NAS installeren? Zo doe je dat

© PXimport

NAS installeren? Zo doe je dat

Geplaatst: 31 mei 2021 - 02:05

Aangepast: 25 november 2022 - 10:57

Toon van Daele

Je hebt een NAS gekocht, samen met een aantal geschikte NAS-schijven. Die moet je natuurlijk nog in het apparaat plaatsen en dan begint het pas. Hoe configureer je de opslagruimte, hoe maak je accounts aan en met welke machtigingen, en hoe krijg je bestanden in de gewenste mappen? Een NAS installeren is gelukkig niet ingewikkeld.

Een NAS koop je doorgaans leeg en moet je vervolgens zelf installeren. In deze basiscursus leggen we je zo nauwkeurig mogelijk uit hoe je je NAS klaarmaakt voor gebruik. We doen dat aan de hand van zowel een Synology- als een QNAP-NAS, aangezien dat toch wel de meestgebruikte modellen zijn. Heel concreet beschrijven we de installatie op basis van twee courante modellen die prima geschikt zijn voor thuisgebruik: een populaire Synology DS220+ en een krachtige quadcore QNAP TS-253D-4G. Wij vullen beide modellen met de IronWolf Pro NAS-schijven (4 TB) van Seagate.

Heb je zelf een ander model: geen nood, je zult ongetwijfeld merken dat de installatie-instructies goed vergelijkbaar zijn.

01 Opslagruimte vullen

Geen NAS zonder opslagruimte natuurlijk en dus moet je eerst de schijven in de NAS-behuizing stoppen. Wellicht vertelt een meegeleverde mini-handleiding hoe je dat het beste aanpakt. Of als je googelt naar iets als insert drives NAS <model> is de kans groot dat je een stapsgewijze handleiding of een YouTube-instructievideo vindt.

Doorgaans zijn de compartimenten voor de schijven (in NAS-jargon meestal ‘bays’ genoemd) makkelijk bereikbaar door het frontpaneel weg te halen. Je kunt de (meestal plastic) beugels waar de schijven in vast horen te zitten (in NAS-jargon: de ‘trays’) er nu uit halen via een knop of kleine hefboom. Om de schijven in die trays te plaatsen, moet je wellicht eerst twee plastic plaatjes aan de zijkant verwijderen. Zodra de schijf in de tray zit, klik je die plastic plaatjes weer terug. Die plastic plaatjes hebben een paar uitstulpingen die in de schroefgaten van de schijven steken om ze op hun plek te houden. Je kunt de schijf soms ook nog met schroeven vastzetten, maar meestal hoeft dat niet. Ten slotte stop je de gevulde trays terug in de schijfcompartimenten.

Je verbindt de NAS met een netwerkkabel (sommige professionelere NAS’en hebben zelfs twee netwerkaansluitingen) met een switch in je thuisnetwerk, waarna je het apparaat van stroom voorziet en hem inschakelt. De leds van de schijven en het netwerk kleuren waarschijnlijk groen, en de statusled oranje. Dat laatste is logisch, want je moet nog wel het een en ander configureren. We leggen eerst uit hoe je dat bij Synology doet en daarna bij QNAP.

01 Synology geeft in een pdf mooi tekst en uitleg over hoe je de schijf in een tray plaatst.

© PXimport

02 NAS-detectie

We gaan ervan uit dat je Synology-NAS succesvol met je thuisnetwerk verbonden is en dat (op je router) een DHCP-server in je netwerk actief is, zodat je NAS een ip-adres krijgt binnen jouw subnet. Als je wilt weten welk ip-adres het is, gebruik dan een eenvoudige tool als Angry IP Scanner op je pc of de app Fing op je smartphone.

Start een browser op een pc in je thuisnetwerk en start via http://find.synology.com de Synology Web Assistant. Als het goed is, detecteert die al snel je nieuwe NAS en krijg je de volgende informatie: Servernaam, IP-adres, MAC adres, Serienummer, DSM-versie, Modelnaam en Status. Druk op de knop Verbinding maken en een paar keer op Doorgaan tot de knop Installeren verschijnt. Of je surft meteen naar http://synologynas:5000, of je gebruikt de mobiele app DS finder waar je Nieuwe nas instellen kiest (en vervolgens een paar keer Overslaan). Eventueel kun je ook het ip-adres van je NAS in je browser tikken.

Bevestig met Nu installeren om de nieuwste versie van DSM (Disk Station Manager, het besturingssysteem van Synology) op je NAS te zetten. Besef wel dat hierdoor alle data op de NAS-schijven worden verwijderd. Het hele proces duurt maximaal tien minuten; onderbreek dit absoluut niet. Op het moment dat we dit artikel schrijven is DSM 6.2 nog de nieuwste versie, maar Synology is al heel ver met DSM 7.0. Wellicht is versie 7 net gelanceerd als je dit leest.

02 Je kunt de nieuwe NAS ook via een browser in je thuisnetwerk opsporen.

© PXimport

03 Administrator

Meteen na de installatie maak je een administratoraccount voor je NAS. Naast een Servernaam (de naam van je NAS-naam, zeg maar) vul je hiervoor ook een gebruikersnaam en twee keer een stevig wachtwoord in. In het volgende venster krijg je de gelegenheid een QuickConnect-account te maken. Dat maakt het makkelijker om vanaf het internet diensten op je NAS te bereiken zonder in je router poorten te moeten doorsturen. Deze functie kunnen we later eventueel nog inschakelen, dus mag je hier klikken op Deze stap overslaan / Ja. Eventueel plaats je een vinkje bij de optie om de netwerklocatie van je NAS te delen zodat je die via http://find.synology.com kunt lokaliseren. Druk ten slotte op Start om een eerste blik te werpen op de webinterface van DSM.

03 Zo ziet de beheermodule van een Synology-NAS eruit (op basis van DSM 6.x).

© PXimport

04 RAID-opslag

Een NAS bevat typisch twee of meer schijven, zodat de NAS voor extra veilige schijfopslag kan zorgen door die schijven in een RAID-opstelling te plaatsen (Redundant Array of Inexpensive/Independent Disks). Het komt erop neer dat gegevens op een of andere manier redundant worden opgeslagen zodat je geen data hoeft te verliezen als een schijf crasht.

Hoe die dataopslag precies gebeurt, hangt af van het gekozen RAID-type en dat leg je vast via de knop Hoofdmenu (linksboven) waarna je Opslagbeheer selecteert. Als je hier HDD/SSD opent, zie je dat je schijven al geïnitialiseerd zijn, maar ze zijn nog niet meteen bruikbaar. Dat regel je vanuit de rubriek Opslagpool. Klik hier op Maken en selecteer bij voorkeur Hogere flexibiliteit. Immers, in bij deze optie kun je naast de types als JBOD, RAID 0 en RAID 1 ook nog SHR selecteren (zie kader ‘Enkele RAID-types’). Dit laatste type is specifiek voor Synology en maakt het mogelijk dat je ook naderhand extra schijven met een verschillende opslaggrootte combineert, indien er voldoende bays beschikbaar zijn. Klik op Volgende, selecteer beide schijven en klik nogmaals op Volgende. Bevestig met OK, waarna alle schijfdata worden verwijderd. Bij nieuwe schijven laat je nu bij voorkeur een schijfcontrole uitvoeren. In het volgende venster rond je af met Toepassen.

04 Denk goed na over het RAID-type dat je voor je NAS wilt configureren.

© PXimport

05 Volume maken

De fysieke opslagpool is klaar, maar daar moet je nu nog een of meer logische volumes voor maken. Open hiervoor de rubriek Volume in het Opslagbeheer en klik op Maken.

Kies Aangepast / Volgende en selecteer Kies een bestaande opslagpool. Druk nogmaals op Volgende. Selecteer de beschikbare pool en druk alweer op Volgende. Je moet nu een technische beslissing nemen: afhankelijk van de gebruikte NAS kies je voor het bestandssysteem Btrfs of ext4. Dat is vooral toch een afweging tussen iets meer veiligheid enerzijds (Btrfs), en iets meer snelheid en (terugwaartse) compatibiliteit anderzijds (ext4). Via www.tiny.cc/synfs lees je meer over beide systemen.

Een venster verder geef je het volume een naam en kies je tevens de gewenste grootte. Neem je niet de volledige capaciteit in beslag, dan kun je eventueel nog extra volumes maken. Bevestig je keuzes met Toepassen. De rubriek Overzicht geeft mooi de geconfigureerde opslagruimte weer.

05 Wellicht beschikt je NAS maar over één opslagpool en dat maakt de keuze vanzelfsprekend.

© PXimport

06 Gebruikers en machtigingen

We tonen nog even hoe je gebruikersaccounts maakt die bijvoorbeeld elk toegang hebben tot hun eigen map. Open daarvoor het Configuratiescherm van je NAS en kies Gebruiker. Naast (de uitgeschakelde) accounts Admin en Guest zie je hier alleen je eigen account staan. Klik op Maken en vul de benodigde gegevens van de nieuwe gebruiker in (zoals Naam en Wachtwoord). Druk een aantal keer op Volgende en zie dat je in deze vensters onder meer de toepassingsmachtigingen kunt toewijzen, voor services als FTP, rsync enzovoort) en bevestig tot slot met Toepassen.

Ga nu naar de rubriek Gedeelde map en kies Maken (2x). Geef een naam op en druk op Volgende. Eventueel kies je ervoor om de data in deze map te versleutelen. Druk op Volgende (2x) en rond af met Toepassen. Plaats een vinkje in de kolom Lezen/schrijven, Alleen-lezen of Geen toegang bij de gewenste gebruiker(s), en druk op OK.

Open Windows Verkenner en tik in de adresbalk het UNC-pad \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> in. Als het goed is, zie je een venster waarin om de nodige referenties wordt gevraagd. Plaats een vinkje bij Mijn referenties onthouden als je die niet telkens opnieuw wilt intikken. Of je maakt er een (semipermanent) netwerkstation van, bijvoorbeeld door op de Opdrachtprompt het volgende commando uit te voeren waarbij je x: vervangt door een vrije stationsletter:

net use x: \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> /u:<gebruikersnaam> <wachtwoord> /persistent:yes

06 Denk goed na welke gebruiker je welke machtigingen op welke map(pen) je wilt geven.

© PXimport

Enkele RAID-types

De online RAID-calculator (hier van Synology) geeft goed aan wat verschillende RAID-types voor je opslagruimte betekenen.

© PXimport

07 NAS-detectie

Net als bij de Synology-NAS gaan we er ook hier van uit dat je NAS met je thuisnetwerk verbonden is en via een DHCP-server op je router een ip-adres heeft gekregen. Vervolgens ga je op een netwerk-pc naar http://install.qnap.com/?lang=nl-nl, waar je op de knop Opnieuw scannen drukt. Als het goed is, detecteert deze tool het QNAP-model, evenals het interne en externe ip-adres, het MAC-adres en de firmware-versie.

Lukt het zo niet, dan kun je nog altijd het hulpje Qfinder Pro downloaden en installeren (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux), waarna je de tool opstart en die met de knop Vernieuwen je NAS laat detecteren. Hier kun je dan de vraag of je je door een ‘slimme installatiegids’ wilt laten bijstaan met Ja beantwoorden. De NAS is ook via het ip-adres bereikbaar.

07 Vanuit de browser werd de QNAP-NAS netjes gedetecteerd.

© PXimport

08 Initialisatie

We gaan ervan uit dat de browser je NAS inderdaad heeft gevonden en dan klik je hier op de knop Initialiseren. QNAP probeert je over te halen een QNAP ID-account te maken, maar dat kan altijd later nog. Klik in dit geval op create later zodat je in de webinterface van je NAS terechtkomt, met als standaardadres <intern-ip-adres>:8080. In het volgende browservenster stel je de taal desgewenst in op Nederlands, en selecteer je Start Slimme Installatie voor de schijfconfiguratie.

Eventueel druk je op de knop Controleren om direct na te gaan of je NAS over de recentste firmware beschikt, maar dat kan gerust ook later. Klik in dat geval op Overslaan en tik een NAS-naam en een twee keer stevig wachtwoord in voor het admin-account. Bevestig met Volgende, selecteer je tijdzone en geef bij voorkeur aan dat de NAS de tijd met een internet-timeserver, zoals pool.ntp.org, mag synchroniseren. Met de Test-knop controleer je de goede werking. Klik hier weer op Volgende, selecteer bij voorkeur de optie Use static IP adres en vul de benodigde netwerkgegevens in: interface, ip-adres, subnetmasker en gateway. Druk alweer op Volgende en geef deze keer aan voor welke besturingssystemen je de NAS beschikbaar wilt maken: Windows, Mac en/of Linux – wij houden het hier bij Windows. Klik op Volgende / Toepassen. Met de knop Initialiseren geef je aan dat alle eventuele schijfgegevens op je NAS verwijderd mogen worden.

08 Je geeft je NAS het best een vast ip-adres mee.

© PXimport

09 RAID-configuratie

Na afloop van de initialisatie meld je je bij de NAS aan met het ingebouwde admin-account, waarna je in de grafische QTS-besturingsomgeving belandt. We gaan nu een opslagpool met een geschikt RAID-type maken, met het oog op een logisch volume waarna je ook mappen kunt maken en delen.

In QTS kies je daarvoor Opslag en Snapshots en open je de rubriek Opslag. De fysieke schijven zouden hier zichtbaar moeten zijn en je kunt erop klikken om de S.M.A.R.T-status te controleren. Klik rechts op het knopje boven Geen opslagpool. Druk op Volgende in het venster van de Wizard ‘Opslagpool maken’. Plaats een vinkje naast de NAS-schijven en selecteer een geschikt RAID-type in het uitklapmenu. We raden met het oog op een veilige en redundante opslag meestal aan om voor twee schijven RAID 1 te selecteren, voor drie schijven RAID 5 en voor vier schijven RAID 6 of RAID 10 (zie ook tekstkader ‘Enkele RAID-types’). Druk op Volgende (2x) / Maken / OK.

09 Ook QNAP kan met diverse RAID-configuraties overweg, afhankelijk van het aantal schijven.

© PXimport

10 Volume maken

Zodra de opslagpool gereed is, stelt QTS voor een logisch volume te maken. Hiervoor klik je op Nieuw volume, selecteer je de opslagpool en duid je het gewenste volume-type aan: Statisch, Thick of Thin. Via www.tiny.cc/qnvol vind je meer informatie over de verschillen. In een notendop is statisch het snelst (vooral voor ‘random’ schrijfoperaties), maar ondersteunt dat geen geavanceerde functies zoals snapshots. Thick is een goede balans tussen prestaties en flexibiliteit. En thin is vooral bedoeld voor wie flexibiliteit beoogt en de opslagruimte zo efficiënt mogelijk wil inzetten. Wij kiezen voor Thick volume, maar dat is een afweging die je echt zelf moet maken. Bevestig je keuze met Volgende, laat de voorgestelde instellingen gerust ongewijzigd, druk nogmaals op Volgende en rond af met Voltooien.

Na afloop open je in QTS de rubriek File Station. Selecteer hier het volume en kies Creëer map / Gedeelde map. Vul het veld Mapnaam in en bevestig met Maken: de map wordt aan je volume toegevoegd.

10 Een ‘thick volume’ biedt doorgaans een goede balans tussen snelheid en flexibiliteit.

© PXimport

11 Gebruikers en machtigingen

Laten we nu een extra gebruiker maken en die bepaalde machtigingen toekennen op die gedeelde map. Open het Configuratiescherm van je NAS en kies Gebruikers (overigens is Gebruikersgroepen ook een optie). Selecteer Maken / Een gebruiker maken en vul de vereiste velden in, zoals Gebruiksnaam en Wachtwoord (2x). Druk vervolgens op de knop Bewerken bij Machtiging gedeelde map. Standaard heeft elke nieuwe gebruiker leesrechten op de gedeelde map Public en geen toegang tot andere gedeelde mappen. Om lees- en schrijfrechten op een specifieke map toe te kennen, volstaat het een vinkje te plaatsen naast die map in de kolom RW (Read/Write). Bevestig met Maken. Via de knopjes in het Gebruikers-paneel kun je altijd nog wijzigingen aanbrengen.

Test de toegang tot de gedeelde map door bijvoorbeeld in Windows Verkenner van een netwerk-pc het UNC-pad \\<nas_ip_of_naam>\<gedeeldemap_naam> in te tikken. Zodra je de juiste referenties invult hoor je met dat account daadwerkelijk toegang te krijgen.

11 Zodra de juiste referenties zijn ingevoerd, kan deze gebruiker de gedeelde map benaderen.

© PXimport

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten