ID.nl logo
Huis

Monitor kalibreren met kleurmeter

Wil je een monitor kalibreren, dan heb je daar in feite geen extra hardware voor nodig. Maar als je het professioneler wilt aanpakken omdat je bijvoorbeeld grafisch vormgeven bent, dan heb je een kleurmeter als de Spectracal C6 HDR2000 nodig. Hier leggen we uit hoe je ermee te werk gaat.

Voor een professionele kalibratie heb je uiteraard een kleurmeter nodig. Die komen in verschillende prijzen, van honderd euro tot vele duizenden euro. De kwaliteit van de goedkopere meters is de laatste jaren flink verbeterd. De meest betaalbare meters zijn ‘colorimeters’, die gebruik maken van ingebouwde kleurfilters om het licht te meten. Deze filters driften over tijd en na enkele jaren moet je de meter laten herkalibreren. ‘Spectrophotometers’ meten alle aanwezige frequenties in het licht, en zijn daarom nauwkeuriger, maar veel duurder.

Lees ook: Monitor kalibreren - Zo optimaliseer je schermkleuren

Zowel DataColor (Spyder5-familie) als X-rite (Colormunki en i1-familie) bieden een reeks meters met bijhorende software vanaf 100 euro. Er is zelfs uitstekende gratis software op de markt in de vorm van DisplayCal die met een varia van meters werkt.

Wil je uitgebreide analyse, kalibratiemogelijkheden (zelfs automatisering afhankelijk van je monitor) en profilering, dan kies je voor Spectracal CalMan. Deze software is beschikbaar in verschillende versies. Wie enkel met monitoren werkt, heeft voldoende aan Calman RGB en een meter. Kijk na welke meter de software ondersteunt. Spectracal verkoopt bijvoorbeeld de C3 (een oem-versie van de X-rite ColorMunki Smile) en de C6 (een oem-versies van de i1Display Pro).

Icc-profielen

Wie grafisch werk laat drukken of deelt met anderen, moet gebruik maken van een icc-profiel om correcte kleuren te garanderen door heel de werkketen. Waarom? Kleuren in je computer worden aangegeven door een drietal rgb-waardes (voor rood, groen en blauw). Wanneer je videokaart 0,255,0 uitstuurt, toont de monitor groen. Maar deze rgb-waarde is een relatieve waarde. De uiteindelijke kleur hangt af van monitor tot monitor. Om dat probleem op te vangen, gebruikt men icc-profielen.

Zo’n profiel bevat de nodige informatie om de relatieve rgb-waardes van jouw werkomgeving om te zetten naar een absolute kleurruimte, zoals CIE XYZ of CIE Lab. Een absolute kleurruimte definieert alle kleuren op eenduidige manier. Wanneer je werk dan naar een collega of drukker gaat, zorgt het icc-profiel van jouw werk ervoor dat hij precies weet welke CIE Lab-kleuren je gebruikt hebt, en het profiel van zijn toestel maakt de vertaalslag naar zijn monitor (of printer).

©PXimport

Kortom, een icc-profiel beschrijft de capaciteiten van een apparaat. Maar het kan ook gebruikt worden voor bepaalde aspecten van kalibratie. Icc-profielen installeren in Windows doe je als volgt. druk op de Windows-toets en zoek Colour Management (Kleurbeheer). Omdat dat erg lastig is als je regelmatig van profiel wenst te wisselen gebruik je beter de kalibratiesoftware om dit te doen.

Bij kalibratie passen we de instellingen van de monitor zo aan dat hij zo dicht mogelijk aanleunt bij een gewenste norm (bijvoorbeeld Rec.709 met gamma 2,4 voor videowerk, of sRGB met gamma 2,2 voor webgraphics).

Na kalibratie kun je overgaan op profilering. Daarbij beschrijf je het gedrag van je monitor. Dat wordt bewaard in een icc-profiel. Natuurlijk is het van belang dat je na creatie van je icc-profiel de instellingen van je monitor niet meer aanpast. Doe je dat toch, dan moet je een nieuw profiel creëren.

Kleurbanden

Kalibreren kan op verschillende plaatsen gebeuren, en dat geeft gemakkelijk aanleiding tot verwarring en/of suboptimale resultaten. We spreken over software- en hardware-kalibratie.

Hardware-kalibratie zijn enkel de aanpassingen aan de monitor (via de monitormenu’s). Software-kalibratie gebeurt door aanpassingen in de uitvoer van de grafische kaart, of door bepaalde aanpassingen in het icc-profiel. Die kunnen echter aanleiding geven tot banding-effecten. Wit heeft normaal gezien rgb-code 255,255,255.

Veronderstel dat je na je na meting vaststelt dat je wit te blauw is, en je voert een correctie uit in software. Je videokaart stuurt nu wit uit als bijvoorbeeld 255,255,240. Dat betekent in praktijk dat je nog maar 240 verschillende blauw-gradaties kunt gebruiken in plaats van 255, en je dus mogelijk hier en daar kleurbanden ziet. Voer daarom altijd eerst hardware-kalibratie uit, en doe dan de laatste kleine verbeteringen via een software-kalibratie.

Spectracal Calman RGB-software en C6 HDR2000-kleurmeter

We gebruiken in dit voorbeeld Spectracal Calman RGB-software en een Spectracal C6 HDR2000-kleurmeter. De eerste stappen zijn eenvoudig: zet de monitor in de gewenste preset (sRGB of standaard) en kijk na dat je alle relevante instellingen kunt aanpassen. Schakel alle automatische aanpassingen uit (bijvoorbeeld de lichtsensor van de monitor en de Windows Night mode).

Installeer en start de Calman Client 3. Die doet dienst als patroongenerator; je kunt er verschillende icc-profielen met één muisklik in selecteren. Kijk na dat je monitor gevonden is en activeer DDC indien je monitor dit ondersteunt. Creëer een nieuw profiel en geef het een duidelijke naam (bijvoorbeeld sRGB – Gamma 2,2). Calman zal je vertellen in welke stappen DDC een automatische kalibratie toelaat. Je kunt dan ook altijd het DDC-venster oproepen en rechtstreeks aanpassingen maken.

©PXimport

Start Calman RGB en doorloop de eerste schermen waarin je de monitor en besturingssysteem selecteert, waarin je Calman verbindt met de Calman Client 3, en het icc-profiel selecteert dat je wenst te kalibreren. Vervolgens kun je zelf instellen welke norm je wilt gebruiken; voor de meeste mensen zal dat het D65-witpunt zijn, en sRGB-gamma of een Power-gamma met coëfficiënt 2,2 (of 2,4). In de volgende stap doet Calman een volledige meting van je monitor, zodat je na de kalibratie kunt vergelijken.

Als tweede stap kijkt Calman het dynamisch bereik na: is alle witdetail zichtbaar en vrij van kleurtinten? Zet het contrast op maximum en voer een meting uit. Als de rode, groene en blauwe lijnen parallel lopen, is alles ok. Is dat niet het geval, laat dan het contrast zakken en doe een nieuwe meting. Herhaal tot de lijnen grosso modo parallel lopen.

©PXimport

Kleurtemperatuur, luminantie en gammacurve

Vervolgens optimaliseren we de grijsschaal. Calman meet twee grijspunten. Pas de kleurtemperatuur-instellingen van je monitor aan, tot je het beste resultaat ziet (laagste DeltaE-fout en de rode, groene en blauwe balken ongeveer rond 100). Indien je monitor ook aparte gain-instellingen heeft voor elke kleur, kun je die aanpassen voor een nauwkeuriger resultaat. Corrigeer niet alle kleuren tegelijk: laat indien mogelijk één kleur ongemoeid.

In de volgende stap stellen we de maximale luminantie van de monitor in (meestal de Helderheid-instelling). Heb je een lichtsensor, mik dan op 250 cd/m². Is dat niet het geval of wil je hem niet gebruiken, dan geeft Calman suggesties gebaseerd op het omgevingslicht. Voor fotografie-proofing mikt men vaak op 80-120 cd/m².

De laatste stap voor het creëren van het icc-profiel is de kalibratie van de gammacurve (grijsschaal). Dit kan via de gamma-instellingen van je monitor, maar Calman biedt je ook een uitgebreide kalibratie die deel zal uitmaken van je latere icc-profiel en die automatisch loopt.

©PXimport

Tot slot creëert Calman je icc-profiel, dat ook de grijsschaal-kalibratie bevat. In de laatste twee stappen kun je het resultaat voor en na kalibratie bekijken aan de hand van de metingen en testbeelden.

Monitoren die echt grafisch werk als doel hebben (bijvoorbeeld EIZO ColorEdge-monitoren) zijn trouwens vaak uitgerust met een aantal extra’s. Een ingebouwde kleurmeter en bijgeleverde software maken dat de monitor zichzelf op gezette tijden kan kalibreren. Sommige monitoren zijn uitgerust met een ingebouwde 1D-LUT (lookup table), zodat ook de grijskalibratie met uiterste precisie in hardware uitgevoerd kan worden. Topmodellen beschikken over een 3D-LUT, zodat niet alleen de grijsschaal maar de volledige kleurweergave uiterst precies in hardware gekalibreerd wordt.

Tekst: Eric Beeckmans

▼ Volgende artikel
Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen

Met een prijskaartje van 399 euro is de Dyson V8 Cyclone een van de meest betaalbare draadloze steelstofzuigers van het Britse merk. Je haalt hiervoor een redelijk compacte maar krachtige huishoudhulp in huis, die een aantal duidelijke kanttekeningen heeft.

Goed
Conclusie

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

Plus- en minpunten
  • Krachtig zuigsysteem
  • Lekker wendbaar
  • Prima batterijduur
  • Handig opvang- en leegsysteem
  • Twee knoppen voor de bediening
  • Verrassend compleet
  • Voelt soms wat basaal
  • Handvat is niet comfortabel
  • Nieuwe vloermond tikt hard op de grond
  • Geen lcd-display
  • Zelf van zuigstand wisselen

De Dyson V8 heeft een nieuw ontwerp gekregen. Weg is de trekker die je constant moet indrukken om het apparaat te laten zuigen. In plaats daarvan beschikt hij voortaan over een handige aan-uitknop. Daarnaast zit een moduswisselaar, die met verschillende kleuren aangeeft welke zuigstand je gebruikt. Opvallend is ook dat Dyson voor de V8 Cyclone geen spannende kleuren voor de plastic onderdelen gebruikt. In plaats daarvan zien we een combinatie van kaki, rood, grijs en zwart; het geheel valt daardoor minder op.

©Wesley Akkerman

De nieuwe Dyson V8 Cyclone

De nieuwe V8 levert 30 procent meer zuigkracht en een 50 procent langere accuduur. In de laagste zuigstand houdt hij het tot 60 minuten vol. Helaas ontbreekt een handig lcd-scherm (dat wel op duurdere modellen zit) voor de resterende accutijd; ook hier moet je het doen met iets te simpele led-indicators. Onderop zit een nieuwe vloerzuigmond, die Dyson de 'Motorbar' noemt. Die moet dankzij het gebruik van speciale kammetjes effectief zijn tegen vastzittende haren, maar de stofzuiger moet het verder ook zonder moderne functies doen zoals lasers of stofsensoren.

Met slechts 2,7 kilogram is de Dyson V8 Cyclone lekker licht en wendbaar, waardoor je moeiteloos vloeren en zelfs hoekjes op het plafond schoonhoudt. Het stofreservoir (540 milliliter) heeft een handig uitwerpsysteem waarbij je het vuil niet hoeft aan te raken. Toch zijn we niet helemaal tevreden over alle eigenschappen van de zuigmodule. Het handvat is namelijk smal en klein, waardoor je grip bij langer gebruik oncomfortabel is. Ook kan het bij je duim gaan schuren. Dit is waarschijnlijk de minst ergonomische Dyson die we op de redactie hebben getest.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone in de praktijk

Gelukkig biedt de Dyson V8 Cyclone met 297 air-watts in de Boost-stand een flinke verbetering in zuigkracht (ten opzichte van zijn voorganger). De standaardmodus levert 79 aW en dat is voor ons ruim voldoende voor dagelijkse taken. Vooral het vloerkleed moet eraan geloven: haren, kruimels en ander vuil worden daar moeiteloos uit gezogen. Op hardere vloeren stelt de Cyclone eveneens niet teleur, al valt er wel één ding op. Wanneer je de stofzuiger oppakt nadat je bijvoorbeeld wat kruimels of korrels opzuigt, kan het zijn dat er een paar uit de mond vallen.

Daarnaast missen we een zachte(re) borstel op de Dyson V8 Cyclone. De huidige zuigmond ratelt namelijk hard over de vloer, wat niet zo prettig is voor (onder)buren in een flat- of appartementsgebouw of slapende kinderen. En dat terwijl de motor zelf stiller is dan verwacht. Gelukkig neemt de zuigmond moeiteloos allerlei soorten haren op en raken die niet in de borstel verstrengeld. Ook goed om te weten: de Cyclone past zijn zuigkracht niet automatisch aan, zoals duurdere modellen dat wel doen, waardoor je dat dus zelf in de gaten moet houden. Geen groot probleem, maar toch.

©Wesley Akkerman

Batterij en accessoires

Zoals gezegd gaat de batterij maximaal een uurtje mee wanneer je de zuinigste modus inschakelt. Anders moet je rekening houden met ongeveer een halfuur in de normale stand. Zet je de Boost-modus aan en laat je die aanstaan, dan is het binnen tien minuten wel gedaan. Geen vreemde scores als je kijkt naar het formaat en de behoorlijk indrukwekkende zuigkracht. Een groot pluspunt is daarnaast dat je de accu kunt verwisselen. Daardoor kun je de levensduur aanzienlijk verlengen door mettertijd een nieuwe batterij aan te schaffen.

Je krijgt trouwens twee accessoires bij aanschaf van de Dyson de V8 Cyclone: een kierenzuiger en een gemotoriseerde miniborstel. Hoewel dat misschien wat karig lijkt vergeleken met eerdere modellen, zijn oude V8-hulpstukken compatibel (mocht je die nog hebben). In de praktijk blijkt de basisset echter compleet genoeg. De kierenzuiger werkt goed voor meubels en lastige hoeken, terwijl de miniborstel onmisbaar is voor trappen, matrassen en bekleding. Ondanks het beperkte pakket biedt de stofzuiger dus voldoende opties voor de meeste huishoudens.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone kopen?

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.