ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden

De OnePlus 15 is een premium smartphone met een megabatterij en dat merk je. Je kunt dit toestel bijna twee volle dagen gebruiken voordat je hem moet opladen, ook bij intensiever gebruik. Een mooi pluspunt, maar wat heeft de telefoon nog meer te bieden? Je leest het in deze OnePlus 15-review.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

Plus- en minpunten
  • Fantastische accuduur
  • Bloedsnel
  • Goedkoper dan veel andere vlaggenschepen
  • Minder goede camera's
  • Korter updatebeleid
  • Snelladen alleen met OnePlus-gadgets

Het klopt dat er na de OnePlus 13 geen 14 is verschenen. Volgens OnePlus is de 15 niet één, maar twee generaties beter en heet hij daarom de 15. Dat is mooie marketingpraat, want het getal 14 is in thuisland China een ongeluksgetal en wordt daarom vermeden in hotels, adressen en dus ook smartphoneseries. De 15 is dus gewoon de opvolger van de 13, maar voert wel degelijk boeiende vernieuwingen door.

©Rens Blom

Enorme accu...

De reusachtige batterij springt het meest in het oog. De OnePlus 13 had al een bovengemiddeld grote accucapaciteit van 6000 mAh, maar in de 15 zit een 7300mAh-accu. De topsmartphone heeft daarmee ook een veel grotere accu dan de Apple iPhone 17 Pro Max (4823 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh), Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh) en vrijwel alle andere vlaggenschepen. Enkel Oppo's nieuwe Find X9 Pro – die een adviesprijs heeft van 1299 euro – gaat met zijn 7500mAh-accu de OnePlus 15 voorbij.

Leidt die enorme accu in de OnePlus 15 ook tot een geweldige accuduur? Ja, gelukkig wel. Wij kunnen de smartphone zonder zorgen een hele lange dag intensief gebruiken en dan is hij zeker nog niet leeg als we naar bed gaan. Bij regulier gebruik kun je deze telefoon prima twee dagen gebruiken voordat je laat op de tweede avond een oplader nodig hebt.

... laadt ook snel op

Opladen kan via usb-c of draadloos. Beide methoden komen met een addertje onder het gras. Bedraad opladen kan namelijk met een duizelingwekkende 120 watt, maar alleen als je zelf de juiste OnePlus-adapter koopt. Via een andere goede usb-c-adapter is het laden beperkt tot 36 watt. Niet langzaam, maar ook niet indrukwekkend snel. Voor draadloos geldt hetzelfde. Met een draadloze OnePlus-lader kun je met 50 watt laden, met een andere moderne oplader langzamer. Let erop dat de smartphone geen magnetisch draadloos opladen ondersteunt, tenzij je een geschikt hoesje (met ingebouwde magneetring) koopt. Met zo'n hoesje, bijvoorbeeld van OnePlus zelf, kun je de OnePlus 15 wél aan een MagSafe-oplader hangen. Dat werkt prima, kunnen we uit ervaring zeggen.

©Rens Blom

Bloedsnelle hardware

In een nieuwe premium smartphone verwacht je de beste, nieuwste hardware. OnePlus maakt die belofte waar. De OnePlus 15 draait als een van de eerste telefoons op de Qualcomm Snapdragon 8 Elite Gen 5-processor en die is bloedsnel. Zeker in combinatie met 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in ons testtoestel. Dit is overigens de duurdere configuratie (1099 euro). In de basisversie (949 euro) zit 12 GB en 256 GB – ook ruim voldoende.

©Rens Blom

Het ontwerp van de smartphone laat eveneens een fijne indruk achter. De OnePlus 15 houdt comfortabel vast, heeft een geweldige vingerafdrukscanner in het display en beschikt over een prachtig oledscherm. Het scherm is met 6,78 inch aan de grote kant, waardoor je het toestel moeilijk met één hand kunt gebruiken. Op de linkerzijkant zit een speciale knop om AI-functies te starten. Als je dat niets vindt, zit de knop niet in de weg.

©Rens Blom

Goede camera's

De OnePlus 15 heeft een hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera, allemaal met 50megapixel-sensoren. De camera's zijn goed en veelzijdig, maar jammer genoeg niet echt beter dan die van de OnePlus 13. Het nieuwe vlaggenschip moet ook concurrenten als de iPhone 17 Pro en Google Pixel 10 Pro voor zich dulden, met name als het gaat om ver inzoomen en de groothoeklens. Storend? Naar onze mening niet, tenzij je de beste camerasmartphone van dit moment zoekt. Dan is de OnePlus 15 niet de topper voor jou.

Hieronder zetten we een paar fotoseries gemaakt met de OnePlus 15 op een rijtje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Updatebeleid kan nog steeds beter

OnePlus heeft zijn updatebeleid voor dure smartphones in de afgelopen jaren verbeterd, maar kan met de OnePlus 15 nog steeds niet tippen aan sommige concurrenten. Het toestel krijgt vier jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Samsung, Apple en Google geven hun dure telefoons zeven jaar complete updates. Bijzonder is dat de Oppo Find X9 Pro vijf om zes jaar updates krijgt, terwijl Oppo en OnePlus zusterbedrijven zijn en dezelfde ColorOS-softwareschil gebruiken. Alhoewel, OnePlus noemt zijn schil OxygenOS. In de praktijk verschilt de software echter nauwelijks met de ColorOS-schil van de Oppo Find X9 Pro, die we na de OnePlus 15 getest hebben.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus 15 kopen?

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

▼ Volgende artikel
MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?
© ID.nl
Huis

MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?

Nu de ondersteuning voor Windows 10 echt gestopt is, zul je binnenkort toch echt moeten overstappen. Maar wat nu als je hardware ontoereikend is voor Windows 11 of als je helemaal geen zin hebt in dat systeem? Met Linux kun je alle kanten uit, dus bespreken we de interessantste varianten.

Dit gaan we doen

We bekijken welke Linux-versies geschikt zijn nu Windows 10 niet langer wordt ondersteund. Je leest welke distributies soepel draaien op oudere computers, hoe je ze installeert en uitprobeert, en welke verschillen er zijn in uiterlijk, functies en systeemeisen. Ook laten we zien hoe je via Flathub extra software toevoegt en je Linux-omgeving naar wens inricht.

Lees ook: Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?

Een groot voordeel van Linux zijn de acceptabele systeemeisen, waardoor je in de praktijk ook nog volop plezier kunt halen uit oudere computers. Met het recente afscheid van Windows 10 bedenk je nu mogelijk wat je met de computer of laptop kunt doen en hoe je niet afhankelijk bent van een eventuele overstap naar Windows 11.

MX Linux

We beginnen met MX Linux. Dit is een goed voorbeeld van een Linux-distributie die niet al te hoge eisen aan de hardware stelt: minimaal een dualcore-processor van minstens 2 GHz en zo'n 15 GB vrije schijfruimte. Een intern geheugen van 1 GB is al voldoende om MX Linux te draaien. Behalve een 64bit-versie is er ook een 32bit-uitvoering beschikbaar, prettig voor oudere computers. Dat wordt gewaardeerd: MX Linux is een van de populairste Linux-distributies op dit moment.

MX Linux stelt niet al te hoge eisen aan de computer.

Omgevingen

Verwacht niet te veel toeters en bellen op het gebied van gebruikersinterface. Dat heb je ook niet nodig voor alledaagse taken. Voor MX Linux zijn verschillende omgevingen beschikbaar. Ga je voor ultieme prestaties en functioneel gebruik, dan is Xfce een goede kandidaat. De omgeving heeft een eenvoudige opzet, maar stelt ook geen hoge eisen aan het systeem.

In de sectie MX Tools vind je een verzameling van handige programma's om de computer te onderhouden. Je kunt hier nieuwe gebruikers aanmaken en de opstartvolgorde van het systeem aanpassen, als je gebruikmaakt van meerdere besturingssystemen. Ook zijn er programma's waarmee je de computer kunt herstellen in geval van problemen. Via de sectie Setup installeer je aanvullende drivers en bijvoorbeeld codecs voor audio en video. 

Rijkere omgeving

Geef je de voorkeur aan een rijkere omgeving, dan kun je de KDE-omgeving gebruiken. Deze vertoont grote gelijkenis met een gemiddeld Windows-bureaubladomgeving en is relatief gebruiksvriendelijk. Ook is er veel ruimte voor het aanpassen van de omgeving aan je eigen smaak, bijvoorbeeld met aangepaste achtergronden en een pictogramset. Je kunt die zelf samenstellen of gebruikmaken van kant-en-klare thema's, wederom vergelijkbaar met Windows.

De derde omgeving – Fluxbox – combineert het beste van beide werelden: de snelheid van het eerder genoemde Xfce en de gebruiksvriendelijkheid van de KDE-omgeving. Dit maakt de omgeving geschikt voor iets oudere hardware, maar ook prima bruikbaar voor meer moderne hardware.

Stel de omgeving naar je eigen smaak in.

Standaardapps

MX Linux is standaard voorzien van een aantal apps waarmee je direct aan de slag kunt. Zo vinden we Firefox als browser en heeft MX Linux de Thunderbird-client voor e-mail. Ook is er een recente editie van het kantoorpakket LibreOffice vooraf geïnstalleerd. Voor het afspelen van audio en video hebben de makers het bekende VLC meegeleverd. Ook vind je Strawberry, een relatief uitgebreide muziekspeler, terug in de omgeving. Je kunt zelf aanvullende apps installeren via de MX Package Installer. De apps zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals Email, Games en Browser. Via het zoekvak bovenin kun je specifieke apps vinden.

Elementary OS

Visueel aantrekkelijk

Waar sommige Linux-distributies niet uitblinken in gebruiksvriendelijkheid of uiterlijk, onderscheidt Elementary OS zich van de rest. In onze ogen is dit een van de meest visueel aantrekkelijke Linux-versies op dit moment. Een deel van de omgeving doet sterk denken aan het uiterlijk van Apple-omgevingen. Zelf noemen de makers het de Pantheon-omgeving. Voor Elementary OS heb je een Intel Core i3 of vergelijkbare processor nodig, 4 GB intern geheugen en 32 GB vrije schijfruimte. Je kunt Elementary OS ook proberen zonder het eerst te installeren (zie ook het kader 'Probleemloos proberen' verderop in dit artikel).

Een Linux-installatie proberen zonder te installeren.

Extra veilige óf klassieke modus

Veel aandacht is besteed aan veiligheid en privacy. Dat merk je bijvoorbeeld met de Secure Session. Deze modus kun je activeren tijdens het aanmelden. Bij de Secure Session heeft elke app expliciet toestemming nodig om een taak uit te voeren, bijvoorbeeld toegang krijgen tot de fotomap of de camera. Dit is vergelijkbaar met de machtigingen die je op een mobiele telefoon per app kunt toekennen. Heb je hieraan geen behoefte en wil je de apps direct toegang geven tot 'alle' acties, dan kun je in Elementary OS ook nog kiezen voor de klassieke modus.

Elementary OS is gebruiksvriendelijk én ziet er overzichtelijk uit.

AppCenter

Standaard is in Elementary OS een volwassen set apps ingebouwd. Zo vind je onder meer apps voor het afspelen van audio en video, maar ook voor het werken met Office-documenten. Aanvullende apps installeer je via het onderdeel AppCenter. Handig is dat dit onderdeel ook toegang biedt tot de apps die je via Flathub kunt krijgen (over Flathub lees je elders in dit artikel).

Je kunt kiezen welke repository (bron) je wilt gebruiken: die van Elementary OS of Flathub. Ook in het AppCenter is de focus op veiligheid goed merkbaar: je leest welke rechten de app wil gebruiken (bijvoorbeeld het aanpassen van systeeminstellingen). Ook lees je op voorhand over eventuele compatibiliteitsproblemen of onderdelen die niet werken. Verder valt Elementary OS in positieve zin op qua toegankelijkheidsfuncties. Zo hebben de makers veel aandacht besteed aan navigatie met het toetsenbord (in plaats van afhankelijkheid van de muis) en screenreader-functionaliteit, waarbij de elementen op het scherm worden voorgelezen door een stem en je niet afhankelijk bent van het beeldscherm.

Meerdere omgevingen

Mogelijk gebruikte je in Windows verschillende bureaubladen, bijvoorbeeld om privé en werk gescheiden te houden. Die functionaliteit vinden we ook terug in de standaardomgeving van Elementary OS: voor elk type taak kun je een afgescheiden werkruimte met eigen bureaublad en pictogrammen maken. Ook biedt het een Niet storen-modus, die ervoor zorgt dat afleidende berichten tijdelijk worden gedempt. De omgeving beschikt ook over een beeld-in-beeldmodus, waarbij je bijvoorbeeld een video kunt afspelen terwijl je in Office een document aanpast.

Voor het gebruik van Elementary OS betaal je volgens de makers 'wat je ervoor kunt missen'. Op de website kun je een standaardbedrag (zoals 20 of 30 euro) of een aangepast bedrag opgeven.

Installeren maar!

Wil je aan de slag met een Linux-distributie, dan kun je deze relatief eenvoudig installeren. Je hebt hiervoor een usb-stick nodig. Gebruik een stick van minstens 4 GB. Download het installatiebestand van de website van de makers. Vaak gaat het hier om een iso-bestand. Vervolgens maak je van de usb-stick een opstartbaar medium. Een goed programma dat je hiervoor kunt gebruiken is Etcher. Klik eerst op Select Image en wijs het installatiebestand aan. Klik hierna op Select Drive en wijs de usb-stick aan. Klik op Flash om de stick te maken.

Usb-stick nodig

Voor je Linux-installatie?

Linux Mint

Interessante keuze

In de lijst met aantrekkelijke Linux-kandidaten mag Linux Mint niet ontbreken. Niet voor niets kun je bij ons regelmatig lezen over deze Linux-distributie. Zoek je bijvoorbeeld een opvolger voor Windows 10 en kun je door hardwarebeperkingen niet overstappen naar Windows 11, dan is Linux Mint een interessante keuze.

Het besturingssysteem stelt geen onredelijke eisen aan de computer: je hebt minimaal 2 GB werkgeheugen nodig (al is 4 GB aanbevolen) en kunt al aan de slag met 20 GB vrije schijfruimte (100 GB is aanbevolen). Prettig van Linux Mint is de lange ondersteuningsperiode. De meest recente versie van Linux Mint ('Xia') wordt tot 2029 ondersteund.

Net als bij het elders besproken MX Linux, kun je bij Linux Mint kiezen tussen verschillende omgevingen. Voor de beste ervaring kies je voor Cinnamon. Deze omgeving is het meest modern en kent een grote gelijkenis met Windows 10: handig voor de Windows-overstappers. Daarnaast kun je kiezen voor de Mate- en Xfce-omgeving. De omgeving Mate is beperkter en kent minder functies dan Cinnamon, vergt minder van de computer en is hierdoor geschikt voor oudere computers. Tot slot legt Xfce verreweg het minst beslag op de computer, maar biedt minder functies dan Mate en Cinnamon.

Linux Mint is een veelgebruikte vervanger voor Windows.

Naast Windows

Tijdens de installatie kun je ervoor kiezen om Linux Mint naast Windows te installeren (via de optie Installeer Linux Mint naast Windows Boot Manager) of juist een volledige overstap te maken (Wis schijf en installeer Linux Mint). Eenmaal geïnstalleerd, valt de gebruikersomgeving direct op: overzichtelijk en in veel opzichten vergelijkbaar met Windows. Ook valt het relatief grote aantal standaardapps op. Deze zijn toegankelijk via het Menu en ondergebracht in verschillende categorieën, bijvoorbeeld Kantoor voor Office-programma's en Geluid & Video voor audio- en videospelers.

Een belangrijk pluspunt van Linux Mint is de mogelijkheid om de gebruikersomgeving tot in detail naar je hand te zetten. Dat doe je via Menu, Voorkeuren. Bepaal hier onder meer het bureaublad, de pictogrammen en kies een thema, waarmee je het uiterlijk van Linux Mint in één keer aanpast, vergelijkbaar met Windows.

Je vindt veel aanpassingsmogelijkheden in Linux Mint.

Linux-software

Stap je van Windows over op Linux en ben je benieuwd welke Linux-programma's een goed alternatief zijn voor eerdere Windows-programma's? Hier vind je een overzicht van Linux-programma's die je Windows-software vervangen.

Zorin OS

Gebruiksvriendelijke optie

Zorin OS is ook een interessant alternatief voor Windows. De Linux-distributie biedt je een gebruiksvriendelijke omgeving en heeft wat betreft opzet veel weg van Windows 11. Er bestaan meerdere uitvoeringen van Zorin OS. Zorin OS Core mag je gratis gebruiken. Dit is een prima startpunt om te controleren of deze Linux-distributie je bevalt. Ben je tevreden, dan kom je echter al gauw uit bij het betaalde Zorin Pro. Je betaalt hiervoor een kleine 50 euro, maar krijgt met Pro toegang tot de eerdergenoemde Windows 11-achtige omgeving.

Als je op de website even doorklikt, kom je uit bij Zorin OS Lite. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het hier om een lichtgewicht uitvoering van het besturingssysteem, dat je kunt gebruiken op oudere hardware. Houd er wel rekening mee dat de Lite-versie verder niet meer wordt ontwikkeld. Voor de nieuwste versie van Zorin OS Core heb je een processor op 1 GHz, 1,5 GB intern geheugen en 15 GB schijfruimte nodig. Voldoet de computer aan deze minimale eisen, dan kies je voor het toekomstbestendige Core of de betaalde Pro-versie.

Zorin OS is beschikbaar in verschillende uitvoeringen.

Android-integratie

In Zorin OS vind je Zorin Connect. Met deze optie kun je je Android-telefoon nauw integreren met de computer. Er wordt hierbij een beveiligde verbinding opgezet tussen de computer en de telefoon. Vervolgens kun je bestanden uitwisselen en worden meldingen van de telefoon ook in Zorin OS getoond. Bovendien kun je de computer deels bedienen met de telefoon. Bijvoorbeeld bij het afspelen van muziek en video's.

Probleemloos proberen

Prettig aan een besturingssysteem zoals Linux Mint is de mogelijkheid om het in een live sessie te gebruiken. Je start hiermee het besturingssysteem op en kunt ermee werken, maar hoeft het niet permanent te installeren. Zo'n live sessie geeft je de mogelijkheid om de functies te verkennen en te bepalen of Linux in de smaak valt. Op het bureaublad van Linux Mint vind je de snelkoppeling Install Linux Mint. Gebruik deze om het besturingssysteem daadwerkelijk te installeren.

Appstore Flathub: meer software

Uiteraard wil je je computer voorzien van de nodige software. Een goed startpunt hiervoor is Flathub, een appstore voor Linux. Hoe je ermee aan de slag gaat, verschilt per distributie. In sommige distributies is de ondersteuning standaard ingebouwd, zoals in Linux Mint. In andere distributies moet je Flathub zelf instellen.

Ga naar https://flathub.org/setup en kies hier je Linux-versie. In het vak bovenin geef je de naam van de distributie op en klik je op het zoekresultaat voor verdere instructies. Ga hierna op zoek naar apps die je wilt installeren.

Prettig aan Flathub is dat je ziet wanneer een app door het platform is geverifieerd en je zeker weet uit welke bron de code afkomstig is. Elke pagina bevat aanvullende links zoals verwijzingen naar taalbestanden en veelgestelde vragen. Op de tab Statistics lees je hoe vaak de software is gedownload via Flathub.

Flathub is een rijke bron voor Linux-software.

P.S. Ook op een nieuwe laptop kun je natuurlijk Linux installeren. Op zoek naar een goedkope laptop? Op Kieskeurig.nl zie je de sterkste prijsdalers van het moment.