ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken
© Tatyana Gladskih
Huis

❄️ Koud hè? Zo vind je jouw perfecte elektrische deken

In de koude wintermaanden is wat extra warmte in huis geen overbodige luxe. Steeds meer mensen kiezen daarom voor een elektrische deken: zo blijf je niet alleen heerlijk warm, maar bespaar je ook op stookkosten. Hoe je een elektrische deken kiest die bij je past, lees je hier.

⏱ In het kort:

Elektrische dekens zijn tegenwoordig mateloos populair, en met het ruime aanbod kan het lastig zijn om de juiste keuze te maken. Daarnaast heb je misschien speciale wensen voor je elektrische deken, afhankelijk van wáár je hem gebruikt, met wie je hem eventueel gebruikt en hoeveel warmte je nodig hebt. In dit artikel helpen we je aan de beste elektrische deken voor jou, rekening houdend met:

  • • De soort deken (onderdeken of bovendeken)
  • • Het formaat dat bij je bed of lichaam past
  • • Het aantal warmtestanden
  • • De veiligheid van de deken
  • • Hoe makkelijk je de deken wast

Lees ook: 10 tips om warm te blijven zonder te stoken

Soort deken

Er zijn twee soorten elektrische dekens: onderdekens en bovendekens. Een onderdeken verwarmt je bed, een bovendeken is ideaal voor op de bank. Lig je dus elke avond te klappertanden in bed, dan is een onderdeken voor jou waarschijnlijk de beste keuze. Vind je het lekker om 's avonds onder een (warm!) kleedje op de bank te kruipen én wil je misschien je stookkosten wat omlaag brengen, dan kies je voor een bovendeken.

Een onderdeken plaats je tussen je matras (of topper) en hoeslaken, zodat de deken het bed van onderaf verwarmt. Je kunt een onderdeken aanzetten op het moment dat je in bed stapt, maar vaker worden onderdekens met behulp van een timer ingeschakeld vóór het liggen, zodat het bed al heerlijk warm is. Vaak regelt een timer ook dat de deken zichzelf na een uur (of twee) vanzelf uitschakelt, zodat er tijdens het slapen geen veiligheidsrisico's ontstaan.

©Leonid Iastremskyi

In tegenstelling tot een elektrische onderdeken leg je een elektrische bovendeken (zoals de naam al zegt) bovenop je, bijvoorbeeld als je op de bank of je favoriete stoel zit. Je herkent deze dekens aan hun extra zachte materiaal, zoals fleece of microvezel. Een bovendeken zet je pas aan op het moment dat je eronder gaat zitten of liggen. Net als onderdekens schakelen de meeste bovendekens zichzelf na verloop van tijd vanzelf uit. Je kunt een bovendeken natuurlijk ook mee naar bed nemen voor wat extra warmte, dus eigenlijk zijn deze dekens multifunctioneel!

Formaat

Zowel onder- als bovendekens zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen. Bedenk dus van tevoren goed hoe groot je je elektrische deken wenst. Onderdekens komen qua breedte overeen met de standaardafmetingen van matrassen: een eenpersoons-onderdeken is meestal 80 centimeter breed, een tweepersoons-onderdeken 140 centimeter. In de lengte zijn ze doorgaans iets korter dan een matras, omdat ze alleen het lichaam hoeven te verwarmen. Handig: veel tweepersoons-onderdekens beschikken over twee schakelaars waarmee je de temperaturen van beide helften apart van elkaar kunt instellen. Scheelt weer geruzie met je partner.

Bovendekens zijn er in compacte, middelgrote en extra grote varianten. Compacte bovendekens hebben een afmeting van (rond de) 100 x 70 centimeter en zijn bedoeld om alleen je schoot of bovenlichaam mee te verwarmen. Middelgrote dekens gaan richting de 150 x 70 centimeter en zijn perfect om je hele lichaam in tewikkelen. Kruip je het liefst samen met je partner onder een kleed? Ga dan voor een extra grote variant van bijvoorbeeld 180 x 130 centimeter.

Warmtestanden

Aan een elektrische deken wil je geen honderden euro's uitgeven, en dat hoeft natuurlijk ook niet. Maar gris ook niet de eerste de beste deken uit de schappen. Sommige elektrische dekens (en dan met name de goedkopere) beschikken namelijk maar over één warmtestand, en de kans is groot dat jij die stand nét te warm of juist te koud vindt. Ook als je de deken op verschillende plekken in huis gaat gebruiken – misschien is je slaapkamer een stuk frisser dan je woonkamer – is het fijn als je de temperatuur van je elektrische deken naar wens kunt instellen. De meeste standaardmodellen hebben vier tot zes warmtestanden, maar er zijn ook dekens met meer dan zeven warmtestanden. Sommige elektrische onderdekens beschikken zelfs over verschillende warmtezones voor schouders, rug en voeten – extra fijn als je snel koude voeten hebt!

Veiligheid

Comfortabel onder (of op) een elektrische deken liggen gaat alleen als je weet dat de deken honderd procent veilig is. Kies voor je eigen gemoedsrust dus voor een deken van een betrouwbaar merk; daarmee weet je zeker dat je een veilig product in huis haalt. Let er ook op dat de deken een automatische uitschakelfunctie én een oververhittingsbeveiliging heeft, zodat-ie nooit te heet wordt. Vermijd het kopen van een tweedehandsdeken, omdat een versleten of beschadigd deken vatbaarder is voor brand en kortsluiting.

©Mariana Rusanovschi

Wasbaarheid

Ook het gemak waarmee een elektrische deken gewassen kan worden, is voor veel mensen belangrijk. Vooral als je kleine kinderen hebt die maar al te graag onder de warme deken kruipen, is de kans op morsen of andere ongelukjes groot. En als je een onderdeken op je bed hebt liggen, wil je die natuurlijk ook regelmatig kunnen opfrissen. Gelukkig kunnen de meeste elektrische dekens na het verwijderen van de elektrische bediening gewoon op 30 graden in de wasmachine worden gewassen. Check wel altijd goed de instructies, want dit geldt niet voor iedere elektrische deken. Elektrische dekens kunnen meestal niet in de droger.

Hoe zuinig is een elektrische deken?

Kun je nauwelijks meer onder je elektrische deken vandaan komen en begin je je zorgen te maken over je energierekening? Nergens voor nodig: een elektrische deken kost namelijk niet meer dan een paar cent per avond. Ja, je leest het goed! Gemiddeld verbruikt een elektrische deken zo'n 50 watt per uur (0,05 kWh), wat met een stroomprijs van € 0,40 neerkomt op twee cent. Lig je dus drie uur onder je heerlijke warme deken, dan ben zo'n zes cent kwijt. Ter vergelijking: een paar uur de verwarming aan kost je al snel twee euro. Als je daadwerkelijk wilt besparen met je elektrische deken is het natuurlijk wel slim om de verwarming lager of helemaal uit te zetten, anders schiet je er alsnog weinig mee op.

P.S. Elektrische kussens zijn er ook!

Op zoek naar een warmtekussen?

▼ Volgende artikel
Breng herinneringen tot leven in een paar klikken
© Michael Rosskothen - stock.adobe.com
Huis

Breng herinneringen tot leven in een paar klikken

Wat doe jij met de foto's die je op vakantie of van een speciale gebeurtenis hebt gemaakt? Je kunt ze wegschrijven naar een map om er vervolgens niet meer naar om te kijken, maar die plaatjes verdienen zoveel meer. Maak een fotopresentatie, compleet met muziek, titels en effecten. En daarna? Delen maar!

In dit artikel laten we zien hoe je een fotopresentatie maakt:

  • Selecteer je mooiste foto’s en importeer ze in Clipchamp
  • Voeg overgangen, titels, filters, en achtergrondmuziek toe
  • Maak gebruik van AI om een unieke presentatie te maken
  • Exporteer je creatie en deel hem via sociale media

Lees ook: Raak ze niet kwijt! Met deze methoden kun je je dierbare foto's bewaren

Een fotopresentatie stelt je in staat om een selectie van je beste foto’s te maken en deze op een aantrekkelijke manier te rangschikken. Niet alleen leuk voor jezelf, maar ook om te delen met familie en vrienden. Voor ons doel maken we gebruik van Clipchamp. Dit programma – waarvan een gratis variant beschikbaar is – biedt je niet alleen de mogelijkheid om dynamische fotopresentaties te maken, maar ook om volwaardige video’s te monteren. Prettig is dat je de software in Windows 10 en Windows 11 kunt installeren, maar ook via de browser kunt gebruiken. Wij gaan aan de slag met de desktop-app van Clipchamp.

Met Clipchamp maak je eenvoudig verzorgde presentaties van je foto’s.

Foto’s selecteren

Geef het project eerst een naam: in het projectvenster van Clipchamp vind je linksboven het naamvak. Welke foto’s neem je op in de presentatie? Maak een selectie van het materiaal. In de sectie Jouw media kies je voor Media importeren. Standaard zoekt Clipchamp op de lokale schijf, maar in plaats hiervan kun je ook online mappen gebruiken.

Klik hiervoor op de pijl naast de knop Media importeren en kies de locatie. Zo kun je onder meer OneDrive, Google Drive en Dropbox selecteren. Kies voor Door bestanden bladeren als je wilt zoeken op de lokale schijf. Naast foto’s kun je ook andere media importeren, zoals video’s en muziek. Dit biedt je de mogelijkheid om in de presentatie foto’s met video’s af te wisselen.

Kies welke foto’s je gaat gebruiken.

Meer foto's dan opslagruimte?

Een externe harde schijf of NAS lost je probleem op

Tijdlijn bouwen

Op basis van de fotoselectie bepaal je de opbouw van je presentatie. Rechts in het venster vind je een tijdlijn. Hierop plaats je de verschillende elementen. Uiteraard zijn dat je foto’s, maar de tijdlijn kan ook andere onderdelen bevatten. Goede voorbeelden zijn overgangseffecten, titels en muziek. Daarmee gaan we verderop aan de slag.

De eerste keer dat je een foto plaatst, bepaalt Clipchamp op basis van de afmetingen welke formaat de presentatie moet krijgen. Daarmee hoef je geen genoegen te nemen. Rechtsboven vind je een knop met de huidige afmeting, bijvoorbeeld 2:3. Klik hierop en kies de gewenste afmeting, bijvoorbeeld 1:1 of 21:9. Voor welk formaat je moet kiezen, hangt vooral af van de foto’s die je gaat gebruiken: zijn die veelal staand of liggend?

Bepaal de gewenste afmetingen van je canvas.

Internetverbinding

Clipchamp maakt intensief gebruik van je internetverbinding, bijvoorbeeld voor het online opslaan van je media. Zorg ervoor dat je tijdens het gebruik van Clipchamp online bent. Heb je Clipchamp al enige tijd geopend, maar niet gebruikt? De app geeft aan wanneer het tijd is om deze opnieuw op te starten om de dienst te kunnen synchroniseren.

Foto’s optimaliseren

Het is handig om snelle optimalisaties voor je foto direct door te voeren zodra je deze op de tijdlijn hebt gezet. Selecteer de foto op de tijdlijn. Aan de bovenkant van de foto vind je een compacte werkbalk met snelle acties. Zo kun je de foto bijsnijden als je bepaalde elementen wilt weglaten. En afhankelijk van de fotogrootte kun je foto ook hier ook passend maken voor het frame of juist beeldvullend maken.

Klik op Meer (herkenbaar aan de drie puntjes) voor andere snelle acties. Hier kun je bijvoorbeeld de afbeelding negentig graden draaien of spiegelen. Met de optie Afbeelding in afbeelding combineer je meerdere foto’s combineren in één weergave. Kies Meer opties om een fade-in en fade-out te geven aan de foto.

De volgorde van de foto’s kun je op elk moment aanpassen: je versleept hiervoor een afbeelding naar een andere positie op de tijdlijn. Ook bepaal je hoelang een foto moet verschijnen. Op de tijdlijn pak je een foto aan een van de zijkanten vast en maak je deze korter of trek je deze juist uit. Klik met de rechtermuisknop op een afbeelding op de tijdlijn om aanvullende opties te bekijken. Hier kun je de foto dupliceren, als je deze bijvoorbeeld op een ander moment in de presentatie nogmaals wilt gebruiken. Maak je ook gebruik van videofragmenten, dan kun je via de optie Splitsen het fragment in meerdere segmenten opdelen.

Filters

Clipchamp heeft een flink aantal filters in huis. Je opent ze via Filters (rechts in het venster). Met filters geef je je foto’s een andere uitstraling. Zo zijn er filters die de foto warmer of juist koeler maken. Ook zijn er filters waarmee je de kleuren dempt en waarmee je een zwart-witversie van het materiaal maakt.

Clipchamp is er ook in een betaalde variant. Die biedt meer filters: je herkent ze aan het pictogram van een diamant. Klik op het filter dat je wilt toepassen. Met de schuif Intensiteit bepaal je hoe sterk het effect op de foto wordt toegepast.

Voor meer controle kies je voor Kleuren aanpassen. Met behulp van een aantal schuifregelaars bepaal je de belichting, het contrast, de kleurverzadiging en kleurtemperatuur en transparantie van je foto’s.

Aan filters geen gebrek in Clipchamp.

Mengmodus

Relatief nieuw in Clipchamp is de mengmodus. Je vindt deze in het deelvenster Kleuren aanpassen. Met de mengmodus kun je twee foto’s in je presentatie in elkaar laten overvloeien. Plaats twee foto’s bovenop elkaar in de tijdlijn en selecteer de eerste foto. Kies hierna bij Mengmodus welk effect je wilt toevoegen, bijvoorbeeld Lichter maken.

Overgangen

Tijd om aandacht te besteden aan de overgangen tussen de foto’s. Op dit moment volgen de foto’s elkaar immers wel heel snel op. Kies het onderdeel Overgangen, links in het venster. Bij Clipchamp zijn de overgangen in verschillende groepen ondergebracht. Zo vind je onder Wipes de overgangen met een schuivende beweging. Onder Zooms en spins vind je de snellere overgangen, bijvoorbeeld met een draaiende beweging.

Voor een fotopresentatie werken de overgangen onder Vervagen vaak goed dankzij hun subtiele karakter. Je voegt een overgang toe door deze tussen twee foto’s op de tijdlijn te verslepen. Speel het segment hierna af en controleer of je tevreden bent over het resultaat.

De subtiele overgangen onder Vervagen werken vaak goed.

Muziek

Verrijk je fotopresentatie met achtergrondmuziek. Dit kan je eigen muziek zijn, die je eerder hebt toegevoegd in de sectie Jouw media. Daarnaast kun je kiezen uit muziek die met Clipchamp wordt geleverd. Op de tijdlijn klik je op Audio toevoegen. Een nieuw deelvenster opent. Onder Alle inhoud klik je op Muziek om muziek uit de bibliotheek toe te voegen. Interessante subsecties voor fotopresentaties zijn Intro & outro music, Chill, Calm en Lo-fi.

Wil je je presentatie iets dynamischer maken, dan keer je terug naar het deelvenster met alle inhoud en kies je voor Geluidseffecten. In de subsectie Transition music and sounds vind je interessante effecten die je bij de individuele foto-overgangen kunt inzetten. Ook Holiday sound effects werken goed voor je fotopresentatie. Net als bij de filters geldt: items met het pictogram van een diamant zijn alleen beschikbaar in de betaalde variant van Clipchamp.

Het oor wil ook wat

Je kunt je fotopresentatie nog wat interessanter maken als je ook een passend muziekje toevoegt. Je kunt hiervoor uiteraard gebruikmaken van eigengemaakte muziek. Ben je wat minder muzikaal aangelegd, dan zet je slim rechtenvrije muziek in. Online vind je verschillende aanbieders.

Goede voorbeelden zijn www.artlist.io en www.music-bay.net. Houd er rekening mee dat je voor sommige muziek alsnog een kleine bijdrage betaalt, bijvoorbeeld als de muziek een bepaalde lengte overschrijdt. Vaak kun je dan per track betalen, zodat je geen abonnement hoeft af te sluiten.

Bijschriften

Het kan handig zijn om bij je foto’s bijschriften te zetten, bijvoorbeeld waarin je de locatie noemt. Op de tijdlijn kies je voor Tekst toevoegen. Wil je de presentatie eenvoudig houden, dan kies je voor Tekst zonder opmaak. In de praktijk werken voor ons doel de teksttypen onder Caption goed. Hiermee geef je subtiel extra informatie over een foto, bijvoorbeeld de naam van een museum of restaurant.

Ook interessant is het toevoegen van beoordelingen, bijvoorbeeld bij foto’s van een hotel of musea. Hierbij combineer je tekst met een aantal grafische sterren, waarmee je je waardering aangeeft. Je vindt dit teksttype in de sectie Special. Tot slot neem je een kijkje in de sectie Intro/Outro, waarmee je een begin en einde van de presentatie toevoegt. Afhankelijk van het gekozen effect, verschijnt rechts een eigenschappenvenster waarin je de details kunt aanpassen.

Leuk: je vakantielocaties waarderen via het sterrensysteem.

Extra hulp

Heb je behoefte aan nog wat meer spektakel, maar ontbreekt het je aan inspiratie? Met Clipchamp kun je de hulp van AI inzetten bij het maken van je video’s. Open de thuispagina (Home) van Clipchamp. Bovenin vind je de optie Een video met AI maken. Met behulp van een wizard geef je antwoord op een aantal vragen, waarna de video wordt gemaakt.

Geef in het eerste venster een titel op voor de video. Sleep je foto’s vervolgens naar het vak eronder of klik erop en wijs de individuele foto’s aan. Klik hierna op Aan de slag. Clipchamp bekijkt de inhoud en stelt een bijbehorende stijl voor. Links in het venster zie je de voorstellen: geef met een duim omhoog of een duim omlaag aan of je de stijl vindt passen. Op basis van je antwoorden maakt Clipchamp de opzet. In de vensters erna geef je de gewenste lengte op. Ook laat je weten in welk formaat je de fotopresentatie wilt bewaren.

Zet de hulp van AI in voor het maken van je fotopresentaties.

Commentaarstem

Om je presentatie nog meer uitstraling te geven, kun je deze voorzien van een commentaarstem (voice-over). Je gebruikt deze om de verhalen achter de foto’s toe te lichten en je presentatie te verrijken met bijvoorbeeld anekdotes. Via Clipchamp neem je eenvoudig je eigen stem op, die je vervolgens onder het beeldmateriaal legt.

Open de tab Opnemen en maken en klik op Audio. In plaats van een eigen opname, kun je ook gebruikmaken van de functie Tekst-naar-spraak. Deze vind je ook in de sectie Opnemen en maken. De functie spreekt de getypte tekst voor je uit in een zelfgekozen stem.

Kies rechts in het venster de gewenste taal en stem. Op het moment van schrijven kun je bijvoorbeeld uit drie Nederlandse stemmen kiezen. Klik op Hoor deze stem voor een voorbeeld. Typ de tekst voor de stem in het vak eronder en klik op Preview. Tevreden met het resultaat? Bevestig met een klik op Opslaan. Uiterst rechts vind je ook de relatief verborgen optie Bijschriften. Hiermee worden voor je presentatie automatisch de ondertitels gemaakt: klik hiervoor op Media transcriberen en selecteer de taal. Clipchamp genereert automatisch ondertitels, die je zelf alleen nog maar hoeft te controleren.

Gebruik een kant-en-klare stem voor je video’s.

Exporteren maar

Met Clipchamp kun je eindeloos experimenteren op het gebied van overgangen, effecten en bijschriften. Ben je tevreden met het eindresultaat, dan is de fotopresentatie klaar om te delen met de buitenwereld. Rechtsboven in het venster vind je de knop Exporteren.

Standaard worden video’s geëxporteerd als mp4-bestand. Dit is een modern en populair bestandsformaat, dat bovendien door de meeste spelers wordt ondersteund. Je hoeft zelf alleen te bepalen in welke kwaliteit je de video exporteert: hoe hoger de kwaliteit, hoe groter het bestand. In de praktijk kun je 480p beter overslaan: die kwaliteit doet geen recht aan de foto’s. Kies voor 720p voor weergave op telefoons en 1080p voor weergave op computerschermen.

Exporteer je resultaat en deel het met de buitenwereld.

Als gif

Heb je een korte presentatie en wil je deze op een leuke manier – bijvoorbeeld via WhatsApp –delen? Exporteer dan de fotopresentatie als gif. Kies voor Exporteren / GIF. De animatie is bedoeld voor video’s van maximaal vijftien seconden.