ID.nl logo
Huis

Alles over het verschil tussen ipv4 en ipv6

Het internet is uit lagen opgebouwd. Eén van die lagen is de internetlaag, waar het internetprotocol zijn werk doet om je data van punt A naar punt B te krijgen. Nu maken we grotendeels nog gebruik van internetprotocol versie 4, ooit zal dat alleen versie 6 worden. Wat is precies het verschil tussen ipv4 en ipv6?

Ip staat voor het internetprotocol en bestaat als versie 4 en versie 6. Het ligt op de tweede laag, de internetlaag, van het tcp/ip-protocol en is verantwoordelijk voor het vervoeren van pakketten van de bron naar de bestemming. Dat kan betekenen dat een pakket erg veel netwerken langs moet om zijn eindbestemming te bereiken: ip kiest de beste route.

Versie 6 is de nieuwste versie van het internetprotocol, dat voornamelijk gebouwd is omdat het aantal beschikbare ip-adressen van versie 4 al lange tijd opraken. Dat zag de organisatie achter het internetprotocol overigens al in 1990 aankomen, toen het werk begon aan ipv6. De standaard was klaar in 1998, maar is nog maar zeer beperkt in gebruik.

Ooit zullen alle ipv4-adressen opraken. Wanneer dat gaat gebeuren, dat weet niemand echt precies. De IANA is de organisatie verantwoordelijk voor het toekennen van ip-adressen en eind 2011 werden de laatste ipv4-blokken toegekend aan de betreffende regio’s en daarna verdeeld tussen de isp’s in die regio. In 2011 dachten we dat het eind 2012 al gedaan zou zijn met de ip-adressen. Die voorspelling bleek niet te kloppen. Er is een aantal redenen waarom we nog niet allemaal overgestapt zijn op ipv6.

Isp’s hebben geen reden om echt over te stappen, omdat hun netwerken stabiel zijn. Er gaan wat klanten weg, er komen wat klanten bij, dus je hergebruikt wat adressen en alles gaat z’n gangetje. Daarnaast gaat de overstap erg moeizaam, omdat je pas echt van de voordelen kunt genieten als ook het allerlaatste netwerk over is op versie 6. Niet echt geweldig. Laat staan dat iedereen dan ipv6 aan moet zetten: hardwarefabrikanten, contentproviders, internetproviders en meer, en niemand heeft echt reden om dat te doen.

Sinds 1990

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon in 1990 onder naam van IPng, IP next generation, een Star Trek-referentie. Iedereen mocht ideeën voor een nieuw protocol opsturen naar de Internet Engineering Task Force. In eerste instantie was clnp een goede kanshebber om ipv6 te worden, beter bekend als Connectionless-mode Network Protocol. Clnp had een adresruimte van maar liefst 160 bits, waarmee bij wijze van spreken elk watermolecuul in de oceaan zelfs een klein netwerk kon opzetten. Clnp leek erg veel op ipv4, maar het kreeg een slechte naam omdat het van het Open Systems Interconnection model afkomstig was, de tcp/ip-concurrent van de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie).

Zoals bekend verloor het osi-model het van tcp/ip, dat ontwikkeld was door de Amerikaanse Defensie. Clnp had als nadeel dat het niet efficiënt multimedia kon verwerken. Het uiteindelijk gekozen protocol is sipp, dat staat voor Simple Internet Protocol Plus, en aanzienlijk verschilt van ipv4. Sipp behoudt de goede functies van ipv4 en is compatibel met veel internetprotocollen, zoals tcp, udp, dns, icmp, waar alleen kleine aanpassingen aan hoeven te worden gemaakt om het te laten werken met ipv6.

Het werk aan de opvolger van ipv4 begon reeds in 1990

-

Het opvallendste voordeel van ipv6 is dus de grote adressering. Met de 128bit-adressen (16 bytes) van ipv6 is de kans klein dat de adressen ooit opraken, aangezien daarmee ruim 340 sextiljoen adressen mogelijk zijn (dat is een getal met 36 nullen), in tegenstelling tot de 32-bitadressen van ipv4. Andere voordelen zijn kleinere routing-tabellen, een eenvoudiger protocol, betere veiligheid en dat altijd hetzelfde ipv6-adres behouden kan worden.

Elk ip-pakket bevat een header met allerlei informatie over waar het pakket heen moet, waar het vandaan komt en wat erin zit. Ipv6 verkleint die header naar zeven velde (in tegenstelling tot de dertien in ipv4), maar de totale header is wel groter geworden wat betreft het aantal bytes dat erin zit: 20 bytes in ipv4 tegenover 40 bytes in ipv6.

Ipv6-header

De header van ipv6 bevat de volgende zeven velden: de eerste is het versieveld, voor ipv6 is dat uiteraard een 6, voor ipv4 een 4. Daarna komt het veld Traffic Class, waarin informatie ligt opgeslagen over hoe snel het pakket afgeleverd moet worden. De eerste zes bits van dat veld worden gebruikt voor de zogenoemde differentiated services, de andere twee voor congestion control, maar die items worden samen Traffic Class genoemd. Het veld Flow-label geeft de mogelijkheid om een groep pakketten met dezelfde eisen te labelen.

Het internetprotocol is een zogenoemd stateless protocol, maar met het Flow-label kan toch een ‘state’ gebruikt worden. Het Payload length-veld geeft aan hoeveel data er in het pakket zit. In elk ipv6-pakket passen 65.535 bytes, 20 bytes meer dan ipv4. In het Next header-veld is ruimte voor extra headers, zoals extra opties. Zijn die er niet, dan geeft dit veld aan of het gaat om udp- of tcp-verkeer. Daarna volgt het Hop limit-veld, dat aangeeft hoe lang het pakket in leven blijft, zoals hoe vaak het mag ‘hoppen’ voordat het gedropt wordt.

De laatste twee velden zijn het Source Address-veld (het ip-adres van de verzender) en het Destination Address-veld (het ip-adres van de ontvanger). Beide adressen bestaan dus uit 16 bytes. Oorspronkelijk bevatte ipv6 adressen van 8 bytes lang, maar dat vond de Internet Engineering Task Force (de organisatie achter internetstandaarden) te weinig, dus werden het 16 bytes.

Ipv6 bevat overigens niet alle functies en headervelden van ipv4. Zo mist er een veld voor Security, Quality of Service, automatische configuratie en internetroutering. Het Time to Live-veld van ipv4 heet in versie 6 het Hop Limit-veld, zoals eerder besproken.

Ipv4 = 4.294.967.296 adressen, Ipv6 = 340.282.366.920.938.000.000.000.000.000.000.000.000 adressen

-

Een voordeel van ipv6 is dat ipsec onderdeel is gemaakt van het protocol. Met ipsec kan elk pakketje versleuteld worden voor veilige communicatie tussen apparaten. Dat ipsec onderdeel is van ipv6 betekent niet dat standaard alle communicatie is versleuteld, maar dat er minder overhead nodig is om ipsec te gebruiken in vergelijking met versie 4.

Het is natuurlijk ook gewoon mogelijk om ipsec te gebruiken over ipv4. Ondersteuning voor ipsec in ipv6 is toegevoegd via het Next Header-veld. Daarin kan de authenticatieheader gebruikt worden. Die zorgt voor de integriteit van de rest van de headers van ipv6. De Encapsulating Security Payload in het Next Header-veld bevat de daadwerkelijk versleutelde data van het pakket.

©PXimport

De nieuwe ipv6-adressen zijn een stuk langer in vergelijking met v4. Daarom worden deze adressen met een nieuwe notatie opgeschreven. Ze worden in groepen van acht in hexadecimale notatie opgeschreven, gescheiden met dubbele punten tussen elke groep. Bijvoorbeeld: 2a02:a450:7af3:0000:99e8:0000:0000:feb0.

Heel erg veel adressen zullen één of meer groepen met alleen maar nullen bevatten. Die mogen worden ingekort door ze niet weer te geven, zodat het adres er dan bijvoorbeeld als volgt uitziet: 2a02:a450:7af3::99e8:::feb0.

Waar in ipv4 bepaalde adressen gereserveerd zijn voor lokaal gebruik, namelijk 192.168.x.x, 172.16.x.x en 10.0.x.x, beginnen lokale ipv6-adressen altijd met fe80. Een multicast-adres begint met ff0x met x tussen 1 en 8.

NAT verleden tijd

Dankzij nat hebben we de ‘ipcalypse’ ontweken, voor nu, omdat niet elk apparaat een uniek ip-adres hoeft te krijgen. Dat is vooral handig voor bijvoorbeeld het internet of things, dat een explosie aan apparaten zal veroorzaken. Met ipv6 gaat dat veranderen en gaat nat de deur uit, want het is niet meer nodig. Elk apparaat krijgt een uniek adres met ip-versie 6.

Geen gedoe dus meer in je router om de poorten van Plex of je server door te sturen. Nat is niet meer nodig, omdat er simpelweg genoeg adressen zijn om aan alle netwerkapparaten uit te delen. Hoewel nat in een aantal gevallen frustrerend kan zijn, had het wel als impliciet voordeel dat het voor betere veiligheid zorgde (zie kader ‘Hoe werkt nat?’). Wat de veiligheidsproblemen gaan zijn zonder nat, is lastig te zeggen.

Ipv6-privacy

Er is een aantal privacyzorgen als gevolg van ipv6. Elk apparaat krijgt namelijk een uniek adres, waardoor nat niet meer nodig is. Dat betekent dat als jij straks een website bezoekt, dan ziet deze niet langer je externe ip-adres, maar direct het adres van je eigen apparaat. Ip-adressen waren al persoonsgegevens, zo oordeelde het CBP. Met ipv6 wordt het erger: je ip-adres wordt afgeleid van het mac-adres van het apparaat dat je gebruikt. Het wordt een soort ‘supercookie’. Dat betekent dat apparaten door netwerken gevolgd kunnen worden, want je krijgt dan steeds een grotendeels identiek ip-adres toegekend.

Met een paar eenvoudige stappen kun je van het ipv6-adres het mac-adres van een apparaat herleiden. Er is een oplossing: privacy addressing, dat het mac-adres verbergt met adressen die regelmatig veranderen. Dat is echter niet zo handig voor netwerkbeheerders, omdat ip-adressen dan onvoorspelbaar worden, wat het opsporen van fouten en beheer lastig maakt. Er is een nieuwe standaard: Semantically Opaque Interface Identifiers, die zorgen dat netwerkadressen uniek zijn per netwerk, zodat je op hetzelfde netwerk wel steeds hetzelfde adres hebt, maar het compleet verschilt op een ander adres.

©PXimport

De toekomst

Providers kunnen op twee manieren overstappen op ipv6: DS-Lite of Native Dual-Stack. Met DS-Lite heb je thuis een openbaar ipv6-adres, maar een privé-ipv4-adres dat is uitgedeeld door de provider. Het netwerk van de provider is ipv6. De modem verpakt ipv4-pakketten in ipv6 en verstuurt ze zoals normaal. Deze pakketten komen dan bij de nat van de provider terecht die het ipv4-pakket uit het ipv6-pakket haalt en het naar het ipv4-internet stuurt. Het nadeel van DS Lite is dat je niet meer op ipv4 portforwarding kunt instellen, want de nat zit dan bij de provider. Met de Native Dual-Stack krijg je zowel een openbaar ipv4- als ipv6-adres en houd je wel de volledige controle.

Bij KPN is de ipv6-uitrol al enige tijd gestart. Met een Experia Box v9 of v10 is de kans groot dat je een ipv6-adres hebt toegewezen gekregen. Bij Ziggo wordt de firmware nog getest voor veel modems. In juni zocht Ziggo nog bètatesters voor ipv6 en op het moment van schrijven is het bij 11 procent van de klanten uitgerold. Andere providers zijn er ook mee bezig, maar daar gaat het ook niet echt hard.

Je kunt zelf testen of je klaar bent voor ipv6 met deze website. Google houdt bovendien het aandeel bij van internetverkeer over ipv6 op deze pagina. De groei van ipv6-ondersteuning neemt langzaam toe. Was dat in 2009 nog rond de 0 procent, in 2014 was het gegroeid naar twee procent en nu zitten we rond de twintig procent. In Nederland lopen we wat achter: op dit moment pas 10 procent ondersteuning. In België bereikte het ipv6-verkeer in juni al 50,01 procent. Er is dus nog een lange weg te gaan.

▼ Volgende artikel
Zwarte aanslag in je waterkoker: is dat gevaarlijk en hoe krijg je het weg?
© ID.nl
Huis

Zwarte aanslag in je waterkoker: is dat gevaarlijk en hoe krijg je het weg?

Zie je aan de binnenkant van je waterkoker een donkere of zwartbruine aanslag, vooral ter hoogte van het waterniveau? Dat is een veelvoorkomend verschijnsel bij roestvrijstalen waterkokers die vaak worden gebruikt. Het oogt onfris, maar het is meestal geen vuil of schimmel — en zeker niet gevaarlijk.

Dit artikel in het kort

In dit artikel lees je waarom de binnenkant van je waterkoker zwart kan verkleuren,en hoe je de aanslag veilig verwijdert met azijn of citroenzuur.
Lees ook: Zo kies je een veilige waterkoker

Waarom de binnenkant zwart verkleurt

De zwarte aanslag ontstaat niet doordat het metaal zelf oxideert, maar door mineralen uit het water die zich afzetten en bij herhaald verhitten donker kleuren. Kalk, ijzer en vooral mangaan zijn daarbij de belangrijkste veroorzakers.

In Nederland komt dit vaker voor in regio's met hard water, waarin meer mineralen zitten. In sommige delen van het land (zoals Friesland, Gelderland, Overijssel en Drenthe) bevat het leidingwater van nature iets meer mangaan of ijzer. Tijdens de waterzuivering wordt dat grotendeels verwijderd, maar een kleine resthoeveelheid kan bij verhitting reageren tot donkere mangaanoxide. Dat hecht zich aan de wand van de waterkoker, precies op de plek waar het waterpeil meestal eindigt.

Ook aangebrande kalkaanslag kan bijdragen aan de verkleuring. Wanneer kalk zich ophoopt op de bodem of wanden en daarna opnieuw wordt verhit, verkleurt die witte laag naar bruin of zwart.

Is zwarte aanslag in je waterkoker gevaarlijk?

Nee. De zwarte aanslag is niet giftig en heeft geen invloed op de veiligheid van het gekookte water. Het gaat om afgezette mineralen, geen roest of corrosie van het metaal zelf. Wel kan een dikke laag de kooktijd verlengen en een lichte bijsmaak veroorzaken.

Hoe verwijder je aanslag?

De aanslag is meestal goed te verwijderen met natuurlijke middelen:

1: Vul de waterkoker met een mengsel van half water en half natuurazijn, of gebruik een eetlepel citroenzuur per halve liter water.

2: Laat dit 30 minuten inwerken en breng het mengsel daarna kort aan de kook.

3: Laat het afkoelen, giet het weg en veeg de binnenkant schoon met een zachte doek of sponsje.

4: Spoel grondig na met schoon water.

Blijft er na het schoonmaken een donkere waas zichtbaar, dan gaat het meestal om een hardnekkige mineraallaag die zich stevig heeft vastgezet. Bij goed roestvrij staal hoort het metaal zelf niet te verkleuren; blijvende vlekken wijzen eerder op hardnekkige aanslag of op een mindere kwaliteit staal.

Zo voorkom je nieuwe aanslag

Laat de waterkoker na gebruik altijd leeglopen en openstaan, zodat hij goed kan drogen. Kook alleen de hoeveelheid water die je nodig hebt, en ontkalk hem eens per maand met azijn of citroenzuur. Zo krijgen mineralen minder kans om zich te hechten en blijft de binnenkant langer schoon.

Liever niet met 🍋 aan de slag?

Er zijn ook kant-en-klare waterkokerontkalkers
▼ Volgende artikel
Zo haal je alles uit het vernieuwde Kladblok in Windows 11
© Diy13
Huis

Zo haal je alles uit het vernieuwde Kladblok in Windows 11

Na 40 jaar heeft Kladblok eindelijk een opfrisbeurt gekregen. De eenvoudige, oerdegelijke tekstverwerker is ideaal voor het bewerken van platte tekst zonder toeters en bellen. In Windows 11 is het bescheiden onderdeel flink gegroeid. Wat ooit een sobere tool was voor snelle notities, heeft nu een interessante set nieuwe functies.

Terwijl we hier bekijken wat nieuw is, gaat ondertussen de make-over van Kladblok door. In de testversies binnen het Windows 11 Insider-kanaal duiken nu zelfs opties op voor tekstopmaak zoals vet, cursief, onderstrepen en lijsten. Die nieuwigheden worden later dit jaar uitgerold naar alle gebruikers van Windows 11. Liever een vogel in de hand dan tien in de lucht? Absoluut, want intussen kunnen we al profiteren van deze verbeteringen.

Tabbladen toevoegen en losmaken

Met Windows 11 heeft deze basis-app een frisse look & feel gekregen en een aantal kenmerken waar veel gebruikers al jaren om vragen. De opvallendste vernieuwing is de ondersteuning van de tabs (afbeelding 1). Je kunt nu verschillende pagina’s van Kladblok openen, elk in een eigen tabblad. Geen wirwar meer van losse pictogrammen in de taakbalk voor elk geopend tekstbestand. Een nieuw bestand starten is simpel: klik bovenaan op het plusteken. Wil je een tabblad loskoppelen en als apart venster gebruiken? Geen probleem: sleep het tabblad naar het bureaublad en het verschijnt automatisch als een nieuw .txt-bestand. Andersom werkt het ook. Sleep een bestaand .txt-bestand naar de tabbalk van Kladblok en het wordt netjes toegevoegd aan de open tabbladen.

Ieder tabblad krijgt de naam van de eerste regel.

Tabbladen configureren

Zolang er minstens één tabblad is opgeslagen, kun je de volledige Kladblok-sessie sluiten, inclusief andere niet-opgeslagen bestanden, zonder gegevens te verliezen. Wanneer je Kladblok weer opent, worden alle tabbladen hersteld, zelfs na een herstart van de pc. Je bepaalt zelf wat er gebeurt wanneer je Kladblok opent. Klik daarvoor op het tandwieltje in de rechterbovenhoek van het programma. Vervolgens ga je naar de instellingen voor Kladblok openen. In de optie Wanneer Kladblok wordt gestart heb je de keuze tussen Doorgaan met vorige sessie of Nieuwe sessie starten en niet-opgeslagen wijzigingen negeren (afbeelding 2). De eerste optie is de standaardinstelling.

Wil je dat Kladblok telkens de inhoud van de tabbladen onthoudt?

Meervoudig herstel

Een belangrijke interne verbetering is de mogelijkheid om meerdere bewerkingen ongedaan te maken. In Windows 10 kon je in Kladblok met Ctrl+Z slechts de laatste bewerking terugdraaien (afbeelding 3). In Windows 11 kun je stapsgewijs wijzigingen ongedaan maken met Ctrl+Z. Ben je te ver teruggegaan, dan kun je je acties opnieuw uitvoeren met Ctrl+Y — net als in de meeste andere applicaties.

Eindelijk ondersteunt Kladblok meervoudig herstel. 

Uiterlijk

Onder het tandwieltje van de instellingen kies je het Uiterlijk van dit programma. Je hebt de keuze tussen de lichte en de donkere modus of je kiest voor de weergave om gewoon de systeeminstelling te volgen. Hier bepaal je ook het lettertype, de lettergrootte en de stijl (Regular, Italic, Bold, Bold italic) die je gebruikt voor de tekstbestanden. Onder het onderdeel Tekstopmaak zie je telkens een voorvertoning van de gekozen stijl (afbeelding 4). In de instellingen kun je tekstterugloop in- of uitschakelen. Dit zorgt ervoor dat tekst automatisch naar de volgende regel springt wanneer het einde van de regel is bereikt, in plaats van dat de tekst horizontaal verder loopt. Dat is onhandig, want dat betekent dat een tekstbestand soms als één hele lange regel wordt getoond.

Onderaan bij Tekstopmaak krijg je een voorvertoning van de gekozen stijl. 

Notepad++

Microsoft heeft Kladblok jarenlang stiefmoederlijk behandeld. Door de beperkte functionaliteit gingen veel gebruikers op zoek naar een alternatief – en vonden dat in de open-sourcetoepassing Notepad++. Een van de grootste troeven van Notepad++ is de ondersteuning voor een brede waaier aan programmeertalen, waaronder JSON, Python, C++, C#, Cobol, html, css en SQL … Daarnaast biedt het programma handige functies zoals regelmarkeringen, macro’s en de mogelijkheid om bestanden met elkaar te vergelijken. Notepad++ is gratis, werkt in een gesplitst scherm en ondersteunt tabbladen, zoeken en vervangen, én het automatisch hervatten van je werk – zelfs bij niet-opgeslagen bestanden. Wat deze variant (nog) niet kan: tabbladen naar een ander venster slepen.

Notepad++ is blijven hangen in zijn oude interface.

Interessante Kladblok-sneltoetsen

Om het maximale uit de tabbladen van Kladblok te halen, kun je het best de volgende sneltoetsen onthouden:

Ctrl+Tab, hiermee schakel je tussen de tabbladen
Ctrl+Shift+Tab,
hiermee schakel je tussen de tabbladen in omgekeerde volgorde
Ctrl+N,
maak een nieuw tabblad
Ctrl+W,
sluit het actieve tabblad
Ctrl+Shift+N,
open een nieuw venster in Kladblok in plaats van een nieuw tabblad.

Wil je alle tabbladen sluiten behalve het huidige tabblad, dan klik je met de rechtermuisknop op het actieve tabblad en selecteer je de opdracht Andere tabbladen sluiten (afbeelding 5).

Het is mogelijk om alle tabbladen behalve het actieve tabblad te sluiten.

Spellingcontrole en autocorrectie

Kladblok kan voortaan spelfouten markeren terwijl je typt, en typfouten desgewenst automatisch corrigeren. Om de spellingcontrole in- of uit te schakelen, klik je op het tandwieltje in de rechterbovenhoek. In het vak Spelling kun je de opties Spellingcontrole en Automatische correctie activeren (afbeelding 6). Vanaf dat moment verschijnt er een rood golflijntje onder fout gespelde woorden. Klik je met de linkermuisknop op zo’n woord, dan krijg je suggesties te zien waaruit je een correcte versie kunt kiezen. Let wel: deze functies werken alleen bij gewone tekstbestanden, niet wanneer je in Kladblok code schrijft, zoals html of css.

Schakel de spellingcontrole en de automatische correctie in. 

Zoeken en vervangen

Een van de minst bekende, maar erg handige functies van Kladblok is de mogelijkheid om snel naar specifieke tekst te zoeken en die eventueel meteen te vervangen. Gebruik hiervoor het menu Bewerken / Zoeken of de sneltoets Ctrl+F. Met Ctrl+H open je direct de functie Zoeken en vervangen, die je ook via het menu Zoeken kunt oproepen. Voer in het zoekvak de tekst in die je wilt vinden. Je kunt op de vergrootglasknop klikken of gewoon op Enter drukken. Klik op het kleine pijltje links van het zoekvak om het vak Vervangen te openen. Zodra de gezochte tekst is gevonden, gebruik je de pijltjes rechts van het zoekvak om omhoog of omlaag door het document te navigeren. Met de knop Vervangen wijzig je telkens één match; met Alles vervangen worden alle overeenkomsten in één keer aangepast (afbeelding 7). Deze functie ondersteunt ook enkele basisjokertekens: het sterretje * staat voor een willekeurig aantal tekens, het vraagteken ? voor precies één teken. Klik je op de knop met de schuifregelaars, dan kun je instellen dat de zoekopdracht hoofdlettergevoelig is. De optie Inwikkelen is een ongelukkige vertaling van Wrap. Als je die aanvinkt, doorzoekt Kladblok het hele document – ongeacht waar de cursor zich bevindt.

Het is mogelijk om bepaalde tekst in één keer te zoeken en te veranderen.

Herschrijven, Samenvatten en Schrijven

Kladblok heeft nu een set AI-functies om tekst te verbeteren. Het gaat om Herschrijven, Samenvatten en Schrijven. Met behulp van GPT kun je de inhoud verfijnen. Klik met de rechtermuisknop op de tekst en kies de optie Schrijven. In een nieuw venster lees je een herwerkte tekst die je op basis van drie criteria verder aanpast. Met de knop Lengte kies je voor een vergelijkbare tekstlengte, een kortere of een langere versie. Bij Toon kies je tussen Standaard, Formeel, Informeel, Inspirerend, Humor en Overtuigend. En dan is er nog de knop Formatteren waarmee je bijvoorbeeld een stijl selecteert zoals Zakelijk, Academisch, Marketing, Poëzie en meer. Onderaan deze herwerkte tekst zie je een numerieke aanduiding zoals 1 van 3. Dit betekent dat Kladblok meteen al drie versies klaarhoudt. Door op het pijltje te klikken schakel je door de versies. Dezelfde mogelijkheden krijg je als je via de rechtermuisknop de optie Aangepast herschrijven en Samenvatten kiest (afbeelding 8). Als je deze AI-functies liever niet hebt, dan kun je die uitschakelen in de instellingen van Kladblok.

Hier heeft AI drie verschillende samenvattingen gemaakt waaruit we kunnen kiezen.

Voet- en kopteksten

In Kladblok kun je bovendien voet- en kopteksten toevoegen die je pas te zien krijgt als de pagina uit de printer komt. In deze ruimte is het mogelijk om aan de boven- en/of onderkant de bestandsnaam, het paginanummer of de huidige datum op te nemen. Daarvoor gebruik je het menu Bestand / Pagina-instelling. Daarna moet je wel de juiste variabele gebruiken om aan te duiden wat je in de koptekst of voettekst wilt zien. Dit zijn de belangrijkste variabelen:

&d: De huidige datum afdrukken
&t:
De huidige tijd afdrukken
&f:
De naam van het document afdrukken
&p:
Druk het paginanummer af
&l:
De tekens die volgen, worden links uitgelijnd
&c:
Centreer de karakters die volgen
&r:
De tekens die volgen, worden rechts uitgelijnd

De printer zal de acties uitvoeren die je in de voet- en koptekst hebt ingegeven. Houd er rekening mee dat Kladblok deze instellingen niet opslaat, je moet ze dus bij iedere afdruk opnieuw opgeven.

Nu wordt de datum van het document in de koptekst afgedrukt.