ID.nl logo
🍂 Zo maak je je tuinmeubilair winterklaar (dit is hét moment!)
© Roland Abel
Huis

🍂 Zo maak je je tuinmeubilair winterklaar (dit is hét moment!)

Er is geen ontkennen meer aan: het is herfst. En dat is hét moment om je tuinmeubels winterklaar te maken – of ze nu gemaakt zijn van hout, metaal, kunststof, wicker of rattan. Zo zorg je ervoor dat je er komend jaar weer lekker plezier van hebt. In dit artikel lees je hoe je tuinmeubilair de komende natte en koude maanden zonder problemen kan doorstaan.

In dit artikel lees je hoe je je tuinmeubilair klaarmaakt voor de winter. Dat doen we met een handig stappenplan:

1. Schoonmaken 2. Behandelen 3. Drogen 4. Opbergen

Ook lees je hoe je je parasol en tuinkussens schoon krijgt, wanneer je wel en niet de hogedrukreiniger kunt gebruiken en wat je moet doen wanneer je geen ruimte hebt om je tuinmeubilair binnen op te bergen.

Lees ook: Weg met die groene aanslag! Dit zijn de beste tips voor het schoonmaken van tuinmeubels

Tuinmeubilair wordt vaak gemaakt van materialen die gevoelig zijn voor vocht, vorst en UV-straling: zoals hout, metaal, kunststof en vlechtwerk zoals rattan. Zonder goede bescherming kunnen deze materialen na verloop van tijd beschadigen, verkleuren of scheuren. Met regelmatig schoonmaken, insmeren en droog opbergen, voorkom je deze problemen en geniet je langer van je meubels.

Simpel stappenplan: van schoonmaken tot opbergen

Het winterklaar maken van je tuinmeubilair kan in een aantal eenvoudige stappen. Je hoeft ze niet allemaal te volgen: kijk wat er voor jouw tuinmeubels nodig is.

Stap 1: Schoonmaken

Maak de meubels eerst goed schoon. Gebruik voor houten meubels speciale tuinmeubelreiniger of groene zeep. Voor metalen meubels heb je vaak genoeg aan zeep en water. Kunststof reinig je bij voorkeur met warm water en afwasmiddel. Voor rattan en wicker kun je het beste een borstel gebruiken.

©Christian Bridgwater

Stap 2: Behandelen

Houten meubels? Behandel ze na het schoonmaken met beschermende tuinmeubelolie. Dit voedt het hout en maakt het waterafstotend. Ook kun je metalen onderdelen insmeren met vaseline om roest te voorkomen.

Stap 3: Drogen

Laat alles goed drogen voordat je de tuinmeubels opbergt. Vocht is de grootste vijand van je spullen, vooral wanneer je ze een tijd niet gaat gebruiken, zoals nu.

Stap 4: Opbergen

Zoek een droge, koele en goed geventileerde plek om je tuinmeubilair op te bergen, zoals een garage of schuur. Kussens en hoezen kun je apart bewaren in plastic opbergboxen of afgesloten vuilniszakken. Stapel stoelen en tafels zo efficiënt mogelijk en bedek ze met een ademend beschermzeil zodat er geen vocht blijft 'hangen'. Leg eventueel iets tussen het zeil en de meubels om beschadiging te voorkomen.

Af en toe controleren

Controleer af en toe of de meubels nog steeds droog staan en er geen vocht of schimmel ontstaat. Mocht dat nodig zijn, behandel houten meubels dan nogmaals met beschermende olie.

💡 Schoonmaken met de hogedrukreiniger: goed idee of niet? Het is verleidelijk om je tuinmeubels snel schoon te spuiten met een hogedrukreiniger, maar dit is vaak geen goed plan. Hieronder lees je welke materialen je beter kunt vermijden en waarvoor de hogedrukspuit wél geschikt is: Hout: Vermijd het gebruik van een hogedrukreiniger. De krachtige waterstraal kan het hout beschadigen. Gebruik liever een zachte borstel en een speciale tuinmeubelreiniger. Kunststof: Ook bij kunststof is hoge druk af te raden, omdat het het oppervlak kan aantasten en ruw maken. Een zachte borstel en een sopje zijn betere keuzes. Metaal: Metaal kan tegen hoge druk, zolang er geen kwetsbare coating of verf op zit. Zorg ervoor dat je de straal loodrecht richt en houd voldoende afstand om deuken of putjes te voorkomen. Rattan: De vlechtstructuur van rattan is gevoelig voor beschadiging bij hoge druk. Reinig het voorzichtig met een zachte borstel. Wicker: Wicker is erg kwetsbaar, en de hogedrukreiniger kan de vlechtwerkstructuur onherstelbaar beschadigen. Gebruik alleen een borstel en zeep om het schoon te maken.

©HelinLoikTomson | Fotohelin

Heb je geen opbergruimte binnen?

Als er echt geen mogelijkheid is om de tuinmeubels binnen of in een schuur op te bergen, zijn er nog een paar tips om ze zo goed mogelijk te beschermen:

• Kies een droge, beschutte plek in je tuin, bijvoorbeeld tegen een schutting of muur, zodat je meubels beschermd staan tegen wind en regen.
• Dek de meubels af met een goed passende en waterdichte tuinmeubelhoes. Zorg dat de hoes tot op de grond reikt en stevig vastzit, zodat er geen water onderdoor kan komen.
• Plaats de poten van tafels en stoelen op houten blokken, zodat ze niet direct in contact komen met de grond. Zo kan er geen vocht vanuit de grond in de poten trekken.
• Haal kussens en hoezen eraf en bewaar ze binnen; meestal kunnen ze namelijk niet goed tegen vocht. Zou je ze er gewoon op laten zitten, dan is de kans groot dat het weer erin slaat of dat je in het voorjaar ontdekt dat ze vol schimmelplekjes zitten.
• Controleer regelmatig of er geen vocht onder de hoezen zit. Wel? Droog de hoezen dan goed af.
• Behandel houten onderdelen regelmatig met een beschermende olie om scheuren te voorkomen.
• Maak metalen delen grondig schoon en smeer ze in met vaseline om roestvorming tegen te gaan.

©Maksym

Zo krijg je je parasol en tuinkussens schoon Begin bij de parasol door grof vuil te verwijderen met een zachte borstel. Maak een sopje van warm water en een mild schoonmaakmiddel, zoals groene zeep voor katoen of een kunststofreiniger voor polyester. Dep de stof voorzichtig schoon met een spons, zonder hem te nat te maken, en spoel daarna goed na met schoon water. Laat de parasol uitgeklapt drogen voordat je hem opbergt. Reinig het frame met een doekje en warm water, eventueel met schoonmaakazijn, en smeer metalen onderdelen in met vaseline of siliconenspray voor extra bescherming.

Voor tuinkussens met losse hoezen keer je de hoes binnenstebuiten en was je deze volgens het label op 30 of 40 graden. Laat de hoes aan de lucht drogen om krimpen te voorkomen. Het kussen zelf kun je stofzuigen of voorzichtig reinigen met schoonmaakazijn. Bij kussens met een vaste hoes gebruik je een vochtige doek, een zachte borstel en een mild schoonmaakmiddel om vuil te verwijderen. Test eerst op een onopvallende plek als je schoonmaakazijn gebruikt voor hardnekkige vlekken. Laat de kussens volledig drogen om schimmel te voorkomen.

Opberghoes of afdekzeil: hier moet je op letten

Zoals je eerder hebt gelezen, is het verstandig om je tuinmeubels goed te beschermen tegen de elementen door ze af te dekken met een stevige hoes. Kies voor een waterdichte en ademende stof, zoals polyester of canvas. Dit zorgt ervoor dat vocht buiten blijft terwijl condens kan wegtrekken. Let goed op de maat: de hoes moet ruim over de meubels vallen voor optimale bescherming. Meet daarom altijd eerst je meubels op voordat je een hoes of zeil aanschaft. Verstevigde hoeken en naden zijn een pluspunt, omdat ze zorgen dat de hoes goed op zijn plek blijft. Hoezen met bevestigingsbanden aan de onderkant zijn extra handig om alles stevig vast te zetten.

Wanneer het weer voorjaar wordt en de hoes eraf gaat, laat je 'm eerst goed drogen voordat je hem opbergt, zodat hij niet gaat schimmelen. Zo weet je zeker dat je de hoes ook de volgende keer weer kunt gebruiken.

©Yuriy T

Laat de winter maar komen!

Met de tips uit dit artikel kun je met een gerust hart de winter in. Ja, het kost je even wat tijd nu, maar door nu een beetje extra liefde aan je tuinmeubilair te schenken, kun je er volgend jaar weer volop van genieten!

🔥 P.S. Net nog wat langer buiten zitten? ⮯

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!