ID.nl logo
Huis

Alles over foto's afdrukken met de beste kleuren

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, je importeert die naar je pc, je bewerkt ze op het scherm en je gaat je foto's afdrukken... om dan vast te stellen dat de kleuren helemaal niet levensecht ogen. Doordacht kleurbeheer gedurende de volledige workflow helpt je dat euvel te voorkomen.

Het lijkt misschien evident dat kleuren tijdens de hele workflow consistent blijven, maar de werkelijkheid blijkt behoorlijk complex. Zo leest de camera kleuren uit van een sensor, geeft je monitor die weer met een lichtbron en gekleurde pixels, produceert een printer kleuren door inkt te mengen en werkt een lab met meerdere lagen kleurstoffen. Kleuren worden in dit hele proces dus op uiteenlopende manier gecreëerd of weergegeven door de diverse apparaten. Bovendien kunnen niet alle apparaten evenveel of dezelfde kleuren weergeven.

We leggen eerst uit waar dat zoal mee te maken heeft en reiken je vervolgens hulpmiddelen aan om tot een optimaal kleurbeheer te komen: kalibratie en kleurprofielen. We concretiseren ook een en ander aan de hand van een paar workflows.

Onverwachte kleurverschuivingen kunnen te maken hebben met slecht afgestelde apparaten, maar zelfs met optimale instellingen is het vaak lastig dit fenomeen geheel te vermijden. Zo maakt een monitor gebruik van een directe lichtbron en werkt die met de primaire kleuren rood, groen en blauw (rgb). Wit ontstaat door deze drie kleuren met eenzelfde intensiteit weer te geven (additief).

©PXimport

Printers maken doorgaans gebruik van een geheel ander procedé. Wit ontstaat hier door afwezigheid van kleuren en bovendien worden andere primaire kleuren gebruikt: cyaan, magenta en geel. Over elkaar heen gedrukt absorberen die het licht (subtractief) en dat nemen je ogen waar als zwart – bruinzwart eigenlijk, wat verklaart waarom fabrikanten zwart als extra ‘kleur’ toevoegen (cmyk). Wanneer je dus een foto afdrukt, moet die de transitie van het additieve rgb-model naar het subtractieve cmyk-model optimaal zien te overleven.

Daar komt nog bij dat elk apparaat een verschillend scala aan kleuren reproduceert, de zogenoemde kleuromvang (gamut). Zo zullen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht komen op een monitor dan op een printer. Het is zelfs mogelijk dat bijvoorbeeld twee identieke schermen of printers toch een licht verschillende kleuromvang hebben, zodat bepaalde kleuren er anders uit kunnen zien.

Werken met Gamutvision

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogenoemd kleurprofiel. Met het gratis Gamutvision kun je de kleuromvang uit zo’n profiel opvragen en zelfs van twee profielen vergelijken. Start de tool op en klik linksonder op het pijltje bij 1. Selecteer Browse: het programma kijkt nu in de map waar kleurprofielen in Windows standaard worden opgeslagen (%systemroot%\System32\Spool\Drivers\Color). Selecteer hier het gewenste profiel. Herhaal dit voor nummer 2, maar selecteer deze keer een ander profiel. Vervolgens druk je linksonder op de knop View. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je de gewenste weergave, bijvoorbeeld 3D L*a*b* (wire input, solid output).

In het voorbeeldvenster worden nu de kleuromvang van beide profielen tegen elkaar afgezet. Als je bijvoorbeeld een monitor- en een printerprofiel met elkaar vergelijkt, is de kans groot dat die behoorlijk verschillend zijn. Je begrijpt nu ook waarom een naadloze overgang van het ene apparaat(profiel) naar het andere niet altijd zo evident is.

Met Gamutvision kun je ook de kleurprofielen van een invoer- en uitvoerapparaat, zoals een monitor en een printer, aan de hand van een specifieke foto analyseren. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je Read Image for analysis en haal je de foto op. Selecteer de gewenste kleurprofielen. In het uitklapmenu midden rechts selecteer je Output > Monitor, zodat je het resultaat van het uitvoerprofiel op het scherm te zien krijgt. Het is zelfs mogelijk per pixel het verschil tussen invoer en uitvoer te bekijken: plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier de beoogde pixel aan. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik ergens buiten de afbeelding om de Probe-modus te stoppen.

©PXimport

Verder kun je via het uitklapmenu linksonder experimenteren met de ‘rendering intent’ (weergave-intentie). Dat is de omzetmethode die wordt gebruikt om de kleuren aan te passen wanneer die buiten de kleuromvang van het uitvoerapparaat liggen. De twee meest gebruikte rendering intents voor foto’s zijn relatief colorimetrisch en perceptueel.

Bij de eerste wordt het witte punt van de invoer met dat van de uitvoer vergeleken en alle kleuren die buiten de kleuromvang van de uitvoer vallen, worden naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren verschoven. Bij de perceptuele methode wordt getracht de natuurlijke look van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden. Degelijke fotobewerkingstools laten je toe zelf de rendering intent voor je fotoafdrukken in te stellen.

Verder in dit artikel gaan we profielen in onze workflows integreren, maar voor je dat doet zorg je er best voor dat de betreffende apparaten, zoals monitor en printer, gekalibreerd zijn. Dat houdt in dat je eventuele (kleur)afwijkingen van de apparaten vaststelt en zo nodig bijstuurt om op die manier de gewenste kleuren zo dicht mogelijk te benaderen. Immers, stel dat je monitor een rode kleurenzweem heeft en te helder is ingesteld, dan is het risico groot dat je met de fotobewerkingstool onterecht de helderheid en het aandeel van de kleur rood in je foto’s gaat verminderen.

Monitor kalibreren

Voor het kalibreren van je monitor verwijzen we je eerst graag door naar de volgende artikelen:

Monitor kalibreren: Zo optimaliseer je schermkleuren

Monitor kalibreren met kleurmeter

Windows heeft zelf ook een ingebouwde kalibratiewizard en je doet er goed aan die uit te voeren. Druk op de Windows-knop, tik kalibreren in, kies Beeldschermkleur kalibreren en druk op Volgende (2x), waarna je de verdere instructies nauwgezet volgt. Via de wizard kun je een optimale gammawaarde, helderheid/contrast (via het osd-menu) en kleurbalans vastleggen. Op het einde krijg je nog de gelegenheid het effect van de vorige kalibratie met de huidige te vergelijken.

Hierbij kun je het venster van de wizard het best verkleinen, zodat je het effect van de kalibraties op je referentieplaatje(s) kunt beoordelen. Het vinkje bij ClearType Tuner starten […] laat je staan: zo krijg je ook een optimale tekstweergave. Rond af met Voltooien. Dat zorgt ervoor dat de wizard op basis van je instellingen een kleurprofiel voor je monitor creëert en activeert.

Het is raadzaam om zo’n kalibratie regelmatig uit te voeren, omdat (kleur)afwijkingen na verloop van tijd kunnen wijzigen.

Printer kalibreren

Na de monitorkalibratie is de printer aan de beurt. Met behulp van een spectrofotometer (die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum) en de bijbehorende software is het weliswaar mogelijk een kleurenanalyse van je prints uit te voeren en op basis daarvan een kleurprofiel samen te stellen, maar dat kost je al snel enkele honderden euro.

Je kunt dat ook uitbesteden, bijvoorbeeld bij Menccolor of Kleurprofiel.com. Hun werkwijzen zijn vergelijkbaar. Eerst druk je de bijbehorende tiff-bestanden (targets) af, zonder dat daarbij kleurcorrectie wordt toegepast. Dat kun je doen met de gratis tool ACPU (Adobe Color Printer Utility). Controleer ook in de instellingen van je printerdriver of er geen kleurbeheer of -aanpassingen worden uitgevoerd.

De afdrukken stuur je vervolgens per post op naar de dienst, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt. Afhankelijk van het aantal af te drukken kleurvakken betaal je voor zo’n analyse en het resulterende profiel een bedrag vanaf circa 20 euro.

Beschik je niet over een geschikt kleurprofiel voor je printer, dan kun je desnoods zelf je printer ‘kalibreren’ aan de hand van geschikte testplaatjes. Of je googelt voor plaatjes naar iets als color chart calibration. Je kunt zulke afbeeldingen eventueel aanvullen met enkele ‘natuurlijke’ beelden die je wel vaker fotografeert.

©PXimport

Het is nu de bedoeling dat je deze plaatjes afdrukt op het papier dat je ook voor je foto’s gaat gebruiken. Vervolgens bestudeer je grondig de afdrukken, bij voorkeur met een vergrootglas. Merk je onvolkomenheden als een kleurenzweem op, dan kun je dat proberen bij te stellen vanuit de instellingen van je printerdriver.

Druk op de Windows-knop, tik printer in en kies Printers en scanners. Selecteer je kleurenprinter en klik op Beheren / Printereigenschappen. Afhankelijk van je configuratiesoftware vind je hier op een van de tabbladen vast wel opties om de kleurverwerking door het apparaat aan te passen (bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur / Meer kleuropties), met name de helderheid, de verzadiging, de kleurtint en het relatieve aandeel van elke kleur.

Let wel, de afdrukkwaliteit en kleurweergave hangen ook samen met de papiersoort. Liever dan de instellingen telkens aan te passen, installeer je dezelfde printer meerdere keren en kies je per papiersoort de optimale instellingen, waarna je elke printerconfiguratie een aangepaste naam meegeeft, zoals Glanzend fotopapier, enzovoort.

Kleurprofielen

Zoals aangegeven kunnen degelijke kleurprofielen in belangrijke mate bijdragen aan optimale kleurverwerking, en je weet inmiddels hoe je zo’n profiel voor je scherm (via de kalibratiewizard) en voor je printer (via een spectrofotometerdienst) kunt bemachtigen. Overigens is het wel zo dat je doorgaans ook kleurprofielen kunt vinden op de supportsite van de producent van het apparaat. Of je beproeft je geluk voor monitorprofielen bij TFT Central (www.tftcentral.co.uk/articles/icc_profiles.htm).

Deze kleurprofielen houden natuurlijk geen rekening met afwijkingen die zich specifiek op jouw apparaat kunnen voordoen, bijvoorbeeld door veroudering. Maar hoe installeer je zo’n profiel? In Windows is dat zeer eenvoudig: klik met de rechtermuisknop op het icc- of icm-bestand en selecteer Profiel installeren.

Je wilt natuurlijk ook zelf controleren welke profielen aan jouw apparaten zijn gekoppeld. Dat gaat in Windows als volgt. Druk op Windows-knop + R en voer colorcpl uit. Het venster van Windows-kleurbeheer verschijnt. Selecteer het gewenste apparaat in het uitklapmenu, zoals je monitor, printer of scanner. In het venster verschijnt telkens het bijbehorende, actieve profiel. Om een ander profiel toe te wijzen, plaats je een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik je op Toevoegen, verwijs je naar de juiste locatie en klik je op Als standaardprofiel instellen.

Terugkeren naar de standaard systeeminstellingen doe je door de knop Profielen in te drukken en Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen te selecteren.

©PXimport

Kleurinstellingen Photoshop

We gaan ervan uit dat je de nodige kalibratie(s) hebt doorgevoerd en de optimale kleurprofielen aan je apparaten hebt gekoppeld. Nu moet je die natuurlijk nog wel op de juiste manier integreren in je workflow – van camera tot printer, zeg maar. We nemen in dit artikel vooral Photoshop CC (2019) als voorbeeld, maar ook bij andere (semi-)professionele fotobewerkingstools als Adobe Lightroom en GIMP zijn vergelijkbare opties of instellingen mogelijk.

Logischerwijze beginnen we bij de digitale camera. De meeste gebruiken standaard de kleurruimte sRGB, maar wegens de grotere kleuromvang kun je beter voor Adobe RGB kiezen, mocht dat beschikbaar zijn. Nog beter uiteraard is dat je in raw fotografeert als je toestel die mogelijkheid biedt: je bepaalt dan naderhand zelf in je raw-software (zoals Adobe Lightroom of Camera Raw) welke kleurruimte je verkiest en dus welke kleuren je eventueel overboord gooit. Smartphones zijn minder flexibel: als ze al een kleurprofiel gebruiken, wordt dat simpelweg in het fotobestand ingebed.

Bij het ophalen van je foto’s naar je pc zorg je er bij voorkeur voor dat ze het eventueel ingebedde profiel van de fotobestanden ongemoeid laten, zodat er geen automatische kleurconversies worden doorgevoerd. In Photoshop CC (2019) bijvoorbeeld kan dat als volgt. Ga naar Bewerken / Kleurinstellingen en selecteer bij Beleid voor kleurbeheer driemaal Ingesloten profielen behouden. Bij Profielen komen niet overeen en Ontbrekende profielen plaats je een vinkje bij Vragen bij openen (2x) en Vragen bij plakken.

Als RGB-werkruimte selecteer je bij voorkeur Adobe RGB, of, als de foto’s alleen voor het scherm of het web zijn bestemd, voor sRGB […]. Zo’n werkruimte is niets anders dan de kleurruimte (het kleurprofiel met een bepaalde kleuromvang) waarbinnen je de foto gaat bewerken. Photoshop voorziet ook wel in de werkruimte Wide Gamut RGB, maar die is zo uitgebreid dat er ongewenste neveneffecten kunnen optreden bij de conversie.

©PXimport

Wanneer je met deze instellingen een fotobestand opent waarin een afwijkend kleurprofiel is ingesloten, kun je kiezen tussen Ingesloten profiel gebruiken (ipv. werkruimte), Documentkleuren omzetten naar werkruimte en Ingesloten profiel verwijderen (geen kleurbeheer). Tenzij je absoluut een ander profiel wilt toewijzen, kies je in de meeste gevallen het best voor Ingesloten profiel gebruiken, zodat er geen ongewilde kleurconversies optreden.

Is er geen profiel ingesloten, dan kun je Profiel toewijzen / Adobe RGB selecteren, tenzij je weet dat de camera bijvoorbeeld op sRGB was ingesteld – in dat geval houd je het bij sRGB. Overigens is het binnen Photoshop via Bewerken / Profiel toewijzen altijd nog mogelijk een ander profiel toe te kennen als je dat absoluut wenst.

Anders wordt het wanneer je vanuit Photoshop een raw-afbeelding importeert. Adobe Camera Raw schiet dan wakker en laat je zelf de gewenste kleurruimte toewijzen. In dit geval kun je gerust voor ProPhoto RGB kiezen: die heeft de grootste kleuromvang. Dat doe je door onder de foto de link aan te klikken en de ruimte in te stellen op ProPhoto RGB.

Printerinstellingen Photoshop

Je hebt alle gewenste bewerkingen uitgevoerd op je afbeelding en je wilt het resultaat afdrukken op je eigen printer. Maar voordat je de afdrukknop indrukt, is het een goed idee om het resultaat te bekijken … op je scherm (‘soft proofing’).

Open daartoe het menu Weergave en kies Instellen proef / Aangepast. Er verschijnt een dialoogvenster waarin je bij Te simuleren apparaat het kleurprofiel van je printer selecteert. De Rendering intent stelt Photoshop standaard in op Relatief colorimetrisch, maar ga in dit venster zeker ook even na wat het effect is van Perceptueel (laat dan wel het vinkje staan bij Voorvertoning).

©PXimport

Wil je deze drukproefinstellingen voor hergebruik bewaren, druk dan op Opslaan en geef ze een specifieke naam mee: die duikt dan voortaan op bij Weergave / Instellen proef.

Je proefdruk ziet er goed uit? Dan houdt niets je nog tegen om Bestand / Afdrukken te selecteren. Bij Kleurverwerking kies je vervolgens Photoshop beheert kleuren en bij Printerprofiel selecteer je het kleurprofiel van je printer. Vergeet niet het kleurbeheer in je printer(driver) uit te schakelen. Selecteer de gewenste Rendering intent en zorg dat de drie opties linksonder van een vinkje zijn voorzien. De optie Kleuromvangwaarschuwing toont je op de voorbeeldweergave welke kleuren op basis van de geselecteerde opties eventueel buiten de kleuromvang van je printer vallen.

Is alles naar wens? Afdrukken dan maar!

▼ Volgende artikel
Hoe werkt de Quooker Cube en wat kun je er allemaal mee?
© Quooker
Huis

Hoe werkt de Quooker Cube en wat kun je er allemaal mee?

De Quooker is niet voor niets populair: je tapt er direct koud, warm en kokend water uit, gewoon uit één kraan. Met de Quooker Cube komen daar nog twee mogelijkheden bij: daarmee krijg je ook de beschikking over gekoeld gefilterd water en gekoeld bruiswater direct uit de kraan. Maar hoe werkt dat precies? Wat komt er kijken bij het onderhoud? En wat kun je er in de praktijk allemaal mee?

In dit artikel krijg je antwoord op 6 veelgestelde vragen over de Quooker Cube:
  • Wat voegt de Cube toe aan een Quooker?
  • Hoe werkt de Quooker Cube precies?
  • Hoe werken kraan, boiler en Cube samen?
  • Onderhoud: hoe zit het met het filter en de CO₂-cilinder?
  • Wat zijn de voordelen van een Quooker Cube?
  • Kun je de Cube later nog toevoegen aan je bestaande Quooker?

Het oorspronkelijke Quooker-systeem bestaat uit een kraan en een reservoir dat kokend water levert. Dat reservoir, de PRO3 of COMBI, verwarmt water tot 100 graden en houdt het op temperatuur. De kraan zelf geeft daarnaast ook koud en warm leidingwater. Met de Cube voeg je gekoeld bruisend en gefilterd water toe aan dit aanbod. Daarmee levert de kraan voortaan vijf soorten water, zonder dat je iets anders hoeft te installeren.

De Cube is een compacte box die je in het keukenkastje bij de bestaande Quooker plaatst. Hij heeft een eigen koelsysteem, een aansluiting voor een CO₂-cilinder en een ingebouwd waterfilter. In combinatie met de juiste kraan – zoals de Quooker Fusion of Flex – kun je via een aparte bediening kiezen voor gekoeld plat of bruisend water.

Hoe werkt de Quooker Cube precies?

De Cube heeft drie belangrijke onderdelen:

  1. Het koelblok
    De Cube koelt het water tot ongeveer 5 graden lager dan de normale temperatuur van je koude kraanwater (die normale temperatuur is in Nederland meestal tussen de 10 en 15 graden Celcius, afhankelijk van het seizoen). Dat gebeurt volledig automatisch, zodra je kiest voor gekoeld of bruisend water.

  2. Het CO₂-patroon
    Voor het bruiswater maakt de Cube gebruik van een CO₂-cilinder (koolzuurpatroon). Eén patroon is goed voor zo'n 60 liter bruiswater. De koolzuur wordt onder druk toegevoegd aan het gekoelde water, vergelijkbaar met het principe van een Sodastream. De cilinders zijn eenvoudig te vervangen.

  3. Het filter
    Het geïntegreerde Hollow Fibre Active Carbon-filter zuivert het water van onder andere bacteriën, pesticiden en chloor. Het zorgt niet alleen voor een betere smaak, maar is ook nuttig als je het water gebruikt voor babyvoeding of koken. Het filter gaat twaalf maanden of 3500 liter mee. Daarna moet het vervangen worden. Je krijgt een geluidssignaal wanneer het daar tijd voor is.

©Quooker

Eén CO₂-cilinder staat gelijk aan 60 literflessen bruiswater.

Hoe werken kraan, boiler en Cube samen?

Het mooie van het Quooker-systeem is dat alles samenkomt in één kraan. De bediening is intuïtief: voor kokend water druk en draai je aan de ring, voor bruisend of gekoeld water gebruik je een combinatie van drukken. Elke waterstroom heeft een eigen bediening en beveiliging, zodat je je niet snel vergist.

De kraan is verbonden met twee reservoirs: één voor warm en kokend water, en één – de Cube – voor gekoeld en bruisend water. Beide systemen werken onafhankelijk, maar worden centraal bediend. Omdat het leidingwerk slim is aangelegd, komt er nooit een mengsel van water uit de kraan: je krijgt precies wat je vraagt.

Onderhoud: hoe zit het met het filter en de CO₂-cilinder?

Een CO₂-patroon is goed voor ongeveer zestig liter bruiswater. Hoe vaak je het moet vervangen hangt dus af van je verbruik. De cilinder zit aan de voorkant van de Cube en is eenvoudig te verwisselen. Je draait de oude los en bevestigt een nieuwe. De Cube geeft zelf aan wanneer het patroon leeg raakt, meestal met een knipperend lichtje of een kort piepsignaal.

Het filter moet ongeveer één keer per jaar worden vervangen, afhankelijk van de samenstelling van het leidingwater en je gebruik. Ook dit onderdeel zit aan de voorzijde van de Cube en kan zonder speciaal gereedschap worden losgehaald en vervangen. Zowel de filter als de CO₂-patronen zijn los verkrijgbaar bij Quooker en andere aanbieders.

Wat zijn de voordelen van een Quooker Cube?

De uitbreiding naar gekoeld gefilterd en bruisend water lijkt misschien luxe, maar in de praktijk is het verrassend handig. Je hoeft geen flessen spa of ander merk bruiswater meer te kopen, te koelen of op te bergen. Drinkwater tap je altijd fris uit de kraan, ook op warme dagen. En omdat het gefilterd is, smaakt het beter – vooral als je in een regio woont met veel kalk in het water.

Ook in de keuken merk je het verschil. Gefilterd water is prettig voor het zetten van koffie of thee, omdat het minder aanslag geeft en de smaak ten goede komt. Bij koken – denk aan rijst, pasta of soep – gebruik je schoner water. En voor babyvoeding of flesjes voelt het goed om water te gebruiken waarvan je weet dat het gezuiverd is.

Bruiswater is bovendien een fijne extra tijdens een diner of op een feestelijke tafel. Je maakt eenvoudig zelf limonade of cocktails, zonder dat je flessen hoeft te openen of ruimte in de koelkast hoeft vrij te maken. Het water komt gekoeld uit de kraan, direct klaar om te drinken of te mixen.

©Quooker

Kun je de Cube toevoegen aan je bestaande Quooker?

In veel gevallen wel. De Cube is ontworpen als uitbreiding op het bestaande systeem en kan worden aangesloten op de meeste recente Quooker-kranen, zoals de Fusion, Flex of Front. Quooker zelf geeft aan dat toevoegen kan bij kranen en reservoirs die geproduceerd zijn na oktober 2017. Oudere modellen zonder dubbele aansluiting zijn meestal niet geschikt. In dat geval kun je de Cube niet los installeren en is vervanging van de kraan nodig.

De aansluiting zelf is relatief eenvoudig. Je plaatst de unit in het keukenkastje, koppelt de waterleidingen en sluit het CO₂-patroon aan. De kraan herkent automatisch dat er een Cube is aangesloten, en activeert de extra functies. Als je twijfelt of jouw systeem geschikt is, kun je dit checken via het serienummer of contact opnemen met Quooker. Je witgoed- of keukenspecialist kan je ook verder helpen.

Tot slot

De Quooker Cube maakt een toch al slimme kraan nóg veelzijdiger. Zonder extra ruimte op het aanrecht en zonder extra apparaten in huis, krijg je direct toegang tot vijf soorten water. Of je nu thee zet, een flesje voor de baby vult, bruiswater serveert of gewoon een glas koel drinkwater wilt: alles komt uit één kraan, met één handbeweging. En dat maakt het dagelijks leven een stuk makkelijker.

▼ Volgende artikel
Je tuin in augustus: dit doe je nu voor een kleurrijke herfst
© Ju_see
Huis

Je tuin in augustus: dit doe je nu voor een kleurrijke herfst

Augustus is de maand waarin je voluit kunt genieten van je tuin. Bloemen staan in bloei, het groen is uitbundig en de tuin bruist van het leven. Juist nu is het slim om vooruit te kijken. Met een paar eenvoudige aanpassingen geniet je niet alleen nu nog langer van je tuin, maar ook in de herfst en zelfs het volgende voorjaar.

Dit artikel in het kort: 🌼 Knollen en bollen planten 🌼 Laatste keer stikstofmest 🌼 Bloemen wegknippen, planten stekken 🌼 Controleren op schimmel en bladluis 🌼 Gazon bijhouden en herstellen 🌼 Bomen en hagen snoeien

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren

Tijd voor knollen en bollen

Wil je ook in het najaar kleur in de tuin? Plant dan nu herfstbloeiende soorten zoals sternbergia, herfstkrokus, herfsttijloos en cyclamen. Ook coniferen kun je vanaf half augustus planten of verplaatsen. Deze struiken stoppen vroeg in het jaar met groeien, dus dit is het ideale moment. Zorg wel dat je voldoende grond rond de wortels meeneemt en plant alleen als je de komende weken thuis bent. Nieuwe aanplant heeft namelijk veel water nodig.

Een laatste stikstofboost

Augustus is het moment voor een laatste stikstofbemesting. Daarna moet je overstappen op najaarsmest. Stikstof stimuleert de groei, maar planten moeten zich vanaf september juist voorbereiden op rust. Voor bloeiende planten in potten of bakken kun je tot half augustus nog om de twee weken vloeibare mest geven. Hortensia's hebben baat bij speciale hortensiamest voor een rijke bloei en gezonde groei.

Oost west, tuin mest!

Geef je planten wat extra liefde en voeding

Bloemen wegknippen, planten stekken

Verwijder uitgebloeide bloemen van rozen, dahlia's, lathyrus (ook bekend als pronkerwt of sweet pea) en andere zomerbloeiers. Zo steken de planten hun energie niet in zaadvorming, maar in nieuwe knoppen. Je verlengt er de bloei aanzienlijk mee. Geef hoge planten wat steun, zeker bij wind of regen, en zorg bij droogte voor extra water, vooral bij dorstige soorten zoals hortensia's. Haal lelijke bladeren en oude stelen van bijvoorbeeld geraniums weg. Augustus is ook een goed moment om stekken te nemen. Daarmee vul je in het voorjaar gemakkelijk kale plekken. En vergeet het onkruid niet te wieden – dat groeit in de zomer net zo hard mee.

©Nedopekin Yuriy

Vocht = kans op schimmel

In augustus worden de nachten vochtiger, en dat merk je aan de planten. Schimmel ligt op de loer. Controleer regelmatig het blad en verwijder aangetaste delen meteen. Besproei de rest van de plant eventueel met bladmeststof om de weerstand te verhogen. Ook bladluis is nu nog erg actief. Zie je een plaag opkomen, spuit de beestjes dan weg met een harde straal water.

Gazon bijhouden en herstellen

Maai het gras regelmatig, maar laat bij aanhoudende droogte liever iets langer. Zo voorkom je dat het gras verbrandt. Geef bij droog weer eens per week langdurig water, zodat het diep in de bodem trekt. Augustus is ook het moment om kale plekken bij te zaaien. Doe dit bij voorkeur halverwege de maand. Ook het gazon mag nu voor de laatste keer stikstof krijgen, daarna is het tijd voor najaarsvoeding.

Lees ook: Is het gras bij de buren groener? Zo pak je kale plekken in het gazon aan

🍎 🍐 Appels en peren

Heb je een appel- of perenboom? Dan is dit de maand om de eerste vruchten te plukken. Als de steeltjes makkelijk loslaten van de tak, zijn ze rijp. Plukken kan dus nu al beginnen.

Bomen en hagen snoeien

Augustus is een geschikte maand om hagen en bepaalde bomen te snoeien. Denk aan conifeer, buxus, taxus en liguster, maar ook aan walnoot, berk en esdoorn. Door ze in model te snoeien houd je ze strak en stimuleer je nieuwe scheutvorming. Let op: snoei nooit tot op het kale hout, behalve bij taxus. Lavendel mag je voor maximaal een derde terugsnoeien – bloeit hij nog door tot oktober, stel het snoeien dan uit tot na de winter. Ook de klimhortensia en blauweregen kun je nu bijwerken: verwijder uitgebloeide delen en knip uitlopers terug tot 15 cm vanaf het oude hout. Eenmalig bloeiende rozen kun je na de bloei terugsnoeien; dat zorgt voor sterke twijgen die klaar zijn voor de winter. Snoei bij voorkeur niet als het boven de 25 graden is of in de volle zon – dat kan schade geven aan het blad en de bast.

Lees ook: Welke snoeischaar voor welke snoeiklus?

©Таня Микитюк