ID.nl logo
Haal in 10 stappen alles uit je monitor
© PXimport
Zekerheid & gemak

Haal in 10 stappen alles uit je monitor

Of je nu naarstig aan het tekstverwerken bent of gepassioneerd aan het gamen, alleen het beste beeld dat je uit je monitor krijgt is goed genoeg. In dit artikel hebben we een hele reeks tips verzameld om je beeld te optimaliseren, ongeacht of je voor Full HD of 4K gaat en of je met één of meerdere monitoren werkt.

Tip 01: OSD

Hier vind je een leuke ‘kleuren IQ-test’. Het is de bedoeling dat je de gekleurde vakjes op tint sorteert, en na afloop krijg je je score te zien (hoe minder punten, hoe beter). Die score wordt deels bepaald door je eigen zicht en kleurperceptie, maar feit is ook dat je deze test het beste kunt uitvoeren op een gekalibreerde en geprofileerde monitor. Lees ook:15 tips en tools voor je monitor.

Zo’n geoptimaliseerde monitor is ook de beste garantie voor levensechte kleuren in foto’s en films. Om je monitor te optimaliseren, kun je allereerst de OSD-instellingen (On Screen Display) van je monitor uitproberen. De meeste monitoren maken het namelijk mogelijk om de helderheid, het contrast en de kleurtemperatuur aan te passen door middel van kleine knopjes. Zorg er als je hiermee experimenteert wel voor dat je scherm op de optimale (native) resolutie is ingesteld en dat je over een goed referentieplaatje beschikt. Bruikbare afbeeldingen vind je onder andere hier en hier.

©PXimport

Tip 02: Kalibratiewizard

Levert je OSD-experiment geen optimaal resultaat op? De volgende stap is het uitvoeren van een kleurkalibratie uit. Idealiter maak je daarvoor gebruik van een zogenoemde kleurmeter, zoals bijvoorbeeld de X-Rite ColorMunki Smile (circa 90 euro) of de i1 Display Pro (circa 200 euro). Heb je hier het geld niet voor over, dan kun je ook gebruikmaken van de kalibratiewizard die in Windows 7 en hoger is ingebouwd. Deze wizard kun je opstarten door Windows-toets+R in te drukken, het commando dccw (display color calibration wizard) uit te voeren en daarna nauwgezet de instructies op te volgen. Deze wizard maakt het mogelijk om optimale helderheid, contrast, gammawaarde en kleurbalans in te stellen.

©PXimport

Tip 03: Kleurprofiel

Zowel de kleurmeter als de kalibratiewizard genereren op basis van je keuzes een zogenoemd ICC-kleurprofiel (International Colour Consortium) dat automatisch aan je monitor wordt gekoppeld. Zo’n profiel past de gamma- en kleurenopzoektabel (LUT, Look Up Table) van je grafische kaart aan, zodat de monitor betere kleuren weergeeft dan standaard het geval is. Op de volgende manier controleer je of je monitor zo’n kleurprofiel heeft: klik met de rechtermuisknop op een lege plek op je bureaublad en kies Beeldscherminstellingen.

Kies daarna achtereenvolgens Geavanceerde beeldscherminstellingen en Eigenschappen van beeldschermadapter. Open het tabblad Kleurbeheer en druk op de gelijknamige knop. Selecteer het (gewenste) beeldscherm in het uitklapmenu bij Apparaat (extra tip: zoals je hier ziet, kun je op deze manier ook de kleurprofielen voor je printer bekijken). Je vindt het kleurprofiel bij Profielen die aan dit apparaat zijn gekoppeld. Wil je het verwijderen of vervangen, plaats dan eerst een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken. Staan er meerdere profielen? Klik elk profiel dan even aan en druk telkens op de knop Als standaardprofiel instellen: de LUT-wijziging wordt onmiddellijk doorgezet en je kunt het beste resultaat behouden.

©PXimport

Controleer het kleurprofiel dat aan je monitor is gekoppeld

-

©PXimport

Ergonomie

Een gekalibreerde monitor met hoge resolutie is natuurlijk leuk, maar als je de werkplek regelmatig met verschijnselen van oogvermoeidheid of pijnlijke nek- of rugklachten verlaat, heb je er al heel wat minder aan. Je doet er goed aan om enkele ergonomische richtlijnen na te leven, zodat je blijvend meer plezier aan je monitor beleeft. Een vuistregel is bijvoorbeeld dat je de bovenrand van de monitor op ooghoogte plaatst en dat het scherm zich ongeveer op een armlengte afstand bevindt, maar er zijn nog heel wat meer tips die de ergonomie verbeteren. Door op internet te zoeken op ‘ergonomie AND beeldscherm’ vind je verschillende websites die je op weg helpen.

Tip 04: Stuurprogramma

Normaal gesproken wordt ook tijdens de installatie van de monitordriver een ICC-profiel geïnstalleerd en aan je monitor gekoppeld. Dat is een bijkomende reden waarom het belangrijk is dat je de juiste en up-to-date driver voor je monitor installeert. Druk op Windows-toets+R en voer het commando devmgmt.msc uit. Dit brengt je naar het Apparaatbeheer. Open hier zowel de rubriek Beelschermadapters als Monitors en ga na of de meest geschikte driver is geïnstalleerd. Zie je bijvoorbeeld Algemeen PnP-beeldscherm staan bij Monitors dan wordt het generieke stuurprogramma van Microsoft gebruikt, en dat is uiteraard niet de beste keuze. We raden je aan om in eerste instantie op de site van de monitorfabrikant naar de bij jouw monitor behorende driver te zoeken, en die te installeren. Om dat laatste te doen, klik je met de rechtermuisknop op de huidige driver en kies je achtereenvolgens Stuurprogramma’s bijwerken en Op mijn computer naar stuurprogramma’s zoeken. Daarna verwijs je naar de gedownloade driver(map).

©PXimport

Tip 05: Kleurtemperatuur

Controleer na de installatie van de driver of er een nieuw ICC-profiel aan de monitor is gekoppeld. Vind je geen ICC-profiel voor jouw type monitor, dan kun je je geluk nog beproeven op een verzamelsite of op internet zoeken naar iets als ‘icc profile <je_monitor_type>‘. Belangrijk is wel om te realiseren dat zo’n profiel is gecreëerd voor jouw type monitor, maar niet voor jouw monitor-exemplaar. Het ideale kleurprofiel hangt immers ook samen met variabelen als de leeftijd van je monitor en het omgevingslicht. Daarom blijft het zeker nuttig om je monitor regelmatig te kalibreren en het nieuw gegenereerde profiel met het standaardprofiel te vergelijken.

Wat het omgevingslicht betreft: er is een gratis tooltje, F.lux (beschikbaar voor Windows, Mac, Linux, iOS en Android), dat automatisch de kleurtemperatuur (zie ook tip 1) van je monitor aanpast aan het omgevingslicht. De meeste monitoren zijn namelijk ingesteld op daglicht en dat is doorgaans iets te ‘koel’ wanneer het avond wordt. F.lux stemt je monitor ‘s avonds geleidelijk af op je binnenverlichting. Dat is goed voor de ogen en volgens de makers zou je er ook nog eens beter van slapen. Overigens is er ook een alternatief, in de vorm van G.lux. Dit is beschikbaar als extensie in de Chrome Web Store en het opereert dus alleen binnen deze browser.

©PXimport

Ruimtelijkheid

Staat je pc in het midden van een niet al te royaal bemeten ruimte, dan zorg je met een leuk trucje voor wat extra ‘ruimtelijkheid’. Zet de monitor even aan de kant en neem een foto van er wat zich achter de monitor bevond (bijvoorbeeld een plant op de vensterbank). Die foto stel je vervolgens in als bureaubladachtergrond. Dat doe je heel eenvoudig door het fotobestand met de rechtermuisknop aan te klikken en Als bureaubladachtergrond gebruiken te selecteren. Wanneer je nu naar je bureaublad kijkt, lijkt het haast alsof er geen monitor staat en heb je het gevoel dat je ruimte wat groter is geworden. Om het helemaal ‘echt’ te maken klik je op een lege plek op je bureaublad, kies je Beeld en verwijder je met een muisklik het vinkje bij Bureaubladpictogrammen weergeven.

©PXimport

Tip 06: Letterweergave

Je hebt het intussen vast al gemerkt: op het einde van de kalibratiewizard (zie tip 02) krijg je de gelegenheid de ClearType Tuner uit te voeren. Dat is een wizard die de tekstweergave op je monitor optimaliseert door technieken te gebruiken die de traditionele vormen van ‘font smoothing’ en anti-aliasing vervangen. Je kunt de wizard ook zonder de kalibratie uitvoeren: klik een lege plek op je bureaublad aan en kies achtereenvolgens Beeldscherminstellingen, Geavanceerde beeldscherminstellingen, ClearType-tekst. Plaats een vinkje bij ClearType inschakelen en druk op Volgende, waarna je de verdere stappen van de wizard volgt door telkens de beste tekstweergave in de voorbeelden te selecteren. Let er wel op je beeldscherm eerst in de optimale (native) resolutie te zetten. Rond af met Voltooien.

©PXimport

ClearType zorgt voor een betere tekstweergave

-

Tip 07: Downsampling

We hebben het al een paar keer gehad over de ‘native’ resolutie van je scherm. Dat is de resolutie die overeenkomt met het aantal beeldpunten dat je scherm telt. Als je het scherm op een andere resolutie instelt, wordt een beeldpixel bijvoorbeeld weergegeven op 1,25 effectieve pixels, met een waziger beeld tot gevolg. De native resolutie is dus optimaal, maar het komt weleens voor dat hij niet compatibel is met sommige games. Een mogelijke oplossing is dan de toepassing van een niet-alledaagse techniek die je als ‘downsampling’ kunt beschrijven. Het komt erop neer dat je een signaal voor een hogere resolutie verstuurt dan je monitor in feite aankan, waarna het beeld in die hogere resolutie als het ware wordt gecomprimeerd om in het schermbeeld te passen. Deze ‘overclock’-methode is echter niet helemaal zonder risico’s voor je monitor, hij doet een flink beroep op je GPU, is behoorlijk bewerkelijk en werkt niet met alle hardware. Je vindt de nodige instructies hier, gebaseerd op onder meer de gratis tool CRU. Nogmaals, geheel zonder gevaar is dit experiment niet. Uitvoering is dus geheel op eigen risico!

©PXimport

Tip 08: 4K-schaling

Doorwinterde gamers of fotofanaten die bereid zijn de nodige centen op tafel te leggen, hebben wellicht al een 4K-monitor in huis gehaald. Hoewel de term 4K hier niet helemaal correct is (hij is voorbehouden voor bioscoopresoluties van 4096 x 2160 pixels), is de aanduiding inmiddels wel populairder dan uhd (ultra high definition, met een resolutie van 3840 x 216O pixels). Hoe dan ook, als je met 4K-resoluties werkt bestaat het risico dat allerlei Windows GUI-elementen met een standaard 1:1 pixelratio – of een schalingsniveau van 100, zoals Windows dat noemt – te klein worden weergegeven. Windows 8.1 en hoger zal het schalingsniveau automatisch aanpassen, maar je kunt de schaling desgewenst ook zelf bijsturen. Druk op Windows-toets+R en voer het commando dpiscaling uit, waarna je op de link gebruikt u deze weergave-instellingen klikt, de gewenste monitor selecteert en vervolgens de schuifknop verplaatst bij De grootte van tekst, apps en andere items wijzigen, net zover tot je een optimale beeldweergave hebt. Kom je er zo nog niet uit, probeer het dan met de link aangepast schalingsniveau instellen (van 100 tot 500 %).

©PXimport

Pas bij een 4K-monitor het dpi-schalingsniveau aan

-

4K-configuratie

Een optimale aansluiting van een 4K-monitor stelt eisen aan de hardware, met name aan de videokaart, het videogeheugen en het connectietype. Om voldoende grafische rekenkracht te krijgen, heb je minsten 4 GB videogeheugen nodig (of dubbel zo veel, als je de geïntegreerde GPU van je processor gebruikt). Let er bij het aanschaffen van een videokaart – of meerdere videokaarten in een SLI- of CrossFire-configuratie - ook op dat hij geschikt is om 60 Hz weer te geven. Deze bandbreedte vereist bovendien DisplayPort 1.2 (1.3 is al klaar voor 5K- of zelfs 8K-monitoren) of eventueel HDMI 2.0. Ga ook na of de driver van je grafische kaart wel helemaal up-to-date is. Als je dit allemaal voor elkaar hebt maar de verversingsfrequentie (refresh rate) toch niet hoger kunt instellen dan 30 Hz (open hiervoor het venster met Geavanceerde beeldscherminstellingen en kies Eigenschappen van beeldschermadapter), dan moet je wellicht nog even langs de (OSD-)configuratie van je monitor om de DisplayPort-modus op 1.2 in plaats van 1.1 in te stellen.

©PXimport

Tip 09: Onscherp beeld

Bij sommige, vooral wat oudere, applicaties verloopt de beeldschermaanpassing niet optimaal, met als mogelijk gevolg dat de schermtekst voor die programma’s onscherp is. Onder Windows 8 en hoger bestaat de kans dat je dit bij kunt sturen. Klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling naar de betreffende toepassing en kies Eigenschappen. Ga naar het tabblad Compatibiliteit en plaats een vinkje bij Beeldscherm aanpassen uitschakelen bij hoge DPI-instellingen. Bevestig met OK. Windows zal de weergavekwaliteit voor het betreffende programma niet langer automatisch opschalen.

In slaap

Via het ingebouwde energiebeheer van Windows (tik in de zoekbalk van het configuratiescherm de zoekterm energie in en kies Energiebeheerschema bewerken) kun je je monitor na een aantal minuten inactiviteit laten inslapen zodat hij minder energie gebruikt. Met het gratis tooltje Super Sleep doe je dat ook op commando. Standaard gebruikt het programma de sneltoetsen Ctrl+F9 (in slaap) en Ctrl+F10 (doen ontwaken), maar dat is instelbaar. Overigens doe je er goed aan om eerst even de instructies op de website van de makers door te nemen.

Tip 10: Meerdere monitoren

Wie eenmaal met twee (of meer) monitoren tegelijk heeft gewerkt, wil al snel niets anders meer. Als tweede monitor kun je bijvoorbeeld je oude beeldscherm gebruiken (al was het maar om tijdelijk enkele vensters te parkeren), zeker nu Windows 10 het mogelijk maakt om voor elke monitor afzonderlijke resoluties en schalingsniveaus in te stellen. Het is eenvoudig om dit binnen Windows te configureren. Open het venster voor de beeldscherminstellingen, klik op Detecteren en vervolgens op Identificeren. De beeldschermen worden nu in pictogrammen weergegeven, met een nummer erop. Versleep een pictogram naar de juiste locatie, zodat die overeenkomt met de fysieke plaatsing van je monitoren.

In de meeste gevallen zul je de optie Bureaublad uitbreiden naar dit beeldscherm voor je tweede monitor willen kiezen. Wil je zo’n monitoropstelling van een paar leuke of handige extra’s voorzien, download dan het gratis Dual Monitor Tools. Deze software verzamelt diverse functies in één interface. Zo kun je sneltoetsen definiëren om de cursorbeweging (tijdelijk) binnen één monitor te beperken, om vensters naar de andere monitor te sturen, of om naar elke monitor een andere bureaubladachtergrond te sturen. Het is ook mogelijk een snapshot van de ene monitor te maken en dat naar de andere te sturen. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als je een demonstratie van het een of ander geeft.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!

▼ Volgende artikel
Foto’s verkleinen, zo doe je dat zonder extra software
© Photographer: Dragos Condrea
Huis

Foto’s verkleinen, zo doe je dat zonder extra software

Afbeeldingbestanden kunnen behoorlijk groot zijn. Om afbeeldingen te verkleinen, hoef je geen gebruik te maken van externe software. Zowel in Windows 10 als Windows 11 kun je dat doen met de ingebouwde programma’s Paint en Foto’s. Het proces verloopt in beide programma’s vergelijkbaar, maar we tonen het hier in Foto’s.

In dit artikel laten we zien hoe je in Windows afbeeldingen kunt verkleinen:

  • Open de afbeelding met Foto’s
  • Verklein de afbeelding door een lagere pixelgrootte of percentage in te voeren
  • Kies het gewenste bestandsformaat en pas de kwaliteit aan

Ook leuk: Supersimpel: van foto's naar filmpjes met Google Foto's

Formaat van afbeelding wijzigen

Er zijn allerlei redenen waarom je een afbeelding zou willen verkleinen. Meestal wil je op die manier de bestandsgrootte verkleinen om het plaatje te delen via e-mail of via social media. De afmetingen van een foto zijn bepalend voor de bestandsgrootte. Om te beginnen, navigeer je naar de afbeelding waar de afbeelding staat waarvan je het formaat wilt aanpassen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies in het contextmenu de opdracht Openen met / Foto’s. Wanneer deze app al ingesteld is als standaard-applicatie om afbeeldingen te openen, kun je ook dubbelklikken op de afbeelding. Terwijl de afbeelding geopend is in Foto’s klik je op de drie puntjes op de menubalk. Kies Formaat van afbeelding wijzigen.

Via de drie puntjes kom je bij de opdracht Formaat van afbeelding wijzigen.

Goede kwaliteit foto's maken?

Een digitale camera is daar het beste in

Via pixelgrootte of percentages

Een dialoogvenster opent, waarin je de huidige afmetingen van de afbeelding leest. Die afmetingen staan weergegeven in pixels. Je kunt het formaat wijzigen door een andere pixelgrootte te typen. Veronderstel dat de afbeelding niet breder mag zijn dan 1200 pixels. Dan typ je deze waarde in het vak Breedte. Je hoeft slechts voor één dimensie een nieuwe maat in te geven. De andere dimensie, in dit geval Hoogte, wordt automatische aangepast. Op die manier respecteert Foto’s de oorspronkelijke beeldverhouding. Het is ook mogelijk om het formaat te wijzigen via een percentage. Als je Percentage aanvinkt en je geeft bij Hoogte de waarde 50% in, dan zal de afbeelding de helft kleiner worden.

Hier passen we de grootte via absolute waarden aan.

Het juiste bestandsformaat

Nog voor je de verkleining bevestigt, lees je onderaan de huidige afmetingen en de nieuwe afmetingen. Het valt daarbij op dat de bestandsgrootte veel kleiner is geworden. Bij Bestandstype kies je de indeling waarin de afbeelding wordt weggeschreven: jpg, png, tif of bmp. Bij de eerste twee opties, jpg en png, wordt compressie toegepast om de bestandsgrootte nog kleiner te maken. Met de schuifregelaar bepaal je de kwaliteit. Houd er rekening mee dat jpg geschikter is voor grafische afbeeldingen met veel kleurovergangen en nuances, zoals foto’s. Png is meer geschikt voor afbeeldingen die ook tekst bevatten.

Bij jpg kun je de sterkte van de compressie regelen.

Watch on YouTube