ID.nl logo
Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen
© PXimport
Huis

Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen

Via je energieleverancier weet je wat je totaalverbruik is. Dat is een goed uitgangspunt, maar je wilt natuurlijk weten wat in huis de grootverbruikers zijn. Op die manier kun je juist daar beginnen met besparen. Het is tijd om de afzonderlijke apparaten eens onder de loep te nemen. Wil je een energiemeter kopen, aansluiten en aflezen? Lees dan verder.

Energiemeters, ook bekend als energiekostenmeters, zijn er in verschillende uitvoeringen. De simpelste vorm is de stekkeradapter: een apparaatje dat je in het stopcontact steekt. De stekker van het apparaat dat je wilt meten, steek je vervolgens in de adapter. De meeste stekkeradapters hebben een display waarop je het actuele verbruik in watt kunt aflezen; een momentopname dus. Ook het totaalverbruik in kilowattuur (kWh), dus over de periode dat je hebt gemeten, wordt altijd weergegeven.

Afhankelijk van je meetstekker kun je andere waarden uitlezen, zoals de netspanning en de stroomsterkte. In een enkel geval heeft de adapter geen display. Je moet hem dan via bluetooth met je smartphone verbinden. Daarna kun je de waarden via een app bekijken.

©PXimport

Energiemeter kiezen

Bij de meeste (online) elektronicawinkels vind je een ruim aanbod. Bekende merken zijn onder andere Basetech, Brennenstuhl, ELV en Voltcraft. De prijzen lopen uiteen van een 10 tot 60 euro. Kijk behalve naar de prijs ook naar het meetbereik. Doorgaans loopt dat van iets meer dan 0 tot ongeveer 3600 watt.

Er zijn ook energiemeters die bijvoorbeeld beginnen bij 4 of meer watt. Dat betekent dat je daarmee apparaten die heel weinig verbruiken niet kunt doormeten. Ook het sluipverbruik (zie kader) kun je dan niet in kaart brengen. Kijk in de specificaties van de meter verder naar de nauwkeurigheid. Dat staat aangegeven in procenten. Hoe lager het percentage, hoe beter. Kijk ook of de meter een geïntegreerde batterij heeft. Als dat niet zo is, kun je hem vaak alleen aflezen als hij in het stopcontact zit en dat is nogal onhandig.

Sluipverbruik

Ook op de momenten dat je apparaten niet gebruikt, kunnen deze stroom verbruiken. Denk aan een televisie die je in stand-by zet en dus niet uitschakelt. Door nieuwe ecodesignrichtlijnen is het sluipverbruik van nieuwe apparaten wel heel klein. Winst behaal je dus vooral op oude apparaten (ongeveer van voor 2010), zoals een oude magnetron, televisie, cv-ketel of wasmachine.

Met een goede energiemeter kun je dit sluipverbruik meten en aan de hand van de cijfers maatregelen nemen. Gebruik een stekkerdoos met een aan-uitknop voor apparatuur die bij elkaar hoort, zoals je computer en printer, of je televisie en mediabox met harddiskrecorder en dvd-speler. Je kunt alles dan in één keer uitzetten. Ook kun je een tijdklok gebruiken om apparaten tijdelijk uit te zetten.

Extra functies

Soms kan de adapter ook de kosten van de verbruikte stroom berekenen. Hiervoor moet je zelf wel eerst de stroomprijs hebben ingevoerd. Sommige meters bieden zelfs de mogelijkheid om zowel dag- als nachttarief te gebruiken. Ook logging is een functie die van pas kan komen. Beschikt je meter hierover, dan worden de gemeten data opgeslagen in het intern geheugen of op een geheugenkaartje. Je kunt de data dan overhevelen naar je pc en zo makkelijk(er) analyseren.

Energiemeter gebruiken

Hoe gebruik je nu zo’n energiemeter? Steek de adapter in het stopcontact en de stekker van het te meten apparaat in de adapter. Daarbij is het wel belangrijk dat je de handleiding volgt. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat je het apparaat dat je wilt meten, eerst moet uitzetten voordat je dat aansluit. Ook staat in de handleiding beschreven welke instellingen er allemaal mogelijk zijn, hoe je de data afleest en hoe de data worden bewaard.

Apparaten met hoog verbruik

Met een energiemeter kom je apparaten op het spoor die veel energie verbruiken. Denk aan een wifi-router, wifi-versterker of decoder. Maar ook energieslurpers als een aquarium, waterbed, elektrische kachel, elektrische boiler of oude koelkast. Of, minder voor de hand liggend, een deurbel, de cv-ketel of pomp voor vloerverwarming.

Op www.milieucentraal.nl vind je nog meer grootverbruikers van stroom. Sommige apparaten met een hoog verbruik kun je niet met een standaardmeter doormeten, omdat deze niet met een standaardstekker zijn aangesloten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een grote elektrische boiler, ventilatiesysteem, inductiekooplaat of elektrische vloerverwarming.

Duur van de meting

Sommige apparaten zijn afgebakend wat betreft gebruikstijd. Wil je bijvoorbeeld meten wat je waterkoker eigenlijk verbruikt, dan ben je snel klaar. Je meet dan gedurende de tijd die het duurt tot het water kookt en het apparaat afslaat. Bij een wasmachine voer je de meting uit tijdens een door jou gekozen wasprogramma. Wil je een nog beter beeld, dan zou je verschillende wasprogramma’s kunnen meten en bijvoorbeeld het ecoprogramma kunnen vergelijken met standaardprogramma’s. Bij moderne wasmachines hangt de hoeveelheid verbruikte stroom overigens ook af van hoe vuil je wasgoed is. Ga je meten, doe dat dan met een lading wasgoed die voor jou gebruikelijk is.

Er zijn ook apparaten die niet constant dezelfde hoeveelheid stroom verbruiken. Denk aan een koelkast waarvan de compressor af en toe aanslaat of een computer waarvan tijdens zware belasting de ventilatoren gaan draaien. Kies dan voor een langere meetperiode, bijvoorbeeld een paar uur of zelfs een paar dagen. Na afloop deel je het totaalverbruik dan door het aantal uur om te zien wat het gemiddelde gebruik is.

Bij je koelkast en vriezer hangt het trouwens wel af van het seizoen waarin je meet: in de zomer, als de omgevingstemperatuur hoger is, verbruiken deze apparaten meer stroom. Idealiter zou je daarom in meerdere seizoenen een meting moeten uitvoeren.

Wil je sluipverbruik meten? Kies dan ook een langere periode, bijvoorbeeld een nacht lang. Zorg dan wel dat je het apparaat in kwestie niet gebruikt. Je zou bijvoorbeeld je televisie een paar uur kunnen doormeten, terwijl je aan het kijken bent, om daarna, als je naar bed gaat, een nachtje het sluipverbruik te meten. Noteer per apparaat de exacte tijdsperiode en het aantal kilowattuur dat in die tijd is gemeten.

©PXimport

Cijfers begrijpen

Nu je de cijfers van je afzonderlijke apparaten hebt achterhaald, wordt het tijd om die eens nader te bekijken. Wat zeggen ze over je verbruik? Hoe kunnen ze je helpen om energiezuiniger te worden?

We beginnen met je totaalverbruik. Of dat hoog of juist laag is, is lastig te zeggen. Dat hangt vooral af van het soort huis waarin je woont (hoe groter, hoe meer gas), en het aantal mensen in je huishouden (hoe meer mensen, hoe meer elektriciteit). Volgens Milieu Centraal verbruikt een Nederlands huishouden per jaar gemiddeld 2.741 kilowattuur elektriciteit en 1.239 kubieke meter gas.

Wil je weten of je energieverbruik hoger of lager is dan vergelijkbare huishoudens? Dan kun je bij Milieu Centraal een online-advies op maat krijgen. Je vult een aantal vragen in en ziet meteen hoe je scoort ten opzichte van andere huishoudens.

Cijfers CBS

Je kunt ook kijken naar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de tabel zie je wat in 2020 het gemiddelde verbruik voor een aantal verschillende huishoudens en woningen was. Wil je deze cijfers kunnen gebruiken, dan moet je wel in een door aardgas verwarmd huis wonen. In Nederland geldt dat voor ruim 88 procent van de woningen.

©PXimport

©PXimport

Landelijk gemiddelde

Elke situatie is anders; daarom zullen jouw verbruikscijfers hoogstwaarschijnlijk wel wat afwijken van de landelijke gemiddelden. Zo maakt het nogal wat uit of je met z’n tweeën woont of dat je een gezin hebt met drie kinderen. Verbruik je minder, dan ben je al goed bezig, maar het kan natuurlijk altijd beter. Verbruik je meer, dan is het belangrijk om uit te zoeken hoe dat komt. Zie je dat vooral je gasverbruik (veel) hoger is, dan kan dat bijvoorbeeld komen doordat je huis niet goed is geïsoleerd. Zo’n 80 procent van het gas dat je gebruikt, gaat namelijk op aan verwarming.

Is juist je stroomverbruik aanzienlijk hoger, dan moet je uitzoeken waar dat door komt. Heb je notoire grootverbruikers in huis, zoals een waterbed, een airconditioner of een oude tweede koelkast? Dan kan het lonen om die te vervangen door apparaten die zuiniger zijn of door je gebruik aan te passen.

Historisch verbruik

Als je een slimme meter hebt, kun je in de webportal van je energieleverancier (of in het energierapport dat je periodiek krijgt) goed zien hoeveel energie je bijvoorbeeld een jaar geleden verbruikte. Heb je geen slimme meter, dan heb je hier uiteraard de eindafrekeningen van je leverancier voor.

Ook hier geldt: minder is altijd goed. Is je verbruik hoger, kijk dan eerst naar wat er in je omstandigheden is veranderd. Verbruik je meer gas dan in voorgaande jaren, dan kan dat komen door een koude winter of doordat je meer bent gaan thuiswerken en de kachel dus vaker aan staat. Ook kan het zijn dat de cv-ketel onderhoud kan gebruiken.

Een hoger stroomverbruik kan een aantal aanwijsbare redenen hebben. Het eerdergenoemde thuiswerken bijvoorbeeld. Of misschien heb je wel nieuwe elektrische apparatuur in gebruik genomen, of laad je een elektrische auto thuis op.

©PXimport

Meter ijken

Als je geen logische verklaring kunt vinden voor het toegenomen verbruik, dan zou het eventueel kunnen dat je meter defect is. Je kunt dan aan je netbeheerder vragen of die een metercontrole wil uitvoeren. Als er inderdaad iets met de meter mis is, wordt deze vervangen en hoef je niets te betalen.

Is de meter niet defect, dan draai jij op voor de ijkingskosten. Die lopen al snel op tot honderden euro’s. Sluit dus eerst alle mogelijke andere oorzaken uit. Je kunt daar onder andere de wizard van netbeheerder Liander voor gebruiken.

Afzonderlijke apparaten

Wanneer je een energiemeter hebt gebruikt of een schatting hebt gemaakt aan de hand van het energielabel, weet je ongeveer wat een apparaat per dag of per keer aan energie verbruikt. Die getallen zelf kunnen vaak best abstract lijken. Je moet ze dus omrekenen naar iets waarmee je verbruik voor jezelf duidelijker wordt.

We geven je een aantal rekenvoorbeelden. We gebruiken daarbij een fictief tarief van 24 cent per kilowattuur. Fictief, omdat die kosten afhangen van je provider en van het soort contract dat je hebt (vast of variabel).

Apparaten: altijd aan

Je koelkast, vriezer of elektrische boiler zijn voorbeelden van apparaten die altijd aan staan. Belangrijk dus om te weten wat die aan stroom verbruiken. Heb je een energiemeter gebruikt en heb je die 24 uur laten draaien, dan weet je het verbruik per etmaal.

Stel dat je koelkast 0,8 kilowattuur per etmaal verbruikt. Op jaarbasis is dat dan 365 × 0,8 = 292 kWh × € 0,24 = € 70,08 per jaar. Eventuele seizoensinvloeden, die we al eerder hebben genoemd, laten we hier even buiten beschouwing.

Je kunt ook naar het energielabel kijken. Heb je een apparaat dat altijd aan staat, dan is daarvoor zowel het oude als het nieuwe energielabel bruikbaar; je ziet daar het verbruik per jaar staan. Vermenigvuldig dat met € 0,24 om op het jaarbedrag uit te komen.

Heb je het energielabel niet meer? Kijk dan of je online kunt terugvinden wat de specificaties zijn. Je zult daar een wattage zien staan, bijvoorbeeld 200 watt. Dat betekent dat dit apparaat na vijf uur draaien 1 kWh heeft verbruikt (5 × 200 = 1000). Weet wel dat deze manier van berekenen niet erg nauwkeurig is: de wattage geeft aan wat een toestel maximaal verbruikt, bijvoorbeeld een koelkast waarvan de thermostaat nooit afslaat. Dat zal in de praktijk dus altijd lager zijn.

©PXimport

Apparaten: niet altijd aan

Bij apparaten die niet altijd aan staan, is werken met een energiemeter de meest betrouwbare manier, vooral bij oudere apparaten. Dat zit zo: op het nieuwe energielabel van wasmachines, vaatwassers, was-droogcombinaties en televisies staat tegenwoordig aangegeven wat het verbruik is na honderd draaibeurten of (bij televisies) duizend uur. Op de oude labels werd een verbruik per jaar aangegeven. Terwijl jij misschien twee keer zo veel wast als je buurman, of veel minder naar de televisie kijkt. Heb je dus een ouder apparaat, dan is de energiemeter de beste optie. Je berekening maak je dan zoals uitgelegd bij de paragraaf ‘Apparaten: altijd aan’.

Heb je een nieuw apparaat met een nieuw energielabel, dan is het makkelijk. Je weet het verbruik per honderd wasbeurten of per duizend uur televisiekijken. Als je weet hoe vaak je per jaar wast of hoe vaak je naar de televisie kijkt, kun je dat omrekenen. Stel dat op een nieuw wasmachinelabel staat dat het verbruik bij honderd wasbeurten 130 kWh is, dan is dat per wasbeurt dus 1,3 kWh. Was jij één per week, dan is jouw jaarverbruik dus 52 × 1,3 = 67,6 kWh. Per jaar kost je dat 67,6 × € 0,24 = € 16,22.

Ook hier: denk om sluipverbruik!

Houd wel rekening met sluipverbruik. Voor een wasmachine gaat dat niet op, maar voor een televisie die je nooit echt uitzet waarschijnlijk wel. We hebben al eerder uitgelegd hoe je dat sluipverbruik meet. Als het goed is, heb je na het meten twee verschillende waarden. Die moet je met elkaar combineren.

Een fictief voorbeeld: in stand-by verbruikt je televisie 0,0005 kWh per uur. Tijdens het televisiekijken loopt dat op naar 0,11 kWh. Je televisie staat vier uur aan en verbruikt dan dus 0,44 kWh. De overige twintig uur verbruikt de stand-bystand 0,01 kWh (20 x 0,0005 kWh). Per etmaal kom je dan uit op 0,45 kWh. Met dat getal kun je het verbruik per jaar en de kosten per jaar berekenen: 365 × 0,45 × € 0,24 = € 39,42.

Meer weten over de kosten drukken van je hoge energierekening? We raden de Cursusbundel Automatisch energie besparen aan. Hierin leer je onder meer hoe je met slimme apparaten de energiekosten binnen de perken houd, zodat je er zelf minder op hoeft te letten!

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!