De harde schijf van je Mac defragmenteren, ja of nee?
Windows computers met een traditionele harde schijf dienen regelmatig gefragmenteerd te worden. Maar moet je ook de harde schijf van een Mac defragmenteren? En zo ja: hoe doe je dat?
OS X, en macOS, heeft een handige ingebouwde tool die allerlei onderhoudstaken voor je harde schijf uitvoert, Schijfhulpprogramma genaamd. Maar als je deze applicatie opent, zul je geen defragmentatiefunctie tegenkomen. Lees ook: Zo kun je het geheugen van je Mac uitbreiden.
Dat komt omdat de harde schijf van een Mac die op OS X 10.2 of later of macOS draait niet gedefragmenteerd hoeft te worden, dankzij een aantal ingebouwde voorzorgsmaatregelen.
Voorzorgsmaatregelen van OS X
Wanneer je een bestand opent controleert OS X hoe sterk het gefragmenteerd is, en als het uit meer dan acht fragmenten bestaat wordt het bestand automatisch gedefragmenteerd.
Bovendien verplaatst OS X kleine bestanden automatisch gezamenlijk als groep naar grotere gebieden op de harde schijf, waardoor ze vanwege de extra beschikbare ruimte meteen gedefragmenteerd raken.
OS X maakt gebruik van Hot File Adaptive Clustering, een methode waarbij bestanden die frequent benaderd maar niet gewijzigd worden, naar een plek op de harde schijf verplaatst worden die het snelst benaderd kan worden. Tijdens dit proces worden de bestanden gedefragmenteerd.
Bij het opslaan van nieuwe bestanden wordt er meteen getracht te voorkomen dat de bestanden gefragmenteerd raken. Het HFS+-bestandssysteem van OS X probeert namelijk geen onlangs vrijgekomen schijfruimte te gebruiken om nieuwe bestanden op te slaan. In plaats daarvan wordt er naar grote lege sectoren op de schijf gezocht, zodat de bestanden er in hun geheel in passen.
Wanneer wel defragmenteren?
Dankzij al deze voorzorgsmaatregelen is het meestal niet nodig om de harde schijf te defragmenteren. Maar als je harde schijf voor meer dan 90 procent vol staat, is het voor OS X vrijwel onmogelijk om gebieden en bestanden op je schijf zodanig te organiseren dat er geen fragmentatie plaatsvindt. In dat geval is het aan te raden om ruimte vrij te maken of een grotere harde schijf aan te schaffen in plaats van handmatig te defragmenteren, omdat je anders toch hetzelfde probleem blijft houden.
Defragmenteren is dus over het algemeen niet nodig, maar als je veel met real-time data werkt - zoals het bewerken van video of audio, tijdgevoelige gegevens of complexe wetenschappelijke gegevenswerving - kun je baat hebben bij het defragmenteren van je harde schijf.
Zoals gezegd vind je de defragmentatie-optie niet in Mac, zoals je die wel in oudere Windows-versies vindt. Om je Mac te defragmenteren heb je een extern programma nodig, bijvoorbeeld iDefrag.
Let op! Als je gebruik maakt van een SSD of flash drive in plaats van een traditionele harde schijf, moet je deze nooit defragmenteren. Dergelijke opslagmedia kunnen namelijk sneller kapot gaan als gevolg van het defragmentatieproces.