ID.nl logo
Linksys Velop AX5300 - High-end mesh zonder wifi 6E
Huis

Linksys Velop AX5300 - High-end mesh zonder wifi 6E

Voor onze jaarlijkse grote vergelijkende test van wifi-mesh-systemen (her)testen we alle tri-band mesh-oplossingen die op dit moment worden verkocht. Vandaag op de testbank, de Linksys Velop AX5300, een high-endmodel uit de stallen van Linksys welke inmiddels weer zo’n twee jaar mee gaat. Kan hun topmodel van toen de strijd in 2022 nog aan?

Oké
Conclusie

In ons zesde jaar dat we wifi-mesh-systemen testen weet Linksys met hun Velop-serie wederom niet te overtuigen wat betreft prestaties en mogelijkheden voor de prijs. Mocht je deze reeds in huis hebben, dan is de kans groot dat alles naar behoren werkt en de prestaties zijn an sich niet onaardig, maar in de vergelijking zien we eigenlijk geen uniek voordeel waarom je deze set zou kopen boven anderen. Of je moet écht fan van het design zijn, maar daar geven wij geen punten voor. Bij een ultra scherpe prijs blijft dit een overweging, al kijken wij vooral uit naar de nieuwe Atlas-serie die wél is voorzien van wifi 6E.

Plus- en minpunten
  • Geen onaardige wifi-prestaties
  • Gebruiksvriendelijke app
  • Eenvoudige installatie
  • Geen wifi 6E
  • Geen multi-gigabit-lan/wan
  • Goedkopere sets presteren beter
  • Matige prijs-prestatieverhouding

De Linksys Velop AX5300, soms wel MX10 genoemd, is het topmodel Velop wifi-mesh-systeem dat Linksys in 2020 uitbracht, maar anno 2022 nog actief wordt verkocht. Hij bestaat uit aantrekkelijke, hoekige kastjes die uitstekend aanvoelen. De aanwezigheid van vier netwerkpoorten per satelliet is fijn, menig set heeft er slechts twee of drie. Met 24,5 x 10 x 10 cm zijn ze niet overdreven groot en prima te positioneren in huis. Dit zijn opvallend genoeg dezelfde afmetingen als de iets goedkopere Velop AX4200. Eveneens een tri-band-oplossing, maar voorzien is van iets minder interne antennes.

De Velop toont zijn leeftijd echter in enkele details. Zo ontbreekt wifi 6E en is er geen multi-gigabit lan- of wan-poort. Niet dat iedereen dat nodig heeft, maar enkele sets die grofweg hetzelfde kosten bieden dat wel, zoals de TP-Link Deco XE75 (PRO). Linksys is zich daarvan bewust en heeft inmiddels nieuwe modellen aangekondigd. Ze laten de Velop naam varen en lijken een herstart te maken onder de naam “Atlas”. De tri-band Atlas sets waren op moment van testen echter nog niet verkrijgbaar. En gezien Velop nog volop wordt verkocht, haalden ze onze criteria voor de hertest.

Het Linksys Velop AX5300-wifi-mesh-systeem bestaat uit keurig vormgegeven torentjes.

Software en Installatie

Linksys heeft door de jaren heen grote stappen gemaakt met hun software- en appervaring. De installatie is vlot geregeld en vereist geen technische kennis. Hierdoor heb je binnen 5 à 10 minuten na het uitpakken een vlot werkend wifi-netwerk in huis. De app is overzichtelijk en ook voor leken goed te volgen. Zo zet je bijvoorbeeld vlot een gastnetwerk op of stel je wat beperkingen in voor jonge internetgebruikers.

Linksys doet dat net als Netgear en TP-Link wel met het idee dat meer opties een leek kunnen overweldigen, waardoor ze helaas kiezen om meer geavanceerde instellingen simpelweg te verwijderen in plaats van ze in een geavanceerd scherm te steken. Dat maakt Velop, net als Deco en Orbi, iets minder geschikt als je graag je complete netwerk tweakt. 

Testprotocol

De testlocatie waar we deze set getest hebben betreft een jong vrijstaand woonhuis waarbij geen sprake is van storing vanuit wifi-verbindingen uit de buurt. De vloeren zijn echter wel van beton wat een uitdaging vormt voor routers en mesh-oplossingen. We testen over drie woonlagen.

We testen met twee computers voorzien van wifi 6E. Als testserver gebruiken we een server met een multi-gigabit-netwerkaansluiting die we bedraad op het mesh-systeem aansluiten. Dit legt de bottleneck bij het te testen product. (Let op: de meeste routers, switches en computers zijn beperkt tot 1 gigabit, de hogere snelheden die je in sommige van onze testen ziet zijn enkel haalbaar in combinatie met multi-gigabit apparatuur. Ook mesh-oplossingen zonder 2,5- of 10Gbit/s-poorten zullen tot deze 1 Gbit/s worden beperkt).

We hebben gekozen voor drie specifieke testscenario’s. Test 1 richt zich puur op de maximaal haalbare snelheid (capaciteit van de antennes) van elke individuele unit. Deze test voeren met uit met onze laptops op enkele meters van en met direct zicht op de hoofdunit op een kastje in de woonkamer. Dit is dus tevens wat je grofweg mag verwachten wanneer je kiest om een satelliet elders in huis wél bedraad aan te sluiten, bijvoorbeeld als je op één locatie in huis echt de maximale snelheid wilt zien op je laptop.

Voor test 2 en 3 richten we ons specifiek op de mesh-prestaties en de kwaliteit van de verbinding tussen de satellieten onderling. We plaatsen een tweede satelliet in de hal één verdieping hoger. Voor test 2 testen we de twee apparaten in de nabijheid van deze tweede satelliet, hierdoor zien we vooral wat de onderliggende backhaul van een mesh-systeem in huis heeft.

Voor test 3 nemen we beide laptops wederom één verdieping hoger en testen we wederom via de satelliet op de eerste verdieping. Hier leunen we dus zowel op de backhaul van het mesh-systeem, als de signaalsterkte per satelliet op iets langere afstand en met hinder van muren en plafond.

We testen op drie locaties in een huis over drie verdiepingen.

Prestaties

De Linksys Velop AX5300 zet zoals praktisch elke andere mesh-oplossing in 2022 an sich best leuke resultaten neer. Zo’n 806 Mbit/s rondom, of 489 Mbit/s op de eerste verdieping via een satelliet is een keurig resultaat waar menig losse router, en zeker een oplossing met wifi-versterkers, niet snel bij in de buurt zal komen. Hij is daarmee ook duidelijk sneller dan de goedkopere Velop AX4200, al scheelt het op de tweede verdieping maar bar weinig; 291 vs. 278 Mbit/s is geen 130 euro meer waard.

Het is een teken dat de backhaul van Linksys nog altijd gewoon niet denderend is en kijken we naar alternatieven wordt dat bijna pijnlijk duidelijk: goedkopere sets zoals de Netgear Orbi RBK75x, Asus ZenWiFI XT8 en TP-link Deco XE75 PRO doen het op vrijwel elk vlak beter voor hetzelfde of minder geld. Dat laat weinig ruimte voor warme gevoelens bij een product als dit welke het primair toch echt van die prestaties moet hebben. 

Conclusie

In ons zesde jaar dat we wifi-mesh-systemen testen weet Linksys met hun Velop-serie wederom niet te overtuigen wat betreft prestaties en mogelijkheden voor de prijs. Mocht je deze reeds in huis hebben, dan is de kans groot dat alles naar behoren werkt en de prestaties zijn an sich niet onaardig, maar in de vergelijking zien we eigenlijk geen uniek voordeel waarom je deze set zou kopen boven anderen. Of je moet écht fan van het design zijn, maar daar geven wij geen punten voor. Bij een ultra scherpe prijs blijft dit een overweging, al kijken wij vooral uit naar de nieuwe Atlas-serie die wél is voorzien van wifi 6E.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.