ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Zo voorkom je de 6 meest gemaakte fouten bij het strijken
© Wordley Calvo Stock - stock.adob
Huis

Zo voorkom je de 6 meest gemaakte fouten bij het strijken

Strijken lijkt simpel, maar in de praktijk sluipen er snel gewoontes in die jouw kleding geen goed doen. Veel mensen strijken op gevoel en merken pas later dat toch niet alle kreukels weg zijn, de stof sneller slijt of dat het strijkwerk eindeloos duurt. Door deze zes fouten te vermijden, gaat het strijken vlotter en blijft je kleding mooier.

Dit artikel in het kort

Strijken gaat sneller wanneer je de juiste temperatuur gebruikt, de stof binnenstebuiten keert en zorgt dat wat je wilt strijken licht vochtig is. Vlekken mogen niet worden gestreken omdat ze kunnen inbakken. Een schoon strijkijzer voorkomt glansplekken en kalk. Wie veel wast, heeft baat bij een strijkijzer met goede stoomproductie of een stoomgenerator.

Lees ook: Zo komt je kleding minder gekreukeld uit de wasmachine

Strijken kan een vervelende klus zijn wanneer je wekelijks met een volle mand aan de slag gaat, zeker als hardnekkige vouwen niet willen verdwijnen of een net gestreken blouse na een uur alweer kreukt. In grotere huishoudens voelt het soms zelfs alsof het werk nooit af is. Het goede nieuws: het kan sneller én makkelijker. Hieronder lees je welke zes fouten het strijken vaak onnodig lastig maken en hoe je ze voorkomt.

1: De temperatuur verkeerd instellen

Veel mensen laten hun strijkijzer standaard op dezelfde temperatuur staan. Dat lijkt handig, maar is het niet. Sommige stoffen, zoals zijde of synthetische vezels, mogen niet te warm gestreken worden omdat ze dat kunnen verschroeien of in het ergste geval zelfs smelten. Maar bij andere stoffen krijg je kreukels juist alleen weg bij een hogere stand. Het wasetiket geeft precies aan wat kan. Staat er een doorgestreept strijkijzer op? Dan kun je het beter helemaal niet strijken. In zo'n geval kan een kledingstomer misschien uitkomst bieden.

Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Igor Nikushin - stock.adobe.com

2: Kleding niet binnenstebuiten strijken

Stoffen blijven langer mooi wanneer je ze aan de binnenkant strijkt. De buitenkant slijt dan minder snel en kleuren blijven langer behouden. Bij kragen, manchetten en zomen is de binnenkant al helemaal veiliger, omdat details anders kunnen beschadigen. Ook donkere stoffen strijk je bij voorkeur aan de binnenzijde: te veel hitte kan glansplekken veroorzaken, en dat wil je natuurlijk niet kunnen zien wanneer je deze kleding draagt.

3: Te droge was strijken

Volledig droge kleding strijkt een stuk lastiger. De strijkzool glijdt minder soepel en kreukels blijven langer zichtbaar. Een licht vochtige stof werkt veel prettiger. Is je was al droog? Dan helpt een plantenspuit of de stoomfunctie van je strijkijzer. Let op: sommige materialen, zoals zijde, zijn gevoelig voor watervlekken. Die kun je dus beter wél droog strijken.

Nieuw strijkijzer kopen? Handige tips 👇🏻

• Een gladde strijkzool glijdt beter over de stof.
• Een smalle punt helpt bij knopen, naden en lastige hoekjes.
• Een krachtige, constante stoomstoot laat kreukels sneller verdwijnen.
• Een ruim waterreservoir voorkomt dat je steeds moet bijvullen.
• Voor grote hoeveelheden strijkwerk kun je beter een stoomgenerator kiezen.

©PhotoSG - stock.adobe.com

Houd je kleding netjes na het strijken met een handig kledingrek

Zo blijft alles georganiseerd en kreukvrij!

4: Vuile kleding of kleding met vlekken strijken

Een gedragen kledingstuk even bijstrijken lijkt handig, maar vlekken kunnen door de hitte in de vezels trekken. Daarna zijn ze veel moeilijker te verwijderen. Strijk daarom om vlekken heen of kies een andere manier om kleding op te frissen. Denk aan een hangertje in de badkamer tijdens een warme douche of verticaal stomen met je stoomstrijkijzer. Er zijn ook speciale sprays voor kreukels te koop.

5x Handig strijken

Philips GC9642/60 PerfectCare Elite: een krachtige stoomgenerator van 2400 W met 1,8 l watertank; levert continu 145 g/min stoom en een stoomstoot tot 490 g/min.

Tefal Express Steam FV2837
Compact stoomstrijkijzer van 2400 W met keramische zoolplaat; biedt 35–40 g/min continue stoom en tot 165 g/min boost — geschikt voor dagelijks strijkwerk.

Braun SI 9661
Stevig stoomstrijkijzer uit de TexStyle-serie met 3100 W vermogen, ook geschikt om verticaal mee te strijken.

Calor GV9556C0 Stoomstrijkijzer
Stoom-station met Durilium-zoolplaat, 1,9 l reservoir; levert circa 125 g/min continue stoom en een stoot tot 530 g/min.

Russell Hobbs 23971-56 Supreme Steam Pro 2600 W
Compact stoomstrijkijzer van 2600 W met keramische zoolplaat en 310 ml waterreservoir; biedt continue en boost-stoom én verticale stoommogelijkheden — handig voor kleding aan de hanger.

5: Je strijkijzer niet schoonmaken

Kalk en vuil hopen zich in de stoomopeningen op en dat merk je meteen: de stoomproductie neemt af en het strijken gaat minder makkelijk. Een maandelijkse schoonmaak helpt om problemen te voorkomen. Vul het reservoir, warm het strijkijzer op en stoom het leeg boven de gootsteen. Sommige modellen hebben een reinigingsknop die vuil en kalk extra krachtig losmaakt. Ook de zool van je strijkijzer kan vies worden. Door die regelmatig schoon te maken blijft je schone was ... nou ja, schoon dus!

Lees ook: 3 manieren om de zool van je strijkijzer schoon te maken

©Alliance - stock.adobe.com

6: Het verkeerde strijkijzer gebruiken

Zelfs de beste strijktechniek schiet tekort wanneer het strijkijzer niet goed presteert. Een verouderd of te eenvoudig model kan traag op temperatuur komen, minder stoom produceren of stroef aanvoelen. . Maar wat is dan een goed strijkijzer? Een goed strijkijzer heeft onder andere een fijne brede strijkzool met spitse punt en een effectieve stoomfunctie. Moet je wekelijks bergen was wegstrijken? Gun jezelf dan een stoomgenerator. Dat is een strijkijzer met een extern reservoir waarin tot wel twee liter water gaat, waardoor je ononderbroken kunt strijken. Extra prettig aan dit type strijkbout is dat je hem vóór het strijken uit het waterreservoir haalt en hij dus extra licht van gewicht is. Zo is strijken misschien helemaal zo vervelend nog niet!


▼ Volgende artikel
Muziek in elke kamer: streamen met oude en nieuwe apparatuur
© TheVisualsYouNeed
Huis

Muziek in elke kamer: streamen met oude en nieuwe apparatuur

Ben je een trouwe Spotify-abonnee of bezit je een omvangrijke muziekcollectie op je pc? Vrijwel iedereen kan muziek streamen. Heldere klanken klinken met de juiste apparatuur en eventuele uitbreidingen in elk hoekje van je woning. Dat hoeft niet eens veel te kosten, want er zijn allerlei prijsvriendelijke oplossingen. Misschien heb je zelfs al geschikte apparatuur in huis.

Dit gaan we doen

In dit artikel lees je hoe je in elke kamer muziek kunt laten klinken, van woonkamer tot zolder. Of je nu een oude versterker hebt of moderne smartspeakers: met bluetooth, wifi of een netwerkspeler maak je alles geschikt voor Spotify en andere muziekdiensten. We laten zien hoe je oude apparatuur nieuw leven inblaast, hoe je muziek in meerdere kamers tegelijk afspeelt en hoe je zorgt dat het wifi-signaal sterk genoeg blijft.

Lees ook: Waar voor je geld: 5 soundbars met losse surroundspeakers

Dankzij het huidige streamingtijdperk kun je overal in huis van mooie muziek genieten. Daarvoor kun je zowel oude als recente afspeelapparatuur gebruiken. Zo heb je in de woonkamer misschien wel een klassieke versterker en forse zuilspeakers staan. Met een kleine aanpassing maak je zo'n traditioneel audiosysteem geschikt voor het luisteren naar moderne audiostreams. Daarnaast stream je favoriete afspeellijsten, albums, podcasts en luisterboeken ook met allerlei andere audiovisuele apparaten. We zetten verschillende luisteropties met de voornaamste voor- en nadelen op een rij.

Muziek-app op smart-tv

Wie denkt dat een smart-tv alleen video-apps ondersteunt, heeft het mis. Op een toestel van Samsung, LG, Sony en Philips kom je in de appcatalogus waarschijnlijk ook Spotify tegen. Daarnaast ontwikkelen de streamingmuziekdiensten Apple Music, Deezer en Qobuz tv-apps voor verschillende merken.

Apple Music stelt een app beschikbaar voor smart-tv's van Samsung.

Liever via een soundbar dan via de tv-speakers

Een voordeel van deze luistermethode is dat je de muziekbibliotheek rechtstreeks op de smart-tv kunt bedienen. Selecteer met de afstandsbediening bijvoorbeeld een onlangs verschenen album of een leuke afspeellijst. Wel duurt het invoeren van een zoekterm via het virtuele toetsenbord op de beeldbuis iets langer. Veel televisies hebben tegenwoordig spraakondersteuning, zodat je de naam van een artiest of album ook hardop kunt uitspreken.

Houd er rekening mee dat de interne speakers van de televisie over het algemeen blikkerig klinken. Wegens de smalle behuizing is de klankkast te klein voor een kwalitatieve audioweergave. Dat doet natuurlijk geen recht aan je favoriete muziek! Stuur het geluid van de televisie daarom bij voorkeur naar een aangesloten soundbar, receiver of versterker. Dat kan onder meer via de HDMI-ARC-poort en optische uitgang van de televisie.

De HDMI-ARC-poort stuurt het tv-geluid naar een externe audiobron.

Mediaspeler op tv

Heeft je televisie geen app van een streamingmuziekdienst, dan is er nog geen man overboord. Spotify en andere muziekdiensten zijn op diverse mediaspelers beschikbaar. Dit aparte kastje koppel je met behulp van een HDMI-kabel aan een televisie. Het bekendste voorbeeld is de Apple TV. Logischerwijs is Apple Music al standaard in deze mediaspeler geïntegreerd, terwijl je voor nagenoeg alle andere muziekdiensten een app kunt installeren.

Overige mediaspelers gebruiken veelal Android als besturingssysteem. Installeer in dat geval je favoriete streamingdienst vanuit de Play Store. Als alternatief kun je een spelcomputer als veredelde mediastreamer gebruiken, zoals de PlayStation 4 / PlayStation 5 of Xbox Series X/S. Spotify is bijvoorbeeld op de genoemde gameconsoles beschikbaar.

Deze los verkrijgbare afstandsbediening voor de PlayStation 5 heeft zelfs een eigen Spotify-knop.

Google Chromecast en TV Streamer

Tot slot zijn de Google Chromecast en Google TV Streamer het vermelden waard. Zodra je zo'n mediaspeler op een HDMI-poort aansluit, stream je nummers van je favoriete muziekdienst naar de televisie. Je smartphone of tablet fungeert in dat geval als afstandsbediening. Sommige televisies hebben al een Chromecast-functie ingebouwd.

Verbind de Spotify-app op je smartphone met de Google Chromecast en start een audiostream.

Receiver en soundbar

Veel receivers en soundbars hebben verschillende streamingfuncties in huis. Je hoeft voor het luisteren van muziek dan geen televisie aan te zetten. De goedkoopste hedendaagse audioproducten bezitten in elk geval een bluetooth-adapter. Je verbindt in dat geval je smartphone rechtstreeks met de receiver of soundbar. Open je favoriete muziek-app en start een album of afspeellijst.

Deze draadloze techniek heeft twee nadelen. Allereerst past bluetooth compressie toe op de stream. Mogelijk gaat dat ten koste van de audiokwaliteit. Overigens leveren de bluetooth aptX- en LDAC-codecs wel een goed geluid. Een voorwaarde is dat zowel de zender als ontvanger de genoemde codecs ondersteunt. Het tweede nadeel is het beperkte bereik van bluetooth. Loop je met de smartphone even weg, dan hapert of stopt wellicht de muziekweergave op de receiver of soundbar.

De betere audioproducten hebben een bekabelde en/of draadloze netwerkaansluiting. Vergeleken met bluetooth ervaar je mogelijk een hogere geluidskwaliteit. Zowel wifi als ethernet laten de oorspronkelijke audiobestanden namelijk met rust, want zij passen geen compressie toe op de stream. In de meeste gevallen kies je met een app op een smartphone de gewenste muziek, waarna het audiosysteem zelf de benodigde data vanaf het web ophaalt. Dat kan vaak rechtstreeks vanuit de Spotify- of Tidal-app. Veel recente audioproducten ondersteunen deze muziekdiensten. Sommige hififabrikanten ontwikkelen trouwens een eigen app, zoals Denon/Marantz (HEOS) en Yamaha (MusicCast).

Veel audiosystemen kun je zowel bekabeld als draadloos met het thuisnetwerk verbinden, zoals de Sonos Ray-soundbar.

Voldoende wifi-dekking

Besluit je om muziek naar verschillende kamers te streamen? Zorg dan dat de wifi-dekking in orde is. Zeker wanneer je in een afgelegen zolderkamer, garage of tuinhuis wilt luisteren, is het wifi-signaal afkomstig van de modem/router vermoedelijk niet toereikend. Veel internetproviders verhuren of verkopen apparaten die het wifi-signaal verbeteren.

Je kunt ook zelf aan de slag gaan. Een zogeheten mesh-netwerk is een uitstekende methode om het wifi-signaal in je woning een flinke impuls te geven. Hierbij realiseren pakweg twee, drie of misschien wel vier units één groot dekkend draadloos netwerk. Wifi-repeaters en powerline-adapters (met wifi) zijn alternatieve apparaatjes om het draadloze netwerk te verbeteren.

TP-Link heeft diverse betaalbare mesh-systemen in zijn gamma, zoals de breed verkrijgbare Deco X50.

Spotify op oude versterker

Wanneer jouw oude vertrouwde versterker en aangesloten luidsprekers nog prima werken, is het natuurlijk zonde om deze audioapparatuur af te danken. Dat hoeft ook helemaal niet, want aan de hand van diverse betaalbare oplossingen luister je alsnog naar Spotify-streams. De goedkoopste optie is het aansluiten van een bluetooth-audioadapter. Die verbind je met de analoge tulpingangen of lijnaansluiting achter op de versterker, waardoor je vanaf een smartphone of tablet kunt streamen. Uitgebreidere modellen kun je wellicht ook digitaal verbinden. Dat gebeurt meestal via een optische uitgang. Check dus goed de aansluitmogelijkheden van jouw versterker. Onder meer Logitech, Pro-Ject, Sennheiser, Ugreen en Marmitek ontwikkelen geschikte bluetooth-audioadapters.

De Pro-Ject BT Box E HD bluetooth-adapter kun je zowel analoog als digitaal op een hifisysteem aansluiten.

Klassiek hifisysteem koppelen

Een klassiek hifisysteem koppel je net zo makkelijk aan het (draadloze) thuisnetwerk. Je hebt daar wel een audiostreamer of netwerkspeler voor nodig. Dit apparaat verbind je met wifi of ethernet, waarna het zelfstandig streams van Spotify en overige bronnen kan ophalen. Vervolgens geeft de audiostreamer het geluidsspoor analoog of digitaal door aan de versterker. Voor de bediening gebruik je meestal een smartphone. Diverse bekende hififabrikanten ontwikkelen geschikte producten, waaronder Sonos, WiiM, Cambridge Audio, Bluesound en NAD.

De Sonos Port is een veelzijdige audiostreamer voor het upgraden van je klassieke audiosysteem.

Extra luxe: met display

Luxe modellen hebben zelfs een display met afspeelinformatie, zoals de artiest, het liedje en de albumhoes. Ten slotte zijn er ook genoeg apparaten te koop die zowel bluetooth, wifi als ethernet ondersteunen.

©OLIVER BEAMISH 4407973354259

De Britse audiospecialist Cambridge Audio fabriceert behoorlijk uitgebreide netwerkspelers met een display.

Losse luidspreker

Voor het luisteren van Spotify-streams kun je ook de aanschaf van een losse luidspreker overwegen. Je hebt keuze uit grofweg drie smaken. Bluetooth-speakers zijn er in overvloed. Deze prijsvriendelijke producten hebben meestal een oplaadbare accu, waardoor je ze overal kunt gebruiken. Als je een exemplaar met een stof- en waterdichte behuizing koopt, luister je ook buitenshuis naar je favoriete klanken.

Voor binnengebruik is een wifi-speaker interessant. Bedenk vooraf goed waar je dit apparaat wilt neerzetten. Is er geen nabijgelegen stroompunt, dan ligt een exemplaar met een accu voor de hand. Vaak kun je twee soortgelijke speakers draadloos aan elkaar koppelen. Luister zo naar stereogeluid! Voor de bediening ben je aangewezen op je smartphone.

De weerbestendige Ultimate Ears Everboom voldoet aan de strenge eisen van de IP67-norm.

Slimme speaker

Verder kun je ook nog een zogeheten smartspeaker overwegen. Vanwege de ingebouwde microfoon bedien je deze modellen met je stem. Roep bijvoorbeeld de naam van een mooi muziekalbum en je hoort meteen de bijbehorende deuntjes. Mogelijk kun je via een smartspeaker ook nog andere slimme apparaten in je thuisnetwerk aansturen, zoals een lamp of thermostaat. Controleer in dat geval goed welke smarthomeplatformen het beoogde product ondersteunen. Apple, Google, JBL, Sonos en Denon hebben meerdere smartspeakers in hun gamma.

Dankzij ondersteuning voor bluetooth, wifi, ethernet en diverse smarthome-platformen kun je met de JBL Authentics 500 alle kanten op.

Apple AirPlay

Heb je een iPhone, iPad of Mac? Check in dat geval of jouw afspeelapparatuur met AirPlay overweg kan. Verschillende recente smart-tv's van LG, Samsung en Sony bieden bijvoorbeeld ondersteuning. Verder voegen ook diverse fabrikanten van soundbars, receivers, mediaspelers, wifi-speakers en smartspeakers deze techniek aan hun producten toe. Muziek streamen via AirPlay werkt erg eenvoudig. Tik in een muziek-app op een pictogram om de lijst met beschikbare apparaten te openen. Kies daarna bijvoorbeeld de naam van jouw televisie of receiver en luister naar de audiostream.

Multiroom audio

Veel receivers en soundbars met netwerkfunctie ondersteunen tegenwoordig multiroom audio. Ook diverse smartspeakers en audiostreamers gebruiken deze techniek. Zoals de Engelse naam al doet vermoeden, luister je hiermee in meerdere kamers naar muziek. Kies in een app voor iedere ruimte de gewenste afspeellijst. Je kunt hetzelfde album ook in meerdere kamers afspelen. Loop je vanuit de woonkamer bijvoorbeeld even naar de keuken, dan hoor je dezelfde klanken. Lijkt multiroom audio je handig? Schaf dan bij voorkeur producten van hetzelfde merk aan, zodat alle afspeelapparaten naadloos met elkaar samenwerken. Sonos, Denon en Bluesound staan bekend om hun brede assortiment met multiroom audioproducten.

Vanuit de Yamaha MusicCast-app bepaal je in welke kamers je muziek wilt afspelen.

Mediaserver installeren

Als je een uitgebreide muziekcollectie op de computer hebt staan, stel je die eenvoudig aan andere afspeelapparaten beschikbaar. Stream deze nummers bijvoorbeeld naar een smart-tv, receiver, soundbar, wifi-speaker of netwerkspeler. Dat werkt veelal via het DLNA/UPnP-protocol.

Je installeert voor dit doeleinde eerst een mediaserver of muziekserver op de computer. Dat kan met verschillende programma's. Voor beginners is het hulpje Universal Media Server erg geschikt. Er zijn hiervan versies voor Windows, macOS en Linux beschikbaar. Een pluspunt is dat deze mediaserver alle gangbare audioformaten ondersteunt. Zo accepteert het onder andere mp3-, wma-, wav- en flac-bestanden. Bovendien kun je als alternatief video's naar een geschikte smart-tv streamen.

Tijdens de installatie gaan in Windows mogelijk alarmbellen af. Ten onrechte, want Universal Media Server is volledig te vertrouwen. VirusTotal herkent geen bedreigingen in het exe-bestand. Na de installatie opent de freeware in een browser. 

Lees ook: Zelf een mediaserver maken op je pc of NAS met Jellyfin

Exact Audio Copy

Heb je een ruime cd-verzameling, dan bewaar je hiervan desgewenst digitale kopieën op de pc. Dat heet rippen. Het gratis programma Exact Audio Copy is daar bij uitstek voor geschikt. Sla hiermee muziek op in een hoge kwaliteit. Bovendien corrigeert dit tooltje op eigen houtje fouten en voegt het automatisch de juiste audiogegevens (metadata) aan bestanden toe. Voor een goed resultaat selecteer je bij voorkeur flac of wav als audioformaat. Staan de nummers van alle cd's op de pc, laptop of NAS? Gebruik dan de instructies in dit artikel om deze audiobestanden naar geschikte afspeelapparatuur te streamen.

Exact Audio Copy is een betrouwbare partner voor het back-uppen van je cd's.

Lokaal streamen

Je maakt in Universal Media Server eerst een gebruikersaccount aan. Nadat je bent ingelogd, herkent het programma wellicht al enkele geschikte apparaten in jouw thuisnetwerk. Dat is bijvoorbeeld een ingeschakelde smart-tv of wifi-speaker.

Het is nu zaak om de juiste bestandslocaties aan het programma toe te voegen. Klik rechtsboven op het pictogram met de drie horizontale streepjes en kies Gedeelde inhoud. Waarschijnlijk zijn er al wat standaard-mediamappen geselecteerd. Via Nieuwe webinhoud toevoegen en het blauwe mappictogram blader je naar de muziekmap. Bevestig daarna met Toevoegen en Opslaan.

Zodra de mediaserver eenmaal is ingericht, stream je de nummers eenvoudig naar een afspeelapparaat. Vanzelfsprekend is het wel een voorwaarde dat de computer en pakweg een receiver, soundbar of smart-tv met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Open op een televisie de bronlijst of mediaplayer-app en kies de zojuist ingestelde mediaserver. Je navigeert vervolgens naar het gewenste album. Bij geschikte soundbars, receivers en wifi-speakers maak je meestal vanuit een smartphone-app verbinding met de mediaserver.

Universal Media Server toont meteen na het opstarten een lijst met beschikbare afspeelapparaten.