ID.nl logo
15 oplossingen voor al je wifi-problemen
© PXimport
Huis

15 oplossingen voor al je wifi-problemen

Thuis internetten zonder wifi valt nauwelijks nog voor te stellen. Een draadloos netwerk biedt veel gebruikscomfort, althans zolang het lekker loopt. Maar soms kost het je ook wel hoofdbrekens, bijvoorbeeld als je het netwerk wilt uitbreiden om een beter bereik te krijgen of als blijkt dat je wifi-signaal geregeld dienst weigert. Wij geven 15 oplossingen voor al je wifi-problemen.

Tip 01: Wegvallend signaal

Stel dat je op verschillende plaatsen in huis geen betrouwbaar netwerksignaal (meer) ontvangt. De ene keer lukt het wel, een andere keer niet. Je kunt eerst proberen je draadloze router of toegangspunt even uit- en weer in te schakelen. Helpt dat niet, controleer dan het signaal met een tool als NetSpot Free (macOS en Windows) of met de mobiele app WiFi Analyzer van farproc (Android).

Je kunt hiermee nagaan of het ontvangen signaal (rssi) wel sterk genoeg is. Deze signaalsterkte wordt uitgedrukt in negatieve dBm-waarden. Kort door de bocht komt het erop neer dat -40 dBm een uitstekend signaal is, terwijl -80 dBm doorgaans onvoldoende is. Bij WiFi Analyzer tik je hiervoor het oog-icoon aan en kies je Signaalmeter. Bij NetSpot lees je de sterkte af in de kolom Signal.

Blijkt het signaal inderdaad te zwak lees dan tips 2 en 3. In het andere geval is de kans groot dat er storing is van apparaten als een magnetron of een draadloze telefoon, met name wanneer je wifi-apparaten de 2,4GHz-band gebruiken: je ziet dat in de kolom Band van NetSpot of in WiFi Analyzer via Kanaalgrafiek.

©PXimport

Tip 02: Kanaaloverlapping

Het is ook mogelijk dat er naburige netwerken zijn die (nagenoeg) hetzelfde kanaal binnen het 2,4GHz-spectrum gebruiken. NetSpot toont dat als je achtereenvolgens Details en Channels 2.4 GHz aanklikt, bij WiFi Analyzer ga je naar de optie Kanaalgrafiek.

Meestal helpt het om een ander kanaal voor je eigen netwerk in te stellen op je draadloze router of toegangspunt, bij voorkeur een kanaal dat minimaal vijf nummers is verwijderd van het sterkste naburige kanaal (bijvoorbeeld 6 als dat van de buren 1 of 11 is). De optie Kanaalbeoordeling van WiFi Analyzer stelt zelf een optimale kanaalkeuze voor.

Je kunt ook de gratis tool WiFi Channel Picker gebruiken, deze werkt alleen op de 2,4GHz-band (Windows). Start de tool op, geef aan wat de SSID van jouw netwerk is en druk op de knop Evaluate: je leest het aanbevolen kanaalnummer af bij Best channel.

Tip 03: Beperkt bereik

Een te zwak signaal (zie tip 1) wijst er meestal op dat je draadloze router niet optimaal is gepositioneerd (zie ook tip 5) of dat het signaal je mobiele apparaat eenvoudigweg niet bereikt. Kun je met je apparaat niet dichter bij de router komen, dan is het probleem wellicht op te lossen door een zogenoemde mesh-router met bijhorende toegangspunten (satellieten) aan te schaffen. Maar die kosten al snel richting de 350 of 400 euro (zoals de NetGear Orbi RBK50). Een veel goedkopere oplossing is een wifi repeater of range extender, met prijzen van circa 30 tot 70 euro. Plaats het apparaat ergens tussen je router en de beoogde ontvangstplek, maar houd er rekening mee dat de snelheid van het wifi-signaal hierdoor wordt gehalveerd. Ga tevens na of de repeater simultane dualband ondersteunt, zodat die tegelijk apparaten op de 2,4GHz- en de 5GHz-band kan bedienen.

Een mogelijk alternatief is een powerline-set, waarbij je de ene adapter met je router verbindt en de andere in de ruimte plaatst waar je extra signaal wenst. Beide adapters geven het signaal aan elkaar door via het elektriciteitsnet. Reken op circa 60 tot 100 euro voor een set.

©PXimport

Tip 04: Extra router

Je kunt ook een tweede router inzetten om het bereik van je draadloze netwerk te vergroten, bijvoorbeeld als de modem/router van je provider zich op een wat ongelukkige plaats als de meterkast bevindt. Ondersteunt die modem/router de bridge- of repeater-modus, dan hoef je nauwelijks meer te doen dan die te activeren. Is dat niet het geval, dan vergt het wat meer configuratiewerk. Zo’n opzet is al uitgebreid aan bod gekomen in dit artikel.

Verbind je pc tijdelijk via een netwerkkabel met router 2. Tik het ip-adres van deze router in je browser in en meld je aan bij de webinterface van deze router. Geef router 2 een nog niet eerder gebruikt ip-adres dat binnen hetzelfde netwerksegment van router 1 ligt. Concreet betekent dit dat je alleen het laatste cijfer anders hoeft te maken (bijvoorbeeld 192.168.0.100 voor router 1 en 192.168.0.200 voor router 2). Het subnetmasker moet identiek zijn, waarschijnlijk is dat 255.255.255.0. Schakel de dhcp-service van router 2 uit, immers, die is hoogstwaarschijnlijk al actief op router 1. In de meeste gevallen geef je beide routers hetzelfde ssid, maar zet je ze wel op een ander kanaalnummer (bijvoorbeeld 1 en 6, zie ook tip 2). Stel op beide dezelfde wifi- en encryptiestandaard in, met hetzelfde wachtwoord. Is de configuratie van router 2 klaar, dan koppel je die via een lan-poort aan (een switch binnen) je netwerk.

©PXimport

Tip 05: Optimale plek

Is de signaalsterkte op bepaalde plekken in je huis of tuin wat minder, dan kan het herpositioneren van je draadloze router(s) mogelijk al helpen. Soms kan het volstaan om die wat lager of juist hoger te hangen of om de antennes anders te richten.

In andere gevallen moet je die echt op een andere, wellicht meer centrale plek hangen. Om de optimale plek te vinden, voer je best een ‘site survey’ uit: je loopt dan met een laptop rond in je woning (en balkon of tuin), terwijl je continu de signaalsterkte vastlegt. Zo ontstaat een heatmap: een plattegrond die toont waar je de beste en slechtste ontvangst hebt. Vervolgens kun je op basis van deze informatie je router(s) verplaatsen waarna je de test nogmaals uitvoert, tot je de optimale positie hebt gevonden. Een gratis tool voor zo’n plattegrond is Ekahau Heatmapper (gratis registratie vereist). Idealiter maak je eerst een plattegrond van je huis en importeer je die schets in Heatmapper (via I have a map image): zo geef je eenvoudig aan op welke plek je staat als je een meting uitvoert. Overigens heeft NetSpot ook een site-survey-functie, maar die zit alleen in de betaalde versie (vanaf circa 55 euro).

©PXimport

De positie van je draadloze router bepaalt mee de kwaliteit van het signaal

-

Tip 06: Geen wifi?

Je hebt een apparaat met een netwerkpoort, maar je vindt het lastig om een netwerkkabel tot bij dat toestel te krijgen en op die locatie beschik je niet over wifi. Gaat het om een oude laptop (of desktop) zonder wifi-ondersteuning, dan is de kans groot dat je het met een usb-wifi-adapter kunt regelen. Dergelijke dongels heb je al vanaf 15 euro.

Houd er wel rekening mee dat zulke adapters vaak alleen werken met bepaalde besturingssystemen. Heeft jouw apparaat een embedded systeem (bijvoorbeeld bij een mediaspeler of printer), dan krijg je het wellicht niet aan de praat. In dit geval kun je nog uitkijken naar een wireless bridge, ook wel ethernet of client bridge genoemd. Zo’n toestel is zowat het omgekeerde van een access point. In plaats van te vertrekken van een bekabeld netwerk om een draadloze verbinding op te zetten, vertrek je van een draadloos netwerk en bied je een bekabelde verbinding aan door je apparaat met de ethernetpoort van de bridge te verbinden. Sommige routers kunnen ook in zo’n wireless-bridge-modus opereren. Heb je nog een oude router liggen, check dan of die zo’n functie aanbiedt. Is dat niet het geval, dan lukt het wellicht met een firmware-upgrade of met alternatieve firmware als DD-WRT (zie tip 11).

©PXimport

Tip 07: Geniepig gebruik?

Je hebt je draadloze netwerk natuurlijk goed afgeschermd met een wpa2-sleutel (zie ook tip 14), maar je bent er toch niet helemaal gerust op dat een buur niet stiekem van je netwerk gebruik maakt. Ga dan allereerst de logs van je draadloze router na. Normaliter houdt dit toestel een lijst van apparaten bij die momenteel – en vaak ook eerder – via je router op je netwerk zijn aangesloten. Je leest er onder meer het ip-adres en het mac-adres af en vaak ook de hostnaam, besturingssysteem, model en fabrikant. Vertrouw je het mac-adres niet, dan kun je eventueel een filter op je router instellen die de toegang voor dat mac-adres voortaan blokkeert. Het mac-adres van je eigen Windows-systemen lees je af door op de opdrachtregel ipconfig /all uit te voeren, het verschijnt dan bij Physical adress.

Voorziet je router niet in de gewenste informatie, dan kun je nog altijd een tool als SoftPerfect WiFi Guard inzetten. Deze tool is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Het is gratis voor maximaal vijf toestellen, daarna kost het 19 euro voor een licentie. Bij de eerste opstart selecteer je de actieve netwerkadapter en kun je tevens de gewenste scanfrequentie instellen. Bij een scanronde worden dan alle gedetecteerde toestellen opgesomd en je geeft zelf aan welke (bekende) toestellen voortaan genegeerd mogen worden. Je kunt bovendien een e-mail laten toesturen zodra een onbekend apparaat wordt gedetecteerd tijdens een van de volgende scans. De tool houdt per apparaat tevens een historisch overzicht bij.

©PXimport

Tip 08: Wachtwoord

Het kan de beste overkomen: je hebt je draadloze netwerk al een hele tijd geleden ingesteld en je bent het wachtwoord vergeten. Vervelend als je net een nieuw apparaat toegang wilt geven tot je netwerk. Gelukkig los je dat snel op. Ga met je browser naar het ip-adres van je router (dat vind je normaal gesproken bij Default Gateway als je het commando ipconfig via de opdrachtprompt uitvoert) en ga in de webinterface op zoek naar de beveiligingsinstellingen van je draadloze netwerk. Normaliter lees je hier het wachtwoord af, eventueel nadat je een optie als Unmask Password hebt ingeschakeld.

Het kan ook nog anders, als je tenminste over een Windows-toestel beschikt dat met dat netwerk is verbonden. Ga naar Instellingen en kies Netwerk en internet / Status / Netwerkcentrum. Klik bij Verbindingen op de naam van je netwerk en druk op de knop Eigenschappen van draadloos netwerk. Ga naar het tabblad Beveiliging en plaats een vinkje bij Tekens weergeven.

Tip 09: Gastnetwerk

Je krijgt geregeld bezoekers over de vloer en je voelt er weinig voor hen jouw wifi-wachtwoord te geven. Een gastnetwerk is dan een prima oplossing: zo’n netwerk heeft een afzonderlijk ssid en wachtwoord, en is volledig gescheiden van je eigen draadloze netwerk. Je router moet zo’n functie natuurlijk wel ondersteunen. Vaak kun je hier ook het maximum aantal gebruikers instellen dat zich simultaan met het gastnetwerk mag verbinden. Soms is het zo dat een gast-gebruiker eerst een browser moet openen, waarna ze op een inlogpagina het wachtwoord kunnen invoeren (een ‘captive portal’).

Beschikt je router niet over zo’n functie en krijg je het evenmin met een firmware-upgrade opgelost, dan kun je nog een constructie met een tweede router overwegen, waarbij je router 2 dan via de wan-poort verbindt met de lan-poort van je hoofdrouter. Zorg er tevens voor dat beide routers in een verschillend netwerksegment opereren, bijvoorbeeld 192.168.0.x en 192.168.1.x. Het netwerk van je hoofdrouter is dan bedoeld voor je gasten. Hierop kun je bovendien alternatieve dns-servers activeren met automatische inhoudsfiltering, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Zelf maak je gebruik van het netwerk van router 2. Voor meer uitleg kun je terecht op het artikel via deze link.

©PXimport

Een gastnetwerk is een veilige oplossing om je bezoekers toegang tot je wifi te geven

-

Tip 10: Extern bereikbaar

komen steeds meer apparaten op de markt die je (draadloos) in je netwerk kunt opnemen en die je wellicht ook graag vanaf het internet wilt bereiken, zoals een ip-bewakingscamera. Dit apparaat zit net als je andere netwerkapparaten achter je router, wat maakt dat het apparaat een intern ip-adres heeft gekregen dat niet zomaar van buitenaf bereikbaar is. Er zit dan weinig anders op dan ‘port forwarding’ op je router in te stellen. Hiermee maak je duidelijk aan de router dat al het verkeer gericht aan het externe ip-adres van je router plus een specifiek poortnummer automatisch naar het interne ip-adres plus poortnummer van dat apparaat moeten worden doorgestuurd.

Stel, je toestel heeft als adres 192.168.0.100 en de service draait op poort 88. Open dan de webinterface van je router en zoek een rubriek als Port forwarding op. Creëer een regel waarbij je aangeeft dat alle aanvragen op poort 88 naar dat adres moeten worden doorgesluisd. Wellicht vind je hier ook voor jouw router de nodige instructies.

Wanneer je vervolgens vanaf je netwerk naar www.ipchicken.com surft, kom je het externe ip-adres van je router te weten, iets als 81.82.167.69 bijvoorbeeld. Als je dan van buitenaf naar het adres 81.82.167.69:88 gaat, kom je bij het ingestelde apparaat uit.

©PXimport

Tip 11: Firmware

Blijkt je router een bepaalde functie niet (goed) te ondersteunen, dan loont het de moeite na te gaan of je die functionaliteit kunt toevoegen door een firmware-update van je router. Controleer eerst op de site van de fabrikant welke aanpassingen je na zo’n update mag verwachten, maar zorg wel dat je het juiste modelnummer te pakken hebt.

Wil je zo’n update inderdaad uitvoeren, open dan de webinterface van je router en ga op zoek naar de juiste rubriek: iets als Firmware Update of Maintenance. Hier kun je dan het bijhorende firmware-bestand ophalen. Vaak lukt dat rechtstreeks, maar soms moet je het bestand eerst naar je pc downloaden en het van daaruit selecteren. Op deze manier kun je dan de update uitvoeren, een proces dat je onder geen voorwaarde mag onderbreken. Doe je dat toch, dan riskeer je een defecte router!

Als ook de nieuwste firmware niet de gezochte functionaliteit biedt, kunnen gevorderde gebruikers eventueel alternatieve routerfirmware overwegen. Vooropgesteld dat de router compatibel is met zo’n alternatief. Populaire firmware is die van OpenWRT en vooral ook DD-WRT. Bij deze laatste kun je via deze link nagaan in hoeverre je router daarmee overweg kan. Uitvoeren doe je wel op eigen risico!

©PXimport

Voorzie je wifi-apparatuur van up-to-date firmware, maar onderbreek de update nooit

-

Tip 12: Connectieloos

Kun je plots niet meer op je draadloze netwerk met een van je computers, terwijl dat nog wel lukt wanneer je die via een netwerkkabel verbindt en je ook met je andere toestellen geen verbindingsproblemen ondervindt, dan kan het aan een corrupt netwerkprofiel liggen op je pc.

Open dan de Opdrachtprompt als administrator en voer het commando netsh wlan show profiles uit. Je krijgt een lijst met netwerkprofielen te zien. Voer de opdracht netsh wlan delete profile <profielnaam> uit, waarbij je <profielnaam> vervangt door de naam van het problematische profiel. Herstart je pc. Wellicht lukt het nu wel om een draadloze verbinding op te zetten.

Ook handig om weten: de opdracht netsh wlan show wlanreport geeft je een uitgebreid rapport over je wifi-configuratie. Je vindt dit html-rapport op C:\ProgramData\Microsoft\Windows\WlanReport\wlan-report.latest.html en je kunt het in je browser bekijken.

©PXimport

Tip 13: Mobiele hotspot

Bevind je je op een locatie waar je alleen maar over een bekabelde verbinding beschikt en wil je naast je laptop ook met je tablet het internet op? Dan kun je je laptop als een mobiele hotspot voor je tablet laten fungeren. In Windows 10 gaat dat het makkelijkste als volgt: ga naar Instellingen en kies Netwerk en internet / Mobiele hotspot. Zet de schakelaar op Aan, selecteer de (bekabelde) internetverbinding en druk op de knop Bewerken om zowel de Netwerknaam als het Netwerkwachtwoord in te stellen.

Zo’n mobiele hotspot kun je ook via een 3G- of 4G-verbinding opzetten, zowel met Android als iOS. Je vindt de nodige instructies via deze link.

Tip 14: Veiligheid

Je wilt uiteraard een zo veilig mogelijke verbinding met je draadloze netwerk opzetten en je vraagt je af welke maatregelen zinvol zijn. Zonder meer de belangrijkste beveiliging blijft wifi-encryptie en voor thuisgebruikers betekent dat doorgaans wpa2-encryptie met een stevig wachtwoord. Het klopt dat er enkele maanden terug kwetsbaarheden in wpa2 zijn gevonden (de krack-aanval), maar wanneer je data versleuteld zijn via https of vpn (zie ook tip 15) kan de hacker niets aanvangen met je data.

Ga wel na of de recentste firmware van je router en/of accesspoints al in een oplossing voor krack voorziet. Via deze link vind je een lijst van producenten die dat voor elkaar hebben. Die firmware moet je dan zeker installeren.

Verder kun je eventueel een mac-filter activeren zodat alleen apparaten met een geautoriseerd mac-adres je netwerk op kunnen, maar een beetje hacker weet zo’n maatregel al snel te omzeilen. Ook het niet laten uitzenden van het ssid van je netwerk is een beveiligingsoptie die weinig meerwaarde biedt. Beide maatregelen bemoeilijken eigenlijk vooral het zelf toevoegen van een nieuw apparaat aan je netwerk.

©CIDimport

Tip 15: Publieke hotspot

Het is erg verleidelijk om onderweg gebruik te maken van een publieke wifi-hotspot. Je moet wel beseffen dat in principe iedereen die van datzelfde netwerk gebruikmaakt met de juiste tools de data die je via je mobiele apparaat uitstuurt, kan onderscheppen. Alle gegevens die niet versleuteld zijn, waaronder ook wachtwoorden die als platte tekst verstuurd worden, kunnen dan in de verkeerde handen vallen. Het gebeurt zelfs dat een hacker zelf een mobiele hotspot opzet met een onschuldig ogende netwerknaam als ‘Schiphol Free’, precies met de bedoeling om zoveel mogelijk gebruikers in de val te lokken.

Wil je toch gebruik maken van een openbare hotspot, dan raden we je aan dat via een betrouwbare vpn-verbinding te doen, zodat je data automatisch versleuteld worden. Er zijn heel wat vpn-diensten beschikbaar, zoals CyberGhost (beschikbaar voor Windows, macOS, iOS en Android; circa USD 66 voor één jaar; gratis 7 dagen proefversie). Een aantal diensten biedt ook wel gratis accounts, maar die hebben vaak een beperkte snelheid en functionaliteit.

▼ Volgende artikel
Van prompt naar programma: leer programmeren met AI
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

Van prompt naar programma: leer programmeren met AI

Niet alleen het saaie en repetitieve werk wordt vervangen door AI. Je bent óók als kenniswerker niet meer zeker van een baan. Software wordt al grotendeels door AI geschreven. Gelukkig kun je daar als hobbyprogrammeur ook enorm van profiteren. Het brengt naast tijdwinst ook veel gemak. We helpen je op weg met drie praktische tools: ChatGPT, Aider en de Windsurf Editor. We maken enkele eenvoudige voorbeelden, zodat je een helder beeld hebt van je potentiële workflow.

In dit artikel laten we zien hoe je met hulp van AI razendsnel leert programmeren en zelfs complete programma’s bouwt:

  • Gebruik ChatGPT als programmeerpartner en laat het een volledig werkend spelletje bouwen met HTML, CSS en JavaScript
  • Installeer Aider en gebruik het in combinatie met Git om projecten via de terminal te ontwikkelen
  • Ontdek Windsurf Editor als grafisch alternatief met AI-assistent Cascade

Lees ook: Leren programmeren? Met deze tools is coderen geen geheimcode meer

Grote taalmodellen zijn al zo goed dat je comfortabel complete programma’s door AI kunt laten maken, zelfs zonder enige programmeerkennis. Afhankelijk van de tools die je gebruikt, voelt dat toch alsof je samen aan code werkt, ook wel pair-programmeren genoemd. Je houdt dus enige controle en kunt er, als je oplet, veel van leren. Ook al wordt het harde werk door AI gedaan.

Een bijkomend voordeel is dat je heel gericht aanpassingen kunt laten doen of vragen kunt stellen over de code, zonder dat je de documentatie of websites als Stack Overflow hoeft door te spitten. Het is geen verrassing dat laatstgenoemde website met fors dalende bezoekersaantallen te maken heeft. Ook andere taken, zoals het schrijven van de documentatie, zijn snel geregeld.

In dit artikel gaan we een eenvoudig programma maken met AI, zodat je een goed beeld hebt van de workflow. We gebruiken drie verschillende tools. We starten met het vertrouwde ChatGPT, al kun je ook bijvoorbeeld voor Claude of Gemini kiezen. Daarna gaan we met Aider in combinatie met Git aan de slag. Daarmee werk je ‘samen’ aan programmacode via de opdrachtprompt, in ons voorbeeld binnen het vertrouwde Visual Studio Code. Tot slot gaan we met de Windsurf Editor aan de slag, een completere grafische ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI-features, die je van begin tot eind ondersteunt bij het maken van je programma. 

Basisbeginselen van het programmeren

Het is handig als je de basisbeginselen van een programmeertaal kent. Ook daar kan AI van nut zijn. Je kunt veel leren van de voorbeelden die worden gegenereerd. Je kunt elk detail uit laten leggen, of om meer voorbeelden vragen. Dat is heel effectief!

Ook om de basisbeginselen te leren is AI nuttig. Pas bijvoorbeeld de Pareto-methode toe. Die methode stelt dat 80 procent van de resultaten voortkomt uit 20 procent van de inspanningen. Vraag de chatbot om een plan te maken dat deze regel toepast op het leren programmeren van bijvoorbeeld Python, door te focussen op 20 procent van de concepten, tools en technieken die 80 procent van de praktische toepassingen en problemen oplossen voor een beginnende programmeur. Vraag om een gestructureerd plan dat in korte tijd resultaat oplevert, inclusief voorbeelden en kleine projecten om vaardigheden direct toe te passen.

Vraag aan ChatGPT om een leerplan op te stellen om je te helpen bij het programmeren.

ChatGPT

Chatbot

Grote taalmodellen (LLM’s) vormen de basis voor chatbots als OpenAI’s ChatGPT en Anthropics Claude, maar óók voor de tools die we hierna behandelen. Feitelijk benaderen we de chatbots in dit eerste deel van het artikel rechtstreeks, via een browser of app. De andere tools gebruiken de API van deze bedrijven. Raadpleeg eventueel voor het starten met ChatGPT deze basiscursus.

De nieuwere modellen (we gebruiken overwegend ChatGPT 4o en Claude 3.5 Sonnet) laten heel goede resultaten zien voor programmeertaken. Ze helpen uiteraard niet alleen om programmacode te schrijven maar kunnen code ook uitleggen, fouten oplossen en de documentatie schrijven. Ook kun je uitstekend brainstormen over een project of ideeën. Het is daarom, óók als je andere tools voor programmeren gebruikt, enorm praktisch om erbij te hebben! Toegang tot ChatGPT is gratis met beperkingen. Een abonnement is minder gelimiteerd en geeft vaak toegang tot nieuwere modellen (zoals o1 of o3-mini). Zo’n abonnement is niet bruikbaar voor de andere tools, die gebruiken namelijk de API waarvoor je aparte credits moet aanschaffen.

Een chatbot biedt goede ondersteuning bij al je programmeervragen.

Eerste stappen

We beginnen met een eenvoudig voorbeeld en vragen aan ChatGPT om een spelletje boter-kaas-en-eieren te maken, ook wel bekend als tic-tac-toe. Hoewel het Engels soms betere resultaten kan geven, werken we voor dit artikel volledig in het Nederlands. We starten met deze prompt: “Maak een volledig functionele boter-kaas-en-eieren voor in een browser. Maak de HTML-structuur, voeg CSS-stijlen toe en implementeer de JavaScript-logica. Maak een scheiding tussen HTML, CSS en JavaScript. Zorg dat het programma responsief is zodat het bij elke schermgrootte werkt.”

ChatGPT genereert de gevraagde code. Je kunt individueel de HTML, CSS en JavaScript kopiëren. Om het te proberen, kun je alles plakken op websites als www.jsfiddle.net en www.codepen.io. Voor dit voorbeeld hebben we bij JSFiddle een projectpagina aangemaakt. We gaan dit voorbeeld in de volgende stappen verder verbeteren, steeds met links naar de verbeterde versie.

De eerste versies van het spel boter-kaas-en-eieren.

Geluiden toevoegen

We vragen ChatGPT om het programma aan te passen, zodat er een geluid wordt afgespeeld bij elke zet. ChatGPT voegt daarop een audio-element toe aan de HTML-code. Het past ook het script aan om dit aan te roepen bij elke zet. Je moet nog wel zelf het mp3-bestand plaatsen in de uiteindelijke programmamap of een volledige link naar het mp3-bestand invullen in de HTML-code:

<audio id="move-sound" src="muisklik.mp3"></audio>

Er zijn overigens veel websites waar je leuke geluidseffecten kunt vinden die je vrij kunt gebruiken, waaronder Pixabay. Op deze pagina zie je onze aangepaste versie.

De aangepaste HTML-code bevat een verwijzing naar een mp3-bestand.

Computertegenstander

We vragen ChatGPT vervolgens om een slimme computertegenstander toe te voegen, waarbij aan het begin van het spel wordt gekozen wie er mag beginnen. Via deze webpagina kun je deze versie zien. De computertegenstander blijkt in eerste instantie overigens helemaal niet zo slim, waardoor je makkelijk je potjes wint. Maar dat is snel opgelost. Na ons verzoek om de computertegenstander slimmer te maken, controleert het programma voortaan eerst op mogelijke winnende zetten en blokkeert het de tegenstander indien nodig. Als er geen direct winnende of blokkerende zetten zijn, kiest het een willekeurige lege cel. Deze slimmere versie kun je hier bekijken.

Het aangepaste script op een canvas in ChatGPT.

Uiterlijk verfraaien

Als laatste hebben we gevraagd het uiterlijk wat mooier te maken. Hierbij wordt voornamelijk de CSS-code aangepast om de visuele stijl van het spel te verbeteren. Het resultaat is geslaagd: ChatGPT geeft de achtergrond een mooi kleurverloop. Ook zijn de stijlen van de knoppen en speelvelden aangepast. Het levert een veel moderner en aantrekkelijker uiterlijk op.

Je kunt ChatGPT uiteraard steeds vragen om het script of een deel daarvan uit te leggen. Ben je het overzicht over de wijzigingen kwijt, dan kun je uiteraard ook vragen om de laatste HTML-code in te zien, of de laatste versie van het script. Eventueel op een canvas. Toch misten wij in ChatGPT soms wat overzicht en is het bovendien lastig om een stapje terug te doen als een aanpassing niet het gewenste resultaat oplevert. Dit zijn zaken die we in het volgende deel gaan aanpakken met Aider.

De gemoderniseerde versie van boter-kaas-en-eieren.

Contextvenster bij een taalmodel

Bij het werken met een groot taalmodel ofwel een Large Language Model (LLM) zijn er enkele technische beperkingen. Een daarvan is het contextvenster. Dat kun je zien als de hoeveelheid tekst die het model kan onthouden, gemeten in tokens. Een token is een deel van een woord en kan ook spaties en leestekens bevatten. Gemiddeld is een token ongeveer 3 tot 4 tekens groot.

Eerdere versies van ChatGPT hadden een relatief klein contextvenster van 4096 tokens. Het kan dan niet altijd alle details onthouden van de gebruikte teksten. Tegenwoordig is het contextvenster veel groter, en onthouden de modellen gemakkelijk 128.000 tokens of meer. Dat is ongeveer een heel boek! Dat is niet alleen nuttig bij het werken met hele lange teksten of artikelen, maar ook bij programmeerwerk, waar je vaak met grote bibliotheken te maken hebt.

Aider

Opdrachtprompt

Voor grotere programmeerprojecten is het werken met een chatbot al snel vervelend en verwarrend. Veel praktischer is een tool die met jouw eigen projectbestanden werkt en zelf of samen de gewenste aanpassingen maakt. Als je geen moeite hebt met het werken met een opdrachtprompt, is Aider een uitstekende optie. Die tool helpt met het schrijven en aanpassen van code.

Aider is opensource en werkt met heel veel LLM’s samen. Hier gebruiken we de API voor Claude 3.5 Sonnet, maar je kunt ook de API van OpenAI gebruiken of een LLM die je zelf lokaal draait of elders, zoals via OpenRouter. De integratie met Git is enorm praktisch. Voor elke aangebrachte wijziging voert het een ‘commit’ uit, voorzien van een duidelijke omschrijving, zodat je achteraf een goed overzicht met alle veranderingen hebt en ook stapjes terug kunt doen. Niet alle alternatieven bieden dit en dat is vooral een gemis als er iets fout gaat en je geen idee meer hebt hoe je dat moet oplossen.

Aider werkt samen met alle gangbare LLM’s.

Voorbereiding

We willen weer laten zien hoe je het spelletje boter-kaas-en-eieren met Aider zou kunnen maken. We gebruiken het voor velen vertrouwde programma Visual Studio Code onder Windows en installeren Aider via een opdrachtprompt binnen die ontwikkelomgeving. Binnen de editor kun je uiteraard alle gegenereerde bestanden bekijken en handmatig aanpassen. Voor de installatie van Aider heb je Python nodig. Zet tijdens de installatie van Python een vinkje bij Add python.exe to PATH, zodat je Python vanuit elke map kunt aanroepen.

Installeer ook Visual Studio Code als je dat nog niet eerder hebt gedaan. Visual Studio Code biedt een mogelijkheid om Copilot als assistent te gebruiken, maar dat slaan we hier over.

Installeer ook Git, zodat versiebeheer mogelijk is. Kies tijdens de installatie van Git voor het gebruik van Visual Studio Code als standaardeditor. Verder kun je alle standaardinstellingen accepteren. Als je Python, Visual Studio Code en Git hebt geïnstalleerd, kun je door met de installatie van Aider.

Installeer Python onder Windows voordat je met Aider aan de slag gaat.

Installatie Aider

We kunnen nu Aider installeren. Open daarvoor Visual Studio Code en kies in het menu de optie Terminal / New Terminal. Verander de terminal, via de optie rechtsboven in het venster, naar Git Bash. Installeer daarna Aider met de volgende twee opdrachten:

python -m pip install aider-install
aider-install

Sluit de terminalvenster via het kruisje rechtsboven. Open dan een nieuwe terminal en wissel weer naar Git Bash. Als je Aider niet kunt aanroepen met aider zul je het PATH moeten uitbreiden met de aangegeven opdracht, zoals in het voorbeeld hieronder:

export PATH="C:\\Users\\gertj\\.local\\bin:$PATH"

Zorg dat je in dit voorbeeld voor Claude 3.5 Sonnet een API-sleutel hebt en voldoende credits om mee te beginnen (zie het kader ‘API-sleutel maken voor Claude’). Exporteer deze API-sleutel zodat Aider deze direct kan gebruiken:

export ANTHROPIC_API_KEY=sk-ant…

Maak nu een nieuwe map voor je toepassing, blader naar die map en maak een Git-repository:

mkdir tictactoe
cd tictactoe
git init .

Je kunt nu beginnen met programmeren, met de ondersteuning van Aider!

We installeren Aider om het binnen Visual Studio Code te gebruiken.

API-sleutel maken voor Claude

Bij Aider werken we zoals aangegeven met Claude 3.5 Sonnet, een populaire optie onder programmeurs. Voor toegang is een API-sleutel nodig. Ga daarvoor naar de console van Anthropic. Vul je e-mailadres in. Via e-mail ontvang je een beveiligde link waarmee je kunt inloggen. Ga dan naar Settings / API keys en klik op Create Key. Vul een naam in, bijvoorbeeld Aider, en klik op Add. Noteer de API-sleutel, deze is later niet meer zichtbaar!

Je hebt ook wat credits nodig. Ga daarvoor naar Billing en voeg credits toe met een creditcard via de optie Add Funds. Begin met een klein bedrag, zoals 10 dollar. Heb je over? Je kunt het altijd nog opmaken door een chatbot als Jan met de API te verbinden.

Via de console van Anthropic kun je een API-sleutel maken.

Programma maken

We gaan ons eerste programma maken. Zorg dat je een terminalvenster hebt geopend en bent gewisseld naar Git Bash. De assistent start je dan met de volgende opdracht:

aider --sonnet

Er wordt de eerste keer gevraagd om .aider* en .env toe te voegen aan .gitignore. Dat raden we aan! Hiermee voorkom je dat deze bestanden, vaak met wachtwoorden en dergelijke, per ongeluk in je Git-repository worden opgenomen en daardoor in potentie online komen, als je de repository via GitHub beschikbaar maakt.

Via de prompt kun je nu je opdrachten afvuren. We vragen zoals eerder om een volledig functionele en responsieve boter-kaas-en-eieren voor in een browser met de vereiste HTML-structuur, CSS-stijlen en JavaScript-logica in aparte bestanden.

Aider gaat direct aan de slag en laat heel overzichtelijk alle aanpassingen zien, met een beschrijving van de uiteindelijke functionaliteit. Het vraagt netjes of het de nieuwe bestanden mag maken (index.html, styles.css en script.js) en daarna of het deze mag openen in een browser. Het spel is in deze eerste versie volledig responsief met een duidelijke gebruikersinterface, houdt de speelstatus bij, detecteert wanneer iemand wint of als het een gelijkspel is, heeft een knop om het spel opnieuw te starten en is helemaal in het Nederlands. Een goed begin!

Aider heeft het programma voor ons uitgewerkt.

Aanpassingen maken

We vragen opnieuw in natuurlijke taal om wijzigingen te maken. De workflow is erg prettig. Aider geeft eerst aan welke bestanden waarschijnlijk moeten worden gewijzigd. Voor het geluid stelt het bijvoorbeeld wijzigingen in index.html en script.js voor. Dan vraagt Aider of het deze bestanden mag toevoegen aan de chat.

Als de radartjes zijn uitgedraaid, na interactie met Claude, geeft Aider heel nauwkeurig aan welke regels in welke bestanden moeten worden gewijzigd. Ook geeft Aider aan dat je een mp3-bestand genaamd move.mp3 in dezelfde map moet plaatsen.

We vragen Aider daarna ook om een slimme computertegenstander toe te voegen. Die is meteen heel slim en probeert direct te winnen als dat kan, blokkeert winnende zetten van de tegenstander, probeert het centrum te veroveren en kiest anders voor hoeken of willekeurige zetten.

Tot slot vragen we Aider om het programma te verfraaien met een moderner uiterlijk. Dat levert een flinke metamorfose op. Bekijk hier het resultaat.

Via een comfortabel proces maakt het alle gewenste aanpassingen.

Kosten voor werken met Aider

We hebben tijdens het werken met Aider continu de credits in de gaten gehouden. We controleerden dit via de console bij Anthropic, maar Aider zelf toont ook bij elke actie welke kosten het heeft gemaakt. Voor de meeste aanpassingen gaat het om zo’n 5 tot 11 dollarcent. In totaal heeft het programma ongeveer 0,23 dollar (circa 0,22 euro) gekost. Het hangt er voornamelijk vanaf hoeveel tokens er nodig zijn, wat weer samenhangt met de omvang van de bestanden die aan de chat worden toegevoegd.

Integratie met Git

De standaard integratie met Git biedt veel voordelen. Als Aider aanpassingen maakt aan een bepaald bestand zal het in Git een heldere beschrijving toevoegen aan de zogeheten commit. In Visual Studio Code kun je deze historische aanpassingen eenvoudig terugzien. Klik daarvoor op een bestand en open in de balk aan de linkerkant Timeline. Zorg dat de filterinstelling is ingesteld op Git History.

Nu zie je de commit-geschiedenis van het geselecteerde bestand. Door op een specifieke commit te klikken, kun je de aangebrachte wijzigingen bekijken. Binnen Aider zijn er ook nog wat trucjes. Zo kun je met /diff zien wat de laatste veranderingen zijn. Met /undo kun je die eenvoudig ongedaan maken.

We hebben de repository op GitHub gezet. Ook hier kun je alle veranderingen bekijken. Open daarvoor een bestand, zoals script.js, en ga dan rechtsboven naar History. Hier zie je de verschillende wijzigingen. Als je op een van de aanpassingen klikt, zie je netjes welke veranderingen in de code zijn gemaakt.

Je kunt handig zien welke historische wijzigingen zijn aangebracht in bestanden.

Git en GitHub

Aider gebruikt een git-repository. Sommige mensen verwarren dit met GitHub. Je kunt met Git prima alleen een lokale repository maken, op het systeem waarop je met Aider werkt. Optioneel kun je deze repository met GitHub verbinden, zodat je in feite een kopie in de cloud hebt. Dat is voor jezelf wel heel praktisch, omdat je veel makkelijker de wijzigingen kunt bijhouden en bestuderen. En je kunt ook met anderen samenwerken aan code.

Ook interessant om te lezen: GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

We hebben de repository gedeeld met GitHub, zodat je alle veranderingen kunt inzien.

Windsurf Editor

 Complete ontwikkelomgeving

Zoek je een completere ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI, dan zijn Cursor AI en Windsurf Editor twee populaire opties. Cursor AI is een gevestigde speler, maar krijgt steeds meer concurrentie van het nieuwere Windsurf Editor. Beide ontwikkelteams blijven verbeteringen doorvoeren om niet voor elkaar onder te doen.

Beide programma’s zijn bovendien klonen van Visual Studio Code, de bekende editor van Microsoft die we ook voor Aider hebben gebruikt. Daarom lijken ze in veel opzichten op elkaar. Het kan handig zijn om verschillende thema’s te gebruiken als je ze naast elkaar gebruikt, zodat je ze uit elkaar kunt houden.

Windsurf Editor werkt met een ingebouwde assistent genaamd Cascade.

Cascade

We hebben ook in Windsurf geprobeerd om het spelletje boter-kaas-en-eieren uit dit artikel te maken. De assistent in Windsurf Editor heet Cascade; via het Cascade-deelvenster kun je hem direct aan het werk zetten. Een leuk detail is dat niet alleen code wordt gegenereerd, maar dat er ook veel aanvullende acties voor je worden uitgevoerd, zoals het aanmaken van een map voor je project en voor de geluiden, en het maken van een mp3-bestand.

Bij elke stap kun je zien welke bestanden worden aangepast en de voorgestelde wijzigingen controleren en bevestigen. Je hoeft niet, zoals bij Aider, zelf een API-sleutel te regelen voor toegang. Je gebruikt steeds het model van Cascade en de administratieve kant wordt via je account geregeld, op basis van credits (zie volgende paragraaf). Zo’n diepere integratie is heel praktisch. Toch heeft de workflow veel overeenkomsten met Aider.

Via een deelvenster kun je een conversatie met Cascade voeren.

Werken met credits

Windsurf werkt met credits voor verschillende taken. Zo worden User Prompt-credits voor elke interactie met de assistent gebruikt en Flow Action-credits voor alle acties die worden uitgevoerd. Als je de limiet bereikt voor het premiummodel, wordt overgeschakeld naar het basismodel. De proefperiode van 14 dagen geeft je ruim voldoende credits om het voorbeeldprogramma uit dit artikel te maken. Sterker nog, je hebt ongeveer vijftien keer meer credits dan nodig, dus je kunt ook grotere en complexere programma’s proberen te maken.

Buiten die proefperiode is, om het premiummodel te gebruiken, een upgrade naar de Pro-versie bijna onvermijdelijk (ca. 18 euro per maand). Je hebt dan wel elke maand een ruime hoeveelheid credits en kunt vrij voordelig credits bijkopen.

Windsurf Editor werkt met een systeem van credits.

Beste optie voor hobbyprogrammeur?

Over het algemeen werkt het programmeren met een chatbot zoals ChatGPT goed. Voor losse functies of snippets werkt het zelfs uitstekend. Maar het is lastig om het overzicht te behouden over de gegenereerde code en eventuele aanpassingen, zeker als het om wijzigingen in meerdere bestanden gaat.

Aider en Windsurf Editor hebben een fijnere workflow, omdat ze de lokale bestanden direct voor je wijzigen, eventueel meerdere tegelijkertijd. Wat kosten betreft is Aider waarschijnlijk interessanter voor de hobbyprogrammeur die af en toe een project oppakt. Je kunt ad-hoc wat credits bijkopen of eens een ander model proberen, lokaal of via bijvoorbeeld OpenRouter. Het opensource DeepSeek R1 bijvoorbeeld. Je kunt bovendien elke ontwikkelomgeving kiezen, terwijl Windsurf Editor volledig op Visual Studio leunt. De integratie met Git ook een praktisch voordeel van Aider.

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!