ID.nl logo
Far Cry Primal - Primitief vermaak
© PXimport
Huis

Far Cry Primal - Primitief vermaak

Far Cry staat als reeks bekend om de immense open wereld, waar je als een kind in een speeltuin doorheen raast. De voertuigen zijn deze keer vervangen door dieren, de schietijzers door knotsen en speren. Op een sterkere nadruk op gevechten van dichtbij na, is er op het gebied van actie niet veel veranderd. Het zal fans aanspreken, maar ook de volgende vraag doen stellen: is Far Cry Primal exact dezelfde game met een nieuw sausje?

Laten we meteen met de deur in huis vallen en die vraag beantwoorden: ja. Far Cry Primal is een echte reskin, oftewel een game waarbij het raamwerk nauwelijks is aangepast en vrijwel alleen textures en tussenfilmpjes zijn vervangen. Bij verhaalgedreven games valt een voortzetting van dezelfde gamestijl minder op, bij Far Cry wél omdat het narratieve element sterk is verminderd door de jaren heen. In Far Cry 4 was het minder storend omdat die game nog innoveerde, nu we bij deel vijf zijn aanbeland werkt het flinterdunne verhaal in het nadeel. Lees ook: De 10 beste games voor de PlayStation 4 die je in 2016 kunt kopen.

Jagen en verzamelen

Far Cry Primal speelt zich af in de middensteentijd, oftewel de tijd van de jager-verzamelaars. Je speelt als Takkar van de Wenja-stam, een groep die elkaar is kwijtgeraakt in de uitgestrekte wereld. De Wenja leven met nog twee rivaliserende stammen in een immens gebied met bossen, valleien en bergketens: het fictieve Oros in Centraal Europa. Aan jou de taak om sleutelpersonen uit de stam bij elkaar te brengen, een jaaggebied te claimen en eventuele competitie uit te schakelen. Dat is het verhaal in een notendop, verder dan die samenvatting gaat het ook eigenlijk niet.

In de introductie, die ook als tutorial geldt, maakt Takkar kennis met een sabeltandtijger en diens slachtoffer, verzamelaar en kruidenspecialiste Sayla. Na haar redding krijg je de taak om kruiden te verzamelen, want Sayla is gewond en bovendien veel te druk met het arrangeren van afgehakte oren aan een ketting. Terwijl je dat beeld even laat inzinken loop je de grot - die tevens de basis voor een nieuw Wenja-dorp vormt - uit.

©PXimport

Takkar van de Wenja-stam, draagt de hoofdrol in Far Cry Primal

Omdat je uiteraard geen camera tot je beschikking hebt, ben je volledig afhankelijk van je zintuigen. Far Cry Primal vervangt de hittedetectie van camera's met Takkars jachtinstinct, dat je met een druk op een knop activeert om sporen van dieren en planten te zien. Dieren laten een hittespoor achter, planten en ingrediënten krijgen in de speciale kijkmodus een heldere kleur. Het taggen van vijanden is vanuit het jachtinstinct niet mogelijk, maar daarvoor zijn later in het spel originele oplossingen beschikbaar.

Met de eerste verzameltochten, bedoeld om de tent van Sayla en de grot van Takkar te upgraden, is de parallel met vorige Far Cry-delen goed zichtbaar. Radiotorens en klokkentorens zijn vervangen met kampen en vreugdevuren. De vuurtorens steek je van dichtbij aan met een brandend wapen of van een afstandje met een brandende pijl. Bij het ontdekken en innemen van deze plekken ontstaan snelreispunten (zoals je die kent uit de serie), met deze keer voorraadzakken in plaats van verkooppunten voor wapens. Het maken en verbeteren van wapens doe je door te jagen op dieren en het verzamelen van ingrediënten, wat plezierig doch vaak vermoeiend blijkt. Je moet namelijk een groot deel van Oros verkennen om zeldzame ingrediënten te vinden. Zonder voertuigen.

©PXimport

Naast de vele meters bos zijn er ook geweldige grotten om te bezoeken

Snel zelfvoorzienend

De verhaallijn duwt je zelden een richting in, met uitzondering van de eerste paar missies. Sayla sluit haar verhaallijn af met de opdracht om een zoekgeraakte sjamaan te vinden, die vervolgens de belangrijkste rode draad van het verhaal introduceert. Takkars initiatie als beast master brengt vaart in het verhaal, hoewel de nieuwigheid er snel vanaf is. Sjamaan Tensay leert je allereerst met een psychedelisch visioen hoe je een uil inzet als verkenner. Hierna is het tijd voor het temmen van een wolf, om deze voor je te laten vechten. Na de korte lessen probeer je de nieuwe krachten een uurtje of wat uit, waarbij Takkar al snel machtig aanvoelt in de wereld van Oros.

Het vliegen met de uil voegt behalve een lekkere vliegervaring weinig toe. Met een simpel commando zweef je over de bossen, vlaktes en bergruggen en tag je naar hartenlust vijanden of moeilijk te spotten ingrediënten. De uil werkt goed als je wapens nog geen tag-upgrade hebben, hierna wordt het dier ofwel overbodig of te sterk. Bij het temmen van roofdieren voltrekt zich een vergelijkbaar (luxe)probleem. Kleinere dieren zoals wolven raak je kwijt als ze worden neergesabeld door plaatselijke tijgers, grotere dieren zijn niet kapot te krijgen. Tem je een tijger of leeuw, dan houden andere dieren afstand en vormen vijandige stammen vrijwel geen enkele bedreiging meer.

©PXimport

Vechten tegen de andere stammen is een veel voorkomend aspect bji Far Cry Primal

Zodoende is Oros na een uur of vijf al niet meer gevaarlijk op moeilijkheidsgraad Normal, temeer omdat controleposten en kampen zelden goed zijn verdedigd. Van versterkingen merk je bar weinig als je roofdier twee à drie vijanden per halve minuut verslindt, terwijl je zelf hier en daar bijennesten en vuurbommen in de richting van bepantserde vijanden gooit. Aanvankelijk dachten we dat de bijen als afleiding bedoeld waren, tot we merkten dat ze enorm veel schade aanrichten. Het vrijspelen van nieuwe vaardigheden, verkrijgbaar via nieuwe Wenja-specialisten, voelt door de kracht van de basisuitrusting snel onbelangrijk. Zoektochten naar belangrijke personages, variërend van jagers tot knotsgekke uitvinders, onderneem je dan ook vooral omwille van het verhaal. Elke teruggevonden Wenja verweeft Tensay in een vertelling, die zich als wisselende introductiefilm afspeelt voor elke nieuwe speelsessie.

Op zoek naar drijfveren

Naast Tensay en Sayla verzamel je een vijftal bonte Wenja, die een plek krijgen in het basiskamp met een eigen hut. Is de hut gebouwd, dan verschijnen nieuwe missies die de personages een beetje uitdiepen. De verhalen tonen vooral de specialiteit van de stamleden, dat weer effect heeft op de beschikbare vaardigheden in je skilltree. De verdeling van nieuwe kunsten over specialisten is origineel en maakt tientallen speelstijlen mogelijk; van klimmen met een werphaak tot het ontwikkelen van chemische bommen. Wel is het jammer dat de hoofdmissies op enkele uitzonderingen na niet veel vaardigheden vereisen.

En stap je na een indrukwekkend geanimeerd filmpje de wereld in om een opdracht van een belangrijke Wenja te vervullen, dan valt de eenvoud van enkele missies tegen. De overtuigend klinkende dialogen eindigen namelijk vaak met de woorden 'nu heb ik een tas vol ingrediënten nodig', wat anticlimaxen oplevert. We missen de mystieke lading die de vorige twee delen wisten mee te geven aan de wereld. Met name voor de lange, barre tochten verwacht je toch wel een lonende beweegreden. In de meeste gevallen blijven deze uit.

Primitief vermaak

Toch is Far Cry Primal vermakelijk, op de primitieve manier die we waarderen in de reeks. Het veroveren van een basis geeft nog steeds een goed gevoel en dankzij tientallen zijmissies is er elke honderd meter wel iets te doen. De missies waarin je stamleden redt of dieren verjaagt houden je uren bezig, het verzamelen van ingrediënten levert mooie panorama's op. Op een missende activering van een aantal missies na, krijg je gedurende het leeuwendeel van de opdrachten de actie die je van Far Cry kent en verlangt voor de kiezen. Vernieuwend of bloedstollend is het echter nooit.

De spaarzame momenten waarop Far Cry Primal schittert ervaar je tijdens conflicten met grote groepen vijanden. Met wapens zoals knotsen en speren zijn er spannende man-op-man-gevechten, met de boog is de jacht op afstand weer erg vertrouwd. Lig je tijdens een missie op het randje van een afgrond om een gebied te inspecteren, dan voelt de game als vanouds. Met de basis van Far Cry is weinig mis, het is dan ook vooral het gebrek aan een gedegen verhaal dat de game doorsnee maakt.

Het temmen en gebruiken van dieren voegt gelukkig iets toe, want samen met een wolf, tijger of bruine beer een basis aanvallen is een stuk leuker. Een dorp binnenstormen met een knuppel in de hand en een tijger naast je levert meeslepende momenten op, die je als beast master geroutineerd uitvoert na verloop van tijd. Wel zijn het deze en bovenstaande kortstondige actiemomenten die de hoogtepunten vormen in de twintig tot dertig uur speeltijd.

©PXimport

De Wenja-stam in actie, dieren temmen is een belangrijke functie in Far Cry Primal

Far Cry op de waakstand

Er zijn dertien hoofdmissies in Far Cry Primal, die de verhalen van alle Wenja-stamleden kort maar krachtig uiteenzetten. Je speelt de missies in een gewenste volgorde, wat niet altijd goed uitpakt. Het is bij enkele missies onduidelijk hoe je ze activeert, waardoor je constant heen en weer rent tussen tenten om opdrachten te scoren of om te vragen of er nog klussen zijn. In een poging om je de hele wereld te tonen, sturen de missiemakers je ook nog eens naar de verste uithoeken van Oros. Na een tocht van een uur, die niet in te korten is vanwege een vaste route, is de teleurstelling groot als een gevecht niet memorabel is. Zonder veel te verklappen over de vijanden, komt geen personage qua agressie of uitbundigheid in de buurt van Vaas uit Far Cry 3. Climaxen, schrikmomenten of bijzondere wendingen in de verhaallijn zijn er nauwelijks.

Het landschap speelt een grotere rol in Far Cry Primal. Gras wuift zachtjes in de wind, bloemen staan er fleurig bij en de ijzige kou in de bergen is bijna voelbaar. Vooral de bomen zien er indrukwekkend uit, met name als het zon- of maanlicht er tussendoor schijnt tijdens een van je vele wandelingen. Oros is een wereld die je razendsnel ontdekt en waardeert, waarbij het spijtig is dat de dreiging zo snel verdwijnt. Met een twintigtal zijmissies en dertien hoofdmissies op te teller sloten wij de verhaallijn af in vijfentwintig uur. Takkar was al na tien uur spelen onschendbaar en overschakelen naar een hogere moeilijkheidsgraad leverde niet de gewenste uitdaging op. Wel blijft de wereld toegankelijk na het afsluiten van het verhaal, zodat Oros een uur of tien extra je speeltuin is.

©PXimport

In plaats van metalen, gewoon een ouderwetse boog die je kunt upgraden

De tochten door Oros, het maken van je eigen wapens en de kortstondige jachtpartijen vormen de sterkste punten van Far Cry Primal. Nu zijn dit de vaste componenten die alle games in de reeks zo vermakelijk maken, zodat de game nooit meer wordt dan dat: ouderwets, simpel vermaak.

Conclusie

Het land van Oros is prachtig om te zien en zit vol met leven. De uitbundigheid beperkt zich tot de flora en fauna, want menselijke vijanden zijn schaars en de verhaallijn is dunner dan ooit. Je krijgt in Far Cry Primal vooral dezelfde actie als in voorgaande delen, wat een voor- en een nadeel is. De meest memorabele momenten zijn die waarop je het welbekende Far Cry-jachtgevoel beleeft. En omdat deze Far Cry een singleplayer-ervaring betreft, hadden we meer aandacht voor het verhaal verwacht.

70/10070/100Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Gamer.nl

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.