ID.nl logo
Dit zijn ze: de beste toepassingen voor je NAS
© alexlmx2016
Huis

Dit zijn ze: de beste toepassingen voor je NAS

Terwijl de rekenkracht van de pc eigenlijk al jaren nauwelijks verandert, biedt elke nieuwe NAS-serie meer rekenkracht, meer geheugen en vooral meer mogelijkheden. In dit artikel komen de beste toepassingen aan bod voor jouw NAS.

Heb je een NAS en wil je weten hoe je de mogelijkheden daarvan het best kunt benutten, lees dan dit artikel. We bespreken de volgende functionaliteiten:

  • Private cloud opzetten
  • Bestanden delen via een teammap
  • Office-bestanden maken
  • Chatten
  • Bestanden synchroniseren
  • Foto's opslaan, ordenen en delen
  • Back-uppen
  • Veiligheid van je NAS in de gaten houden

Lees ook: Koopgids: Welke NAS is de beste keuze voor jou?

De naam van deze productgroep is misschien wel grootste misser in de geschiedenis van de NAS. De aanduiding Network Attached Storage (een met het netwerk verbonden opslag) wekt namelijk de indruk dat een NAS vooral bedoeld is om bestanden op te slaan en misschien zelfs niet veel meer dan dat. Hoewel het opslaan en veilig bewaren van veel bestanden absoluut een van de grote krachten van een NAS is, het is zeker niet het enige dat een NAS kan. De laatste jaren nemen de hardwarespecificaties gestaag toe, en laten die extra rekenkracht en hoeveelheid geheugen genoeg ruimte voor aanvullende taken.

Wij gebruiken een Synology-NAS om de verschillende mogelijkheden toe te lichten, maar in het kader ‘QNAP en Asustor’ noemen we de NAS-apps waarmee je op een NAS van QNAP en Asustor min of meer hetzelfde bereikt.

Zelfs een eenvoudige NAS biedt vaak een rijkgevulde appstore met tal van aanvullende gebruiksmogelijkheden.

QNAP en Asustor De verschillende NAS-leveranciers houden elkaar goed in de gaten en laten zich eufemistisch gezegd geregeld door de ander inspireren. Ook al gebruiken we primair een Synology-NAS voor de voorbeelden in deze basiscursus, zijn de meeste genoemde mogelijkheden niet uniek voor dat merk. Ze zijn bijvoorbeeld ook prima met een QNAP-NAS te realiseren. Extra functionaliteit komt bij QNAP uit het App Center. Daar vind je myQNAPcloud om een eigen cloud te maken. Een mooie kantoorsuite zoals Synology Office ontbreekt echter. Voor fotomanagement met automatische gezichts- en objectherkenning is er QuMagie. Hybrid Backup Sync is de module voor back-ups en die is misschien nog wel beter dan Synology’s back-upmodule. Een andere optie is NetBack in combinatie met Hyper Data Protector. Standaardopties zoals Configuratiescherm en File Station zijn al aanwezig op een QNAP-NAS. Om de beveiliging van de NAS te controleren, gebruik je Security Counselor.

Ook met een Asustor-NAS heb je bijna dezelfde functionaliteit als op een Synology-NAS. Een private cloud maak je met Nextcloud en wil je dan ook de documenten bewerken, kan dat in de webinterface met OnlyOffice. Deze installeer je vanuit de softwarewinkel App Central. Daar vind je ook Photo Gallery 3 voor het opslaan en bewaren van foto’s. Met de app Dr. Asustor regel je de beveiliging. Voor back-ups is vooral GoodSync handig, maar dat is niet van Asustor zelf. Het is een van de gevallen waarbij Asustor bij gebrek aan een eigen oplossing die van een andere leverancier gebruikt.

Functionaliteit toevoegen

Functionaliteit toevoegen aan een NAS gaat bijna altijd door een software-uitbreiding te installeren. Hiervoor is er op de NAS een appstore aanwezig waar je deze software selecteert, installeert en daarna configureert. Als voorbeeld nemen we Synology Drive, hét antwoord van Synology op cloudopslag als Google Drive en Microsoft OneDrive. Met Synology Drive kun je bestanden opslaan, delen en zelfs bewerken, vanaf elk apparaat en als je wilt ook van elke plek op aarde. Om deze (of andere) functionaliteit aan de NAS toe te voegen, open je Package Center. Blader naar Synology Drive Server of gebruik de zoekfunctie bovenin het scherm. Druk op de knop Installeren om de functionaliteit toe te voegen.

Installeer extra functionaliteit vanuit de software-winkel op de NAS.

Zeker ook interessant om te lezen: NAS te duur? Met TrueNAS Core zet je je pc in als NAS

Private cloud opzetten

Voor Synology Drive is het eigenlijk noodzakelijk dat alle NAS-gebruikers een eigen map hebben voor hun bestanden. Laat het venster waarmee je Synology Drive configureert gerust open (de Synology Drive Admin Console), maar open daarnaast Configuratiescherm en ga naar Gebruiker en groep / Geavanceerd. Schakel de Gebruiker basismapservice in. Ga terug naar het venster Synology Drive Admin Console en ververs het scherm om te zien dat de waarschuwing over de ontbrekende gebruikersmappen nu weg is.

Synology Drive Server ondersteunt versiebeheer: van elk bestand behoudt het ook een aantal eerdere versies. Het aantal kun je instellen in Synology Drive Admin Console / Teammap, selecteer daar de map en kies Instellingen / Versiebeheer en vul het gewenste aantal in. Let wel, elke versie kost extra opslag.

Met de geavanceerde functie voor versiecontrole bepaal je hoeveel gewijzigde versies van een bestand bewaard blijven.

Synology Drive is nu in de basis klaar. Om deze app te gebruiken, dubbelklik je op het bureaublad van de NAS op Synology Drive. Dit is de webversie van de software en je bent meteen ingelogd in jouw Drive. Er is nu nog niet veel te zien, maar je kunt eenvoudig mappen en bestanden maken of uploaden. Om een bestand vanaf een andere computer of mobiel apparaat te bekijken, installeer je daar de Synology Drive-client. De mobiele versies vind je in de appwinkels van iOS en Android. De desktopversies voor Windows, macOS en Linux download je via de Synology-website (klik rechtsboven op de knop Client downloaden).

Delen via Synology Drive

Na het installeren van de mobiele app of desktopclient, maak je verbinding met jouw documenten of foto’s door het ip-adres en de accountgegevens van de NAS in te voeren. Heel spannend is het nog niet. Dat wordt het wel als je ook gaat samenwerken en delen. Synology Drive kent teammappen: mappen waarin je met andere Drive-gebruikers kunt samenwerken. Ga terug naar de webinterface van de NAS en open File Station. Maak een gedeelde map aan en geef de andere gebruikers leesrechten en zo nodig ook schrijfrechten op de map. Ga naar Teammap in de Synology Drive Admin Console, selecteer de gedeelde map en klik op Inschakelen.

Kijk je nu in de Drive-app, dan zie je dat er een teammap is bijgekomen en dat deze meerdere leden heeft die allemaal bestanden kunnen maken, bewerken en verwijderen. Zodra meerdere gebruikers bestanden uploaden, zul je deze allemaal in de teammap terugvinden.

In een teammap kun je met anderen samenwerken en bestanden delen binnen Synology Drive.

Creatief met Synology Office

Synology Drive beperkt zich vooral tot het uploaden en delen van bestanden. Wil je de bestanden ook echt kunnen bewerken en zelfs samen bewerken, dan is Synology Office nodig. Dit is een gratis uitbreiding van Synology met een eigen tekstverwerker, spreadsheet en presentatieprogramma. Het werkt net als andere Office-pakketten en integreert naadloos met Synology Drive. Log in op de webinterface van de NAS en installeer Synology Office vanuit het Package Center.

Na de installatie lijkt er weinig veranderd, maar ga je nu naar jouw persoonlijke Synology Drive, dan zijn er bij Maken ineens de documenttypen Document, Spreadsheet en Dia’s bijgekomen. Maak je zo’n document, dan opent de Synology-versie van Word, Excel of PowerPoint zich in de browser. Maak je het document in een teammap, dan kunnen ook anderen het bestand openen en bewerken. De wijzigingen zijn voor iedereen zichtbaar en via de knop Geschiedenis tonen kun je eerdere versies zien en ook wijzigingen ongedaan maken. En dat werkt zowel in de browser als via een van de client-apps op iOS, Android, Windows, Linux of Mac.

De knop Geschiedenis geeft toegang tot eerdere versies van een document en laat je eerdere versies herstellen.

Chat maakt het compleet

Een andere uitbreiding is Synology Chat. Hiermee kun je behalve samenwerken aan een document ook nog met andere gebruikers chatten. Hiervoor installeer je de Synology Chat Server op de NAS en op alle apparaten de Synology Chat-clientsoftware. De werking is verder gelijk aan die van Drive en Office: je geeft het serveradres op, plus de inloggegevens en het werkt. Vergeet niet op de NAS de gebruikers rechten te geven op de map Chat én via Configuratiescherm / Toepassingsrechten op het gebruik van de Chat-service.

Met de chat-service maak je het samenwerken via een Synology-NAS en Office nog completer.

Downloaden of synchroniseren

Gebruik je de desktopsoftware van Synology Drive, dan is er naast de mogelijkheid een back-up te maken naar de Drive-server ook de optie om bestanden te synchroniseren. Dit gaat zeker binnen het lokale netwerk razendsnel en voorkomt dat je telkens van alles moet downloaden. Kies je voor synchronisatie, dan krijg je eenzelfde ervaring als bij de publieke clouddiensten.

Optie 1: je hebt bestanden alleen beschikbaar als je apparaat online is. Optie 2: je kunt zelf kiezen of je individuele bestanden of mappen offline beschikbaar wilt hebben. Optie 3: je hebt alle bestanden en mappen altijd offline beschikbaar. De laatste optie kost de meeste opslagruimte op de client, de andere opties zijn zuiniger met de lokale opslag.

De drie mogelijkheden waarmee bestanden lokaal beschikbaar zijn, hebben ook elk een eigen icoontje die de status aangeeft.

Foto’s opslaan

De opslagcapaciteit maakt een NAS zeer geschikt voor het beheren van foto’s. Synology Photos bestaat net als Synology Drive uit een serverdeel dat je vanuit het Package Center op de NAS installeert en uit bijbehorende mobiele apps voor iOS en Android. Open je na de installatie Synology Photos op de NAS, dan opent de webinterface. Deze is nu nog leeg, maar via het plusteken maak je mappen en upload je foto’s.

Het uploaden kan per foto, maar het is handiger door eerst een map met foto’s te openen en dan met Ctrl+A alle foto’s te selecteren en deze in één keer te uploaden. Een andere optie is om foto’s direct naar het Photos-venster te slepen.

Gebruik je een smartphone of tablet, dan gebruik je de Photos Mobile-app voor iOS, iPadOS of Android. Geef het adres van de NAS en de inloggegevens om de verbinding te maken. Daarna heb je toegang tot jouw foto’s op de NAS en kun je de foto’s op het mobiele apparaat individueel of automatisch uploaden naar de NAS. Via Meer / Instellingen in de app stel je dit allemaal naar eigen voorkeur in.

Synology Photos komt pas tot leven als je er foto’s in stopt.

NAS te duur voor enkel foto's?

Met een grote externe harde schijf kom je al een heel eind!

Foto’s ordenen en delen

Om de foto’s te ordenen, kun je zelf mappen maken en daar foto’s in slepen, maar eigenlijk doet de NAS dit al zelf. Photos labelt de foto’s automatisch op basis van de plaats waar een foto is genomen, en op basis van datum/tijd, personen en objecten.

Voor de labels van personen klik je nadat je een reeks foto’s hebt geüpload op de knop Albums / Mensen. Hier zie je de gezichten die zijn herkend. Klik op Wie is dit? en typ de naam van die persoon. Doe dit voor alle stapels. Wordt dezelfde persoon meerdere keren herkend, selecteer dan die persoon uit de lijst met al eerder herkende personen. De foto’s met die persoon worden dan samengevoegd en de NAS leert diezelfde persoon volgende keren beter te herkennen.

Wanneer een persoon meerdere keren wordt herkend, kun je deze samenvoegen.

Ook in de app vind je bij Albums deze optie om mensen te labelen. Wil je een foto delen met anderen, dan kan dat via de knop Delen in zowel de app als de webinterface. Je ziet welke foto’s anderen met jou hebben gedeeld en je kunt zelf ook foto’s delen. Open een foto, klik op het symbool voor Delen en kies uit een van de opties. Wil je delen met een andere gebruiker van de NAS, kies dan de persoon uit de Lijst van genodigden en daarna of hij/zij deze foto alleen mag bekijken, downloaden of zelfs weer delen met anderen.

Je kunt foto’s delen met andere gebruikers.

Toegang op afstand Wil je de NAS ook via internet bereiken, bijvoorbeeld om ook wanneer je niet thuis bent bij je documenten en foto’s te kunnen, dan zijn er meerdere mogelijkheden om dat te doen. De beste en volgens Synology meest veilige manier is via QuickConnect. Hierbij wordt een DDNS-naam aangemaakt voor de NAS en zet deze een uitgaande verbinding op met de QuickConnect-service van Synology.

Verbind je daarna een app met het QuickConnect-adres of log je in via https://quickconnect.to, dan ga je via die tussenserver naar de NAS. SSL zorgt voor een end-to-end versleutelde virtuele tunnel die alle data beschermt, en zorgt voor de veiligheid en integriteit van de verstuurde documenten of foto’s.

QuickConnect activeer je in het Configuratiescherm van de NAS onder Externe toegang / QuickConnect. Behalve de QuickConnect-ID die wordt aangemaakt, is het nodig zelf als gebruiker een Synology-account te gebruiken.

Synology biedt een veilige methode om via internet toegang te krijgen.

Back-ups maken

Synology biedt meerdere mogelijkheden voor back-ups, maar niet allemaal zijn ze bedoeld voor de back-up van bestanden op een computer met Windows, Linux of macOS. Er zijn ook Synology back-uptoepassingen die bijvoorbeeld een NAS back-uppen naar een andere NAS of naar de cloud.

Voor het back-uppen van gewone bestanden op de pc zijn er twee opties: Synology Drive en Active Backup for Business. De eerste maakt een kopie in meerdere versies of kan een map synchroniseren. Dat is inderdaad een back-up, maar de nadruk ligt bij Synology Drive toch meer op het openen en bewerken van die bestanden, dan het beschermen tegen wijzigingen.

Wil je juist wel zo’n veilige back-up, gebruik dan Active Backup for Business. Na installatie van die app op de NAS, klik je op Pc/Mac/Apparaat toevoegen. Selecteer de juiste clientsoftware en installeer deze op de pc of Mac. Meer is niet nodig, de rest gebeurt vanuit de NAS, waar je nu het apparaat in kwestie ziet staan.

Via Bewerken stel je de back-up in, bijvoorbeeld welke schijven je hoe vaak wilt back-uppen en het aantal versies dat je wilt bewaren. Je kunt de back-up daarbij handmatig of automatisch laten uitvoeren. Om de eerste back-up te maken, klik je op Back-up en even later zul je op de pc of Mac zien dat de back-up is gestart. Herstel gaat via de herstelportal, die je opent vanuit de software op de pc of Mac.

Het aantal back-upmogelijkheden is bij Synology nogal groot en daarmee verwarrend.

Veiligheid controleren

Een NAS neem je voor de functionaliteit, maar ook de veiligheid. Bestanden en informatie die je op het apparaat zet, moet wel veilig zijn. Security Advisor is een handig hulpmiddel dat de belangrijkste veiligheidsinstellingen controleert en adviseert als die beter kunnen. Bij de eerste keer opstarten, kies je het relevante profiel (thuisgebruiker of zakelijk) en daarna laat je de tool het apparaat scannen. Dit resulteert in een score en waar mogelijk in een advies om de beveiliging verder op te schroeven.

Standaard voert de NAS de Security Advisor één keer per week uit, maar via de optie Geavanceerd kun je dit ook vaker doen of op een andere dag en moment in de week.

De Security Advisor controleert de configuratie en belangrijkste beveiligingsopties.

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.