een stevige behuizing, waardoor je hem gerust op een drukke of risicovolle plek kunt ophangen, zoals aan de straatzijde waar kinderen spelen. Het apparaat werkt op netstroom, waardoor je 24/7 kunt opnemen. Kies voor het opslaan van videomateriaal tussen drie mogelijkheden, namelijk een microSD-kaart (max 256 GB), een geschikte NAS of cloudopslag. Voor laatstgenoemde optie moet je wel een betaald abonnement afsluiten.

De G4P-B heeft een ethernetaansluiting, zodat je het apparaat op een bekabeld netwerk kunt aansluiten. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van de beeldoverdracht. Is er geen bekabelde netwerkaansluiting beschikbaar, dan verbind je deze beveiligingscamera net zo makkelijk met wifi. Gunstig is verder de ruime videoresolutie van 2560 × 1440 pixels. Daarnaast reikt de nachtzichtfunctie tot ongeveer twintig meter. Onder de productnaam G4P-W is er ook een witte uitvoering verkrijgbaar.

▼ Volgende artikel
Let op deze 5 dingen als je een elektrische deken gebruikt
© Alina Stor
Huis

Let op deze 5 dingen als je een elektrische deken gebruikt

Op koude dagen is er niets lekkerder dan jezelf op te krullen onder een warme elektrische deken. Maar pas op: het gebruik van een elektrische deken is niet zonder risico's. We geven je een aantal tips om brand en kortsluiting te voorkomen.

Elektrische dekens mogen dan wel heerlijk warm en zacht zijn, maar ze zijn niet altijd onschuldig. Zo kan er bij verkeerd gebruik kortsluiting en zelfs brand op de loer liggen. Maar hoe gebruik je een elektrische deken dan wél veilig? Dit artikel geeft 5 handige tips. 1. Niet opvouwen maar oprollen 2. Gebruik de timer 3. Verwijder de stekker uit het stopcontact 4. Vervang de deken op tijd 5. Plaats een rookmelder

Lees ook: ❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken

Als je denkt dat brand en kortsluiting door elektrische dekens een zeldzaamheid zijn, heb je het helaas mis. Zo'n tien keer per jaar ontstaat er brand door een elektrische deken die te warm wordt. En nog veel vaker zorgen elektrische dekens voor kortsluiting in huis. Zelfs als je een hoogwaardige deken van een betrouwbaar merk in huis haalt, kunnen dit soort ongelukken gebeuren. Iedere deken kan na verloop van tijd immers gaan slijten, en ook de elektrische bedrading kan om allerlei redenen kapotgaan. Wil je dus zo lang én veilig mogelijk genieten van je elektrische deken, houd dan de volgende tips in het achterhoofd.

🚩 Let op: er is een verschil tussen elektrische bovendekens en onderdekens. Een bovendeken gebruik je bijvoorbeeld op de bank om jezelf warm te houden. Een onderdeken leg je op je bed om je matras voor te verwarmen. Voor beide soorten elektrische dekens gelden andere veiligheidsadviezen.

Tip 1: Niet opvouwen maar oprollen

Veel mensen vouwen hun elektrische bovendeken na gebruik op, maar volgens de brandweer is het veiliger om de deken op te rollen. Door de deken op te vouwen, kunnen er namelijk knikken in de elektrische bedrading ontstaan, wat kan leiden tot kortsluiting. Ook de manier waarop je je elektrische deken opbergt is belangrijk. Dat wil zeggen: niet in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid, niet in de buurt van vloeistoffen (pas dus op met glazen water naast de bank) én niet onder zware objecten, want ook die kunnen de bedrading in de deken beschadigen.

Voor een elektrische onderdeken, ofwel een deken die je op je matras legt, geldt dat je hem na het slapen weer zo glad mogelijk over je bed legt - dus zonder vouwen of opgepropte delen. Anders kan de warmte zich ophopen en wordt de deken bij het volgende gebruik mogelijk te heet. Berg je je onderdeken na ieder gebruik op? Ook dan geldt het advies om de deken op te rollen in plaats van te vouwen (lees hierboven) om de bedrading intact te houden.

Tip 2: Gebruik de timer

De meeste elektrische dekens (zowel onder- als bovendekens) hebben een automatische uitschakelfunctie om oververhitting te voorkomen. Bij sommige modellen houdt dat in dat de deken zich áltijd na een specifiek aantal uur (bijvoorbeeld twee of drie) uitschakelt, maar bij andere modellen is het de bedoeling dat je de timer zelf op een gewenst aantal minuten of uren instelt. Geldt dat laatste ook voor jouw deken, maak er dan een gewoonte van om de timerfunctie bij ieder gebruik in te schakelen, ook als je denkt dat dit niet per se nodig is. Hoe vaak gebeurt het niet dat je van de bank afspringt om 'even' de afwas te gaan doen, en vervolgens verzeild raakt in allerlei andere klusjes die nog op je to do-list stonden? Vergeet je daarna ook nog de deken uit te schakelen voordat je naar bed gaat, dan kan dat vervelende gevolgen hebben. Neem dus altijd het zekere voor het onzekere en gebruik de timer.

©Mariana Rusanovschi

Tip 3: Verwijder de stekker uit het stopcontact

Ook als jouw elektrische deken zich na verloop van tijd vanzelf uitschakelt, is het slim om de deken helemaal uit het stopcontact te halen als je hem niet gebruikt. Zolang de stekker in het stopcontact zit, bestaat er namelijk nog steeds een klein risico op oververhitting of kortsluiting. Dit is ook een stuk veiliger mocht de deken in contact komen met water of andere vloeistoffen. Heb je een elektrische onderdeken? Haal deze dan standaard uit het stopcontact wanneer je 's ochtends je bed opmaakt. Gebruik je een bovendeken op de bank, dan kun je door de dag heen even checken of de deken is losgekoppeld van het stopcontact.

Tip 4: Vervang je deken op tijd

Elektrische dekens gaan gemiddeld zo'n zeven jaar mee, maar dat geldt alleen als ze in de tussentijd niet beschadigd raken. Helaas zijn er veel manieren waarop een elektrische deken toch vroegtijdig schade kan oplopen, bijvoorbeeld als er vloeistoffen overheen worden gemorst, huisdieren aan de deken kauwen of krabben of als de deken niet juist wordt opgeborgen. Om er zeker van te zijn dat jouw elektrische deken nog helemaal naar behoren werkt en er geen scheuren of gaten in de stof zitten, is het belangrijk dat je de deken regelmatig even controleert. Ook als een elektrische deken de hele zomer opgevouwen in de kast heeft gelegen, kan het zijn dat de bedrading is beschadigd en dat de deken het niet meer goed doet. Zet je een elektrische deken na lange tijd weer aan, blijf er dan altijd even bij staan. Mocht het toch misgaan, dan ben je er in elk geval op tijd bij.

Tip 5: Plaats een rookmelder

Nog een tip van de brandweer: plaats een rookmelder in de ruimte(s) waarin je je elektrische deken gebruikt. Vooral in de slaapkamer is dit verstandig, zodat je bij rook of brand op tijd wordt gewekt. Met die gedachte in het achterhoofd zul je vast ook een stuk lekkerder slapen.


Ook lekker:

Voetenwarmers!