ID.nl logo
15 oplossingen voor al je wifi-problemen
© Reshift Digital
Huis

15 oplossingen voor al je wifi-problemen

Thuis internetten zonder wifi valt nauwelijks nog voor te stellen. Een draadloos netwerk biedt veel gebruikscomfort, althans zolang het lekker loopt. Maar soms kost het je ook wel hoofdbrekens, bijvoorbeeld als je het netwerk wilt uitbreiden om een beter bereik te krijgen of als blijkt dat je wifi-signaal geregeld dienst weigert. Wij geven 15 oplossingen voor al je wifi-problemen.

Tip 01: Wegvallend signaal

Stel dat je op verschillende plaatsen in huis geen betrouwbaar netwerksignaal (meer) ontvangt. De ene keer lukt het wel, een andere keer niet. Je kunt eerst proberen je draadloze router of toegangspunt even uit- en weer in te schakelen. Helpt dat niet, controleer dan het signaal met een tool als NetSpot Free (macOS en Windows) of met de mobiele app WiFi Analyzer van farproc (Android).

Je kunt hiermee nagaan of het ontvangen signaal (rssi) wel sterk genoeg is. Deze signaalsterkte wordt uitgedrukt in negatieve dBm-waarden. Kort door de bocht komt het erop neer dat -40 dBm een uitstekend signaal is, terwijl -80 dBm doorgaans onvoldoende is. Bij WiFi Analyzer tik je hiervoor het oog-icoon aan en kies je Signaalmeter. Bij NetSpot lees je de sterkte af in de kolom Signal.

Blijkt het signaal inderdaad te zwak lees dan tips 2 en 3. In het andere geval is de kans groot dat er storing is van apparaten als een magnetron of een draadloze telefoon, met name wanneer je wifi-apparaten de 2,4GHz-band gebruiken: je ziet dat in de kolom Band van NetSpot of in WiFi Analyzer via Kanaalgrafiek.

©PXimport

Tip 02: Kanaaloverlapping

Het is ook mogelijk dat er naburige netwerken zijn die (nagenoeg) hetzelfde kanaal binnen het 2,4GHz-spectrum gebruiken. NetSpot toont dat als je achtereenvolgens Details en Channels 2.4 GHz aanklikt, bij WiFi Analyzer ga je naar de optie Kanaalgrafiek.

Meestal helpt het om een ander kanaal voor je eigen netwerk in te stellen op je draadloze router of toegangspunt, bij voorkeur een kanaal dat minimaal vijf nummers is verwijderd van het sterkste naburige kanaal (bijvoorbeeld 6 als dat van de buren 1 of 11 is). De optie Kanaalbeoordeling van WiFi Analyzer stelt zelf een optimale kanaalkeuze voor.

Je kunt ook de gratis tool WiFi Channel Picker gebruiken, deze werkt alleen op de 2,4GHz-band (Windows). Start de tool op, geef aan wat de SSID van jouw netwerk is en druk op de knop Evaluate: je leest het aanbevolen kanaalnummer af bij Best channel.

Tip 03: Beperkt bereik

Een te zwak signaal (zie tip 1) wijst er meestal op dat je draadloze router niet optimaal is gepositioneerd (zie ook tip 5) of dat het signaal je mobiele apparaat eenvoudigweg niet bereikt. Kun je met je apparaat niet dichter bij de router komen, dan is het probleem wellicht op te lossen door een zogenoemde mesh-router met bijhorende toegangspunten (satellieten) aan te schaffen. Maar die kosten al snel richting de 350 of 400 euro (zoals de NetGear Orbi RBK50). Een veel goedkopere oplossing is een wifi repeater of range extender, met prijzen van circa 30 tot 70 euro. Plaats het apparaat ergens tussen je router en de beoogde ontvangstplek, maar houd er rekening mee dat de snelheid van het wifi-signaal hierdoor wordt gehalveerd. Ga tevens na of de repeater simultane dualband ondersteunt, zodat die tegelijk apparaten op de 2,4GHz- en de 5GHz-band kan bedienen.

Een mogelijk alternatief is een powerline-set, waarbij je de ene adapter met je router verbindt en de andere in de ruimte plaatst waar je extra signaal wenst. Beide adapters geven het signaal aan elkaar door via het elektriciteitsnet. Reken op circa 60 tot 100 euro voor een set.

©PXimport

Tip 04: Extra router

Je kunt ook een tweede router inzetten om het bereik van je draadloze netwerk te vergroten, bijvoorbeeld als de modem/router van je provider zich op een wat ongelukkige plaats als de meterkast bevindt. Ondersteunt die modem/router de bridge- of repeater-modus, dan hoef je nauwelijks meer te doen dan die te activeren. Is dat niet het geval, dan vergt het wat meer configuratiewerk. Zo’n opzet is al uitgebreid aan bod gekomen in dit artikel.

Verbind je pc tijdelijk via een netwerkkabel met router 2. Tik het ip-adres van deze router in je browser in en meld je aan bij de webinterface van deze router. Geef router 2 een nog niet eerder gebruikt ip-adres dat binnen hetzelfde netwerksegment van router 1 ligt. Concreet betekent dit dat je alleen het laatste cijfer anders hoeft te maken (bijvoorbeeld 192.168.0.100 voor router 1 en 192.168.0.200 voor router 2). Het subnetmasker moet identiek zijn, waarschijnlijk is dat 255.255.255.0. Schakel de dhcp-service van router 2 uit, immers, die is hoogstwaarschijnlijk al actief op router 1. In de meeste gevallen geef je beide routers hetzelfde ssid, maar zet je ze wel op een ander kanaalnummer (bijvoorbeeld 1 en 6, zie ook tip 2). Stel op beide dezelfde wifi- en encryptiestandaard in, met hetzelfde wachtwoord. Is de configuratie van router 2 klaar, dan koppel je die via een lan-poort aan (een switch binnen) je netwerk.

©PXimport

Tip 05: Optimale plek

Is de signaalsterkte op bepaalde plekken in je huis of tuin wat minder, dan kan het herpositioneren van je draadloze router(s) mogelijk al helpen. Soms kan het volstaan om die wat lager of juist hoger te hangen of om de antennes anders te richten.

In andere gevallen moet je die echt op een andere, wellicht meer centrale plek hangen. Om de optimale plek te vinden, voer je best een ‘site survey’ uit: je loopt dan met een laptop rond in je woning (en balkon of tuin), terwijl je continu de signaalsterkte vastlegt. Zo ontstaat een heatmap: een plattegrond die toont waar je de beste en slechtste ontvangst hebt. Vervolgens kun je op basis van deze informatie je router(s) verplaatsen waarna je de test nogmaals uitvoert, tot je de optimale positie hebt gevonden. Een gratis tool voor zo’n plattegrond is Ekahau Heatmapper (gratis registratie vereist). Idealiter maak je eerst een plattegrond van je huis en importeer je die schets in Heatmapper (via I have a map image): zo geef je eenvoudig aan op welke plek je staat als je een meting uitvoert. Overigens heeft NetSpot ook een site-survey-functie, maar die zit alleen in de betaalde versie (vanaf circa 55 euro).

©PXimport

De positie van je draadloze router bepaalt mee de kwaliteit van het signaal

-

Tip 06: Geen wifi?

Je hebt een apparaat met een netwerkpoort, maar je vindt het lastig om een netwerkkabel tot bij dat toestel te krijgen en op die locatie beschik je niet over wifi. Gaat het om een oude laptop (of desktop) zonder wifi-ondersteuning, dan is de kans groot dat je het met een usb-wifi-adapter kunt regelen. Dergelijke dongels heb je al vanaf 15 euro.

Houd er wel rekening mee dat zulke adapters vaak alleen werken met bepaalde besturingssystemen. Heeft jouw apparaat een embedded systeem (bijvoorbeeld bij een mediaspeler of printer), dan krijg je het wellicht niet aan de praat. In dit geval kun je nog uitkijken naar een wireless bridge, ook wel ethernet of client bridge genoemd. Zo’n toestel is zowat het omgekeerde van een access point. In plaats van te vertrekken van een bekabeld netwerk om een draadloze verbinding op te zetten, vertrek je van een draadloos netwerk en bied je een bekabelde verbinding aan door je apparaat met de ethernetpoort van de bridge te verbinden. Sommige routers kunnen ook in zo’n wireless-bridge-modus opereren. Heb je nog een oude router liggen, check dan of die zo’n functie aanbiedt. Is dat niet het geval, dan lukt het wellicht met een firmware-upgrade of met alternatieve firmware als DD-WRT (zie tip 11).

©PXimport

Tip 07: Geniepig gebruik?

Je hebt je draadloze netwerk natuurlijk goed afgeschermd met een wpa2-sleutel (zie ook tip 14), maar je bent er toch niet helemaal gerust op dat een buur niet stiekem van je netwerk gebruik maakt. Ga dan allereerst de logs van je draadloze router na. Normaliter houdt dit toestel een lijst van apparaten bij die momenteel – en vaak ook eerder – via je router op je netwerk zijn aangesloten. Je leest er onder meer het ip-adres en het mac-adres af en vaak ook de hostnaam, besturingssysteem, model en fabrikant. Vertrouw je het mac-adres niet, dan kun je eventueel een filter op je router instellen die de toegang voor dat mac-adres voortaan blokkeert. Het mac-adres van je eigen Windows-systemen lees je af door op de opdrachtregel ipconfig /all uit te voeren, het verschijnt dan bij Physical adress.

Voorziet je router niet in de gewenste informatie, dan kun je nog altijd een tool als SoftPerfect WiFi Guard inzetten. Deze tool is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Het is gratis voor maximaal vijf toestellen, daarna kost het 19 euro voor een licentie. Bij de eerste opstart selecteer je de actieve netwerkadapter en kun je tevens de gewenste scanfrequentie instellen. Bij een scanronde worden dan alle gedetecteerde toestellen opgesomd en je geeft zelf aan welke (bekende) toestellen voortaan genegeerd mogen worden. Je kunt bovendien een e-mail laten toesturen zodra een onbekend apparaat wordt gedetecteerd tijdens een van de volgende scans. De tool houdt per apparaat tevens een historisch overzicht bij.

©PXimport

Tip 08: Wachtwoord

Het kan de beste overkomen: je hebt je draadloze netwerk al een hele tijd geleden ingesteld en je bent het wachtwoord vergeten. Vervelend als je net een nieuw apparaat toegang wilt geven tot je netwerk. Gelukkig los je dat snel op. Ga met je browser naar het ip-adres van je router (dat vind je normaal gesproken bij Default Gateway als je het commando ipconfig via de opdrachtprompt uitvoert) en ga in de webinterface op zoek naar de beveiligingsinstellingen van je draadloze netwerk. Normaliter lees je hier het wachtwoord af, eventueel nadat je een optie als Unmask Password hebt ingeschakeld.

Het kan ook nog anders, als je tenminste over een Windows-toestel beschikt dat met dat netwerk is verbonden. Ga naar Instellingen en kies Netwerk en internet / Status / Netwerkcentrum. Klik bij Verbindingen op de naam van je netwerk en druk op de knop Eigenschappen van draadloos netwerk. Ga naar het tabblad Beveiliging en plaats een vinkje bij Tekens weergeven.

Tip 09: Gastnetwerk

Je krijgt geregeld bezoekers over de vloer en je voelt er weinig voor hen jouw wifi-wachtwoord te geven. Een gastnetwerk is dan een prima oplossing: zo’n netwerk heeft een afzonderlijk ssid en wachtwoord, en is volledig gescheiden van je eigen draadloze netwerk. Je router moet zo’n functie natuurlijk wel ondersteunen. Vaak kun je hier ook het maximum aantal gebruikers instellen dat zich simultaan met het gastnetwerk mag verbinden. Soms is het zo dat een gast-gebruiker eerst een browser moet openen, waarna ze op een inlogpagina het wachtwoord kunnen invoeren (een ‘captive portal’).

Beschikt je router niet over zo’n functie en krijg je het evenmin met een firmware-upgrade opgelost, dan kun je nog een constructie met een tweede router overwegen, waarbij je router 2 dan via de wan-poort verbindt met de lan-poort van je hoofdrouter. Zorg er tevens voor dat beide routers in een verschillend netwerksegment opereren, bijvoorbeeld 192.168.0.x en 192.168.1.x. Het netwerk van je hoofdrouter is dan bedoeld voor je gasten. Hierop kun je bovendien alternatieve dns-servers activeren met automatische inhoudsfiltering, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Zelf maak je gebruik van het netwerk van router 2. Voor meer uitleg kun je terecht op het artikel via deze link.

©PXimport

Een gastnetwerk is een veilige oplossing om je bezoekers toegang tot je wifi te geven

-

Tip 10: Extern bereikbaar

komen steeds meer apparaten op de markt die je (draadloos) in je netwerk kunt opnemen en die je wellicht ook graag vanaf het internet wilt bereiken, zoals een ip-bewakingscamera. Dit apparaat zit net als je andere netwerkapparaten achter je router, wat maakt dat het apparaat een intern ip-adres heeft gekregen dat niet zomaar van buitenaf bereikbaar is. Er zit dan weinig anders op dan ‘port forwarding’ op je router in te stellen. Hiermee maak je duidelijk aan de router dat al het verkeer gericht aan het externe ip-adres van je router plus een specifiek poortnummer automatisch naar het interne ip-adres plus poortnummer van dat apparaat moeten worden doorgestuurd.

Stel, je toestel heeft als adres 192.168.0.100 en de service draait op poort 88. Open dan de webinterface van je router en zoek een rubriek als Port forwarding op. Creëer een regel waarbij je aangeeft dat alle aanvragen op poort 88 naar dat adres moeten worden doorgesluisd. Wellicht vind je hier ook voor jouw router de nodige instructies.

Wanneer je vervolgens vanaf je netwerk naar www.ipchicken.com surft, kom je het externe ip-adres van je router te weten, iets als 81.82.167.69 bijvoorbeeld. Als je dan van buitenaf naar het adres 81.82.167.69:88 gaat, kom je bij het ingestelde apparaat uit.

©PXimport

Tip 11: Firmware

Blijkt je router een bepaalde functie niet (goed) te ondersteunen, dan loont het de moeite na te gaan of je die functionaliteit kunt toevoegen door een firmware-update van je router. Controleer eerst op de site van de fabrikant welke aanpassingen je na zo’n update mag verwachten, maar zorg wel dat je het juiste modelnummer te pakken hebt.

Wil je zo’n update inderdaad uitvoeren, open dan de webinterface van je router en ga op zoek naar de juiste rubriek: iets als Firmware Update of Maintenance. Hier kun je dan het bijhorende firmware-bestand ophalen. Vaak lukt dat rechtstreeks, maar soms moet je het bestand eerst naar je pc downloaden en het van daaruit selecteren. Op deze manier kun je dan de update uitvoeren, een proces dat je onder geen voorwaarde mag onderbreken. Doe je dat toch, dan riskeer je een defecte router!

Als ook de nieuwste firmware niet de gezochte functionaliteit biedt, kunnen gevorderde gebruikers eventueel alternatieve routerfirmware overwegen. Vooropgesteld dat de router compatibel is met zo’n alternatief. Populaire firmware is die van OpenWRT en vooral ook DD-WRT. Bij deze laatste kun je via deze link nagaan in hoeverre je router daarmee overweg kan. Uitvoeren doe je wel op eigen risico!

©PXimport

Voorzie je wifi-apparatuur van up-to-date firmware, maar onderbreek de update nooit

-

Tip 12: Connectieloos

Kun je plots niet meer op je draadloze netwerk met een van je computers, terwijl dat nog wel lukt wanneer je die via een netwerkkabel verbindt en je ook met je andere toestellen geen verbindingsproblemen ondervindt, dan kan het aan een corrupt netwerkprofiel liggen op je pc.

Open dan de Opdrachtprompt als administrator en voer het commando netsh wlan show profiles uit. Je krijgt een lijst met netwerkprofielen te zien. Voer de opdracht netsh wlan delete profile <profielnaam> uit, waarbij je <profielnaam> vervangt door de naam van het problematische profiel. Herstart je pc. Wellicht lukt het nu wel om een draadloze verbinding op te zetten.

Ook handig om weten: de opdracht netsh wlan show wlanreport geeft je een uitgebreid rapport over je wifi-configuratie. Je vindt dit html-rapport op C:\ProgramData\Microsoft\Windows\WlanReport\wlan-report.latest.html en je kunt het in je browser bekijken.

©PXimport

Tip 13: Mobiele hotspot

Bevind je je op een locatie waar je alleen maar over een bekabelde verbinding beschikt en wil je naast je laptop ook met je tablet het internet op? Dan kun je je laptop als een mobiele hotspot voor je tablet laten fungeren. In Windows 10 gaat dat het makkelijkste als volgt: ga naar Instellingen en kies Netwerk en internet / Mobiele hotspot. Zet de schakelaar op Aan, selecteer de (bekabelde) internetverbinding en druk op de knop Bewerken om zowel de Netwerknaam als het Netwerkwachtwoord in te stellen.

Zo’n mobiele hotspot kun je ook via een 3G- of 4G-verbinding opzetten, zowel met Android als iOS. Je vindt de nodige instructies via deze link.

Tip 14: Veiligheid

Je wilt uiteraard een zo veilig mogelijke verbinding met je draadloze netwerk opzetten en je vraagt je af welke maatregelen zinvol zijn. Zonder meer de belangrijkste beveiliging blijft wifi-encryptie en voor thuisgebruikers betekent dat doorgaans wpa2-encryptie met een stevig wachtwoord. Het klopt dat er enkele maanden terug kwetsbaarheden in wpa2 zijn gevonden (de krack-aanval), maar wanneer je data versleuteld zijn via https of vpn (zie ook tip 15) kan de hacker niets aanvangen met je data.

Ga wel na of de recentste firmware van je router en/of accesspoints al in een oplossing voor krack voorziet. Via deze link vind je een lijst van producenten die dat voor elkaar hebben. Die firmware moet je dan zeker installeren.

Verder kun je eventueel een mac-filter activeren zodat alleen apparaten met een geautoriseerd mac-adres je netwerk op kunnen, maar een beetje hacker weet zo’n maatregel al snel te omzeilen. Ook het niet laten uitzenden van het ssid van je netwerk is een beveiligingsoptie die weinig meerwaarde biedt. Beide maatregelen bemoeilijken eigenlijk vooral het zelf toevoegen van een nieuw apparaat aan je netwerk.

©CIDimport

Tip 15: Publieke hotspot

Het is erg verleidelijk om onderweg gebruik te maken van een publieke wifi-hotspot. Je moet wel beseffen dat in principe iedereen die van datzelfde netwerk gebruikmaakt met de juiste tools de data die je via je mobiele apparaat uitstuurt, kan onderscheppen. Alle gegevens die niet versleuteld zijn, waaronder ook wachtwoorden die als platte tekst verstuurd worden, kunnen dan in de verkeerde handen vallen. Het gebeurt zelfs dat een hacker zelf een mobiele hotspot opzet met een onschuldig ogende netwerknaam als ‘Schiphol Free’, precies met de bedoeling om zoveel mogelijk gebruikers in de val te lokken.

Wil je toch gebruik maken van een openbare hotspot, dan raden we je aan dat via een betrouwbare vpn-verbinding te doen, zodat je data automatisch versleuteld worden. Er zijn heel wat vpn-diensten beschikbaar, zoals CyberGhost (beschikbaar voor Windows, macOS, iOS en Android; circa USD 66 voor één jaar; gratis 7 dagen proefversie). Een aantal diensten biedt ook wel gratis accounts, maar die hebben vaak een beperkte snelheid en functionaliteit.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.