ID.nl logo
Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen
© Who is Danny - stock.adobe.com
Huis

Fouten maken mag! Zo kun je in een veilige omgeving je netwerk testen

Als je een nieuw netwerk wilt inrichten of je huidige netwerk wilt optimaliseren, kunnen de vereiste configuraties je misschien wat afschrikken. Gelukkig kun je zo’n taak ook softwarematig simuleren, zodat je de nodige kennis en ervaring in een veilige omgeving kunt opdoen.

In dit artikel laten we zien hoe je met Filius een nieuw netwerk kunt opzetten of je huidige netwerk kunt aanpassen, zonder dat een klein foutje je netwerk naar de knoppen helpt. We beschrijven de volgende stappen:

  • Zet je netwerk op in de simulatietool
  • Test de verbinding
  • Creëer een subnetmasker en gateway
  • Voeg een DHCP-server toe
  • Voeg overige servers als een DNS- en mailserver toe
  • Stel firewall-regels in

Ook interessant: Is je systeem goed beveiligd? Ontdek het met deze hack-tools

In dit artikel gaan we dieper in op netwerken, maar vermijden we fysieke apparatuur. We maken daarvoor graag gebruik van Filius, een gratis opensource-tool voor netwerksimulaties. Met Filius kun je experimenteren en snel ontdekken waarom iets wel of niet werkt. Deze tool is ook geschikt voor beginners en is populair bij docenten in het hoger voortgezet onderwijs voor hun technologie- en IT-lessen.

In het kader ‘Virtuele netwerken’ (aan het einde) bespreken we kort nog een andere aanpak met behulp van VirtualBox, waarmee je diverse netwerkconfiguraties voor virtuele machines kunt opzetten.

1 Configuratie

In het kader ‘Simulatietools’ noemen we enkele alternatieve tools voor netwerksimulatie, maar we blijven in de rest van deze masterclass bij Filius omdat het qua moeilijkheidsgraad mooi in het midden zit: niet te eenvoudig en niet te complex.

Download de software via deze pagina, het is beschikbaar voor zowel Windows als Linux. De website is in het Duits en dat geldt ook voor de installatie van het programma, maar deze is (onder Windows) gelukkig niet moeilijker dan klikken op Weiter, Annehmen, Installieren en Fertig stellen. Je kunt nu Filius starten en bij de eerste keer stel je de gewenste interfacetaal in: Deutsch, English of Français. Wij kiezen voor English.

Als je per ongeluk de verkeerde taal hebt ingesteld, open dan het configuratiebestand filius.ini in de standaardmap \Program Files\Filius\config met Kladblok en verwijder het #-teken naast de gewenste taal, bijvoorbeeld # locale=en_GB. Er zijn hier trouwens nog andere instellingen die je kunt activeren door het #-teken te verwijderen.

Het (nog lege) hoofdvenster van Filius, met links een glimp van het configuratiebestand.

2 Werkmodi

Het is raadzaam om vertrouwd te raken met de Filius-omgeving voordat je je netwerk gaat opbouwen. Er zijn namelijk drie modi waarin je kunt werken: de ontwerpmodus (hamericoon; om je netwerk op te zetten), de simulatiemodus (pijlicoon; om je netwerksimulatie te testen) en de documentatiemodus (potloodicoon; om tekst- en structuurvelden naar je netwerksimulatie te verslepen, hier doen we in dit artikel niets mee).

Logischerwijs begin je vanuit de ontwerpmodus, omdat er momenteel nog niets te simuleren of te bewerken valt. In het linkermenu vind je enkele typische netwerkcomponenten: Connection (netwerkkabel), Computer (server), Notebook (client), Switch, Router (en een Home Router met beperkte opties) en Modem.

Onze opzet voor dit artikel is als volgt: we gaan twee netwerken (subnetten) aan een router koppelen en ervoor zorgen dat ze elkaar kunnen bereiken, zodat we bijvoorbeeld een eigen DNS-server, webserver, mailserver en (p2p-)bestandsserver kunnen benaderen. Zo leer je geleidelijk aan de belangrijkste mogelijkheden van Filius kennen.

Vanuit de ontwerpmodus kun je allerlei netwerkonderdelen toevoegen.

3 Basisnetwerk

Laten we beginnen met het opzetten van een eenvoudig netwerk. Sleep een Switch, twee Notebooks en een Computer naar het ontwerpscherm. Plaats de switch bij voorkeur in het midden. Selecteer elk van deze vier componenten en geef ze vanuit het onderste deelvenster een passende naam, zoals Client 1, Client 2, Server en Switch. Geef de drie computers ook elk een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.0.1, 192.168.0.2 en 192.168.0.3, allemaal met hetzelfde subnetmasker 255.255.255.0. We kunnen hier helaas niet dieper ingaan op de betekenis en structuur van een subnetmasker, maar hier vind je meer informatie.

Verbind vervolgens elke computer met de switch: klik op Connection in het linkermenu en klik daarna op de twee apparaten die je wilt verbinden, bijvoorbeeld de computer en de switch. Druk op Esc als je hiermee klaar bent.

Een basisnetwerk heb je binnen een minuut opgezet.

4 Verbinding testen

Laten we eerst ons basisnetwerk testen voordat we dit gaan uitbreiden. Klik dus op de knop met de groene pijl om naar de simulatiemodus te gaan. Voordat er iets te beleven valt, moet je eerst een netwerktoepassing toevoegen. Dubbelklik bijvoorbeeld op Client 1, zodat de desktopomgeving zichtbaar wordt. Klik hier op Software installation, selecteer in het rechterdeelvenster Command Line en klik op de knop met de pijl naar links om dit onderdeel toe te voegen. Doe hetzelfde voor Generic client en bevestig met Apply changes.

Dubbelklik nu op Command Line in het desktopvenster en voer ping 192.168.0.2 of ping 192.168.0.3 uit. Als alles goed is, ontvang je een reactie van beide doelcomputers. Je kunt dit netwerkverkeer trouwens ook op een andere manier bekijken. Klik met de rechtermuisknop op bijvoorbeeld Client 1 en kies Show data exchange. Je zult merken dat vooralsnog al het netwerkverkeer beperkt is tot de netwerk- of internetlaag (in het zogeheten OSI- en TCP/IP-model) en dat de eerste twee pakketten afkomstig zijn van het ARP-protocol (Address Resolution Protocol), om het fysieke MAC-adres van de doelcomputer te vinden. De overige datapakketten komen van het ICMP-protocol, dat standaard wordt gebruikt door ping. Klik op een datapakket voor meer details in het onderste deelvenster.

We voegen een opdrachtregel met ping toe en zien (in het dataverkeervenster) dat het goed is.

5 Tekstberichten

Een eenvoudig ping-commando is natuurlijk niet erg spectaculair. Laten we daarom een paar tekstberichten versturen. Hiervoor installeren we eerst het softwarepakket Echo server op onze server. In de vorige paragraaf heb je geleerd hoe je dat doet. Open vervolgens deze applicatie, laat de poortinstelling gerust op 55555 staan en klik op Start zodat de server luistert naar binnenkomende pakketten.

We laten deze pakketten van Client 1 komen. Dubbelklik hiervoor op de geïnstalleerde Generic Client en vul het ip-adres van je server in (192.168.0.3). Bevestig met Connect, typ een tekstbericht in bij Message en verstuur dit met Send. Als je nu het dataverkeervenster opent, zie je het bericht verschijnen en zie je dat voor zo’n netwerktoepassing ook de OSI-lagen Transport (via het TCP-protocol) en Application worden aangesproken.

De berichtenservice genereert ook verkeer op de hoogste lagen van het OSI-model.

Simulatietools Filius is natuurlijk niet de enige simulatietool voor netwerkomgevingen. Zo kun je ook in Educational Network Simulator een netwerk samenstellen met pc’s, servers, switches en routers, vanuit een wat gedateerde webinterface.

Is het je vooral te doen om kennis op te doen rond netwerkveiligheid, dan kun CS4G Netsim proberen, maar het aantal scenario’s is hier beperkt.

Als je op zoek bent naar een veel krachtigere oplossing waarin je zowel virtuele als echte apparaten kunt opnemen, dan is GNS3 (Graphical Network Simulator-3) een interessante optie. Deze gratis opensource-tool is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Je kunt ervoor kiezen om ook de GNS3-VM te installeren, een virtuele machine die meer protocollen en netwerkapparaten ondersteunt.

Een ander interessant alternatief is EVE-NG. De tool ondersteunt nog meer netwerkapparaten van verschillende bekende producenten. EVE-NG werkt met een gebruiksvriendelijke webinterface en de simulaties zijn zeer realistisch. Let wel op dat alleen de Community Edition van EVE-NG gratis is en dat deze enkele beperkingen heeft.

Je merkt meteen dat GNS3 professionele (of minstens academische) allures heeft.

6 Subnetten

Laten we ons netwerk wat complexer maken. Als je wilt, kun je nu je huidige netwerkopstelling opslaan door op het diskette-icoon te klikken in de ontwerpmodus. Laat je huidige netwerkcomponenten ongewijzigd en voeg aan de rechterkant een extra switch en twee notebooks toe. Plaats een router tussen beide netwerken (we negeren de vereenvoudigde Home Router) en ken deze meteen twee NIC’s (Network Interface Cards) toe.

Verbind de nieuwe notebooks en de router met de extra switch. Verbind ten slotte ook de router met je eerste switch. Grafisch ziet dit er misschien goed uit, maar praktisch gezien kun je met dit netwerk nauwelijks iets doen. Je moet namelijk nog enkele configuraties binnen dit tweede netwerk (subnet) uitvoeren. Geef de nieuwe notebooks alvast een ander ip-adres, bijvoorbeeld 192.168.1.1 en 192.168.1.2. Laat de subnetmaskers ook hier op 255.255.255.0 staan.

Selecteer nu de router. Op de tabbladen in het onderste deelvenster zie je hetzelfde ip-adres staan voor beide NIC’s. Dit is natuurlijk niet correct. Klik op het eerste tabblad. Als de netwerkkabel tussen je router en de switch van je tweede netwerk groen kleurt, geef dan deze netwerkinterface het ip-adres 192.168.1.10. Voor de andere netwerkinterface, die verbonden is met de switch van het eerste netwerk, vul je 192.168.0.10 in.

Onze router heeft twee netwerkinterfaces.

7 Gateway

Wanneer je nu probeert te pingen tussen een computer uit beide netwerken, krijg je helaas alleen de foutmelding Destination not reachable. Dit is logisch, omdat er nog een gateway ontbreekt in beide netwerken. Deze configuratie doe je op het niveau van je computers.

Open een computer in je eerste netwerk (aan de linkerzijde) en vul bij Gateway het ip-adres van de bijbehorende router-netwerkinterface in (192.168.0.10). Doe dit ook voor de andere twee computers in dat netwerk. Voor de computers in je tweede netwerk (aan de rechterzijde) vul je als Gateway het ip-adres 192.168.1.10 in. Nu zou je vanuit beide netwerken ook de computers uit het andere netwerk moeten kunnen bereiken, zoals met het ping-commando of via een generic client.

We hebben wel gemerkt dat het virtuele netwerk na wijzigingen soms kuren kan vertonen. Sla in dat geval je configuratie op en herstart Filius. Als dat niet helpt, verwijder dan het betreffende softwarepakket van het betreffende apparaat, voeg het opnieuw toe en configureer het opnieuw (meestal duurt dit nog geen minuut).

Je moet ook nog een gateway instellen op je computers.

8 DHCP-server

Zodra je een wat groter netwerk uitbouwt, wordt het omslachtig als je alle apparaten handmatig een ip-adres moet geven. Dan kun je beter een DHCP-server inzetten (in elk van beide netwerken als je dit verkiest). DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol en dit wijst automatisch ip-adressen toe aan netwerkapparaten.

Ga naar het eigenschappenvenster van zo’n server en klik rechtsonder op DHCP server setup. Geef het DHCP-adresbereik op, bijvoorbeeld van 192.168.0.1 achter Lower bound of address tot 192.168.0.20 achter Upper bound of address. Plaats een vinkje bij Activate DHCP en bevestig met OK.

Merk op dat je op het tabblad Static Address Assignment specifieke apparaten op basis van hun MAC-adres een vast ip-adres kunt toewijzen (bij voorkeur buiten het ingestelde DHCP-bereik). Dit is vooral nuttig voor apparaten zoals servers, die je altijd via hetzelfde ip-adres wilt kunnen benaderen.

Over nu naar de apparaten die je van deze DHCP-service gebruik wilt laten maken. In het eigenschappenvenster van elk apparaat plaats je een vinkje bij Use DHCP for configuration. Om het toegekende ip-adres van een apparaat te achterhalen, klik je er met rechts op, of je start een commandline-sessie op en voert het commando ipconfig uit.

Het is wel zo handig als er een DHCP-server operationeel is in je netwerk.

9 Webserver

In Filius kun je ook een basale webserver activeren en deze voeden met (eigen) webpagina’s. Gebruik hiervoor eventueel een al bestaande server in je netwerk en voeg het softwarepakket Webserver eraan toe. Open dit pakket en klik op Start.

Om de webserver te testen, installeer je het pakket Webbrowser op een willekeurige computer. Open dit en vul achter http:// het ip-adres van je webserver in (bijvoorbeeld http://192.168.0.3) en druk op de knop Start. Als alles goed is, verschijnt nu de standaard startpagina van Filius.

Natuurlijk wil je liever je eigen pagina zien. Installeer hiervoor het pakket Text editor op je webserver en open deze applicatie. Klik op Open en open de map webserver. Dubbelklik op het bestand index.html en open dit. Nu krijg je de achterliggende html-code te zien, zodat je deze kunt aanpassen. Je kunt ook je eigen webpagina’s maken en deze via Save as in afzonderlijke html-bestanden opslaan.

Zodra je je eigen webpagina hebt gemaakt, kun je deze bekijken met de ingebouwde webbrowser door iets als http://192.168.0.3/mijnpagina.html in te tikken.

Via de ingebouwde teksteditor kun je ook eigen, simpele webpagina’s maken.

10 DNS-server

Het zou wel handiger zijn om een domeinnaam zoals www.mijnsite.nl te gebruiken in plaats van telkens het ip-adres van de webserver te moeten intikken.

Hiervoor moet je een DNS-server (Domain Name System) opzetten. Voeg een server toe in een afzonderlijk subnet en geef deze bijvoorbeeld het ip-adres 192.168.2.1 met als Gateway 192.168.2.10. Maak deze gateway door in het eigenschappenvenster van je router naar het tabblad General te gaan en op Manage connections te klikken. Druk op de plusknop voor een extra verbinding en klik op Close. Open het toegevoegde tabblad en wijzig IP Address in 192.168.2.10. Verbind nu je DNS-server met de nieuwe verbinding op je router door een kabelverbinding te maken.

Open nu elke computer en vul bij Domain Name Server het ip-adres van je DNS-server in. Let op, bij apparaten die via DHCP worden bediend, lukt dit wellicht niet. In dit geval vul je het ip-adres van je DNS-server in bij de DHCP-server zelf.

Voeg nu het softwarepakket DNS server toe aan je DNS-server. Open dit en vul bij Host/domain name bijvoorbeeld www.mijnsite.nl in en bij IP address het adres van je webserver (bijvoorbeeld 192.168.0.3). Bevestig met Add en activeer de DNS-service met de knop Start.

Nu zou je vanaf je webbrowser je webserver moeten kunnen bereiken met het adres www.mijnsite.nl/mijnpagina.html.

Onze router heeft nu drie netwerkverbindingen, waarvan één naar de nieuwe DNS-server.

11 Mailserver

Als laatste voegen we het softwarepakket Email server toe aan onze server. Open het pakket en vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in. Bij New account geef je een User en een Password op. Bevestig dit met de knop New account en met OK, zodat het aan de Account list wordt toegevoegd. Start de service met de gelijknamige knop Start.

Je moet de mailserver natuurlijk nog kenbaar maken bij je DNS-server. Open hier het pakket DNS server, ga naar het tabblad Mail exchange (MX), vul bij Mail domain bijvoorbeeld mijnsite.nl in en bij Mail server domain name de waarde www.mijnsite.nl. Bevestig met Add, stop de DNS-server en druk daarna weer op Start om de wijzigingen te laten doorzetten.

Selecteer vervolgens een willekeurige client en voeg het softwarepakket Email program toe. Open dit en klik op Account voor een nieuw e-mailaccount. Vul de gevraagde gegevens in. Als Email address kun je <naam>@mijnsite.nl gebruiken, bij POP3 server en bij SMTP server vul je www.mijnsite.nl in. De poorten laat je ongewijzigd. Vul bij User en Password dezelfde gegevens in als zojuist bij Email server. Bevestig met Save. Via de knop New email kun je nu een testbericht naar jezelf sturen. Uiteraard kun je nog andere e-mailaccounts maken en berichten naar elkaar versturen, op andere computers met Email program.

Een e-mailservice correct opzetten vergt wel enige configuratie.

12 Firewall

Om je netwerk te beveiligen, stel je firewallregels in. Zo kun je het Firewall-softwarepakket op een of meer computers in Filius installeren, maar weet dat de mogelijkheden hier beperkt zijn. Je werkt daarom beter op routerniveau.

Ga naar het eigenschappenvenster van je router en open Firewall settings. Op het tabblad Network interfaces kun je Filter ICMP packets inschakelen, zodat ping-verzoeken niet meer doorkomen, maar wij zijn meer geïnteresseerd in het tabblad Firewall Rules. Een voorzichtige benadering is accept instellen als Default action if no rule matches. Hierdoor wordt alle verkeer dat niet door zelf gedefinieerde regels wordt onderschept, standaard toegelaten.

Laten we als test een regel aanmaken om te voorkomen dat een specifieke client kan surfen. Klik op add new rule, vul het ip-adres van de client in bij Source IP, gebruik 255.255.255.255 als Netmask, selecteer TCP als Protocol en stel Port in op 80 (voor http-verkeer). Stel Action in op drop. Vergeet niet Activate firewall in te schakelen op het tabblad Network Interfaces.

Test je nieuwe regel grondig om te controleren of de gewenste beperkingen worden toegepast. Stel je meerdere firewallregels in, weet dan dat deze in chronologische volgorde, van boven naar beneden, worden afgehandeld.

Met behulp van firewallregels maak je het netwerkverkeer via je router veiliger.

13 Routers en netwerken

Filius biedt ook mogelijkheden voor complexere netwerksimulaties. Je kunt bijvoorbeeld meerdere routers inzetten voor verschillende netwerken en Automatic routing inschakelen om het routeerprotocol de kortste weg binnen je netwerk te laten vinden. Maar het kan ook leerzaam zijn om handmatige routering in te schakelen op het tabblad Forwarding table. Je kunt dan het dataverkeer volgen via een Generic Client en een Echo server.

Een andere interessante optie is om het gesimuleerde netwerk van Filius te koppelen aan je fysieke netwerk. Om dit te testen, installeer je Filius op twee computers binnen je thuisnetwerk. Maak op elk van beide een netwerk met een client (bijvoorbeeld 192.168.0.1 en 192.168.0.2) en een modem. Bij het ene modem plaats je een vinkje bij Wait for incoming connection request en bevestig je met Activate. Op de bijbehorende client installeer je een Echo server en start je deze. Op het tweede modem vul je het fysieke ip-adres van je eerste computer in en druk je op Connect. Voeg vervolgens aan je client een Generic Client toe. Nu kun je berichten van de ene client naar de andere sturen via je fysieke netwerkverbinding. Zorg er wel voor dat bijvoorbeeld je Windows-firewall dit verkeer niet blokkeert.

Een verbinding via modems, via je fysieke netwerk.

Virtuele netwerken Netwerksimulaties met Filius zijn leerzaam en ook handig voor het voorbereiden van een fysiek netwerk. Maar als je een netwerk wilt opzetten met echte besturingssystemen, is het beter om een hypervisor zoals het gratis VirtualBox te gebruiken. Met VirtualBox kun je verschillende soorten virtuele netwerken opzetten, afhankelijk van je behoeften.

Het standaardtype is NAT, waarbij je bijna niets hoeft in te stellen. Het is ook een veilige constructie aangezien virtuele machines elkaar niet kunnen benaderen en externe apparaten de virtuele machines niet kunnen bereiken (tenzij je poortdoorverwijzing gebruikt). In een NAT-netwerk daarentegen kunnen virtuele machines onderling wel communiceren en hebben ze ook toegang tot het externe netwerk.

Naast een NAT-netwerk zijn er ook andere netwerkscenario’s mogelijk, zoals Intern netwerk, Bridged adapter en Host-only adapter.

Binnen VirtualBox (en andere hypervisors) zijn er verschillende netwerkscenario’s mogelijk.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Je e-mail back-uppen? Dit zijn de beste manieren
© Jakub Krechowicz - stock.adobe.c
Huis

Je e-mail back-uppen? Dit zijn de beste manieren

Wie bang is om belangrijke e-mails kwijt te raken, slaat gewoon een kopie van de berichten op. Er bestaan hiervoor diverse mogelijkheden. Back-up je volledige digitale postvak óf bewaar alleen geselecteerde e-mails. Verstandig, want een technische storing kan natuurlijk altijd een keer gebeuren. Bovendien is een back-up handig wanneer je een e-mailaccount wilt opzeggen, zoals providermail.

Dit gaan we doen

We laten zien op welke manieren je van e-mails een (extra) kopie kunt opslaan. Lees hoe dat werkt bij verschillende bekende e-mailclients en webmaildiensten.

Lees ook: 10 e-mailhacks: van overvolle inbox naar opgeruimd staat netjes

Gmail-bericht

Gmail bewaart de volledige inhoud van het postvak op een online server. Handig, want via internet heb je overal ter wereld toegang tot de berichten. Maar wat als de webverbinding plotsklaps wegvalt, bijvoorbeeld na een storing of cyberaanval? Bij dergelijke doemscenario's is het postvak van de webmaildienst normaal gesproken niet bereikbaar. Neem daarom voorzorgsmaatregelen!

Waarschijnlijk ontvang je regelmatig belangrijke gegevens via e-mail. Denk aan een factuur, verzekeringspolis of concertkaarten. Je bewaart dan een kopie van het bericht op de computer. Ga naar https://mail.google.com en log zo nodig in met je Google-account. Open de betreffende e-mail. Klik rechtsboven op het pictogram met de drie puntjes en kies Bericht downloaden. Je bewaart de e-mail inclusief alle bijlagen als eml-bestand op de pc. Verschillende e-mailprogramma's ondersteunen dit formaat, zoals Thunderbird en Outlook.

Je kunt een Gmail-bericht ook als pdf-bestand opslaan. Bedenk wel dat je daarmee geen bijlage(n) bewaart, maar die kun je wel apart opslaan. Open in Gmail een bericht en klik rechtsboven op de drie puntjes. Via Afdrukken verschijnt er een nieuw venster. Klik bij Bestemming of Printer op het uitrolmenu en kies Opslaan als pdf / Opslaan. Je bladert nu naar de opslagmap, waarna je bevestigt met Opslaan.

Download vanuit Gmail een belangrijk bericht naar je computer.

Gmail-postvak

Naast losse berichten back-up je net zo makkelijk het volledige Gmail-postvak. Gebruik hiervoor de dienst Google Takeout. Surf naar https://takeout.google.com en log indien nodig in met jouw Google-account. Je klikt eerst op Selectie van alle items ongedaan maken. Scrol naar beneden totdat je het onderdeel E-mail tegenkomt. Zet daarachter een vinkje.

Je bepaalt zelf welke mappen je bewaart. Via Alle Mail-gegevens inbegrepen komt de mappenstructuur van jouw Gmail-postvak tevoorschijn. Standaard staan alle berichten geselecteerd. Wil je dat niet? Wis dan het vinkje voor Inclusief alle berichten in E-mail. Je kunt nu zelf de beoogde mappen aanwijzen. Maak een keuze en bevestig met OK. Je klikt daarna onderaan het scherm op Volgende stap.

Je kunt een kopie van het postvak op verschillende manieren opslaan. Standaard is de optie Downloadlink sturen via e-mail geselecteerd. Dat is prima, want verder ondersteunt Google Takeout alleen cloudopslag. Beslis onder Frequentie of je het Gmail-postvak eenmaal of iedere twee maanden wilt exporteren. Laatstgenoemde optie geldt voor een periode van een jaar. Kies verder bij Bestandsgrootte de omvang, met een maximum van vijftig gigabyte. Klik als laatste op Export maken. Google Takeout giet een zogeheten mbox-bestand in een ziparchief. Diverse e-mailprogramma's ondersteunen dit bestandsformaat.

Zeker bij een bomvolle Gmail-inbox kost de back-uptaak doorgaans veel tijd.

Offline-modus Gmail

Gmail heeft ook een offline-modus. Daarmee lees je e-mails zonder internetverbinding. Een voorwaarde is dat je de browser Chrome op een pc of laptop gebruikt. Open Gmail en klik rechtsboven op het tandwielpictogram. Je navigeert daarna naar Alle instellingen bekijken / Offline, waarna je een vinkje zet voor Offline mail aanzetten. Bepaal bij het onderdeel Synchronisatie-instellingen hoelang je de berichten wilt bewaren. Je kiest tussen 7, 30 of 90 dagen. Check ook even of Bijlagen downloaden is aangevinkt. Markeer daarna de optie Offline gegevens op mijn computer bewaren en kies Wijzigingen opslaan / OK.

Gebruik de browser Chrome om de offline modus van Gmail te activeren.

Outlook.com

Net als Gmail heeft Outlook.com verschillende mogelijkheden om losse e-mails op te slaan. Ga naar https://outlook.live.com en log zo nodig in met je accountgegevens. Open daarna een e-mail die je wilt bewaren. Klik rechtsboven het bericht op het pictogram met de drie puntjes en kies Downloaden. Je hebt twee mogelijkheden, namelijk Downloaden als EML of Downloaden als MSG. Verschillende e-mailprogramma's kunnen met het open eml-formaat overweg, terwijl de msg-indeling voornamelijk is toegespitst op Outlook. Maak een keuze en bewaar het bestand op de computer.

Als alternatief giet je een e-mail eenvoudig in een pdf'je, maar je bewaart dan geen bijlage(n). Die sla je desgewenst apart op. Klik wederom bovenaan op de drie puntjes en kies Afdrukken. Selecteer bij Bestemming of Printer de optie Opslaan als pdf en bevestig met Opslaan. Nadat je de opslaglocatie hebt gekozen, klik je nog een keer op Opslaan. Helaas heeft Outlook.com geen functie om het hele postvak te back-uppen.

Sla een Outlook.com-bericht als eml-, msg- óf pdf-bestand op.

Providermail

Bij veel internetproviders kun je ook één of meerdere e-mailadressen aanmaken. Onder andere Ziggo en KPN bieden deze dienst. Misschien wil je jouw providermail wel back-uppen. Dat is nuttig wanneer je bijvoorbeeld naar een andere internetprovider overstapt. In dat geval wordt je oude e-mailaccount namelijk opgeheven.

De exacte back-upopties verschillen per internetprovider. Bekijk in de webmailomgeving van de betreffende aanbieder welke mogelijkheden er zijn. Zo selecteer je binnen de webmaildienst van Ziggo bijvoorbeeld eerst alle belangrijke e-mails. Klik vervolgens bovenaan op het pictogram met de drie horizontale streepjes en kies Opslaan als bestand. Je bewaart daarmee een ziparchief op de computer. Zodra je dat uitpakt, vind je alle e-mails terug als eml-bestanden. KPN Webmail bevat een vergelijkbare functie.

Zie je binnen de webmaildienst van je provider geen optie om e-mails te downloaden? Kies bij het bewuste bericht dan voor Afdrukken en bewaar het bericht als pdf-bestand.

Sla vanuit Ziggo Mail een belangrijk bericht op.

IMAP-protocol

Nagenoeg alle e-maildiensten ondersteunen het IMAP-protocol. Gunstig, want bij gebruik van de juiste instellingen sla je daarmee de e-mails automatisch lokaal op. Een e-mailclient (programma of app) plukt met behulp van het IMAP-protocol de berichten van de server. De e-mails staan dan dus op twee plekken, namelijk op de online server en in het e-mailprogramma van de computer. Dankzij IMAP is het zelfs mogelijk om de berichten van een e-mailaccount met meerdere apparaten te synchroniseren. Denk aan een pc, laptop, tablet en smartphone.

Feitelijk creëer je met dit slimme protocol dus een lokale back-up. Wel is het een voorwaarde dat de e-mailclient volledige kopieën van e-mails inclusief bijlagen ophaalt. In veel programma's kun je dat instellen, zoals Thunderbird en Outlook.

Gebruik je providermail? Probeer dan eerst de juiste servergegevens te achterhalen en ga daarna verder met de volgende tip. Je hebt de naam van de inkomende IMAP- en uitgaande SMTP-server nodig. Noteer ook de bijbehorende poortnummers.

Internetproviders vermelden meestal op hun website de benodigde servergegevens voor IMAP.

Thunderbird

Thunderbird is een gebruiksvriendelijke e-mailclient. Er zijn versies voor Windows, macOS, Linux en Android beschikbaar. Surf naar www.thunderbird.net/nl/ om dit gratis programma te downloaden. Voer de installatie met de standaardinstellingen uit en start de e-mailclient op.

Je vult nu de gegevens van jouw e-mailaccount in. Typ je volledige naam, het e-mailadres en het wachtwoord. Klik nu op Doorgaan. Met een beetje mazzel kent Thunderbird de servergegevens van het e-mailaccount al, zoals bij Gmail en Outlook.com. Ook van veel internetproviders verschijnen vanzelf correcte gegevens. Is dat niet het geval? Typ dan handmatig de naam van de juiste IMAP- en SMTP-server. Check hierbij ook even of de poortnummers goed staan ingevuld. Bevestig daarna met Gereed/Voltooien. Bepaal tot slot of je Thunderbird als standaard mailprogramma wilt instellen. Je ziet aan de linkerkant de mappen van het e-mailaccount.

Thunderbird verschijnen automatisch de correcte servergegevens van een Ziggo Mail-account.

Thunderbird-opties

Controleer in Thunderbird of de e-mailclient volledige kopieën van de e-mailserver downloadt. Klik in de linkerkolom met de rechtermuisknop op het e-mailadres en kies Instellingen/Synchronisatie & opslag. Check onder Schijfruimte of de opties Alle berichten lokaal synchroniseren, ongeacht de leeftijd en Geen berichten verwijderen zijn gemarkeerd.

Je maakt van een los e-mailbericht optioneel een extra kopie. Dubbelklik op een onderwerppregel om een e-mail te openen. Navigeer vervolgens naar Meer / Opslaan als. Zodra je de opslagmap hebt geopend, klik je op Opslaan. Met de standaardinstellingen bewaart de e-mailclient een eml-bestand. Heb je liever een pdf? Ga dan naar Meer / Afdrukken en selecteer onder Uitvoerapparaat de optie Opslaan als PDF. Blader via Opslaan naar de gewenste map en bevestig nogmaals met Opslaan.

Stel in dat Thunderbird alle e-mails permanent opslaat.

Exporteren

Thunderbird bevat een optie om het volledige gebruikersprofiel naar een map te exporteren. Die kun je bijvoorbeeld op een externe opslagdrager of andere computer opslaan. In dit gebruikersprofiel staan alle toegevoegde e-mailaccounts, berichten, adresboeken en instellingen.

Klik rechtsboven op het pictogram met de drie horizontale streepjes en kies Extra / Exporteren. Er opent een nieuw tabblad. Bewaar via Exporteren een zip-bestand in de gewenste map en bevestig dit met Opslaan / Voltooien.

Is het gebruikersprofiel groter dan twee gigabyte? Dan kun je de boel niet exporteren. Kies dan Profielmap openen en kopieer de inhoud handmatig naar een zelfgemaakte map.

Bij onverhoopte problemen zet je de back-up in Thunderbird weer terug. Klik hiervoor op het pictogram met de drie streepjes en ga naar Extra / Importeren. Markeer Importeren uit een andere Thunderbird-installatie en klik op Doorgaan. Afhankelijk van de gemaakte back-up selecteer je nu een profielmap of zip-bestand. Maak een keuze en vink in de volgende stap alle onderdelen aan die je wilt herstellen. Klik als laatste op Doorgaan / Import starten.

Het back-uppen van een compleet gebruikersprofiel is dankzij de snelle exporteerfunctie zo gepiept.

ImportExportTools

Er zijn voor Thunderbird een heleboel zogenoemde add-ons beschikbaar. Dat zijn extensies die extra functies aan de e-mailclient toevoegen. Voor back-updoeleinden is ImportExportTools NG een aanrader. Navigeer rechtsboven naar het pictogram met de drie horizontale streepjes en klik op Add-ons en thema's. Zodra je met de zoekfunctie ImportExportTools NG hebt opgespoord, bevestig je met Toevoegen aan Thunderbird / Toevoegen / OK.

Klik in de linkerkolom met de rechtermuisknop op een map en verken bij ImportExportTools NG de mogelijkheden. Als je de volledige e-mailmap wilt opslaan, kies je Map exporteren (mbox) / Als mbox-bestand / OK. In het contextmenu van deze extensie vind je ook de optie Exporteer alle berichten in map. Kies vervolgens tussen de bestandsformaten eml, pdf, html, txt en csv. Bij elke keuze wijs je op de computer of externe datadrager de beoogde opslaglocatie aan.

Nuttig is ook de optie Zoek en exporteer berichten. Back-up daarmee op basis van één of meerdere trefwoorden specifieke e-mails. Geef bijvoorbeeld aan dat dit trefwoord in het onderwerp of de berichttekst moet voorkomen. Je kunt ook alle e-mails van een contactpersoon selecteren. Heb je de juiste criteria opgesteld? Klik dan op Zoek. Selecteer achter Indeling het uitvoerformaat, bijvoorbeeld EML of mbox. Kies daarna Exporteren.

Vind dankzij de slimme zoekfunctie van ImportExportTools NG vlot belangrijke e-mails.

Thunderbird op mobiel

Je kunt Thunderbird ook op een smartphone of tablet installeren. Download de gelijknamige app uit de Play Store van een Android-toestel. Voor iPhones en iPads is er helaas geen ondersteuning. Vanaf een computer zet je heel makkelijk een gebruikersprofiel met accountgegevens en e-mails over. Klik linksonder in het programma op het tandwiel om de instellingen te openen en kies Exporteren voor Mobiel. Selecteer één of meerdere accounts die je wilt overzetten. Je vinkt ook Alle accountwachtwoorden opnemen aan. Wanneer je klikt op Exporteren, verschijnt er een QR-code.

Open nu de Thunderbird-app op het Android-toestel. Nieuwe gebruikers tikken in het beginscherm op Importinstellingen. Geef de app toegang tot de camera en film de QR-code. Je e-mailaccount inclusief alle berichten komt vanzelf tevoorschijn.

Met een QR-code importeer je binnen mum van een e-mailaccount op een telefoon.

Outlook Classic

Microsoft slingerde de afgelopen jaren verschillende varianten van Outlook de wereld in. Lastig, want de exacte instructies voor de beschikbare back-upopties hangen deels af van de gebruikte versie. Veel mensen gebruiken nog een 'oude' Outlook-editie. Ook Microsoft 365-abonnees hebben toegang tot deze versie van de bekende e-mailclient. Dit programma heet ook wel Outlook Classic.

Heb je via het IMAP-protocol een e-mailaccount aan het mailprogramma toegevoegd? Bepaal dan dat Outlook de volledige berichteninhoud lokaal bewaart. Klik achtereenvolgens op Bestand / Accountinstellingen / Accountnaam en synchronisatie-instellingen. Beweeg de schuifregelaar achter Email offline houden gedurende naar Alles. Sluit het venster met Volgende / Gereed.

Wil je een extra back-up van een mail maken? Selecteer het bericht en ga naar Bestand / Opslaan als. Kies in het uitrolmenu achter Opslaan als het gewenste bestandsformaat. De msg-indeling ligt voor de hand. Bevestig met Opslaan.

Tot slot bevat de klassieke versie van Outlook ook een functie om een volledig e-mailaccount te back-uppen. Navigeer naar Bestand / Openen / Importeren/Exporteren en selecteer in de wizard de optie Naar een bestand exporteren. Kies in de volgende stap Outlook-gegevensbestand (.pst) en klik tweemaal op Volgende. Je selecteert via Bladeren de opslagmap, waarna je bevestigt met Voltooien.

Back-up in Outlook Classic de volledige inhoud van een e-mailaccount.

Outlook (new)

Sinds begin 2025 is Windows Mail niet meer binnen Windows beschikbaar. Gebruikers kunnen nu de Outlook-app gebruiken. Dit programma droeg eerder de naam Outlook (new). Vergeleken met zijn klassieke tegenhanger zijn er andere back-upmogelijkheden.

Beslis allereerst hoelang je e-mails van een e-mailaccount lokaal wilt opslaan. Klik rechtsboven op het tandwiel en ga naar Algemeen / Offline. Je zet zo nodig het schuifje aan voor Offline e-mail, agenda en personen inschakelen. Kies onder Dagen e-mail om op te slaan voor 7, 30, 90 of 180 dagen. Kies Opslaan en sluit het instellingenvenster.

Jammer genoeg kun je berichten niet langer bewaren, waardoor deze optie niet geldt als een volwaardige back-up. Maak daarom handmatig kopieën van de belangrijkste e-mails. Klik met de rechtermuisknop op een bericht en kies Opslaan als / Opslaan als EML of Opslaan als MSG. Blader naar de opslaglocatie en sluit het venster met Opslaan.

Ten slotte heeft de vernieuwde Outlook-versie ook een exporteerfunctie, al is die erg beperkt. Het werkt namelijk alleen voor Outlook.com-postvakken. Toch proberen? Navigeer naar Instellingen / Algemeen / Privacy en gegevens en klik op Postvak exporteren. Deze back-uptaak duurt maximaal vier(!) dagen. Je ontvangt na afloop een e-mail met een downloadlink.

De exporteerfunctie van de vernieuwde Outlook vereist wel wat geduld.

Lees ook: Nieuwe pc? Zo neem je al je instellingen mee

E-mail gebackupt?

Bewaar ook een kopie op een usb-stick
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 gourmetsets voor minder dan 85 euro
Huis

Waar voor je geld: 5 gourmetsets voor minder dan 85 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Met de feestdagen in aantocht gaan we weer gezellig met z'n allen eten. En omdat gourmetten daarbij erg populair is, zijn we op zoek gegaan naar vijf betaalbare modellen geschikt voor tot 10 personen.

Met een gourmetstel maak je avonden extra gezellig en informeel. Iedereen eet in zijn eigen tempo omdat je zelf bepaalt hoeveel je in je pannetje of op je grill legt. En zo is er ook meer tijd om lekker te kletsen. Wij vonden vijf mooie gourmetstellen geschikt tot wel 10 personen.

Tristar RA‑2746 Gourmetstel – 8 personen

De Tristar RA‑2746 is een gourmetstel waarmee je samen met het hele gezin of vriendengroep kunt bakken en grillen. Het apparaat heeft een vermogen van ongeveer 1400 watt en is voorzien van één grote bak‑ en grillplaat, zodat je tegelijk vlees, vis en groenten kunt bereiden. Dankzij de PFAS‑vrije antiaanbaklaag koeken ingrediënten niet vast en maak je het oppervlak na het eten eenvoudig schoon.. Bij de set worden acht kleine pannetjes meegeleverd, zodat iedereen zijn eigen gerecht kan samenstellen. De antislipvoetjes houden het toestel stevig op tafel en het snoer is lang genoeg voor gebruik aan een eettafel. Verder is het gourmetstel geschikt voor maximaal acht personen.

Tefal Inox & Design RE4588 - 10 personen

Bij de Tefal Inox & Design RE4588 richt alles zich op een combinatie van raclette en gourmet. Je beschikt over een groot vermogen van 1350 watt en een verstelbare thermostaat, zodat je de temperatuur precies kunt regelen voor vlees, groenten of raclettekaas. De tien bijgeleverde pannetjes en de grillplaat hebben een antiaanbaklaag waardoor je weinig olie hoeft te gebruiken en het schoonmaken minder tijd kost. Tefal heeft het snoer met ongeveer twee meter vrij lang gemaakt, waardoor je meer vrijheid hebt om het toestel op tafel te plaatsen. Een ingebouwd indicatielampje toont wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereik. Het apparaat wordt geleverd met hittebestendige handgrepen voor veilig gebruik en is geschikt voor maximaal tien personen.

Princess Raclette Gourmetstel XL - 10 personen

Met de Princess Raclette XL haal je een gourmet‑ en raclette‑stel voor tien personen in huis. De set gebruikt een vermogen van ongeveer 1500 watt en heeft een extra grote bakplaat voor vlees en groenten. De plaat is uitneembaar en heeft een PFAS‑vrije antiaanbaklaag, waardoor je niet veel olie nodig hebt en het toestel gemakkelijk schoonmaakt. Bij het apparaat worden tien pannetjes geleverd; zo kan iedereen tegelijkertijd minipannetjes gebruiken. De temperatuur regel je via een draaiknop, terwijl een controlelampje aangeeft dat het toestel opwarmt. Koelblijvende handgrepen en antislipvoetjes dragen bij aan veilig gebruik.

Princess Dinner4All Circle - 4 personen

De Princess Dinner4All Circle is een ronde gourmetset bedoeld voor kleinere groepen. Het apparaat is voorzien van een ronde bakplaat met een diameter van ongeveer 30 centimeter en gebruikt een vermogen van 1000 watt. Via een draaiknop stel je de temperatuur in tot circa 250 °C, waardoor je van langzaam garen tot snel grillen verschillende bereidingswijzen kunt kiezen. De set wordt geleverd met meerdere individueel te gebruiken kooktegels, zodat iedereen op zijn eigen tegel kan bakken zonder smaken te mengen. Dankzij de antiaanbaklaag zijn de platen eenvoudig schoon te maken, terwijl antislipvoetjes het toestel stabiel houden. Het snoer is ongeveer twee meter lang, waardoor je het gemakkelijk midden op tafel zet.

Princess Dinner4All Pure - 4 personen

Deze Dinner4All Pure‑gourmetset van Princess is opgebouwd uit meerdere kleine bakplaten, zodat elke gebruiker zijn eigen kookgedeelte heeft. Het systeem bestaat uit vier bamboe plates met antiaanbaklaag en afzonderlijke bakplaatjes, die samen op één centrale powerbox van 1000 watt worden aangesloten. Doordat iedere plaat een eigen stekker heeft, kun je de opstelling uitbreiden of verkleinen; handig als je met twee, drie of vier personen wilt eten. Het apparaat heeft een controlelampje en een eenvoudige bediening; je steekt de stekker in het stopcontact en kiest een temperatuur met de draaiknop. Dankzij de non‑stick afwerking maak je de platen na afloop gemakkelijk schoon.