ID.nl logo
Zo kies je de beste gamemonitor
© PXimport
Huis

Zo kies je de beste gamemonitor

Of je nu de nieuwste en snelste videokaart hebt of juist op een wat oudere pc speelt, je monitor bepaalt uiteindelijk in grote mate hoe indrukwekkend je game-ervaring is. Een goede gamemonitor kan je een competitief voordeel geven door bijvoorbeeld extra snel te zijn. Of hij biedt juist een veel aantrekkelijkere kijkervaring dankzij spetterende kleuren en een hoog contrast. In dit artikel bekijken we de belangrijkste zaken waar je op moet letten als je een nieuwe monitor wilt kopen en bespreken we de beste gamemonitors van dit moment.

Hoewel we ons in dit artikel primair richten op gameliefhebbers, verliezen we ander gebruik uiteraard niet uit het oog. Zeker nu thuiswerken nog altijd aan de orde van de dag is. Maar wat maakt nu een ideale gamemonitor? Hiervoor dien je eerst te bepalen wat voor gamer je bent.

In grote lijnen kunnen we gamers opsplitsen in twee groepen: zij die vooral geven om snelheid en zij die meer waarde hechten aan een visueel indrukwekkende ervaring. Snelle games zijn bijvoorbeeld first-person shooters of andere e-sports-titels waarbij je het tegen anderen opneemt en elke milliseconde het verschil kan maken tussen winnen en verliezen. De andere groep gamers speelt vooral spellen waarbij het verhaal en een intense grafische ervaring belangrijk zijn. Speel je een beetje van alles, dan hoef je je geen zorgen te maken. De meeste goede monitors kunnen beide kampen prima bekoren.

We geven je tips over waar je op moet letten bij het kiezen van een nieuwe monitor en laten je enkele van de aantrekkelijkste computerschermen zien die de huidige markt te bieden heeft. Daarbij zochten we bewust naar onder andere de meest indrukwekkende en snelste monitor, maar ook naar modellen die opvallen door hun prijs-kwaliteitverhouding.

Paneeltype

Een van de belangrijkste specificaties van een monitor is het type paneel dat wordt gebruikt. Er zijn verschillende paneeltypen en elk van deze technieken heeft zijn voor- en nadelen. Het type paneel bepaalt in de grootste mate hoe jouw subjectieve ervaring met het scherm zal zijn.

Tn

Tn is eigenlijk de meest ouderwetse van de drie gangbare technieken. Vergeleken met ips- en va-panelen biedt tn de minst brede kijkhoeken met zichtbare kleurverschuivingen en afnemende helderheid. En meestal is het kleurbereik matig: dat is zowel voor algemeen gebruik als voor grafisch indrukwekkende games een groot nadeel. Tn-panelen waren in de regel wel sneller en vooral goedkoper dan de alternatieven. In de laatste paar jaar hebben ips- en va-panelen zowel op prijs als qua snelheid een flinke inhaalslag gemaakt.

Ips

Goede ips-panelen bieden het volledige kleurenspectrum waar games gebruik van maken, met als bijkomend voordeel dat ze daardoor ook geschikt zijn voor taken als video- en fotobewerking. Voor gamen en algemeen gebruik is een ips-paneel een goede investering: je krijgt een beter contrast, betere kijkhoeken en het beeld wordt vaak als rustiger ervaren.

Eerdere generaties ips-panelen stonden weliswaar bekend als traag, maar het gros van de snelste monitors van vandaag maakt juist gebruik van ips-technologie. Daarmee is ips uitgegroeid tot de interessantste techniek, met als voornaamste nadeel dat de beste ips-schermen zeker niet goedkoop zijn. Sommige paneelfabrikanten noemen hun met ips vergelijkbare technologie overigens anders: zo maakt Samsung gebruik van pls, terwijl AU Optronics ahva gebruikt.

Va

Va-panelen vallen een beetje tussen tn en ips in. Ze hebben vaak een goede kleurweergave en de kijkhoeken zijn niet zo matig als bij tn, maar ook niet zo uitzonderlijk goed als bij ips. Ze zijn vaak wat lager geprijsd dan de ips-alternatieven.

Wat snelheid betreft is het verhaal wat complexer. In de regel zijn de meeste (zeker betaalbare) va-panelen simpelweg wat trager. Gamers die gevoelig zijn voor ghosting blijven in de regel dan ook bij va-panelen uit de buurt. Maar va-schermen hebben ook een uniek inherent voordeel: ze bieden een beter contrast en zwartwaarde dan ips en tn. Speel je vooral games in een donkere kamer, dan zijn va-monitors een aantrekkelijk en betaalbaar alternatief voor ips.

Oled

De laatste paar jaar zijn oled-tv’s populair geworden en voor een goede reden. Op een oled-scherm is iedere pixel zijn eigen lichtbron. Het grootste voordeel is dat je daardoor een eindeloos groot contrast hebt: als het scherm zwart weergeeft, staan de pixels uit, met diep zwarte delen als gevolg. Daarbij zijn de kleuren en kijkhoeken zeer goed, wat simpelweg een superieure beeldervaring geeft.

Er is slechts een handjevol oled-monitors op de markt. Het gros zijn kleinere televisies die ook als monitor dienst kunnen doen. Ze zijn veelal ook nog prijzig en nog niet zo snel als de techniek mogelijk zou moeten maken. Oled-tv’s behoren weliswaar tot de snelste tv’s op de markt, maar de totale latency (inputlag en pixelrespons) loopt voorlopig nog iets achter op echte monitors. Het grootste nadeel blijft de kans op inbranden, wat bij pc-gebruik een groter risico is dan bij televisiegebruik.

Resolutie

Een hogere resolutie levert meer scherpte en werkruimte, en is daarom bijna altijd een voordeel. Maar het weergeven van die extra pixels vereist ook meer van je grafische kaart. Een videokaart van vijf jaar oud komt nog goed uit de voeten op een 1080p-monitor, maar voor een echte 4K-ervaring zul je een recente high-endvideokaart willen hebben.

Vooral liefhebbers van snelle games willen niet per se een hogere resolutie, want zij zullen beter presteren met een 1080p-monitor die games op 240 of misschien wel 360 beelden per seconde weergeeft. Zoek je het beste van beide werelden, dan zien wij 1440p als de gulden middenweg: wel extra pixels voor meer beeldscherpte, maar nog altijd goed aan te sturen met een recente mid-rangevideokaart.

Consolegamers opgelet!

Spelcomputers zijn in de regel iets minder flexibel met de resolutie van je monitor dan computers. Consoles gaan tenslotte uit van een tv en die zijn er in Full HD of 4K. De nieuwe Xbox Series S/X is wat flexibeler, maar de Playstation 5 kan bijvoorbeeld geen native 1440p aansturen. Je krijgt dan een 1080p-beeld op een 1440k-monitor gepresenteerd. Dat is niet direct een drama, maar ook niet ideaal. Koop je vooral een gamemonitor voor de laatste generatie consoles (PS5 / Xbox Series X), dan ligt een 4K-monitor voor de hand. Niet dat een recente console krachtiger is dan een game-pc, maar ze weten de weergave wel goed aan te passen aan 4K-monitors.

Formaat

Het ideale formaat van je nieuwe scherm is grotendeels subjectief en deels gebonden aan de resolutie die je kiest. Full HD oftewel 1080p oogt op een doorsnee 24inch-scherm scherp, maar ziet er op een 43inch-scherm onscherp uit. Andersom neemt de meerwaarde van 4K af naarmate het scherm kleiner wordt.

Tot enkele jaren terug was 24 inch de standaard, vandaag de dag is dat 27 inch geworden. Ervaring leert dat mensen snel aan dit formaat wennen en het is ook weer niet té groot. Uiteraard kun je daar prima van afwijken, afhankelijk van je eigen voorkeuren, opstelling en dergelijke. Zeker als je vooral games speelt, kan een maatje groter wenselijk zijn. Dat is tenslotte bevorderlijk voor de immersie. Geef je puur om je onlineprestaties, dan is kleiner veelal wenselijk. Dan heb je meer overzicht, waardoor je sneller kunt reageren.

Verversingssnelheid

Fervente gamers hoeven vandaag de dag niet langer genoegen te nemen met de gebruikelijke 60Hz-monitors. Als je eenmaal aan een wat sneller scherm gewend bent, wil je echt nooit meer terug. Vooral de stap van 60 naar 144-165 Hz levert een duidelijk merkbaar verschil op en is daarmee een aanrader voor fanatieke én casual gamers. Je kunt dit bovendien combineren met hogere resoluties. Ook hoeven dergelijke snelle schermen niet extreem veel meer te kosten. Een 1440p-monitor van 27 inch met een verversingssnelheid van 144-165 Hz wordt dan een mooi uitgangspunt voor de meeste gamers.

De stap naar ultrasnelle schermen – denk aan 240 of zelfs 360 Hz – is interessant voor liefhebbers die het kunnen betalen, maar wel minder groot dan die getallen doen vermoeden. Op een 60Hz-scherm ververst het scherm elke 16,6 milliseconde. Met 144 Hz kom je al op 6,9 ms. Met 240 Hz kom je op 4,2 ms en dat is natuurlijk een veel kleiner verschil, net als dat de 2,8 ms van 360 Hz weer een kleinere stap is. De meerwaarde van extra snel is dus is eigenlijk alleen voor écht fanatieke e-sporters interessant.

©PXimport

Refreshrate is slechts het halve verhaal

De refreshrate zegt lang niet alles, want die geeft simpelweg aan hoe snel het scherm begint met het weergeven van het volgende beeld. Even belangrijk, of wellicht nog belangrijker, zijn de pixelresponstijd en de inputlag van de monitor. Als een monitor er 10 ms over doet om een pixel daadwerkelijk van kleur te veranderen, geeft dat een mindere ervaring dan een monitor die dat in 2 of 3 ms doet. Menig fabrikant claimt overigens responstijden van 1 ms te bieden, maar in de praktijk is dat zelden het geval of biedt de 1ms-modus nare bijeffecten. Helaas kun je op dit vlak nooit op de specificaties van een fabrikant vertrouwen en zul je echt reviews moeten lezen of kijken om te achterhalen of een scherm ook echt snel is. De opgegeven refreshrate is een prima uitgangspunt, maar ook hier telt: staar je er niet blind op.

Variable refresh rate

Traditioneel ververst een scherm op vaste intervallen en doet dit van boven naar beneden. Zo kan het gebeuren dat de bovenkant van het scherm het ene frame laat zien, terwijl de onderkant al één frame verder is. Dit effect heet tearing en is zeker op een langzamer scherm goed te zien. Met variable refresh rate (VRR) geeft je monitor het beeld weer zodra de videokaart er klaar voor is, met een soepele kijkervaring als gevolg, vrij van haperingen en tearing.

Een paar jaar geleden moest je goed opletten of een scherm überhaupt VRR ondersteunde en zo ja, voor welk merk videokaart (AMD of Nvidia). Tegenwoordig zijn de meeste gamemonitors uitgerust met de techniek en ondersteunen ze beide kaartmerken. Een gegeven is dit overigens niet. Dus als je twijfelt, zoek naar een vermelding van G-Sync (voor Nvidia-kaarten) of FreeSync (AMD). Helaas zijn deze specificaties vaak wel incompleet en werkt een monitor met ondersteuning voor FreeSync dikwijls toch in combinatie met Nvidia-kaarten.

©PXimport

Andere eigenschappen

We hebben hierboven de belangrijkste aandachtspunten behandeld bij het kiezen van een nieuwe gamemonitor. Afhankelijk van jouw voorkeuren word je zo richting een bepaald soort scherm gestuurd. Daarna dien je nog wel goed na te denken over andere eigenschappen van het scherm zoals ergonomie, aansluitingen en gamemogelijkheden.

Onder die laatste noemer scharen we RGB-verlichting, maar ook zaken als on-screen crosshairs of contrastverhogers die het makkelijker maken om je tegenstanders te spotten. Ook ondersteuning voor HDR kan interessant zijn, al bieden de meeste gamemonitors nog geen ultieme HDR-ervaring. Geef je om HDR, zoek dan bij voorkeur een monitor met een DisplayHDR 600-label of hoger, want HDR400 stelt niets voor.

©PXimport

Goedkoop, maar ook rap

Iiyama G-Master GB2470HSU-B1

Als je een scherpe prijs belangrijk vindt en toch een paneel van degelijke kwaliteit wilt, dan heeft Iiyama vaak aantrekkelijke opties. De G-Master GB2470HSU-B1, die voor circa 189 euro over de toonbank gaat, is er zo een. Voor minder dan 200 euro krijg je een vrij rap (165 Hz) en aangenaam ips-paneel met nog aardige kleurprestaties, een goede maximale helderheid en een ergonomische voet.

Je kunt overigens ook een paar euro besparen door te kiezen voor een vaste voet (G2470HSU, zonder B dus), maar wij zouden dat afraden. Een in hoogte verstelbaar scherm is wel zo prettig als je er uren achter moet zitten.

Uiteraard krijg je voor dit bedrag geen ultieme ervaring. Zo moet je het doen met een beetje ouderwetse 1080p-resolutie en kunnen de kleurprestaties niet op tegen de betere alternatieven in deze lijst. Bovendien is de 24inch-schermdiagonaal niet bijster indrukwekkend. Maar als je een bescheiden budget hebt, kun je het eigenlijk niet beter treffen dan met deze GB2470HSU-B1.

©PXimport

Iiyama G-Master GB2470HSU-B1

Prijs
€ 199,-
Website
www.iiyama.com
7Score70

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p-resolutie

  • Usb-c

  • Minpunten

  • HDR-ervaring kan beter

Premium allrounder

Gigabyte Aorus FI27Q-X

De wereld van de gamemonitors heeft sinds 2019 uiteraard niet stilgestaan. Waar een 240Hz-verversingssnelheid voorheen betekende dat je vastzat aan de lagere 1080p-resolutie, is dat sinds 2021 niet langer het geval. De eerste generatie ips-monitors met een verversingssnelheid van 240 Hz en een 1440p-resolutie verscheen eerder dit jaar, met modellen van onder andere ASUS, Alienware (Dell) en Gigabyte.

Die schermen gebruiken veelal exact dezelfde panelen. Deze nieuwe generatie panelen met een hoge resolutie zijn razendsnel en bieden een uitstekende kleurweergave, maar zoals vaker met innovaties hangt daar wel een stevig prijskaartje aan. Bij de lancering van deze schermen was je 800 tot 900 euro kwijt, een forse meerprijs ten opzichte van de eerder besproken Gigabyte FI27Q bijvoorbeeld.

De prijzen begonnen al vlot na lancering te dalen, onder meer omdat de meeste fabrikanten productinhoudelijk erg aan elkaar gewaagd zijn. Ook de ASUS ROG Swift PG279QM en Alienware AW2721D maakten kans op de titel ‘premium allrounder’, ware het niet dat Gigabytes monitor op het moment van schrijven net wat agressiever geprijsd is. 699 euro voor een nextgen-gamemonitor is echt niet verkeerd. Houd de prijzen van de Alienware en de ASUS wel in de gaten, want dit trio is bijzonder aan elkaar gewaagd.

©PXimport

Gigabyte Aorus FI27Q-X

Prijs
€ 699,-
Website
www.gigabyte.com9Score90

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p + 240 Hz

  • Minpunten

  • Forse meerprijs voor 240 Hz

  • HDR kan beter

  Giga groots gamen 

LG oled-tv C1 (OLED48C16LA)

Eigenlijk is de LG C1 een televisie, maar met zijn 48inch-beelddiagonaal, 4K-resolutie en 120Hz-verversingsssnelheid blijkt hij ook een van de meest indrukwekkende grote gameschermen die je je kunt wensen. De kleuren spatten eraf, het contrast is dankzij de oled-techniek oneindig groot en het is een scherm waarop HDR-games echt tot hun recht komen.

Bovendien is HDMI 2.1, dat vereist is om ook met consoles op hogere resolutie voorbij 60 Hz te komen, extreem zeldzaam op gamemonitors. Deze televisie heeft maar liefst vier van die aansluitingen. Dat maakt het een ideaal scherm voor consolegamers, al moet je dan wel een prijskaartje van 1199 euro voor lief nemen. Bijkomend voordeel omdat het een tv is: ook het geluid is prima.

Toch valt aan dit scherm nog wel wat te verbeteren voor gamers. Zo blijft de totale latency nog iets achter bij de betere gamemonitors. Tel daar het extra grote formaat bij op en je zult snappen dat dit niet het ideale scherm is voor onlineshooters. Ook bestaat bij oled nog altijd het risico op inbranden. LG geeft aan dat dit nauwelijks nog een probleem is, maar voor iedereen die vele uren naar dezelfde elementen kijkt (lees: desktopgebruik), blijft dit toch echt iets om rekening mee te houden.

©PXimport

LG oled-tv C1 (OLED48C16LA)

Prijs
€ 1199,-
Website
www.lg.com10Score100

  • Pluspunten

  • 4K en 120 Hz, ideaal voor consoles

  • Fantastische kleuren en contrast

  • Groot formaat

  • Minpunten

  • Te groot voor algemeen gebruik

  • Risico op inbranden

Snelste gamemonitor

ASUS ROG Swift PG259QN

Fabrikant ASUS laat de prijs-prestatiekroon liggen en kiest bewust voor absolute topprestaties. Met een prijskaartje van 699 euro is de ROG Swift PG259QN verre van goedkoop, zeker voor een Full-HD-scherm, maar dan krijg je wel de snelste monitor van dit moment. Met zijn 25inch-diagonaal en 360Hz-verversingssnelheid is hij meetbaar en zichtbaar een stap voorbij 240Hz-monitors, terwijl hij dankzij zijn ips-paneel alsnog een goede kleurweergave weet te bieden. Hij wordt ook goed aangekleed met gamemogelijkheden en een goede ergonomische standaard.

Concessies zijn er ook: we noemden al de bescheiden 1080p-resolutie. Dat maakt hem in tegenstelling tot 1440p-alternatieven minder fijn voor games die niet louter op snelheid leunen en ook voor algemeen gebruik. Deze monitor moet je dan ook meer zien als een stuk professioneel gereedschap voor serieuze e-sporters. Telt elke milliseconde, dan wordt dit scherm interessant.

Vermogende liefhebbers kunnen ook de R-variant overwegen (PG259QNR). Dat model, dat 150 euro meer kost, heeft als extra een ingebouwde latency-analyzer om je pc en instellingen te optimaliseren voor nog betere prestaties. Spreekt het concept je aan, maar vind je 700 euro te gortig? Kijk dan naar de ASUS VG279QM. Deze 280Hz-versie van vorig jaar is slechts iets trager, maar bijna de helft goedkoper.

©PXimport

ASUS ROG Swift PG259QN

Prijs
€ 699,-
Website
www.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Ultieme snelheid

  • Goede kleuren en contrast

  • Goede gamemogelijkheden

  • Minpunten

  • Forse meerprijs voor 360 Hz

  • Slechts 1080p

Ultieme gamemonitor

ASUS ROG Swift PG32UQX

Mocht je oog al over de prijs van dit scherm zijn gegleden: nee, het is geen tikfout, de ASUS ROG Swift PG32UQX kost echt 3499 euro. Daarmee wordt direct duidelijk dat dit voor de meeste gamers niet dé gamemonitor zal zijn. Voor iets meer dan een tiende haal je immers al een echt uitstekende ervaring in huis.

Deze ASUS moet je dan ook meer zien als een ultiem voorproefje van wat de mainstream gamemonitors over een paar jaar zullen bieden. Denk daarbij aan een indrukwekkende combinatie van een fors 32inch-scherm met 4K-resolutie en een 144Hz-verversingssnelheid, prachtige kleurprestaties plus een extreem goed contrast dankzij een mini-led-backlight.

Doorgaans heeft de backlight van een monitor over het hele scherm een vaste helderheid, maar bij schermen zoals de PG32UQX kan de backlight zich in vele zones aanpassen aan wat er op het scherm wordt weergegeven. Zo krijgt dit ips-paneel een veel beter contrast dan va-panelen, terwijl verder wel alle voordelen van ips behouden blijven.

De contrastwaarden komen aardig in de buurt van oled-panelen, maar deze ASUS kan wel veel meer helderheid leveren. Het resultaat is de overtreffende trap in HDR-games (en andere content). Tenminste, als je een pc-gamer bent: zonder HDMI 2.1 blijf je met een PlayStation 5 toch echt op 60 Hz hangen. Voor spelcomputers ligt de LG C1 dan ook meer voor de hand.

ASUS maakt het geheel af met een stevige constructie en een zee aan mogelijkheden, al verandert dat niets aan het feit dat dit scherm enkel voor de zeer vermogende early adopters is. Een ultieme ervaring om naar te kijken als je hem ergens tegenkomt, maar het lijkt vooral wachten op een scherm dat deze techniek weet te combineren met een schappelijke prijs.

©PXimport

ASUS ROG Swift PG32UQX

Prijs
€ 3499,-
Website
www.asus.com10Score100

  • Pluspunten

  • Ultiem voor pc-gaming

  • Top HDR-ervaring

  • Goede snelheid

  • Minpunten

  • Niet ultiem voor consolegamers

  • Prijs

©PXimport

▼ Volgende artikel
5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt
© Action
Huis

5x waar je op moet letten als je een goedkoop smarthome-merk zoekt

Aan merken die producten voor je smarthome aanbieden hebben we tegenwoordig geen gebrek. Maar hoe scheid je het kaf van het koren? In dit artikel geven we vijf aspecten waar je op moet letten bij de keuze voor een voordelig merk, waardoor je hopelijk geen miskoop (meer) begaat.

Als je nog niet zo bekend bent met een smarthomemerk en je doet wat onderzoek, let dan in elk geval op de volgende zaken:

  1. De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen
  2. Brede compatibiliteit met de grote spelers (Amazon, Google, Apple)
  3. Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites
  4. Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)
  5. Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

💡Lees ook: Zijn goedkope smarthomeproducten wel veilig?

De laatste jaren zijn er flink wat merken bijgekomen die allemaal nagenoeg dezelfde smarthomeproducten aanbieden. Dit soort producten noemen we ook wel whitelabelproducten: dergelijke apparaten worden geproduceerd door een derde partij, en door een aanbieder aangeboden met een eigen logo en soms ook een eigen app. In veel gevallen biedt zo'n verstrekker geen extra's of unieke elementen, maar in een zeldzaam geval gebeurt dat wèl. Daar kom je achter wanneer je onderzoek doet naar zo'n merk, door op de volgende zaken te letten.

1- De mobiele app wordt goed beoordeeld, door echte mensen

Als een merk echt een slechte app aanbiedt, dan zie je dat vanzelf terug in de beoordelingen. Het is dan zaak om door de cijfers van bots (digitale systemen die automatisch reviews plaatsen) en betaalde influencers te kijken – maar op een gegeven moment herken je een bepaald soort taalgebruik waardoor je dat moeiteloos doet. Bovendien lijken veel neppe reviews op elkaar, zowel in boodschap als taalgebruik. Lees alle beoordelingen goed door en let op die van echte mensen of gebruikers. Hoe meer je er daar van vindt, hoe beter de app in kwestie is.

©Hombli

2- Brede compatibiliteit met de grote spelers

In je onderzoek is het ook verstandig om informatie op te zoeken over de brede compatibiliteit van het merk in kwestie. Ga naar de winkelpagina of officiële website om te zien of er bijvoorbeeld ondersteuning is voor Google Home of Apple Homekit. En anders is Matter, Homey, Fibaro of een ander smarthomeprotocol de moeite waard. Hoe breder de support, hoe breder de inzetbaarheid en hoe beter de ervaring. Check ook meteen of je het product offline kunt gebruiken binnen je eigen netwerk, eventueel via een zelf opgezet smarthomeplatform.

Lees ook: Wat is Matter? Smarthome-standaard uitgelegd

Je huis slimmer maken hoeft niet duur te zijn

Met slimme stekkers maak je bestaande apparaten 'smart'

3- Je komt online positieve reviews tegen op betrouwbare sites

Onderschat daarnaast de kracht van een positieve recensie niet. Niet dat je zomaar elke review kunt vertrouwen die je online tegenkomt. Maar als het geluid overwegend positief is en je vertrouwt de platformen of recensenten, dan heb je weinig redenen om te twijfelen aan een merk. Als een specifiek merk genegeerd wordt door een publicatie, of je komt er simpelweg geen recensies over tegen, dan kan het zijn dat het niet bijzonder genoeg is. Hopelijk is een website transparant over de werkwijze bij het selecteren van de artikelen die worden besproken, zodat je het ontbreken van de review in de juiste context kunt plaatsen.

©Lidl

4- Recensenten die je vertrouwt zijn positief over het merk (niet alleen influencers)

Over recensenten gesproken: let ook in het bijzonder op wie zo'n product test en of diegene een grote staat van dienst heeft. Probeer te achterhalen of die persoon in het verleden vaker positief is geweest over het merk. Wees ook scherp op het beroep van zo'n recensent. Lees je een tekst van een expert, reviewer of journalist, dan kun je de argumenten veel beter plaatsen en op waarde schatten dan wanneer een influencer schreeuwt dat je maar gewoon iets moet kopen omdat het vet is. Diegene wordt daar grof voor betaald – echte redacteuren zijn niet zo gemakkelijk te beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld opzoeken via LinkedIn of iemand een echte journalist is, of is verbonden aan een bepaald merk.

5- Heb voor jezelf helder wat je belangrijk vindt

Als je eenmaal de basale informatie opgezocht hebt en je hebt wat onderzoek gedaan naar wie wat precies recenseert, dan is het tijd om naar de inhoud te kijken. Niet alle kritiek hoeft voor jou een probleem te zijn. Zeker niet als je begrijpt waar je op moet letten of als je weet wat voor jou belangrijk is. Een goede prijs-kwaliteitverhouding geeft vaak alle context die je nodig hebt. Dan kun je genoegen nemen met iets minder, zonder er te veel voor te betalen. Let in de teksten vooral ook op het updatebeleid; hoe breder die is, hoe langer je met de producten doet. Hier op ID.nl vind je ook veel reviews, misschien zit jou gewenste artikel er ook wel bij?


☃️Deze winter zit je niet in de kou:

▼ Volgende artikel
Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij
Energie

Klaar voor de toekomst met een slimme thuisbatterij

In 2050 moet het volledige energieverbruik van Nederland afkomstig zijn uit duurzame bronnen. Dat is een mooi streven, maar op dit moment is dat slechts het geval voor 17 procent van de gebruikte energie. Om het doel te halen, moeten we er met z'n allen de schouders onder zetten. Jij kunt daarbij helpen, en dat levert je onder de streep ook nog eens geld op!

Partnerbijdrage - In samenwerking met Zonneplan.

Vol elektriciteitsnet

Bedrijven en huishoudens stappen steeds vaker over op het gebruik van stroom in plaats van gas. Dat is natuurlijk goed, maar het heeft wel als gevolg dat het elektriciteitsnet snel volloopt. Dat is op dit moment al een probleem, en in de toekomst wordt dat probleem alleen maar groter. Er moet namelijk ontzettend veel extra duurzame opwekcapaciteit worden bijgebouwd om de vraag naar stroom met het aanbod te kunnen matchen.

Met de noodzakelijke toename van duurzame stroom op het ene moment (vooral overdag) en de toename van de vraag (vooral 's avonds) wordt een probleem gecreëerd, waarbij stroomopslag de enige manier is om die duurzame energie op een ander moment beschikbaar te stellen. Zonder opslagcapaciteit gaan we op steeds meer momenten duurzame energie 'weggooien', doordat windmolens en/of zonnepanelen uitgeschakeld moeten worden (en wordt het dus ook minder interessant om in dit soort projecten te investeren). Dat is natuurlijk zonde, maar gelukkig is er een oplossing.

Thuisbatterijen kunnen tijdelijk overtollige energie opslaan, energie die op een later moment weer kan worden ingezet. Deze opslagcapaciteit is de enige manier om wind- en zonnestroom over tijd te verplaatsen, waardoor het dus veel efficiënter kan worden gebruikt. Dat zorgt ervoor dat het stroomnet tijdens piekmomenten minder hoeft te worden belast. Op die manier hoeft er minder energie uit gascentrales te komen, en dat is weer goed voor het milieu.

Watch on YouTube

Wat levert een thuisbatterij op?

Een thuisbatterij kan je op dit moment al aardig wat geld opleveren. Dat heeft te maken met de onbalansmarkt. Die zorgt ervoor dat de stroomprijs automatisch omhoog gaat als er een tekort is, en juist lager wordt op momenten van een stroomoverschot. Gedurende een gewone dag kunnen zo grote verschillen ontstaan.

Als particulier kun je in principe niet bij die onbalansmarkt, maar met een thuisbatterij en Powerplay van Zonneplan kan dat wel! Je thuisbatterij wordt opgeladen als er een stroomoverschot is en levert weer stroom terug als er een tekort op het landelijke stroomnet dreigt. Zou er niet op deze onbalans gereageerd worden, dan ontstaat er schade aan apparaten of kan de stroom zelfs volledig uitvallen. Jouw bijdrage aan een stabiel net is dus enorm belangrijk en levert daardoor ook flinke vergoedingen op.

Salderingsregeling

De reden dat een thuisbatterij nog geen maximaal rendement levert, is de salderingsregeling. Die regeling houdt in dat de stroom die je opwekt met je zonnepanelen en teruglevert aan het stroomnet mag aftrekken van de netstroom die je op een ander moment gebruikt. Hoe meer stroom je teruglevert, des te meer stroom je later kunt gebruiken, zonder dat je daarvoor hoeft te betalen.

Die regeling is in het leven geroepen om het plaatsen van zonnepanelen te stimuleren. Op dit moment lijkt het er echter op dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 wordt afgeschaft. Vanaf dat moment wordt het opslaan van zonnestroom voor eigen gebruik een extra verdienmodel voor thuisbatterijen, aanvullend op de verdienmodellen die nu al bestaan.

Netcongestie oplossen

Los van het stabiliseren van het landelijke net kunnen batterijen ook worden ingezet voor het oplossen van lokale druk, ook wel netcongestie genoemd. Dat komt voor wanneer zonnepanelen in één wijk massaal tegelijk energie terugleveren, of als bijvoorbeeld elektrische auto's en warmtepompen allemaal op hetzelfde moment stroom proberen af te nemen. Thuisbatterijen kunnen op die momenten tegenwicht bieden om de druk van het net te halen.

Op dit moment is daar nog geen markt voor, maar Zonneplan is onlangs wel al een eerste pilot gestart met netbeheerder Liander die daar een oplossing voor kan zijn.

Zonneplan Nexus-thuisbatterij

Een van de populaire thuisbatterijen is de Zonneplan Nexus. Dat is niet zomaar een accu die even wordt opgeladen en weer wordt leeggetrokken. Nee, het is een van de meest geavanceerde batterijen die er op de markt zijn. De opslagcapaciteit van de Nexus ligt tussen de 10 en wel 20 kWh – dat is bijna drie keer het dagelijks verbruik van een gemiddeld gezin.

Ook gaat het opladen en ontladen van de accu razendsnel en op vol vermogen. Daardoor maak je maximaal gebruik van de fluctuerende energieprijzen en haal je zo veel mogelijk rendement uit het op- en ontladen van de accu.

De thuisbatterij wordt volledig voor je geïnstalleerd en updates met nieuwe functies en opties ontvang je gewoon over 4G. Tel daarbij de slimme AI-gestuurde software op en de Zonneplan Nexus is de ideale thuisbatterij, voor nu én voor de toekomst.

©Zonnneplan

Conclusie

De voordelen van een thuisbatterij zijn tweeledig. Enerzijds kun je nu al geld verdienen door een thuisbatterij aan te schaffen. Je voorkomt ermee dat je een duurdere aansluiting nodig hebt, en je kunt meehelpen om het stroomnet in balans te houden, waardoor je je energierekening flink verlaagt of zelfs geld terugkrijgt. Als het voordeel van saldering wegvalt, kun je met een thuisbatterij je eigen stroom opslaan en op een later moment weer gebruiken, bijvoorbeeld als de stroomprijs tijdelijk relatief hoog is.

Met de Nexus-thuisbatterij van Zonneplan en automatische Powerplay-aansturing help je nu al om het stroomnet in balans te houden, en voorzie je je volledige huishouden in de nabije toekomst van jouw zelf opgewekte stroom.

Kijk voor meer informatie over de Zonneplan Nexus op de website van Zonneplan.