Door de toename van het aantal draadloze apparaten is een stabiele wifi-verbinding geen overbodige luxe. Met een smartphone, tablet of laptop wil je overal in je huis en tuin soepel toegang tot internet. Dat lukt helaas niet altijd. Gelukkig zijn er foefjes waarmee je het wifi-bereik verbetert.

Tip 01: Locatie router

Het is belangrijk om goed na te denken over de plek van je router. Dit apparaat verspreidt namelijk het wifi-signaal in en rondom je woning. Kies daarom bij voorkeur voor een centrale positie. Je voorkomt dat er dan lange afstanden ontstaan. Veel mensen zetten de router in de meterkast, omdat daar bij veel huishoudens de internetverbinding binnenkomt. Een slechte keuze! Voor een krachtig wifi-signaal heeft de router zoveel mogelijk ruimte nodig. Zet het apparaatje daarom liever niet vlakbij een muur of op de grond. Sommige routers hebben meerdere antennes die je kunt richten. Probeer deze antennes te spreiden, zodat je het bereik vergroot.

©PXimport

Tip 01 Wanneer je router meerdere antennes heeft, kun je die het beste spreiden.

Tip 02: Signaal weerkaatsen

Wanneer je merkt dat er op een bepaalde plek slechte wifi-ontvangst is, kun je het signaal de goede richting op weerkaatsen. Hiervoor heb je helemaal geen dure spullen nodig. Een leeg blikje bier of frisdrank, stanleymesje en schaar zijn namelijk voldoende. Maak het blikje eerst goed schoon met water en breek het lipje van de drinkopening af. Verwijder met het stanleymesje voorzichtig de volledige onderkant van het blikje. De bovenkant snij je gedeeltelijk los. Alleen het gedeelte (ongeveer twee centimeter) tegenover de drinkopening laat je vastzitten.

Knip tegenover het gedeelte waar de bovenkant nog vastzit de cilinder door. Keer het blikje nu om. Vouw het metaal naar beide kanten open. Je hebt nu een soort radarschotel gecreëerd. Plaats de antenne van de router door de drinkopening van het blikje en weerkaats het wifi-signaal naar de goede richting. Gebruik eventueel lijm of dubbelzijdig tape om de onderkant van de radarschotel aan de router te bevestigen. Pas wel op voor de scherpe randjes. Wij konden het effect merken aan de hoeveelheid signaalstreepjes op onze iPhone.

©PXimport

Tip 02 Transformeer een blikje bier of frisdrank tot een radarschotel om het wifi-bereik te verbeteren.

Tip 03: Stoorzenders

Veel apparaten zenden net als je router ook radiogolven uit. Dit zijn bijvoorbeeld magnetrons, draadloze deurbellen, babyfoons, bluetooth-adapters, draadloze muzieksystemen, DECT-telefoons en beveiligingscamera's. Deze apparaten kunnen je draadloze netwerk verstoren (interferentie), waardoor de wifi-verbinding niet optimaal is. Probeer stoorzenders zo ver mogelijk van de router weg te houden. Ook naburige draadloze netwerken spelen een rol in het wifi-bereik.

Als je weet waar de router van je buren staat, doe je er verstandig aan om je eigen netwerkapparaat hier minimaal enkele meters vandaan te zetten. Op die manier zit je elkaar minder in de weg. Verder is het nuttig om te weten dat ook stroomkabels het wifi-netwerk kunnen verstoren. Plaats de router daarom niet te midden van een wirwar aan kabels. De meterkast is om die reden een zeer slechte plek voor een router! Geef het kastje liever een open plaats waar geen stoorzenders in de buurt zijn.

©PXimport

Tip 03 Positioneer je router niet ergens in een hoekje waar allerlei stoorzenders aanwezig zijn.

Beveiliging

Wanneer je de wifi-verbinding optimaliseert, is de kans ook groter dat de buren ongewenst meeprofiteren. Het bereik is tenslotte groter. Om die reden is het belangrijk dat je je router optimaal beveiligt. Ook accesspoints en wifi-repeaters die je aan het netwerk toevoegt, dien je te beveiligen tegen indringers. Je regelt dat binnen de gebruikersinterface van het apparaat. Meestal navigeer je hiervoor naar instellingen genaamd Wireless / Security (of iets vergelijkbaars). Er zijn momenteel drie beveiligingssleutels beschikbaar, namelijk WEP, WPA en WPA2. Kies altijd voor WPA2, want deze beveiligingssleutel is voor derden het moeilijkst te kraken. Bedenk een sterk wachtwoord en sla de wijzigingen op.

©PXimport

Als beveiligingssleutel kies je het beste voor WPA2.

Tip 04: 2,4 of 5 GHz?

Standaard gebruiken de meeste routers de 2,4GHz-band om het wifi-signaal uit te zenden. Het nadeel is dat deze frequentieband zeer druk is, zodat er al snel sprake is van interferentie. Er zijn namelijk een heleboel concurrerende gebruikers en stoorzenders die dezelfde radiogolven gebruiken. Moderne routers zijn in staat om het wifi-signaal via de 5GHz-band uit te zenden. Deze frequentieband is meestal minder druk. Een groot voordeel, want dit resulteert in een stabielere wifi-verbinding. Nadelen zijn er helaas ook. Sommige 'oudere' laptops, smartphones, tablets en andere apparaten kunnen geen verbinding maken via de 5GHz-band. Verder is de golflengte korter, waardoor deze frequentieband minder geschikt is om lange afstanden te overbruggen.

Wil je weten of jouw apparaten werken op de 5GHz-band? Probeer het eens uit: open een browser en surf naar het IP-adres van je router (bijvoorbeeld http://192.168.1.1). Log vervolgens in met je gebruikersnaam en wachtwoord. Navigeer in de gebruikersinterface naar de wifi-instellingen. Klik daarna op Radio Settings of een gelijknamige instelling. Achter Radio Band kies je voor 5GHz. Sla de instellingen vervolgens op en controleer of alle draadloze apparaten nog wifi-signaal hebben. Overigens kunnen sommige routers tegelijkertijd via de 2,4GHz- en 5GHz-band uitzenden.

©PXimport

Tip 04 De kans is groot dat je wifi-verbinding via de 5GHz-band een stuk stabieler is.

Tip 05: Kanaal wijzigen

Wanneer je de 2,4GHz-band gebruikt, kun je het wifi-kanaal via één van maximaal dertien kanalen uitzenden. Officieel zijn er veertien kanalen, maar daarvan worden er in Europa maar dertien gebruikt. Je beslist zelf welk kanaal je hiervoor gebruikt. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat omringende netwerken het wifi-signaal niet verstoren. Probeer daarom verschillende kanalen uit en controleer met meerdere apparaten de wifi-ontvangst. Surf via de browser naar het IP-adres van je router. Nadat je bent ingelogd met je gebruikersnaam en wachtwoord, zoek je de wifi-instellingen op.

Bekijk onder de radio-instellingen via welk kanaal de router momenteel uitzendt. Moderne routers zijn zelf in staat om automatisch een rustig kanaal te selecteren, maar dat is helaas lang niet altijd zo. In dat laatste geval selecteer je achter Standard Channel een eigen kanaalnummer. Meestal kun je een getal van een tot en met dertien invullen. Maak een keuze en sla de wijzigingen op. Controleer of de wifi-verbinding is verbeterd. Als je geen verbetering merkt, probeer je een ander kanaalnummer uit. Bij gebruik van de 5GHz-band zijn er doorgaans weinig concurrerende gebruikers, waardoor het meestal geen zin heeft om een ander kanaal te selecteren.

©PXimport

Tip 05 De kunst is om een kanaal te vinden waarbij je weinig last hebt van naburige netwerken.

Tip 06: InSSIDer

Het programma inSSIDer is een handig hulpmiddel om te controleren op welk kanaal concurrerende netwerken uitzenden. Via de draadloze netwerkadapter van je laptop bekijkt dit tooltje welke kanalen omringende wifi-netwerken gebruiken. Je weet hierdoor precies op welk kanaal het rustig is, zodat je de kans op een stabiele wifi-verbinding vergroot. Een kanaal overlapt altijd aangrenzende kanalen. Wanneer de kanalen acht, negen en tien bijvoorbeeld rustig zijn, kies je om die reden het beste voor kanaalnummer negen. De nieuwste versie van inSSIDer is helaas niet langer gratis, hoewel twintig dollar voor de pc-versie of 7,31 euro voor de Android-app geen hoge bedragen zijn.

Gelukkig haal je bij allerlei websites de oude versie nog op. Download het programma naar de harde schijf van je laptop en open het installatiebestand. Nadat je de installatieprocedure hebt doorgenomen, start je inSSIDer op. Klik bovenaan op NETWORKS. Er verschijnt een lijst met wifi-netwerken en de bijbehorende kanaalnummers. Gebruik de grafiek onderaan om te bepalen of je momenteel veel last hebt van concurrerende netwerken. Wijzig op basis van deze informatie zo nodig het kanaalnummer in de instellingen van je router. Sommige routers bieden in de gebruikersinterface overigens een eigen tooltje aan, waarmee je de drukte binnen de 2,4- en/of 5GHz-band kunt meten.

©PXimport

Tip 06 InSSIDer laat in een grafiek zien welke kanalen binnen het frequentiebereik drukbezet zijn.

Wifi Analyzer

In plaats van een laptop is het ook mogelijk om met een Android-toestel omringende wifi-netwerken in kaart te brengen. Installeer de gratis app Wifi Analyzer maar eens op je smartphone of tablet. Nadat je de toepassing opent, verschijnt er een grafiek waarop naburige wifi-netwerken zijn te zien. Aan jou de taak om een rustig plekje op de frequentieband te vinden. Tik bovenaan op het pictogram met het oogje om een andere grafiek te kiezen. Handig is ook de functie Kanaal beoordeling. Hiermee geeft Wifi Analyzer aan welk kanaal je het beste kunt kiezen. Open de instellingen van je router om desgewenst het kanaalnummer te wijzigen

©PXimport

Wifi Analyzer laat met sterren zien op welke kanalen binnen de 2,4GHz-band er nog ruimte is.

Tip 07: Extra bandbreedte

Veel routers hebben een optie om de bandbreedte van twee kanalen samen te voegen. Normaal gesproken bedraagt de bandbreedte van een enkel kanaal 20 MHz. Door een instelling van je router te wijzigen, kun je dat ophogen naar 40 MHz. Het voordeel hiervan is dat de wifi-verbinding meer data tegelijkertijd kan verwerken. Houd er wel rekening mee dat het noodzakelijk is dat laptops, smartphones, tablets en overige apparaten met de dubbele bandbreedte overweg kunnen.

Soms is het hiervoor nodig om de instellingen van het betreffende apparaat te wijzigen. In de gebruikersomgeving van je router vind je de betreffende optie meestal bij de radio-instellingen. Achter Channel Width kies je dan voor Wide - 40 MHz Channel. Sommige routers zijn overigens in staat om automatisch te switchen tussen 20 en 40 MHz. Is er niet genoeg plek op de frequentieband, dan bestaat de kans dat het netwerkapparaat op eigen houtje terugschakelt naar 20 MHz.

©PXimport

Tip 07 Bij sommige routers voeg je optioneel de bandbreedte van twee kanalen samen.

Tip 08: Firmware bijwerken

Het is verstandig om op je router altijd de laatste firmware te gebruiken. Firmware is eigenlijk niets anders dan de software die op de router is geïnstalleerd. Via firmware-updates voegen fabrikanten soms verbeteringen toe, waardoor de kwaliteit van het draadloze netwerk mogelijk vooruitgaat. Bovendien lossen ontwikkelaars via deze weg vaak foutjes op. Bij veel routers lukt het om in de webgebaseerde gebruikersomgeving de firmware bij te werken. Open een browser en surf naar het IP-adres van het netwerkapparaat. Log in met je gebruikersnaam en wachtwoord.

Bekijk onder Status (of een vergelijkbare benaming) welke firmwareversie er momenteel is geïnstalleerd. Zie je nergens een mogelijkheid om te controleren of er updates zijn? Achterhaal het merk en typenummer van het betreffende netwerkapparaat en surf naar de website van de fabrikant. Zoek de juiste ondersteuningspagina op en download zo nodig de nieuwste firmwareversie. Volg de instructies om de software op de router te installeren. Dit werkt bij ieder apparaat op een andere manier. Routers die afkomstig zijn van internetproviders ontvangen soms automatisch updates via internet.

©PXimport

Tip 08 In de instellingen van je router achterhaal je simpel welke firmware er op het apparaat is geïnstalleerd.

Tip 09: Accesspoint

Een accesspoint is een handig apparaatje wanneer je router geen of een gebrekkig wifi-signaal uitzendt. Als alternatief voor het zwakke signaal van je router gebruik je voortaan een krachtig signaal dat het accesspoint uitzendt. Verder is zo'n apparaatje nuttig wanneer je router geen 5GHz-band ondersteunt, terwijl je wel graag van deze frequentieband gebruik wilt maken. Je kunt bovendien het wifi-bereik in huis vergroten door het kastje op een andere verdieping in huis te zetten. Het accesspoint sluit je met een kabeltje aan op een ethernetpoort van de router of switch, waarna er een draadloos internetsignaal wordt verspreid.

Om compatibiliteitsproblemen te voorkomen, is het verstandig om een accesspoint van het hetzelfde merk als de router te kopen. Neem bij voorkeur een exemplaar dat een hoge snelheid ondersteunt, zoals 300 of zelfs 450 Mbit/s. Besteed verder voldoende aandacht aan de beveiliging. Dit werkt op soortgelijke wijze als een router. Bedenk goed dat een accesspoint alleen functioneert wanneer het apparaatje is aangesloten via ethernet. Als er op de gewenste plek geen ethernet voorhanden is, kun je eventueel een wifi-repeater overwegen (zie tip 10).

©PXimport

Tip 09 Een accesspoint sluit je met een ethernetkabel aan op een router of switch.

Verschillende accesspoints

Accesspoint zijn vaak goedkoper dan een nieuwe router. Voor een betaalbare prijs kun je hiermee het draadloze netwerk upgraden. Neem bijvoorbeeld de Trendnet TEW-690AP. Dit apparaatje ligt voor ongeveer tachtig euro in de winkel. Het accesspoint heeft drie antennes aan boord om het wifi-signaal uit te zenden. De maximale bandbreedte bedraagt 450 Mbit/s, zodat je in combinatie met een geschikte router zeer vlot data over het netwerk kunt transporteren.

Vind je tachtig euro te duur? Geen probleem, want het kan ook veel goedkoper. De TP-Link TL-WA801ND kost als je goed zoekt nog geen dertig euro. Met twee antennes en een maximale bandbreedte van maximaal 300 Mbit/s is dit een zeer prijsvriendelijke optie, terwijl je evengoed profiteert van een stabiel wifi-netwerk.

©PXimport

De TEW-690AP van Trendnet is een krachtig accesspoint dat een maximale bandbreedte van 450 Mbit/s ondersteunt.

Tip 10: Wifi-repeater

Een wifi-repeater (ook wel range-extender genoemd) pikt de draadloze verbinding afkomstig van je router op en zendt vervolgens een versterkt signaal uit. Op die manier wordt het bereik vergroot. Deze apparaatjes zijn vooral interessant voor het geval je ergens geen accesspoint kunt aansluiten wegens het ontbreken van een internetkabel. Verwacht echter geen wonderen van een wifi-repeater. Het apparaatje haalt namelijk nooit meer de oorspronkelijke bandbreedte die de router uitzendt naar de betreffende locatie (bijvoorbeeld zolder).

Het wifi-bereik wordt weliswaar vergroot, maar de bandbreedte halveert zelfs. Als je overal in huis snel internet wenst, ben je om die reden beter af met een accesspoint. Wanneer je evengoed een wifi-repeater wilt uitproberen, is er genoeg keuze. Tussen de producten is er verschil in bandbreedte. Verder zijn er ook dualband wifi-repeaters die het signaal van 2,4- en 5GHz-band kunnen versterken. De meeste wifi-repeaters zijn erg compact, zodat je het apparaatje als een soort adapter in het stopcontact kunt steken. Sommige producten vervullen ook probleemloos de rol van accesspoint. Let op dat je de beveiliging goed regelt, zodat je geen last hebt van indringers op het netwerk. De prijzen van wifi-repeaters variëren van ongeveer 35 tot pakweg 75 euro.

©PXimport

Tip 10 De meeste wifi-repeaters stop je rechtstreeks in het stopcontact.

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Zin in een lekkere maaltijd, maar niet in een vette hap? Dan is een airfryer wellicht iets voor je. De redactie van ID.nl zocht er vijf uit, die bovendien van bijzondere functies zijn voorzien.

Aan een airfryer kun je niets meer verbeteren, horen we je denken. Toch is dat niet zo, want hoewel deze handige apparaten al in menig keuken te vinden zijn, wordt er nog veel doorontwikkeld. Daarom valt de keuze dit keer op airfryers met bijzondere functies die je niet direct op iedere airfryer tegen komt.

Tefal EY905D Easy Fry & Grill Dual 8.3L XXL

Deze Tefal-airfryer heeft twee gescheiden kookzones waarmee je verschillende gerechten tegelijkertijd kunt klaarmaken. Beide zones kunnen apart worden ingesteld qua temperatuur en tijd. Hierdoor kun je gerechten bereiden die niet dezelfde bereidingstijd nodig hebben, maar wel op hetzelfde moment klaar moeten zijn, bijvoorbeeld kip en friet. De inhoud van 8,3 liter is ruim genoeg voor huishoudens van 3 tot 5 personen.

De bediening van deze airfryer is digitaal, met knoppen en een overzichtelijk scherm. Het apparaat heeft verder een timer, instelbare temperatuur tot 200 graden en antiaanbaklaag. Er zijn geen geavanceerde voorgeprogrammeerde standen, maar de basisfuncties zijn voldoende voor alledaags gebruik. De manden zijn uitneembaar en kunnen met de hand of in de vaatwasser worden schoongemaakt. Met de Tefal-app vind je handige gerechten voor deze airfryer.

Inventum GF1200HLD

Dit model van Inventum combineert de functies van een airfryer en heteluchtoven. Het apparaat heeft een inhoud van 12 liter en beschikt over een roterende mand, waarmee je bijvoorbeeld friet automatisch kunt laten draaien voor een gelijkmatig resultaat. Daarnaast zijn ook een grillrek, bakplaat en draaispit meegeleverd, zodat je verschillende bereidingswijzen kunt toepassen. De temperatuur is instelbaar tot 200 graden en de timer tot 90 minuten.

LEES OOK: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

De bediening bestaat uit fysieke knoppen met een klein digitaal display. Gebruikers geven aan dat de prestaties stabiel zijn, en dat vooral de draaimand goed werkt bij snacks en aardappelproducten. Er is geen stoomfunctie of slimme aansturing. De buiten- en onderkant worden tijdens gebruik warm, dus plaatsing op een hittebestendig oppervlak is aanbevolen.

Ninja Foodi SP101EU

De Ninja Foodi SP101EU is opvallend in die zin dat het eruit ziet en werkt als een oven, maar toch airfryer-functionaliteit heeft. Het heeft dan ook acht functies: heteluchtfrituren, bakken, braden, grillen, drogen, roosteren, warmhouden en een aparte bagelstand. De oven heeft een vermogen van 2400 watt en verwarmt snel op, met een opwarmtijd van ongeveer 60 seconden. Door de combinatie van zes infrarood verwarmingselementen en luchtcirculatie wordt voedsel gelijkmatig bereid. De temperatuur en bereidingswijze worden digitaal ingesteld via een bedieningspaneel.

Bij de oven worden standaard een bakplaat, een heteluchtfrituurmand en een rooster geleverd. Het apparaat is geschikt voor verschillende soorten gerechten, van ovenschotels tot broodjes en gegrilde groenten. Dankzij het ontwerp en de functies kan de oven ook worden gebruikt als alternatief voor een traditionele heteluchtoven.

Ninja Foodi Dual Zone AF400EUWH

De Ninja Foodi AF400EU beschikt over twee aparte manden van elk 4,75 liter. Dit maakt het mogelijk om twee gerechten tegelijk te bereiden, met verschillende instellingen qua tijd en temperatuur. De zogenaamde 'Match Cook'- en 'Sync Finish'-functies zorgen ervoor dat je gerechten op hetzelfde moment klaar zijn, zelfs als deze andere bereidingstijden hebben. De bediening is volledig digitaal, met zes automatische kookprogramma’s zoals max crisp, air fry, roast en bake.

LEES OOK: Dit zijn de meestgemaakte fouten met airfryers (en zo voormijd je ze)

Je kunt de temperatuur instellen vanaf 40 tot 240 graden Celsius en het maximum vermogen is 2470 Watt. De binnenmanden zijn voorzien van een keramische antiaanbaklaag en kunnen in de vaatwasser. Het apparaat is relatief groot, dus dat is wel iets om rekening mee te houden als de ruimte in je keuken beperkt is. Gebruikers van de AF400EUWH waarderen de stille werking en de mogelijkheid om flexibel te koken zonder tussendoor schoon te maken of het apparaat opnieuw in te stellen.

Princess 1.182068.01.001

Met de Princess 1.182068.01.001 Double Basket Airfryer kun je twee gerechten tegelijk bereiden, dankzij de dubbele mand. Het apparaat staat los op het aanrecht en heeft een zwart ontwerp dat in de meeste keukens past . Je bedient het eenvoudig via het LED-display en de touchknoppen. Er zijn acht programma’s, een timer en je kunt de temperatuur zelf instellen tot 220 °C. De totale inhoud is 8 liter, genoeg voor ongeveer zes porties.

Tijdens het gebruik blijven de handvatten koel, en bij oververhitting schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. De losse onderdelen – inclusief de binnenbakken – mogen gewoon in de vaatwasser. Met een vermogen van 2400 watt warmt de airfryer snel op en bereid je je eten gelijkmatig. Of je nu frietjes bakt of kip grilt, deze airfryer maakt het eenvoudig zonder veel gedoe.

Het is lente, en dat is hét moment om allerlei klusjes in de tuin aan te pakken. Heb je een terras of pad dat in de loop van tijd wat is verzakt? Daarvoor hoef je geen stratenmaker in te huren, dat kun je prima zelf weer herstellen. Hoe je dat doet, lees je in deze uitgebreide handleiding.

Lees ook: Zo leg je zelf een terras aan

Het gebeurt regelmatig dat (sier)bestrating verzakt. Vaak ligt dat aan een instabiele ondergrond, slechte afwatering, zand dat is weggespoeld door regen of een te zware belasting. Door hier bij de aanleg of tijdens het herstel al rekening mee te houden, voorkom je veel problemen. Denk bijvoorbeeld aan voldoende ophoogzand, goede opsluitbanden en een slimme afwatering.

Probleemplekken identificeren

Je ziet het meestal snel als een pad of terras verzakt is. Zeker als regenwater blijft staan op plekken waar het niet weg kan. Vaak ligt dat aan een deel van de bestrating dat letterlijk is ingezakt. Ook als stenen zijn gaan schuiven of er kieren ontstaan, heb je waarschijnlijk te maken met verzakking. Dat gebeurt vaak wanneer opsluitbanden niet stevig genoeg geplaatst zijn en langzaam naar buiten zijn gedrukt of gekanteld.

©MG | ID.nl

👷 Dit heb je nodig voor je klus

• Goede werkhandschoenen

• Waterpas

• Metseldraad

• Balk of lat

• Rubberen hamer

• Bats of spade

• Ophoogzand

Tegels wippen

Zelfs de kleinste verzakking kan er al voor zorgen dat er water blijft liggen, omdat water nu eenmaal de weg van de minste weerstand kiest, dus het is belangrijk dat je goed in kaart brengt waar bij jou alle verzakkingen zitten. Leg een lange, rechte lat over het deel dat is weggezakt of gebruik een waterpas . Zo zie je hoe scheef het ligt. Een lange lat werkt het best als je die op zijn smalle kant neerlegt. Leg je hem plat, dan buigt hij makkelijk door en geeft hij een vertekend beeld.

Heb je duidelijk welk stuk verzakt is en dus opgehoogd moet worden, dan haal je daar de tegels of stenen weg. Bij randen zonder opsluitband lukt dat meestal met je handen of een klein schepje. Zit het probleem ergens in het midden van het terras, dan heb je er iets meer werk aan.

©MG | ID.nl

Doe dat wel voorzichtig: je wilt schade aan de tegels natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Ga dus niet wrikken met een spade of schep. Beter gebruik je twee platte schroevendraaiers. Zet ze aan weerszijden van de steen en wip deze voorzichtig los. Geen oude schroevendraaiers bij de hand? Dan kun je ook lange, dikke spijkers of schroeven gebruiken. Draag daarbij wel handschoenen.

Is de eerste steen eruit, dan volgen de andere meestal vanzelf. Haal ze als het kan met de hand eruit, zo blijft het zandbed eronder zoveel mogelijk intact.

Hoogte bepalen

Ligt het verzakte deel open, dan kun je het zandbed ophogen. Gebruik een rechte lat of metseldraad om de juiste hoogte af te stemmen op de rest van het terras. De lat of het draad laat je dan van links naar rechts lopen vanaf de hoogte van de niet-verzakte bestrating. Vervolgens schep je er ophoogzand bij en controleer je – door een tegel of steen neer te leggen – of het zandbed op de goede hoogte is gebracht. Vergeet niet dat je ongeveer 3 tot 5 millimeter hoger legt dan de rest van de bestrating. De tegel of steen sla je er immers nog een stukje in.

©MG | ID.nl

Ligt alles op zijn plek? Leg dan een stevige balk of plank (die je op op z'n kant legt) op de nieuwe bestrating en tik er met een rubberen hamer op. Zo werk je kleine hoogteverschillen weg.

©MG | ID.nl

Tot slot veeg je overtollig straatzand in de voegen. Je kunt ook inveegzand gebruiken dat onkruidwerend is. Dat werkt vooral goed bij nieuw aangelegde terrassen die nog onkruidvrij zijn, dus voornamelijk bij nieuw aan te leggen terrassen.

Lees ook: Het belang van goede tuindrainage

Opsluitbanden (her)plaatsen

Zijn de randen van je terras verzakt of verschoven en heb je daar opsluitbanden liggen? Dan zijn die waarschijnlijk gaan kantelen of wijken ze naar buiten uit. Dat zie je vaak bij opritten die hoger liggen dan de omliggende grond. Zit er aan de buitenzijde te weinig grond, dan geven die opsluitbanden niet genoeg tegendruk.

In zo’n geval kun je proberen de banden opnieuw in te graven. Lukt dat niet, maar wil je ze wel verstevigen? Zet ze dan – nadat je ze natuurlijk in de hoogte ook waterpas hebt gezet – vast in beton. Dat kan gewoon met kant-en-klare betonmortel uit de bouwmarkt. Alleen wat water erbij en het hardt vanzelf uit.

©Bron: YouTube / Papaklust

Beschadigde bestrating door wortels

Wortels van bomen en struiken kunnen ervoor zorgen dat je bestrating niet verzakt, maar juist omhoog komt. Je ziet dan een bult in het terras en losse tegels. In dat geval moet je eerst de wortels aanpakken. Daarnaast moet je extra zand aanbrengen om de vrijgekomen ruimte op te vullen.

©MG | ID.nl

Wortels kunnen ervoor zorgen dat de bestrating omhoog komt.

Verwijder uitgelopen wortels zo veel mogelijk buiten de bestrating zelf: het heeft geen zin om wortels vlak vóór of in het bestratingsdeel af te zagen of af te steken. Binnen enkele maanden zullen ze namelijk weer voor hetzelfde probleem zorgen. Helemaal tegenhouden lukt niet, maar je kunt wel voorkomen dat ze omhoog komen. Gebruik daarvoor worteldoek. Dat stuurt de wortels onder je bestrating horizontaal verder.

Let op: worteldoek werkt vooral bij kleinere wortels. Grote wortels kunnen alsnog schade veroorzaken. Een bijkomend voordeel van worteldoek is dat het onkruidgroei tegengaat. Worteldoek leg je overigens aan bij een compleet nieuw terras of bestrating. Wil je worteldoek gebruiken bij het herstellen van een terras of pad, dan moet je eigenlijk helemaal opnieuw beginnen, omdat het worteldoek onder de gehele bestrating en onder het niveau van het straatzand komt te liggen.

Mollen

Mollen maken niet alleen je gazon kapot, ze kunnen ook zorgen voor verzakking van je bestrating. Door gangen onder je terras te graven, ontstaat er instabiliteit. Storten die gangen in, dan zakken de tegels weg. Bij dit soort verzakkingen heb je vaak veel zand nodig voor herstel.

Lees ook: Acht manieren om je tuin te beschermen tegen ongedierte

©MG | ID.nl

Mollen graven gangen en die kunnen ervoor zorgen dat je bestrating verzakt.

Mollen zijn lastig te weren, maar je kunt het ze wel moeilijker maken. Hoe diverser je beplanting, hoe minder aantrekkelijk je tuin is voor mollen: wortels vormen obstakels. Wil je specifiek je terras beschermen, dan kun je een mollennet plaatsen. Dat graaf je verticaal in langs de randen van je terras, tot zo'n 70 cm diep. Deze klus kun je prima uitvoeren na het ophogen, want je hoeft alleen de zijkanten aan te pakken.