Energiemeter kopen, aansluiten en aflezen
Via je energieleverancier weet je wat je totaalverbruik is. Dat is een goed uitgangspunt, maar je wilt natuurlijk weten wat in huis de grootverbruikers zijn. Op die manier kun je juist daar beginnen met besparen. Het is tijd om de afzonderlijke apparaten eens onder de loep te nemen. Wil je een energiemeter kopen, aansluiten en aflezen? Lees dan verder.
Energiemeters, ook bekend als energiekostenmeters, zijn er in verschillende uitvoeringen. De simpelste vorm is de stekkeradapter: een apparaatje dat je in het stopcontact steekt. De stekker van het apparaat dat je wilt meten, steek je vervolgens in de adapter. De meeste stekkeradapters hebben een display waarop je het actuele verbruik in watt kunt aflezen; een momentopname dus. Ook het totaalverbruik in kilowattuur (kWh), dus over de periode dat je hebt gemeten, wordt altijd weergegeven.
Afhankelijk van je meetstekker kun je andere waarden uitlezen, zoals de netspanning en de stroomsterkte. In een enkel geval heeft de adapter geen display. Je moet hem dan via bluetooth met je smartphone verbinden. Daarna kun je de waarden via een app bekijken.
©PXimport
Energiemeter kiezen
Bij de meeste (online) elektronicawinkels vind je een ruim aanbod. Bekende merken zijn onder andere Basetech, Brennenstuhl, ELV en Voltcraft. De prijzen lopen uiteen van een 10 tot 60 euro. Kijk behalve naar de prijs ook naar het meetbereik. Doorgaans loopt dat van iets meer dan 0 tot ongeveer 3600 watt.
Er zijn ook energiemeters die bijvoorbeeld beginnen bij 4 of meer watt. Dat betekent dat je daarmee apparaten die heel weinig verbruiken niet kunt doormeten. Ook het sluipverbruik (zie kader) kun je dan niet in kaart brengen. Kijk in de specificaties van de meter verder naar de nauwkeurigheid. Dat staat aangegeven in procenten. Hoe lager het percentage, hoe beter. Kijk ook of de meter een geïntegreerde batterij heeft. Als dat niet zo is, kun je hem vaak alleen aflezen als hij in het stopcontact zit en dat is nogal onhandig.
Sluipverbruik
Ook op de momenten dat je apparaten niet gebruikt, kunnen deze stroom verbruiken. Denk aan een televisie die je in stand-by zet en dus niet uitschakelt. Door nieuwe ecodesignrichtlijnen is het sluipverbruik van nieuwe apparaten wel heel klein. Winst behaal je dus vooral op oude apparaten (ongeveer van voor 2010), zoals een oude magnetron, televisie, cv-ketel of wasmachine.
Met een goede energiemeter kun je dit sluipverbruik meten en aan de hand van de cijfers maatregelen nemen. Gebruik een stekkerdoos met een aan-uitknop voor apparatuur die bij elkaar hoort, zoals je computer en printer, of je televisie en mediabox met harddiskrecorder en dvd-speler. Je kunt alles dan in één keer uitzetten. Ook kun je een tijdklok gebruiken om apparaten tijdelijk uit te zetten.
Extra functies
Soms kan de adapter ook de kosten van de verbruikte stroom berekenen. Hiervoor moet je zelf wel eerst de stroomprijs hebben ingevoerd. Sommige meters bieden zelfs de mogelijkheid om zowel dag- als nachttarief te gebruiken. Ook logging is een functie die van pas kan komen. Beschikt je meter hierover, dan worden de gemeten data opgeslagen in het intern geheugen of op een geheugenkaartje. Je kunt de data dan overhevelen naar je pc en zo makkelijk(er) analyseren.
Energiemeter gebruiken
Hoe gebruik je nu zo’n energiemeter? Steek de adapter in het stopcontact en de stekker van het te meten apparaat in de adapter. Daarbij is het wel belangrijk dat je de handleiding volgt. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat je het apparaat dat je wilt meten, eerst moet uitzetten voordat je dat aansluit. Ook staat in de handleiding beschreven welke instellingen er allemaal mogelijk zijn, hoe je de data afleest en hoe de data worden bewaard.
Apparaten met hoog verbruik
Met een energiemeter kom je apparaten op het spoor die veel energie verbruiken. Denk aan een wifi-router, wifi-versterker of decoder. Maar ook energieslurpers als een aquarium, waterbed, elektrische kachel, elektrische boiler of oude koelkast. Of, minder voor de hand liggend, een deurbel, de cv-ketel of pomp voor vloerverwarming.
Op www.milieucentraal.nl vind je nog meer grootverbruikers van stroom. Sommige apparaten met een hoog verbruik kun je niet met een standaardmeter doormeten, omdat deze niet met een standaardstekker zijn aangesloten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een grote elektrische boiler, ventilatiesysteem, inductiekooplaat of elektrische vloerverwarming.
Duur van de meting
Sommige apparaten zijn afgebakend wat betreft gebruikstijd. Wil je bijvoorbeeld meten wat je waterkoker eigenlijk verbruikt, dan ben je snel klaar. Je meet dan gedurende de tijd die het duurt tot het water kookt en het apparaat afslaat. Bij een wasmachine voer je de meting uit tijdens een door jou gekozen wasprogramma. Wil je een nog beter beeld, dan zou je verschillende wasprogramma’s kunnen meten en bijvoorbeeld het ecoprogramma kunnen vergelijken met standaardprogramma’s. Bij moderne wasmachines hangt de hoeveelheid verbruikte stroom overigens ook af van hoe vuil je wasgoed is. Ga je meten, doe dat dan met een lading wasgoed die voor jou gebruikelijk is.
Er zijn ook apparaten die niet constant dezelfde hoeveelheid stroom verbruiken. Denk aan een koelkast waarvan de compressor af en toe aanslaat of een computer waarvan tijdens zware belasting de ventilatoren gaan draaien. Kies dan voor een langere meetperiode, bijvoorbeeld een paar uur of zelfs een paar dagen. Na afloop deel je het totaalverbruik dan door het aantal uur om te zien wat het gemiddelde gebruik is.
Bij je koelkast en vriezer hangt het trouwens wel af van het seizoen waarin je meet: in de zomer, als de omgevingstemperatuur hoger is, verbruiken deze apparaten meer stroom. Idealiter zou je daarom in meerdere seizoenen een meting moeten uitvoeren.
Wil je sluipverbruik meten? Kies dan ook een langere periode, bijvoorbeeld een nacht lang. Zorg dan wel dat je het apparaat in kwestie niet gebruikt. Je zou bijvoorbeeld je televisie een paar uur kunnen doormeten, terwijl je aan het kijken bent, om daarna, als je naar bed gaat, een nachtje het sluipverbruik te meten. Noteer per apparaat de exacte tijdsperiode en het aantal kilowattuur dat in die tijd is gemeten.
©PXimport
Cijfers begrijpen
Nu je de cijfers van je afzonderlijke apparaten hebt achterhaald, wordt het tijd om die eens nader te bekijken. Wat zeggen ze over je verbruik? Hoe kunnen ze je helpen om energiezuiniger te worden?
We beginnen met je totaalverbruik. Of dat hoog of juist laag is, is lastig te zeggen. Dat hangt vooral af van het soort huis waarin je woont (hoe groter, hoe meer gas), en het aantal mensen in je huishouden (hoe meer mensen, hoe meer elektriciteit). Volgens Milieu Centraal verbruikt een Nederlands huishouden per jaar gemiddeld 2.741 kilowattuur elektriciteit en 1.239 kubieke meter gas.
Wil je weten of je energieverbruik hoger of lager is dan vergelijkbare huishoudens? Dan kun je bij Milieu Centraal een online-advies op maat krijgen. Je vult een aantal vragen in en ziet meteen hoe je scoort ten opzichte van andere huishoudens.
Cijfers CBS
Je kunt ook kijken naar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de tabel zie je wat in 2020 het gemiddelde verbruik voor een aantal verschillende huishoudens en woningen was. Wil je deze cijfers kunnen gebruiken, dan moet je wel in een door aardgas verwarmd huis wonen. In Nederland geldt dat voor ruim 88 procent van de woningen.
©PXimport
©PXimport
Landelijk gemiddelde
Elke situatie is anders; daarom zullen jouw verbruikscijfers hoogstwaarschijnlijk wel wat afwijken van de landelijke gemiddelden. Zo maakt het nogal wat uit of je met z’n tweeën woont of dat je een gezin hebt met drie kinderen. Verbruik je minder, dan ben je al goed bezig, maar het kan natuurlijk altijd beter. Verbruik je meer, dan is het belangrijk om uit te zoeken hoe dat komt. Zie je dat vooral je gasverbruik (veel) hoger is, dan kan dat bijvoorbeeld komen doordat je huis niet goed is geïsoleerd. Zo’n 80 procent van het gas dat je gebruikt, gaat namelijk op aan verwarming.
Is juist je stroomverbruik aanzienlijk hoger, dan moet je uitzoeken waar dat door komt. Heb je notoire grootverbruikers in huis, zoals een waterbed, een airconditioner of een oude tweede koelkast? Dan kan het lonen om die te vervangen door apparaten die zuiniger zijn of door je gebruik aan te passen.
Historisch verbruik
Als je een slimme meter hebt, kun je in de webportal van je energieleverancier (of in het energierapport dat je periodiek krijgt) goed zien hoeveel energie je bijvoorbeeld een jaar geleden verbruikte. Heb je geen slimme meter, dan heb je hier uiteraard de eindafrekeningen van je leverancier voor.
Ook hier geldt: minder is altijd goed. Is je verbruik hoger, kijk dan eerst naar wat er in je omstandigheden is veranderd. Verbruik je meer gas dan in voorgaande jaren, dan kan dat komen door een koude winter of doordat je meer bent gaan thuiswerken en de kachel dus vaker aan staat. Ook kan het zijn dat de cv-ketel onderhoud kan gebruiken.
Een hoger stroomverbruik kan een aantal aanwijsbare redenen hebben. Het eerdergenoemde thuiswerken bijvoorbeeld. Of misschien heb je wel nieuwe elektrische apparatuur in gebruik genomen, of laad je een elektrische auto thuis op.
©PXimport
Meter ijken
Als je geen logische verklaring kunt vinden voor het toegenomen verbruik, dan zou het eventueel kunnen dat je meter defect is. Je kunt dan aan je netbeheerder vragen of die een metercontrole wil uitvoeren. Als er inderdaad iets met de meter mis is, wordt deze vervangen en hoef je niets te betalen.
Is de meter niet defect, dan draai jij op voor de ijkingskosten. Die lopen al snel op tot honderden euro’s. Sluit dus eerst alle mogelijke andere oorzaken uit. Je kunt daar onder andere de wizard van netbeheerder Liander voor gebruiken.
Afzonderlijke apparaten
Wanneer je een energiemeter hebt gebruikt of een schatting hebt gemaakt aan de hand van het energielabel, weet je ongeveer wat een apparaat per dag of per keer aan energie verbruikt. Die getallen zelf kunnen vaak best abstract lijken. Je moet ze dus omrekenen naar iets waarmee je verbruik voor jezelf duidelijker wordt.
We geven je een aantal rekenvoorbeelden. We gebruiken daarbij een fictief tarief van 24 cent per kilowattuur. Fictief, omdat die kosten afhangen van je provider en van het soort contract dat je hebt (vast of variabel).
Apparaten: altijd aan
Je koelkast, vriezer of elektrische boiler zijn voorbeelden van apparaten die altijd aan staan. Belangrijk dus om te weten wat die aan stroom verbruiken. Heb je een energiemeter gebruikt en heb je die 24 uur laten draaien, dan weet je het verbruik per etmaal.
Stel dat je koelkast 0,8 kilowattuur per etmaal verbruikt. Op jaarbasis is dat dan 365 × 0,8 = 292 kWh × € 0,24 = € 70,08 per jaar. Eventuele seizoensinvloeden, die we al eerder hebben genoemd, laten we hier even buiten beschouwing.
Je kunt ook naar het energielabel kijken. Heb je een apparaat dat altijd aan staat, dan is daarvoor zowel het oude als het nieuwe energielabel bruikbaar; je ziet daar het verbruik per jaar staan. Vermenigvuldig dat met € 0,24 om op het jaarbedrag uit te komen.
Heb je het energielabel niet meer? Kijk dan of je online kunt terugvinden wat de specificaties zijn. Je zult daar een wattage zien staan, bijvoorbeeld 200 watt. Dat betekent dat dit apparaat na vijf uur draaien 1 kWh heeft verbruikt (5 × 200 = 1000). Weet wel dat deze manier van berekenen niet erg nauwkeurig is: de wattage geeft aan wat een toestel maximaal verbruikt, bijvoorbeeld een koelkast waarvan de thermostaat nooit afslaat. Dat zal in de praktijk dus altijd lager zijn.
©PXimport
Apparaten: niet altijd aan
Bij apparaten die niet altijd aan staan, is werken met een energiemeter de meest betrouwbare manier, vooral bij oudere apparaten. Dat zit zo: op het nieuwe energielabel van wasmachines, vaatwassers, was-droogcombinaties en televisies staat tegenwoordig aangegeven wat het verbruik is na honderd draaibeurten of (bij televisies) duizend uur. Op de oude labels werd een verbruik per jaar aangegeven. Terwijl jij misschien twee keer zo veel wast als je buurman, of veel minder naar de televisie kijkt. Heb je dus een ouder apparaat, dan is de energiemeter de beste optie. Je berekening maak je dan zoals uitgelegd bij de paragraaf ‘Apparaten: altijd aan’.
Heb je een nieuw apparaat met een nieuw energielabel, dan is het makkelijk. Je weet het verbruik per honderd wasbeurten of per duizend uur televisiekijken. Als je weet hoe vaak je per jaar wast of hoe vaak je naar de televisie kijkt, kun je dat omrekenen. Stel dat op een nieuw wasmachinelabel staat dat het verbruik bij honderd wasbeurten 130 kWh is, dan is dat per wasbeurt dus 1,3 kWh. Was jij één per week, dan is jouw jaarverbruik dus 52 × 1,3 = 67,6 kWh. Per jaar kost je dat 67,6 × € 0,24 = € 16,22.
Ook hier: denk om sluipverbruik!
Houd wel rekening met sluipverbruik. Voor een wasmachine gaat dat niet op, maar voor een televisie die je nooit echt uitzet waarschijnlijk wel. We hebben al eerder uitgelegd hoe je dat sluipverbruik meet. Als het goed is, heb je na het meten twee verschillende waarden. Die moet je met elkaar combineren.
Een fictief voorbeeld: in stand-by verbruikt je televisie 0,0005 kWh per uur. Tijdens het televisiekijken loopt dat op naar 0,11 kWh. Je televisie staat vier uur aan en verbruikt dan dus 0,44 kWh. De overige twintig uur verbruikt de stand-bystand 0,01 kWh (20 x 0,0005 kWh). Per etmaal kom je dan uit op 0,45 kWh. Met dat getal kun je het verbruik per jaar en de kosten per jaar berekenen: 365 × 0,45 × € 0,24 = € 39,42.
Meer weten over de kosten drukken van je hoge energierekening? We raden de Cursusbundel Automatisch energie besparen aan. Hierin leer je onder meer hoe je met slimme apparaten de energiekosten binnen de perken houd, zodat je er zelf minder op hoeft te letten!