ID.nl logo
Zo kies je de beste gamemonitor
© Reshift Digital
Huis

Zo kies je de beste gamemonitor

Of je nu de nieuwste en snelste videokaart hebt of juist op een wat oudere pc speelt, je monitor bepaalt uiteindelijk in grote mate hoe indrukwekkend je game-ervaring is. Een goede gamemonitor kan je een competitief voordeel geven door bijvoorbeeld extra snel te zijn. Of hij biedt juist een veel aantrekkelijkere kijkervaring dankzij spetterende kleuren en een hoog contrast. In dit artikel bekijken we de belangrijkste zaken waar je op moet letten als je een nieuwe monitor wilt kopen en bespreken we de beste gamemonitors van dit moment.

Hoewel we ons in dit artikel primair richten op gameliefhebbers, verliezen we ander gebruik uiteraard niet uit het oog. Zeker nu thuiswerken nog altijd aan de orde van de dag is. Maar wat maakt nu een ideale gamemonitor? Hiervoor dien je eerst te bepalen wat voor gamer je bent.

In grote lijnen kunnen we gamers opsplitsen in twee groepen: zij die vooral geven om snelheid en zij die meer waarde hechten aan een visueel indrukwekkende ervaring. Snelle games zijn bijvoorbeeld first-person shooters of andere e-sports-titels waarbij je het tegen anderen opneemt en elke milliseconde het verschil kan maken tussen winnen en verliezen. De andere groep gamers speelt vooral spellen waarbij het verhaal en een intense grafische ervaring belangrijk zijn. Speel je een beetje van alles, dan hoef je je geen zorgen te maken. De meeste goede monitors kunnen beide kampen prima bekoren.

We geven je tips over waar je op moet letten bij het kiezen van een nieuwe monitor en laten je enkele van de aantrekkelijkste computerschermen zien die de huidige markt te bieden heeft. Daarbij zochten we bewust naar onder andere de meest indrukwekkende en snelste monitor, maar ook naar modellen die opvallen door hun prijs-kwaliteitverhouding.

Paneeltype

Een van de belangrijkste specificaties van een monitor is het type paneel dat wordt gebruikt. Er zijn verschillende paneeltypen en elk van deze technieken heeft zijn voor- en nadelen. Het type paneel bepaalt in de grootste mate hoe jouw subjectieve ervaring met het scherm zal zijn.

Tn

Tn is eigenlijk de meest ouderwetse van de drie gangbare technieken. Vergeleken met ips- en va-panelen biedt tn de minst brede kijkhoeken met zichtbare kleurverschuivingen en afnemende helderheid. En meestal is het kleurbereik matig: dat is zowel voor algemeen gebruik als voor grafisch indrukwekkende games een groot nadeel. Tn-panelen waren in de regel wel sneller en vooral goedkoper dan de alternatieven. In de laatste paar jaar hebben ips- en va-panelen zowel op prijs als qua snelheid een flinke inhaalslag gemaakt.

Ips

Goede ips-panelen bieden het volledige kleurenspectrum waar games gebruik van maken, met als bijkomend voordeel dat ze daardoor ook geschikt zijn voor taken als video- en fotobewerking. Voor gamen en algemeen gebruik is een ips-paneel een goede investering: je krijgt een beter contrast, betere kijkhoeken en het beeld wordt vaak als rustiger ervaren.

Eerdere generaties ips-panelen stonden weliswaar bekend als traag, maar het gros van de snelste monitors van vandaag maakt juist gebruik van ips-technologie. Daarmee is ips uitgegroeid tot de interessantste techniek, met als voornaamste nadeel dat de beste ips-schermen zeker niet goedkoop zijn. Sommige paneelfabrikanten noemen hun met ips vergelijkbare technologie overigens anders: zo maakt Samsung gebruik van pls, terwijl AU Optronics ahva gebruikt.

Va

Va-panelen vallen een beetje tussen tn en ips in. Ze hebben vaak een goede kleurweergave en de kijkhoeken zijn niet zo matig als bij tn, maar ook niet zo uitzonderlijk goed als bij ips. Ze zijn vaak wat lager geprijsd dan de ips-alternatieven.

Wat snelheid betreft is het verhaal wat complexer. In de regel zijn de meeste (zeker betaalbare) va-panelen simpelweg wat trager. Gamers die gevoelig zijn voor ghosting blijven in de regel dan ook bij va-panelen uit de buurt. Maar va-schermen hebben ook een uniek inherent voordeel: ze bieden een beter contrast en zwartwaarde dan ips en tn. Speel je vooral games in een donkere kamer, dan zijn va-monitors een aantrekkelijk en betaalbaar alternatief voor ips.

Oled

De laatste paar jaar zijn oled-tv’s populair geworden en voor een goede reden. Op een oled-scherm is iedere pixel zijn eigen lichtbron. Het grootste voordeel is dat je daardoor een eindeloos groot contrast hebt: als het scherm zwart weergeeft, staan de pixels uit, met diep zwarte delen als gevolg. Daarbij zijn de kleuren en kijkhoeken zeer goed, wat simpelweg een superieure beeldervaring geeft.

Er is slechts een handjevol oled-monitors op de markt. Het gros zijn kleinere televisies die ook als monitor dienst kunnen doen. Ze zijn veelal ook nog prijzig en nog niet zo snel als de techniek mogelijk zou moeten maken. Oled-tv’s behoren weliswaar tot de snelste tv’s op de markt, maar de totale latency (inputlag en pixelrespons) loopt voorlopig nog iets achter op echte monitors. Het grootste nadeel blijft de kans op inbranden, wat bij pc-gebruik een groter risico is dan bij televisiegebruik.

Resolutie

Een hogere resolutie levert meer scherpte en werkruimte, en is daarom bijna altijd een voordeel. Maar het weergeven van die extra pixels vereist ook meer van je grafische kaart. Een videokaart van vijf jaar oud komt nog goed uit de voeten op een 1080p-monitor, maar voor een echte 4K-ervaring zul je een recente high-endvideokaart willen hebben.

Vooral liefhebbers van snelle games willen niet per se een hogere resolutie, want zij zullen beter presteren met een 1080p-monitor die games op 240 of misschien wel 360 beelden per seconde weergeeft. Zoek je het beste van beide werelden, dan zien wij 1440p als de gulden middenweg: wel extra pixels voor meer beeldscherpte, maar nog altijd goed aan te sturen met een recente mid-rangevideokaart.

Consolegamers opgelet!

Spelcomputers zijn in de regel iets minder flexibel met de resolutie van je monitor dan computers. Consoles gaan tenslotte uit van een tv en die zijn er in Full HD of 4K. De nieuwe Xbox Series S/X is wat flexibeler, maar de Playstation 5 kan bijvoorbeeld geen native 1440p aansturen. Je krijgt dan een 1080p-beeld op een 1440k-monitor gepresenteerd. Dat is niet direct een drama, maar ook niet ideaal. Koop je vooral een gamemonitor voor de laatste generatie consoles (PS5 / Xbox Series X), dan ligt een 4K-monitor voor de hand. Niet dat een recente console krachtiger is dan een game-pc, maar ze weten de weergave wel goed aan te passen aan 4K-monitors.

Formaat

Het ideale formaat van je nieuwe scherm is grotendeels subjectief en deels gebonden aan de resolutie die je kiest. Full HD oftewel 1080p oogt op een doorsnee 24inch-scherm scherp, maar ziet er op een 43inch-scherm onscherp uit. Andersom neemt de meerwaarde van 4K af naarmate het scherm kleiner wordt.

Tot enkele jaren terug was 24 inch de standaard, vandaag de dag is dat 27 inch geworden. Ervaring leert dat mensen snel aan dit formaat wennen en het is ook weer niet té groot. Uiteraard kun je daar prima van afwijken, afhankelijk van je eigen voorkeuren, opstelling en dergelijke. Zeker als je vooral games speelt, kan een maatje groter wenselijk zijn. Dat is tenslotte bevorderlijk voor de immersie. Geef je puur om je onlineprestaties, dan is kleiner veelal wenselijk. Dan heb je meer overzicht, waardoor je sneller kunt reageren.

Verversingssnelheid

Fervente gamers hoeven vandaag de dag niet langer genoegen te nemen met de gebruikelijke 60Hz-monitors. Als je eenmaal aan een wat sneller scherm gewend bent, wil je echt nooit meer terug. Vooral de stap van 60 naar 144-165 Hz levert een duidelijk merkbaar verschil op en is daarmee een aanrader voor fanatieke én casual gamers. Je kunt dit bovendien combineren met hogere resoluties. Ook hoeven dergelijke snelle schermen niet extreem veel meer te kosten. Een 1440p-monitor van 27 inch met een verversingssnelheid van 144-165 Hz wordt dan een mooi uitgangspunt voor de meeste gamers.

De stap naar ultrasnelle schermen – denk aan 240 of zelfs 360 Hz – is interessant voor liefhebbers die het kunnen betalen, maar wel minder groot dan die getallen doen vermoeden. Op een 60Hz-scherm ververst het scherm elke 16,6 milliseconde. Met 144 Hz kom je al op 6,9 ms. Met 240 Hz kom je op 4,2 ms en dat is natuurlijk een veel kleiner verschil, net als dat de 2,8 ms van 360 Hz weer een kleinere stap is. De meerwaarde van extra snel is dus is eigenlijk alleen voor écht fanatieke e-sporters interessant.

©PXimport

Refreshrate is slechts het halve verhaal

De refreshrate zegt lang niet alles, want die geeft simpelweg aan hoe snel het scherm begint met het weergeven van het volgende beeld. Even belangrijk, of wellicht nog belangrijker, zijn de pixelresponstijd en de inputlag van de monitor. Als een monitor er 10 ms over doet om een pixel daadwerkelijk van kleur te veranderen, geeft dat een mindere ervaring dan een monitor die dat in 2 of 3 ms doet. Menig fabrikant claimt overigens responstijden van 1 ms te bieden, maar in de praktijk is dat zelden het geval of biedt de 1ms-modus nare bijeffecten. Helaas kun je op dit vlak nooit op de specificaties van een fabrikant vertrouwen en zul je echt reviews moeten lezen of kijken om te achterhalen of een scherm ook echt snel is. De opgegeven refreshrate is een prima uitgangspunt, maar ook hier telt: staar je er niet blind op.

Variable refresh rate

Traditioneel ververst een scherm op vaste intervallen en doet dit van boven naar beneden. Zo kan het gebeuren dat de bovenkant van het scherm het ene frame laat zien, terwijl de onderkant al één frame verder is. Dit effect heet tearing en is zeker op een langzamer scherm goed te zien. Met variable refresh rate (VRR) geeft je monitor het beeld weer zodra de videokaart er klaar voor is, met een soepele kijkervaring als gevolg, vrij van haperingen en tearing.

Een paar jaar geleden moest je goed opletten of een scherm überhaupt VRR ondersteunde en zo ja, voor welk merk videokaart (AMD of Nvidia). Tegenwoordig zijn de meeste gamemonitors uitgerust met de techniek en ondersteunen ze beide kaartmerken. Een gegeven is dit overigens niet. Dus als je twijfelt, zoek naar een vermelding van G-Sync (voor Nvidia-kaarten) of FreeSync (AMD). Helaas zijn deze specificaties vaak wel incompleet en werkt een monitor met ondersteuning voor FreeSync dikwijls toch in combinatie met Nvidia-kaarten.

©PXimport

Andere eigenschappen

We hebben hierboven de belangrijkste aandachtspunten behandeld bij het kiezen van een nieuwe gamemonitor. Afhankelijk van jouw voorkeuren word je zo richting een bepaald soort scherm gestuurd. Daarna dien je nog wel goed na te denken over andere eigenschappen van het scherm zoals ergonomie, aansluitingen en gamemogelijkheden.

Onder die laatste noemer scharen we RGB-verlichting, maar ook zaken als on-screen crosshairs of contrastverhogers die het makkelijker maken om je tegenstanders te spotten. Ook ondersteuning voor HDR kan interessant zijn, al bieden de meeste gamemonitors nog geen ultieme HDR-ervaring. Geef je om HDR, zoek dan bij voorkeur een monitor met een DisplayHDR 600-label of hoger, want HDR400 stelt niets voor.

©PXimport

Goedkoop, maar ook rap

Iiyama G-Master GB2470HSU-B1

Als je een scherpe prijs belangrijk vindt en toch een paneel van degelijke kwaliteit wilt, dan heeft Iiyama vaak aantrekkelijke opties. De G-Master GB2470HSU-B1, die voor circa 189 euro over de toonbank gaat, is er zo een. Voor minder dan 200 euro krijg je een vrij rap (165 Hz) en aangenaam ips-paneel met nog aardige kleurprestaties, een goede maximale helderheid en een ergonomische voet.

Je kunt overigens ook een paar euro besparen door te kiezen voor een vaste voet (G2470HSU, zonder B dus), maar wij zouden dat afraden. Een in hoogte verstelbaar scherm is wel zo prettig als je er uren achter moet zitten.

Uiteraard krijg je voor dit bedrag geen ultieme ervaring. Zo moet je het doen met een beetje ouderwetse 1080p-resolutie en kunnen de kleurprestaties niet op tegen de betere alternatieven in deze lijst. Bovendien is de 24inch-schermdiagonaal niet bijster indrukwekkend. Maar als je een bescheiden budget hebt, kun je het eigenlijk niet beter treffen dan met deze GB2470HSU-B1.

©PXimport

Iiyama G-Master GB2470HSU-B1

Prijs
€ 199,-
Websitewww.iiyama.com
7Score70

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p-resolutie

  • Usb-c

  • Minpunten

  • HDR-ervaring kan beter

Premium allrounder

Gigabyte Aorus FI27Q-X

De wereld van de gamemonitors heeft sinds 2019 uiteraard niet stilgestaan. Waar een 240Hz-verversingssnelheid voorheen betekende dat je vastzat aan de lagere 1080p-resolutie, is dat sinds 2021 niet langer het geval. De eerste generatie ips-monitors met een verversingssnelheid van 240 Hz en een 1440p-resolutie verscheen eerder dit jaar, met modellen van onder andere ASUS, Alienware (Dell) en Gigabyte.

Die schermen gebruiken veelal exact dezelfde panelen. Deze nieuwe generatie panelen met een hoge resolutie zijn razendsnel en bieden een uitstekende kleurweergave, maar zoals vaker met innovaties hangt daar wel een stevig prijskaartje aan. Bij de lancering van deze schermen was je 800 tot 900 euro kwijt, een forse meerprijs ten opzichte van de eerder besproken Gigabyte FI27Q bijvoorbeeld.

De prijzen begonnen al vlot na lancering te dalen, onder meer omdat de meeste fabrikanten productinhoudelijk erg aan elkaar gewaagd zijn. Ook de ASUS ROG Swift PG279QM en Alienware AW2721D maakten kans op de titel ‘premium allrounder’, ware het niet dat Gigabytes monitor op het moment van schrijven net wat agressiever geprijsd is. 699 euro voor een nextgen-gamemonitor is echt niet verkeerd. Houd de prijzen van de Alienware en de ASUS wel in de gaten, want dit trio is bijzonder aan elkaar gewaagd.

©PXimport

Gigabyte Aorus FI27Q-X

Prijs
€ 699,-
Websitewww.gigabyte.com9Score90

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p + 240 Hz

  • Minpunten

  • Forse meerprijs voor 240 Hz

  • HDR kan beter

  Giga groots gamen 

LG oled-tv C1 (OLED48C16LA)

Eigenlijk is de LG C1 een televisie, maar met zijn 48inch-beelddiagonaal, 4K-resolutie en 120Hz-verversingsssnelheid blijkt hij ook een van de meest indrukwekkende grote gameschermen die je je kunt wensen. De kleuren spatten eraf, het contrast is dankzij de oled-techniek oneindig groot en het is een scherm waarop HDR-games echt tot hun recht komen.

Bovendien is HDMI 2.1, dat vereist is om ook met consoles op hogere resolutie voorbij 60 Hz te komen, extreem zeldzaam op gamemonitors. Deze televisie heeft maar liefst vier van die aansluitingen. Dat maakt het een ideaal scherm voor consolegamers, al moet je dan wel een prijskaartje van 1199 euro voor lief nemen. Bijkomend voordeel omdat het een tv is: ook het geluid is prima.

Toch valt aan dit scherm nog wel wat te verbeteren voor gamers. Zo blijft de totale latency nog iets achter bij de betere gamemonitors. Tel daar het extra grote formaat bij op en je zult snappen dat dit niet het ideale scherm is voor onlineshooters. Ook bestaat bij oled nog altijd het risico op inbranden. LG geeft aan dat dit nauwelijks nog een probleem is, maar voor iedereen die vele uren naar dezelfde elementen kijkt (lees: desktopgebruik), blijft dit toch echt iets om rekening mee te houden.

©PXimport

LG oled-tv C1 (OLED48C16LA)

Prijs
€ 1199,-
Websitewww.lg.com10Score100

  • Pluspunten

  • 4K en 120 Hz, ideaal voor consoles

  • Fantastische kleuren en contrast

  • Groot formaat

  • Minpunten

  • Te groot voor algemeen gebruik

  • Risico op inbranden

Snelste gamemonitor

ASUS ROG Swift PG259QN

Fabrikant ASUS laat de prijs-prestatiekroon liggen en kiest bewust voor absolute topprestaties. Met een prijskaartje van 699 euro is de ROG Swift PG259QN verre van goedkoop, zeker voor een Full-HD-scherm, maar dan krijg je wel de snelste monitor van dit moment. Met zijn 25inch-diagonaal en 360Hz-verversingssnelheid is hij meetbaar en zichtbaar een stap voorbij 240Hz-monitors, terwijl hij dankzij zijn ips-paneel alsnog een goede kleurweergave weet te bieden. Hij wordt ook goed aangekleed met gamemogelijkheden en een goede ergonomische standaard.

Concessies zijn er ook: we noemden al de bescheiden 1080p-resolutie. Dat maakt hem in tegenstelling tot 1440p-alternatieven minder fijn voor games die niet louter op snelheid leunen en ook voor algemeen gebruik. Deze monitor moet je dan ook meer zien als een stuk professioneel gereedschap voor serieuze e-sporters. Telt elke milliseconde, dan wordt dit scherm interessant.

Vermogende liefhebbers kunnen ook de R-variant overwegen (PG259QNR). Dat model, dat 150 euro meer kost, heeft als extra een ingebouwde latency-analyzer om je pc en instellingen te optimaliseren voor nog betere prestaties. Spreekt het concept je aan, maar vind je 700 euro te gortig? Kijk dan naar de ASUS VG279QM. Deze 280Hz-versie van vorig jaar is slechts iets trager, maar bijna de helft goedkoper.

©PXimport

ASUS ROG Swift PG259QN

Prijs
€ 699,-
Websitewww.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Ultieme snelheid

  • Goede kleuren en contrast

  • Goede gamemogelijkheden

  • Minpunten

  • Forse meerprijs voor 360 Hz

  • Slechts 1080p

Ultieme gamemonitor

ASUS ROG Swift PG32UQX

Mocht je oog al over de prijs van dit scherm zijn gegleden: nee, het is geen tikfout, de ASUS ROG Swift PG32UQX kost echt 3499 euro. Daarmee wordt direct duidelijk dat dit voor de meeste gamers niet dé gamemonitor zal zijn. Voor iets meer dan een tiende haal je immers al een echt uitstekende ervaring in huis.

Deze ASUS moet je dan ook meer zien als een ultiem voorproefje van wat de mainstream gamemonitors over een paar jaar zullen bieden. Denk daarbij aan een indrukwekkende combinatie van een fors 32inch-scherm met 4K-resolutie en een 144Hz-verversingssnelheid, prachtige kleurprestaties plus een extreem goed contrast dankzij een mini-led-backlight.

Doorgaans heeft de backlight van een monitor over het hele scherm een vaste helderheid, maar bij schermen zoals de PG32UQX kan de backlight zich in vele zones aanpassen aan wat er op het scherm wordt weergegeven. Zo krijgt dit ips-paneel een veel beter contrast dan va-panelen, terwijl verder wel alle voordelen van ips behouden blijven.

De contrastwaarden komen aardig in de buurt van oled-panelen, maar deze ASUS kan wel veel meer helderheid leveren. Het resultaat is de overtreffende trap in HDR-games (en andere content). Tenminste, als je een pc-gamer bent: zonder HDMI 2.1 blijf je met een PlayStation 5 toch echt op 60 Hz hangen. Voor spelcomputers ligt de LG C1 dan ook meer voor de hand.

ASUS maakt het geheel af met een stevige constructie en een zee aan mogelijkheden, al verandert dat niets aan het feit dat dit scherm enkel voor de zeer vermogende early adopters is. Een ultieme ervaring om naar te kijken als je hem ergens tegenkomt, maar het lijkt vooral wachten op een scherm dat deze techniek weet te combineren met een schappelijke prijs.

©PXimport

ASUS ROG Swift PG32UQX

Prijs
€ 3499,-
Websitewww.asus.com10Score100

  • Pluspunten

  • Ultiem voor pc-gaming

  • Top HDR-ervaring

  • Goede snelheid

  • Minpunten

  • Niet ultiem voor consolegamers

  • Prijs

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.