ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
eXodus - dit zijn alternatieven voor X
© gguy - stock.adobe.com
Huis

eXodus - dit zijn alternatieven voor X

Wat hebben organisaties als KRO-NCRV, NS, Bits of Freedom en Oxfam Novib met elkaar gemeen? Dat ze niet langer actief zijn op het socialmediaplatform X. Waarom willen ze dat niet meer? Wat speelt er bij X? Welke alternatieven zijn er?

In dit artikel bespreken we de ondergang van X en welke alternatieven er voor X zijn:

  • Fediverse
  • Mastodon
  • Threads
  • Bluesky

Ben je een pionier? Dan heb je misschien ook wel interesse in één van deze alternatieve browsers

Sinds juli 2023 voegden veel media maandenlang ‘Twitter’ toe achter elke vermelding van X. Velen moesten namelijk nog wennen aan de nieuwe naam. Elon Musk, die Twitter in oktober 2022 voor 44 miljard dollar kocht, vond dat X beter paste bij zijn visie om het microblogging-platform om te vormen tot een allesomvattend digitaal ecosysteem, vergelijkbaar met WeChat in China. Musk lijkt trouwens een opvallende affiniteit te hebben met de letter X, wat ook zichtbaar is in projecten als SpaceX, Tesla Model X en xAI. Veel gebruikers waren niet gerust op deze overname, en niet geheel onterecht, want Musk heeft inmiddels ingrijpende veranderingen doorgevoerd.

X: aanpassingen

Kort na de overname herstelde Musk eerder geschorste accounts, waaronder die van controversiële figuren als Donald Trump, Andrew Tate en Kanye West. Het platform stopte bovendien met het handhaven van het beleid tegen desinformatie rond Covid-19. En waar vroeger een gratis verificatiesysteem was, waarbij Twitter invloedrijke personen en organisaties een blauw vinkje gaf, is dat nu puur commercieel: wie betaalt, krijgt een vinkje. Het staat niet langer voor authenticiteit, maar toont enkel aan dat een gebruiker betaalt voor X Premium en zo extra functionaliteit en zichtbaarheid krijgt.

Daarnaast introduceerde X de For You-feed, een sectie met aanbevelingen op basis van gebruikersvoorkeuren en -gedrag, maar ook beïnvloed door strategische beleidsbeslissingen. Dit gebeurt via een AI-gestuurd algoritme, waarvan slechts delen openbaar zijn gemaakt, wat vragen oproept over transparantie en mogelijke bias.

Het moderatiebeleid veranderde eveneens. Tweets die de richtlijnen schenden, worden niet meer verwijderd, maar zijn enkel minder zichtbaar (‘Freedom of Speech, Not Reach’). Daarnaast is er een verschuiving naar gemeenschapsgestuurde moderatie (‘Community Notes’), waardoor factchecking minder centraal en vaak trager verloopt.

De algoritmen van X roepen bij velen vragen op over de transparantie en mogelijke bias.

Fediverse

Musk zelf noemt deze aanpassingen democratischer, maar voor veel gebruikers hebben deze aanpassingen geleid tot een meer toxische inhoud. Daarbij worden specifieke groepen kritisch bekeken en beoordeeld, onder wie liberalen en de LGBTQ+-gemeenschap.

De cijfers lopen uiteen, maar de meeste bronnen zijn het er wel over eens dat heel wat gebruikers en organisaties het platform hebben verlaten sinds de overname door Musk.

Twee jaar geleden leek er maar één echt alternatief te zijn: Fediverse, dat gebruikers meer controle gaf over hun data en de moderatie.

Fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’ en kun je zien als een netwerk van onderling verbonden platformen en servers, die onafhankelijk worden beheerd door organisaties of individuen. Bij traditionele socialmediaplatforms ben je afhankelijk van één centrale organisatie. Daardoor kun je met bijvoorbeeld een Instagram-account niet zomaar gebruikers van X bereiken. De gemeenschappelijke protocollen binnen het Fediverse, zoals het populaire ActivityPub, maken onderlinge communicatie juist wel mogelijk. Je kunt dus een account aanmaken op een server en vervolgens communiceren en gegevens uitwisselen met gebruikers op andere platformen. Binnen het Fediverse beweeg je dus vrijelijk tussen verschillende servers en platformen.

Het Fediverse-netwerk bevat talrijke platformen, waarvan de meeste door het ActivityPub-protocol zijn verbonden (afbeelding: Per Axbom, CC BY-SA 4.0, Wikimedia Commons).

Mastodon

Mastodon was – en is nog steeds – het populairste Fediverse-platform, maar dat bleek helaas niet geschikt voor het grote publiek. Veel (mainstream) gebruikers vonden het namelijk verwarrend dat ze zelf een server moesten kiezen bij registratie. Ook de interface en gebruikerservaring waren minder gestroomlijnd dan bij Twitter/X. Door de decentrale structuur werkten sommige servers ook traag of werden ze slecht beheerd.

Daarnaast bood Mastodon slechts beperkte ondersteuning voor video en live-updates en ontbraken universeel doorzoekbare inhoud en trending topics, waardoor populaire discussies moeilijker te volgen waren. Bekende personen waren er ook nauwelijks actief, en veel gebruikers hadden moeite om hun sociale netwerk opnieuw op te bouwen. Eind 2023 bereikte Mastodon een piek in regelmatige bezoekers, maar de groei vlakte al snel af.

De interface van Mastodon, met vertrouwde ingrediënten als tijdlijn, meldingen en favorieten.

Threads

Mastodon behoudt weliswaar een niche bij privacybewuste en opensource-enthousiastelingen, maar bleek dus te ingewikkeld en gefragmenteerd voor de doorsneegebruiker. Vanaf eind 2023 zochten velen daarom hun toevlucht tot traditionelere sociale netwerken als LinkedIn, Instagram en vooral Threads.

Dit laatste platform werd medio 2023 door Meta (Mark Zuckerberg) gelanceerd als reactie op de groeiende kritiek op Twitter/X. Het is direct gekoppeld aan Instagram, waardoor gebruikers hun bestaande account kunnen gebruiken.

De interactiemogelijkheden binnen Threads lijken sterk op die van X, met opties als liken, citeren, posten en reageren. Ook doet het veel denken aan het oude Twitter: je volgt zelf mensen of vertrouwt op het algoritme. Volgens veel gebruikers is dit algoritme vooral ontworpen om politieke discussies en nieuwsverwijzingen te mijden. Al kun je zelf wel bepaalde mensen volgen. Het platform toont daarnaast vaak berichten die reacties willen uitlokken (‘engagement bait’). Op dit platform vind je veel beroemdheden en influencers, en de meeste content is vrij luchtig.

Threads werkt trouwens ook aan ondersteuning voor het ActivityPub-Fediverse, wat de dienst compatibel maakt met onder meer Mastodon.

Ook bij Threads kun je zelf bepalen wie je wilt volgen.

Bluesky

Hoewel Threads momenteel veel meer maandelijkse gebruikers heeft (circa 275 miljoen), trekt ook het microblogging-platform Bluesky tegenwoordig een groeiend aantal voormalige X-gebruikers aan (circa 30 miljoen). Ter vergelijking: X zou nu nog zo’n 500 miljoen maandelijkse gebruikers tellen, terwijl Mastodon er ongeveer 15 miljoen heeft.

Bluesky wordt gerund door Bluesky Social. Het werd begin 2023 officieel gelanceerd, maar ontstond al in 2021, opgericht door Jack Dorsey, medeoprichter van Twitter.

Net als Mastodon is Bluesky een gedistribueerd netwerk, maar het is wel gebruiksvriendelijker, mede dankzij het modernere, open protocol AT (Authenticated Transfer). Het platform streeft naar transparantie en wil ook gebruikers zelf hun eigen algoritme laten maken en verfijnen.

Er zijn nog geen advertenties en de tijdlijn toont berichten in chronologische volgorde, zonder verborgen algoritme. In principe kun je ook zelf een server kiezen, al is dat in de praktijk nagenoeg altijd hostingprovider bsky.social. Gevorderde gebruikers kunnen zelfs een eigen server hosten (PDS, personal data server).

Bluesky wordt momenteel vooral bevolkt door Amerikaanse gebruikers, en het valt nog af te wachten in welke mate ook het aantal actieve Nederlandse en Vlaamse gebruikers zal toenemen. In het vervolg van dit artikel maken we grondiger kennis met Bluesky, waarbij we vooral focussen op hoe je volgaccounts en berichtgeving meer naar eigen hand kunt zetten, met onder meer migratie, startpakketten, lijsten, feeds en ook extra diensten.

Meer dan Threads verwelkomt Bluesky ook politieke discussies.

Account

Je kunt Bluesky gebruiken via je browser of de app, beschikbaar in de officiële appstores van Android en Apple. Na installatie kies je de interface-taal (waaronder Nederlands) en registreer je je met een e-mailadres, wachtwoord, geboortedatum en ‘gebruikershandle’. Vervolgens upload je een profielafbeelding of kies je een avatar, en na het aanduiden van je interesse(s) kun je direct aan de slag. Je moet nog wel even een verificatiecode invullen die je via e-mail krijgt.

Bluesky: na een snelle registratie ben je er klaar voor.

Ontdekken en volgen

Wanneer je de startpagina opent, zie je twee secties: Discover en Following. In Discover verschijnen direct berichten, gebaseerd op de interesses die je bij registratie hebt opgegeven. Je ziet hier ook trending topics en populaire posts binnen de gemeenschap. Je kunt deze feed personaliseren via aangepaste feeds, door er zelf een te creëren of een passend algoritme te kiezen.

In de sectie Following zie je berichten van accounts die je volgt. Aanvankelijk is deze leeg, behalve het Bluesky-account. Om iemand te volgen, houd je de muis boven de post header (met accountnaam, tijdstip en berichttitel) en klik je op +Volgen. Dit verandert in Volgend; klik hierop als je het account niet langer wilt volgen. Berichten van gevolgde accounts verschijnen vervolgens in de sectie Following.

Het vergt slechtsr een muisklik om iemand te (ont)volgen.

Zoeken en migreren

Er zijn verschillende manieren om snel extra accounts aan je volglijst toe te voegen. Open de rubriek Zoeken (tik in de mobiele app op het pictogram met drie streepjes) en vul in de zoekbalk een onderwerp in, zoals Artificial intelligence. Selecteer een geschikt account en klik op +Volgen.

Wil je accounts van Twitter/X ook op Bluesky volgen, dan gaat dit het snelst met de browserextensie Sky Follower Bridge, beschikbaar in de officiële Chrome- en Firefox-webstores. Na installatie start je de extensie en meld je je aan met je Bluesky-handle of e-mailadres en een app-wachtwoord.

Om zo’n wachtwoord (met beperkte machtigingen) te maken, ga je in Bluesky naar Instellingen, kies je Privacy en beveiliging, selecteer je App-wachtwoorden en klik je op +App-wachtwoord toevoegen. Geef het een naam, bijvoorbeeld SkyFollowerBridge, bevestig met Volgende, kopieer of noteer het wachtwoord en klik pas daarna op Gereed.

Na aanmelding open je je lijst met gevolgde accounts op X via www.x.com/<je_accountnaam>/following. Klik op de extensieknop en kies Find Bluesky Users. De extensie zoekt naar actieve Bluesky-accounts in je lijst. Klik op View Detected Users en daarna op Follow on Bluesky om de gewenste accounts te volgen.

Sky Follower Bridge automatiseert het migratieproces van gevolgde accounts van X naar Bluesky.

Startpakketten

Een andere handige manier om je volglijst uit te breiden is met startpakketten. Als je een interessant account vindt, klik je erop om de profielpagina te openen en ga je naar het onderdeel Startpakketten. Met wat geluk heeft deze persoon al pakketten aangemaakt: dit zijn verzamelingen accounts rond een specifiek onderwerp. Open zo’n pakket, bekijk de tabbladen Personen en Berichten en volg gewenste accounts via de knop +Volgen.

Je kunt ook zelf startpakketten maken. Ga naar Profiel en open het tabblad Startpakketten. Klik op Aanmaken, geef je pakket een naam en voeg een beschrijving toe. Druk op Volgende en voeg minstens acht accounts toe die relevante berichten posten. Klik weer op Volgende om eventueel feeds toe te voegen of kies voor Overslaan. Daarna kun je anderen uitnodigen via een QR-code of door de link te kopiëren.

Je kunt ook je eigen startpakketten creëren en deze met anderen delen.

Lijsten en feeds

Je kunt zelf ook een reeks gebruikers opsommen en deze lijsten eventueel delen. Open hiervoor de rubriek Lijsten en klik op +Nieuw. Vul een naam en omschrijving in en bevestig met Opslaan. Voeg gebruikers toe en bekijk hun berichten vanuit de lijst. Klik op Vastzetten op startpagina om de lijst als aparte feed naast Discover en Following te tonen.

Je beheert feeds rechtstreeks via de rubriek Feeds. Onder Ontdek nieuwe feeds kun je voorgestelde feeds toevoegen of zelf zoeken via de zoekbalk. Klik op een feed bij Mijn feeds om de berichten te bekijken.

Gebruik het tandwielpictogram bij Feeds om feeds via het pinicoon op je startpagina vast te zetten of hieruit weg te halen. Niet-vastgezette feeds kun je hier ook verwijderen.

Je kunt eigen feeds creëren, bijvoorbeeld met een no-code tool als Skyfeed.app. Meld je aan met je Bluesky-account en een app-wachtwoord (zie ook de paragraaf ‘Zoeken en migreren’). Klik op Create your first feed en voeg in de Visual Editor (of JSON Editor) de gewenste blokken toe, zoals Input, Remove, RegEx, Sort by en Limit. Bevestig met Publish Feed.

Kopieer de feed-ID achteraan de gegenereerde link en deel deze met anderen. Zij hoeven alleen de rubriek Feeds in Bluesky te openen en het ID in de zoekbalk Search feeds te plakken om je feed toe te voegen.

Met een app als Skyfeed kun je ook eigen feeds creëren en deze met anderen delen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)
Huis

Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)

Vandaag zijn het vooral Odido-abonnees die te kampen hebben met storing, maar ook als je klant bent bij bijvoorbeeld KPN, VodafoneZiggo, Ben, Simpel of Delta komt het voor: je kunt niet bellen en/of internetten. Als zo'n storing wat langer duurt, kun je recht hebben op compensatie. In dit artikel lees je wanneer je waar recht op hebt en hoe je die compensatie kunt aanvragen.

Een landelijke storing bij je internet, tv of telefoon is niet alleen vervelend, maar kan ook financiële gevolgen hebben. Gelukkig is in Nederland wettelijk vastgelegd dat je in sommige gevallen recht hebt op een vergoeding. Maar hoe werkt dat precies? Wanneer heb je recht op compensatie, hoe hoog is die vergoeding en waar kun je terecht bij jouw provider?

Volgens de Telecommunicatiewet heb je als consument of kleinzakelijke gebruiker recht op compensatie als er sprake is van een volledige netwerkstoring die twaalf uur of langer duurt. Dat betekent dat alle onderdelen van je abonnement uitvallen: dus bijvoorbeeld zowel internet als televisie en telefonie. Regionale storingen vallen ook onder deze regeling, zolang je binnen het getroffen gebied woont of werkt. Sommige providers hanteren uit zichzelf een iets soepelere norm en keren al bij acht uur storing een vergoeding uit, maar dat is niet verplicht. De wettelijke grens ligt op twaalf uur.

De hoogte van de vergoeding is gekoppeld aan de maandelijkse kosten van je abonnement. Bij een storing van twaalf tot vierentwintig uur ontvang je één dertigste van je maandbedrag. Duurt de storing langer, dan loopt het bedrag op met telkens nog een dertigste per extra dag. Voor prepaid-gebruikers geldt een vergoeding van vijftig cent per dag. De vergoeding wordt meestal verrekend op je volgende factuur. Je hoeft er als klant wel iets voor te doen: in de meeste gevallen moet je zelf een aanvraag indienen via de website of app van je provider.

Verzamel bewijs

Heb je last gehad van een storing, controleer dan altijd eerst hoe lang die precies heeft geduurd. De meeste providers publiceren actuele storingsmeldingen op hun website. Noteer de begindatum en -tijd en maak eventueel een screenshot als bewijs. Zodra de storing voorbij is, kun je je aanvraag indienen. Meestal kan dat nog tot enkele maanden na de storing, maar wacht niet te lang. Het aanvragen van compensatie gaat soms via een speciale pagina, in andere gevallen moet je daarvoor contact opnemen met de klantenservice. Hieronder staan handige links naar de grootste providers om je verder te helpen.

©Website Odido

Bron: Odido

Compensatie aanvragen doe je zo:

Bij KPN kun je een compensatieverzoek indienen via je persoonlijke KPN-pagina, waar je moet inloggen met je KPN ID.
👉 Meer lezen/aanvragen compensatie KPN


Vodafone-klanten kunnen hun aanvraag doen via de Vodafone-app of de klantenservice.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Vodafone


Ziggo heeft een aparte compensatiepagina, waar je een storing kunt melden en direct je vergoeding kunt aanvragen. Die staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ziggo


Ook bij Odido geldt de wettelijke grens van twaalf uur. Op de veelgestelde vragen-pagina lees je hoe je een claim kunt indienen. Odido zegt zelf een formulier online te zetten wanneer een storing langer dan twaalf uur geduurd heeft.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Odido


Ben, dat gebruikmaakt van het netwerk van Odido, heeft dezelfde regeling. Informatie over compensatie vind je op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ben


Simpel, dat ook gebruikmaakt van het Odido-netwerk, verwijst je naar je persoonlijke accountomgeving voor het melden van een storing. De klantenservicepagina staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Simpel


Bij Delta kun je compensatie aanvragen via MijnDELTA of per brief. Uitleg staat op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Delta

Dus: meer dan twaalf uur storing? Compensatie!

Samengevat: bij een volledige uitval van je netwerk van twaalf uur of meer heb je recht op een vergoeding van minimaal één dertigste van je maandbedrag. Bij sommige providers kun je al eerder compensatie krijgen, maar dat is geen wettelijke verplichting. De meeste providers maken het aanvragen makkelijk via hun eigen omgeving of app. Heb je geen toegang tot je account, dan kun je altijd contact opnemen met de klantenservice. De verwerking duurt meestal een paar weken. Laat je niet afschepen als je recht hebt op compensatie. De regeling is wettelijk vastgelegd!