ID.nl logo
NAS installeren? Zo doe je dat
© Reshift Digital
Huis

NAS installeren? Zo doe je dat

Je hebt een NAS gekocht, samen met een aantal geschikte NAS-schijven. Die moet je natuurlijk nog in het apparaat plaatsen en dan begint het pas. Hoe configureer je de opslagruimte, hoe maak je accounts aan en met welke machtigingen, en hoe krijg je bestanden in de gewenste mappen? Een NAS installeren is gelukkig niet ingewikkeld.

Een NAS koop je doorgaans leeg en moet je vervolgens zelf installeren. In deze basiscursus leggen we je zo nauwkeurig mogelijk uit hoe je je NAS klaarmaakt voor gebruik. We doen dat aan de hand van zowel een Synology- als een QNAP-NAS, aangezien dat toch wel de meestgebruikte modellen zijn. Heel concreet beschrijven we de installatie op basis van twee courante modellen die prima geschikt zijn voor thuisgebruik: een populaire Synology DS220+ en een krachtige quadcore QNAP TS-253D-4G. Wij vullen beide modellen met de IronWolf Pro NAS-schijven (4 TB) van Seagate.

Heb je zelf een ander model: geen nood, je zult ongetwijfeld merken dat de installatie-instructies goed vergelijkbaar zijn.

01 Opslagruimte vullen

Geen NAS zonder opslagruimte natuurlijk en dus moet je eerst de schijven in de NAS-behuizing stoppen. Wellicht vertelt een meegeleverde mini-handleiding hoe je dat het beste aanpakt. Of als je googelt naar iets als insert drives NAS <model> is de kans groot dat je een stapsgewijze handleiding of een YouTube-instructievideo vindt.

Doorgaans zijn de compartimenten voor de schijven (in NAS-jargon meestal ‘bays’ genoemd) makkelijk bereikbaar door het frontpaneel weg te halen. Je kunt de (meestal plastic) beugels waar de schijven in vast horen te zitten (in NAS-jargon: de ‘trays’) er nu uit halen via een knop of kleine hefboom. Om de schijven in die trays te plaatsen, moet je wellicht eerst twee plastic plaatjes aan de zijkant verwijderen. Zodra de schijf in de tray zit, klik je die plastic plaatjes weer terug. Die plastic plaatjes hebben een paar uitstulpingen die in de schroefgaten van de schijven steken om ze op hun plek te houden. Je kunt de schijf soms ook nog met schroeven vastzetten, maar meestal hoeft dat niet. Ten slotte stop je de gevulde trays terug in de schijfcompartimenten.

Je verbindt de NAS met een netwerkkabel (sommige professionelere NAS’en hebben zelfs twee netwerkaansluitingen) met een switch in je thuisnetwerk, waarna je het apparaat van stroom voorziet en hem inschakelt. De leds van de schijven en het netwerk kleuren waarschijnlijk groen, en de statusled oranje. Dat laatste is logisch, want je moet nog wel het een en ander configureren. We leggen eerst uit hoe je dat bij Synology doet en daarna bij QNAP.

©PXimport

02 NAS-detectie

We gaan ervan uit dat je Synology-NAS succesvol met je thuisnetwerk verbonden is en dat (op je router) een DHCP-server in je netwerk actief is, zodat je NAS een ip-adres krijgt binnen jouw subnet. Als je wilt weten welk ip-adres het is, gebruik dan een eenvoudige tool als Angry IP Scanner op je pc of de app Fing op je smartphone.

Start een browser op een pc in je thuisnetwerk en start via http://find.synology.com de Synology Web Assistant. Als het goed is, detecteert die al snel je nieuwe NAS en krijg je de volgende informatie: Servernaam, IP-adres, MAC adres, Serienummer, DSM-versie, Modelnaam en Status. Druk op de knop Verbinding maken en een paar keer op Doorgaan tot de knop Installeren verschijnt. Of je surft meteen naar http://synologynas:5000, of je gebruikt de mobiele app DS finder waar je Nieuwe nas instellen kiest (en vervolgens een paar keer Overslaan). Eventueel kun je ook het ip-adres van je NAS in je browser tikken.

Bevestig met Nu installeren om de nieuwste versie van DSM (Disk Station Manager, het besturingssysteem van Synology) op je NAS te zetten. Besef wel dat hierdoor alle data op de NAS-schijven worden verwijderd. Het hele proces duurt maximaal tien minuten; onderbreek dit absoluut niet. Op het moment dat we dit artikel schrijven is DSM 6.2 nog de nieuwste versie, maar Synology is al heel ver met DSM 7.0. Wellicht is versie 7 net gelanceerd als je dit leest.

©PXimport

03 Administrator

Meteen na de installatie maak je een administratoraccount voor je NAS. Naast een Servernaam (de naam van je NAS-naam, zeg maar) vul je hiervoor ook een gebruikersnaam en twee keer een stevig wachtwoord in. In het volgende venster krijg je de gelegenheid een QuickConnect-account te maken. Dat maakt het makkelijker om vanaf het internet diensten op je NAS te bereiken zonder in je router poorten te moeten doorsturen. Deze functie kunnen we later eventueel nog inschakelen, dus mag je hier klikken op Deze stap overslaan / Ja. Eventueel plaats je een vinkje bij de optie om de netwerklocatie van je NAS te delen zodat je die via http://find.synology.com kunt lokaliseren. Druk ten slotte op Start om een eerste blik te werpen op de webinterface van DSM.

©PXimport

04 RAID-opslag

Een NAS bevat typisch twee of meer schijven, zodat de NAS voor extra veilige schijfopslag kan zorgen door die schijven in een RAID-opstelling te plaatsen (Redundant Array of Inexpensive/Independent Disks). Het komt erop neer dat gegevens op een of andere manier redundant worden opgeslagen zodat je geen data hoeft te verliezen als een schijf crasht.

Hoe die dataopslag precies gebeurt, hangt af van het gekozen RAID-type en dat leg je vast via de knop Hoofdmenu (linksboven) waarna je Opslagbeheer selecteert. Als je hier HDD/SSD opent, zie je dat je schijven al geïnitialiseerd zijn, maar ze zijn nog niet meteen bruikbaar. Dat regel je vanuit de rubriek Opslagpool. Klik hier op Maken en selecteer bij voorkeur Hogere flexibiliteit. Immers, in bij deze optie kun je naast de types als JBOD, RAID 0 en RAID 1 ook nog SHR selecteren (zie kader ‘Enkele RAID-types’). Dit laatste type is specifiek voor Synology en maakt het mogelijk dat je ook naderhand extra schijven met een verschillende opslaggrootte combineert, indien er voldoende bays beschikbaar zijn. Klik op Volgende, selecteer beide schijven en klik nogmaals op Volgende. Bevestig met OK, waarna alle schijfdata worden verwijderd. Bij nieuwe schijven laat je nu bij voorkeur een schijfcontrole uitvoeren. In het volgende venster rond je af met Toepassen.

©PXimport

05 Volume maken

De fysieke opslagpool is klaar, maar daar moet je nu nog een of meer logische volumes voor maken. Open hiervoor de rubriek Volume in het Opslagbeheer en klik op Maken.

Kies Aangepast / Volgende en selecteer Kies een bestaande opslagpool. Druk nogmaals op Volgende. Selecteer de beschikbare pool en druk alweer op Volgende. Je moet nu een technische beslissing nemen: afhankelijk van de gebruikte NAS kies je voor het bestandssysteem Btrfs of ext4. Dat is vooral toch een afweging tussen iets meer veiligheid enerzijds (Btrfs), en iets meer snelheid en (terugwaartse) compatibiliteit anderzijds (ext4). Via www.tiny.cc/synfs lees je meer over beide systemen.

Een venster verder geef je het volume een naam en kies je tevens de gewenste grootte. Neem je niet de volledige capaciteit in beslag, dan kun je eventueel nog extra volumes maken. Bevestig je keuzes met Toepassen. De rubriek Overzicht geeft mooi de geconfigureerde opslagruimte weer.

©PXimport

06 Gebruikers en machtigingen

We tonen nog even hoe je gebruikersaccounts maakt die bijvoorbeeld elk toegang hebben tot hun eigen map. Open daarvoor het Configuratiescherm van je NAS en kies Gebruiker. Naast (de uitgeschakelde) accounts Admin en Guest zie je hier alleen je eigen account staan. Klik op Maken en vul de benodigde gegevens van de nieuwe gebruiker in (zoals Naam en Wachtwoord). Druk een aantal keer op Volgende en zie dat je in deze vensters onder meer de toepassingsmachtigingen kunt toewijzen, voor services als FTP, rsync enzovoort) en bevestig tot slot met Toepassen.

Ga nu naar de rubriek Gedeelde map en kies Maken (2x). Geef een naam op en druk op Volgende. Eventueel kies je ervoor om de data in deze map te versleutelen. Druk op Volgende (2x) en rond af met Toepassen. Plaats een vinkje in de kolom Lezen/schrijven, Alleen-lezen of Geen toegang bij de gewenste gebruiker(s), en druk op OK.

Open Windows Verkenner en tik in de adresbalk het UNC-pad \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> in. Als het goed is, zie je een venster waarin om de nodige referenties wordt gevraagd. Plaats een vinkje bij Mijn referenties onthouden als je die niet telkens opnieuw wilt intikken. Of je maakt er een (semipermanent) netwerkstation van, bijvoorbeeld door op de Opdrachtprompt het volgende commando uit te voeren waarbij je x: vervangt door een vrije stationsletter:

net use x: \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> /u:<gebruikersnaam> <wachtwoord> /persistent:yes

©PXimport

Enkele RAID-types

We lichten hier kort enkele RAID-types toe op een NAS met twee, drie of vier schijven. RAID 0: combineert twee of meer schijven voor betere (lees)prestaties. Er is helaas geen redundantie: bij een schijfcrash ben je álle data kwijt. Totaal niet veilig dus, maar wel snel. RAID 1: combineert twee gespiegelde schijven voor betere leesprestaties maar ongewijzigde schrijfprestaties. Je data kunnen een crash van één schijf overleven, maar je levert hiervoor wel de helft van je opslagruimte in. RAID 5: vereist minimaal 3 schijven, waarbij bestanden over de verschillende schijven worden opgeslagen, inclusief gedistribueerde pariteitsinformatie. Je data kunnen een crash van één schijf overleven. Er zijn nog wel meer RAID-types mogelijk (RAID 6 of 10) en Synology heeft zelfs een eigen RAID-variant: SHR (Synology Hybrid RAID). Die kan ook overweg met schijven van verschillende capaciteit. Via www.tiny.cc/synshr vind je meer uitleg. Twijfel je nog welk RAID-type je voor je NAS wilt, maak dan gebruik van een online RAID-calculator via www.tiny.cc/synraid (voor Synology) of via www.tiny.cc/qnraid (voor QNAP). Klik de schijven aan die in je NAS zitten en vergelijk de verschillende RAID-types op vlak van redundantie en beschikbare ruimte.

©PXimport

07 NAS-detectie

Net als bij de Synology-NAS gaan we er ook hier van uit dat je NAS met je thuisnetwerk verbonden is en via een DHCP-server op je router een ip-adres heeft gekregen. Vervolgens ga je op een netwerk-pc naar http://install.qnap.com/?lang=nl-nl, waar je op de knop Opnieuw scannen drukt. Als het goed is, detecteert deze tool het QNAP-model, evenals het interne en externe ip-adres, het MAC-adres en de firmware-versie.

Lukt het zo niet, dan kun je nog altijd het hulpje Qfinder Pro downloaden en installeren (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux), waarna je de tool opstart en die met de knop Vernieuwen je NAS laat detecteren. Hier kun je dan de vraag of je je door een ‘slimme installatiegids’ wilt laten bijstaan met Ja beantwoorden. De NAS is ook via het ip-adres bereikbaar.

©PXimport

08 Initialisatie

We gaan ervan uit dat de browser je NAS inderdaad heeft gevonden en dan klik je hier op de knop Initialiseren. QNAP probeert je over te halen een QNAP ID-account te maken, maar dat kan altijd later nog. Klik in dit geval op create later zodat je in de webinterface van je NAS terechtkomt, met als standaardadres <intern-ip-adres>:8080. In het volgende browservenster stel je de taal desgewenst in op Nederlands, en selecteer je Start Slimme Installatie voor de schijfconfiguratie.

Eventueel druk je op de knop Controleren om direct na te gaan of je NAS over de recentste firmware beschikt, maar dat kan gerust ook later. Klik in dat geval op Overslaan en tik een NAS-naam en een twee keer stevig wachtwoord in voor het admin-account. Bevestig met Volgende, selecteer je tijdzone en geef bij voorkeur aan dat de NAS de tijd met een internet-timeserver, zoals pool.ntp.org, mag synchroniseren. Met de Test-knop controleer je de goede werking. Klik hier weer op Volgende, selecteer bij voorkeur de optie Use static IPadres en vul de benodigde netwerkgegevens in: interface, ip-adres, subnetmasker en gateway. Druk alweer op Volgende en geef deze keer aan voor welke besturingssystemen je de NAS beschikbaar wilt maken: Windows, Mac en/of Linux – wij houden het hier bij Windows. Klik op Volgende / Toepassen. Met de knop Initialiseren geef je aan dat alle eventuele schijfgegevens op je NAS verwijderd mogen worden.

©PXimport

09 RAID-configuratie

Na afloop van de initialisatie meld je je bij de NAS aan met het ingebouwde admin-account, waarna je in de grafische QTS-besturingsomgeving belandt. We gaan nu een opslagpool met een geschikt RAID-type maken, met het oog op een logisch volume waarna je ook mappen kunt maken en delen.

In QTS kies je daarvoor Opslag en Snapshots en open je de rubriek Opslag. De fysieke schijven zouden hier zichtbaar moeten zijn en je kunt erop klikken om de S.M.A.R.T-status te controleren. Klik rechts op het knopje boven Geen opslagpool. Druk op Volgende in het venster van de Wizard ‘Opslagpool maken’. Plaats een vinkje naast de NAS-schijven en selecteer een geschikt RAID-type in het uitklapmenu. We raden met het oog op een veilige en redundante opslag meestal aan om voor twee schijven RAID 1 te selecteren, voor drie schijven RAID 5 en voor vier schijven RAID 6 of RAID 10 (zie ook tekstkader ‘Enkele RAID-types’). Druk op Volgende (2x) / Maken / OK.

©PXimport

10 Volume maken

Zodra de opslagpool gereed is, stelt QTS voor een logisch volume te maken. Hiervoor klik je op Nieuw volume, selecteer je de opslagpool en duid je het gewenste volume-type aan: Statisch, Thick of Thin. Via www.tiny.cc/qnvol vind je meer informatie over de verschillen. In een notendop is statisch het snelst (vooral voor ‘random’ schrijfoperaties), maar ondersteunt dat geen geavanceerde functies zoals snapshots. Thick is een goede balans tussen prestaties en flexibiliteit. En thin is vooral bedoeld voor wie flexibiliteit beoogt en de opslagruimte zo efficiënt mogelijk wil inzetten. Wij kiezen voor Thick volume, maar dat is een afweging die je echt zelf moet maken. Bevestig je keuze met Volgende, laat de voorgestelde instellingen gerust ongewijzigd, druk nogmaals op Volgende en rond af met Voltooien.

Na afloop open je in QTS de rubriek File Station. Selecteer hier het volume en kies Creëer map / Gedeelde map. Vul het veld Mapnaam in en bevestig met Maken: de map wordt aan je volume toegevoegd.

©PXimport

11 Gebruikers en machtigingen

Laten we nu een extra gebruiker maken en die bepaalde machtigingen toekennen op die gedeelde map. Open het Configuratiescherm van je NAS en kies Gebruikers (overigens is Gebruikersgroepen ook een optie). Selecteer Maken / Een gebruiker maken en vul de vereiste velden in, zoals Gebruiksnaam en Wachtwoord (2x). Druk vervolgens op de knop Bewerken bij Machtiging gedeelde map. Standaard heeft elke nieuwe gebruiker leesrechten op de gedeelde map Public en geen toegang tot andere gedeelde mappen. Om lees- en schrijfrechten op een specifieke map toe te kennen, volstaat het een vinkje te plaatsen naast die map in de kolom RW (Read/Write). Bevestig met Maken. Via de knopjes in het Gebruikers-paneel kun je altijd nog wijzigingen aanbrengen.

Test de toegang tot de gedeelde map door bijvoorbeeld in Windows Verkenner van een netwerk-pc het UNC-pad \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> in te tikken. Zodra je de juiste referenties invult hoor je met dat account daadwerkelijk toegang te krijgen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe citruspersen voor minder dan 170 euro
© murziknata - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe citruspersen voor minder dan 170 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Dit keer: automatische citruspersen voor een mooi prijsje.

Zin in écht lekker sap? Met een citruspers maak je dat zo zelf. Het is veel smaakvoller dan sap uit een pak en zit bomvol vitamines, zonder toegevoegde suikers of andere onzin. Met een elektrische citruspers heb je binnen een minuut een heerlijk vers sapje. Ideaal voor je sinaasappel bij het ontbijt, maar ook superhandig voor een scheutje citroen door je salade of limoen in je drankje. Makkelijk, snel, en puur natuur. Wij vinden vijf luxe automatische exemplaren voor je.

Solis Citrus Press Station 8454

De Solis Citrus Press Station is ontworpen voor het persen van diverse soorten en maten citrusvruchten. Het apparaat is uitgerust met een massief metalen persarm waarmee je met minimale inspanning druk uitoefent op de vrucht. Zodra je de hendel naar beneden drukt, start de motor van 160 Watt automatisch. De speciaal gevormde perskegel is gemaakt van zwaar gegoten aluminium. De behuizing van de citruspers is vervaardigd uit roestvrij staal. Voor het schoonmaken kunnen de onderdelen die met sap in aanraking komen, van het apparaat worden losgemaakt en in de vaatwasser worden gestopt. De sapuitloop heeft een druppelstop, die je omhoog kunt klappen om te voorkomen dat er sap op het aanrecht lekt na het persen. Het apparaat staat op antislipvoetjes voor stabiliteit tijdens het gebruik.

Princess 201853 Black Steel

Bij de Princess 201853 staat de constructie van gegoten aluminium centraal en dat maakt het apparaat robuust. De pers wordt aangedreven door een stille motor met een vermogen van 160 Watt. De perskegel is universeel ontworpen en heeft opstaande randen, waardoor deze geschikt is voor zowel kleine als grote citrusvruchten zonder dat je van opzetstuk hoeft te wisselen. Het persen activeer je door de sterke aluminium persarm naar beneden te bewegen. Het sap stroomt vervolgens door een roestvrijstalen pulpfilter direct in het glas. Dankzij dit filter worden vruchtvlees en pitten van het sap gescheiden. De uitloop is voorzien van een druppelstopsysteem. Na gebruik zijn de vaatwasserbestendige onderdelen, zoals de perskegel en het filter, eenvoudig te verwijderen en te reinigen.

CASO CP 330 Pro

Dit model, de Caso CP 330 Pro, is voorzien van een roestvrijstalen behuizing en een eveneens roestvrijstalen perskegel. Het gebruik is gericht op eenvoud: je plaatst een gehalveerde citrusvrucht op de kegel en de motor met een vermogen van 160 Watt start vanzelf zodra je de hendel naar beneden beweegt. Het sap vloeit door een roestvrijstalen zeef direct in een glas dat je onder de tuit plaatst. Om nadruppelen op het werkblad te voorkomen, kan deze saptuit omhoog worden geklapt. De stabiliteit van de machine wordt verzekerd door de zuignappen aan de onderzijde, die ervoor zorgen dat het apparaat stevig op zijn plek blijft staan tijdens het persen. De losse onderdelen zijn afneembaar en kunnen in de vaatwasser worden gereinigd. De motor van het apparaat is extra stil in gebruik.

Hendi Citruspers

De Hendi Citruspers heeft een behuizing van roestwerend materiaal. De perskom, zeef en de drie meegeleverde perskegels zijn gemaakt van roestvrij staal en ABS-kunststof. Die onderdelen zijn afneembaar en kunnen in de vaatwasser. De motor, met een vermogen van 180 Watt, zorgt voor een rotatiesnelheid van 1500 toeren per minuut en wordt bediend met een aan-/uitschakelaar. Voor de veiligheid is er een polycarbonaat anti-spatkap aanwezig die het sap opvangt. Je perst de vruchten door middel van de hefboomarm. Dit model wordt geleverd met drie verschillende, verwisselbare perskegels die zijn ontworpen voor kleine en grote citrusvruchten.

Gastroback Advanced Pro S

Een specifiek kenmerk van de Gastroback 41150 Design Juicer Advanced Pro S is de aanwezigheid van twee verschillende roestvrijstalen zeven. Hiermee heb je de mogelijkheid om zelf de hoeveelheid vruchtvlees in je sap te bepalen, afhankelijk van welke zeef je gebruikt. De behuizing van het apparaat is volledig vervaardigd uit geborsteld roestvrij staal. Het persen gebeurt door middel van een massieve aluminium pershendel, die je met lichte druk naar beneden beweegt om de motor te activeren. Deze motor heeft een vermogen van 100 Watt en is ontworpen om stil te functioneren. De perskegel is universeel, wat betekent dat je er diverse formaten citrusvruchten op kunt gebruiken, van limoenen tot grapefruits. De sapuitloop is voorzien van een druppelstop. Voor de reiniging kun je alle afneembare onderdelen loskoppelen en in de vaatwasser plaatsen.

▼ Volgende artikel
🍁🍂📸 Foto's maken in de herfst? Zo leg je de najaarspracht het beste vast
© (C)2014 Igor Stevanovic, all rights reserved
Huis

🍁🍂📸 Foto's maken in de herfst? Zo leg je de najaarspracht het beste vast

Geel, dieprood, bruin: dit is dé tijd waarin de natuur zich van haar mooiste kant laat zien. Wil jij ook prachtige herfstfoto's maken? Trek er dan de komende weken op uit, gewapend met je camera en met deze handige tips!

Dit artikel in het kort:

🍂 De beste tijd om herfstkleuren te fotograferen 🍂 Gebruik een polarisatiefilter 🍂 Spelen met contrasten 🍂 Regen? Juist leuk! 🍂 Herfst in de stad 🍂 Kleurencombinaties 🍂 Camera-instellingen voor herfstfotografie 🍂 Herfst & licht

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

De astronomische herfst begint al op 21 september, maar de echte kleurenpracht laat vaak even op zich wachten. Pas na de eerste koude nachten krijgen bomen hun karakteristieke tinten. Vooral in de laatste weken van oktober en de eerste dagen van november staat het bos er vaak op zijn mooist bij. De bladeren van berken, beuken en eiken veranderen dan in een bont palet van geel, oranje, rood en bruin. Wil je dit vastleggen, wacht dan niet te lang, want een flinke storm of regenbui kan het kleurrijke bladerdek flink uitdunnen.

Gebruik een polarisatiefilter

Wil je de herfstkleuren op hun mooist vastleggen, dan heb je veel aan een polarisatiefilter. Daarmee verdwijnen hinderlijke weerspiegelingen op natte bladeren en worden tinten dieper en levendiger worden. Zonder filter oogt het bladerdek na een regenbui vaak wat vlak. Houd er wel rekening mee dat het filter ongeveer anderhalve stop licht tegenhoudt, waardoor je sluitertijd langer wordt. Om bewegingsonscherpte te voorkomen, is een statief daarom een verstandige aanvulling in je uitrusting.

Minder beweging, betere foto's?

Neem een statief mee!

Contrasten maken je foto

Herfstfotografie is meer dan een spel met kleuren: het gaat ook om het vinden van tegenstellingen die een beeld laten spreken. Een dicht bos dat baadt in dezelfde goudgele gloed kan rust en eenheid uitstralen, terwijl een enkele boom met vurige bladeren in een kaal veld juist dramatisch afsteekt tegen de leegte. Dat soort contrasten geven je foto een verhaal.

Loop je door het bos, ga dan ook eens op zoek naar details. Het tapijt van bladeren op een smal pad, een rood blad dat eigenwijs boven de rest uitsteekt of drijvende bladeren die als schilderijtjes over donker water glijden. Zelfs het zachte groen van mos en de subtiele tinten van herfstgras kunnen veranderen in een klein, intiem landschap dat de seizoenssfeer perfect vangt.

©Leka - stock.adobe.com

Regen? Juist leuk!

Na een regenbui zijn de herfstkleuren vaak nog intenser. Bovendien zorgen de regenplassen voor extra weerspiegelingen. Je kunt ze ook gebruiken als interessante voorgrond in je foto's.

Herfst in de stad

Voor sfeervolle herfstfoto's hoef je niet altijd het bos in. Ook de stad biedt volop mogelijkheden. Bomen langs grachten en kanalen kleuren net zo uitbundig en vormen samen met de gevels en straten een levendig decor. Let daarbij ook op kleine scènes: een spiegeling van herfstbladeren in het water, of een felgekleurd blad dat blijft liggen op de rand van een bootje.

©Ekaterina Belova

Kleurencombinaties

Wie oog heeft voor kleur en hun onderlinge samenhang, kan foto's meer kracht en balans meegeven. In het kleurenspectrum staan bepaalde tinten recht tegenover elkaar, zoals blauw en oranje of rood en groen. Zet je die samen in beeld, dan versterken ze elkaar en springen de kleuren er echt uit. Denk aan een boom vol oranje bladeren die afsteekt tegen een strakblauwe lucht. Kleuren die juist naast elkaar liggen, zoals geel en oranje of blauw en groen, werken heel anders. Ze vloeien in elkaar over en geven je foto een rustige, harmonieuze uitstraling.

©Peter Hermes Furian

Camera-instellingen voor herfstfotografie

Om de herfstkleuren en -details zo goed mogelijk vast te leggen, is het belangrijk om de juiste camera-instellingen te gebruiken. Hieronder staan een paar basisinstellingen die je kunnen helpen:

Diafragma

Voor landschapsfoto's wil je vaak zoveel mogelijk scherpte van voor- tot achtergrond. Gebruik hiervoor een klein diafragma (hoge F-waarde, bijvoorbeeld F 8 tot F 16). Close-ups van bladeren of reflecties maken? Kies dan voor een grotere diafragmaopening (lage F-waarde zoals F 2.8 of F 4) om een mooie onscherpe achtergrond te creëren.

Sluitertijd

Afhankelijk van het licht en of je wel of niet een statief gebruikt, kun je de sluitertijd variëren. Voor scherpe foto's in weinig licht kun je voor een langere sluitertijd kiezen, maar je hebt dan wel een statief nodig om beweging te voorkomen. Als er wind is, kan een korte sluitertijd (bijv. 1/250 of sneller) handig zijn om bewegende bladeren scherp vast te leggen.

ISO

Probeer de iso-waarde zo laag mogelijk te houden (bijvoorbeeld ISO 100 of 200) om ruis in je foto's te vermijden. Bij weinig licht kun je de iso-waarde een beetje verhogen, maar vermijd te hoge waardes om beeldkwaliteit te behouden.

Herfst & licht

Herfstlicht heeft iets bijzonders. De zon staat laag en geeft het landschap vaak een zachte, warme gloed. Wil je dit licht optimaal benutten, dan zijn de eerste en laatste uren van de dag het meest geschikt. Tijdens het gouden uur – kort na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang – worden de kleuren dieper en warmer, terwijl lange schaduwen en subtiele gelaagdheid je foto extra sfeer geven.

Midden op de dag ligt dat anders. Het felle, directe licht kan kleuren vlak maken en harde schaduwen veroorzaken. Fotografeer je toch op dit moment, zoek dan beschutte plekken of plaats jezelf zo dat de zon achter je valt, om hinderlijke reflecties te voorkomen.

Ook een grijze dag kan verrassend mooi uitpakken. Wolken werken als een natuurlijke diffuser die het licht gelijkmatig verspreidt. Hierdoor verdwijnen harde schaduwen en komen herfstkleuren juist zacht en vol verzadiging naar voren.

Lees ook: Zo fotografeer je de zonsondergang met je smartphone

📸 Zoom Academy Pro Dit artikel komt uit de online cursus Fotograferen in de Herfst van Zoom Academy Pro. Met ruim 90 interactieve cursussen en 100+ uur aan videomateriaal is dit hét platform voor de gepassioneerde fotograaf. Of je nu een ambitieuze amateur bent, een starter, een professional of ergens daartussenin: met Zoom Academy Pro leer je beter fotograferen. Klik hier om naar Zoom Academy Pro te gaan.