ID.nl logo
Zo maak je een multiboot-usb-stick met Linux
© Reshift Digital
Huis

Zo maak je een multiboot-usb-stick met Linux

Wil je met Linux-distributies experimenteren, dan kun je bijvoorbeeld op je pc installeren in een multiboot-configuratie. Een andere mogelijkheid is om die als live-besturingssysteem vanaf een opstartbare usb-stick op te starten. Weet je nog niet welke Linux-versie? We leggen uit hoe je een multiboot-usb-stick met Linux-distributies(dus meerdere) kunt maken.

Er bestaan heel wat tools (ook gratis) waarmee je een live-besturingssysteem op een usb-stick zet, maar veruit de meeste beperken zich tot één besturingssysteem. Er is bijvoorbeeld het gebruiksvriendelijke WinUSB, maar dat is vooral bedoeld voor Windows en enkele uitgeklede WinPE-omgevingen. Daarnaast ondersteunt WinUSB standaard alleen nog Ubuntu, evenals een paar antivirustools. Of je kiest voor YUMI, dat je uit zo’n 130 distributies laat kiezen, zowel Windows, WinPE als Linux.

Het toevoegen van een live-besturingssysteem verloopt in beide tools helaas niet zo soepel. Dat gaat merkbaar vlotter met het relatief nieuwe Ventoy. De tool biedt bovendien ondersteuning voor talrijke Linux-distributies, hoofdzakelijk in het iso-formaat, maar ook met formaten als img, vhd(x), efi en wim. Je vindt een volledig overzicht op ventoy.net/isolist.

Ventoy weet tevens raad met de soms nukkige eisen van uefi-systemen en met de zogenoemde secure-bootfunctie op die uefi-systemen, waarover verderop meer.

Ventoy installeren via Windows

Alles begint met de installatie van Ventoy op een usb-stick. Gebruik bij voorkeur een snelle usb-stick met usb 3.0 of sneller, met voldoende capaciteit om de image-bestanden van de beoogde besturingssystemen op te slaan. Zorg er tevens voor dat de usb-stick geen belangrijke gegevens bevat. Tijdens de installatie wordt de usb-stick immers opnieuw gepartitioneerd en geformatteerd.

De snelste manier om Ventoy op Windows te installeren is met het exe-bestand dat je downloadt via de eerdergenoemde website. Pak het gedownloade zip-bestand uit, stop de usb-stick in je pc en start het bestand Ventoy2Disk.exe op. Klik voor het gemak eerst op Language en kies Dutch (Nederlands).

De usb-stick hoort nu in het Apparaat-veld te verschijnen en bij Status zie je GEREED staan. Bevestig met Installeren en met Ja (2x). Even later is de installatie klaar en zie je bij Ventoy op apparaat het Ventoy-versienummer verschijnen. Overigens kun je met de knop Bijwerken altijd een nieuwere versie op de ubsb-stick installeren, met behoud van eventuele image-bestanden of andere data.

©PXimport

Heel sporadisch kan het gebeuren dat je Windows-systeem de Ventoy-installatie via het exe-bestand koppig weigert, bijvoorbeeld omdat beveiligingsfuncties niet toelaten dat de tool zogenoemde low-level-operaties op je usb-stick uitvoert. Dan kun je alsnog een poging doen met de alternatieve download ventoy-1.0.21-livecd.iso (waarbij het versienummer mogelijk nieuwer kan zijn). Dit is een Linux-distributie genaamd TinyCore inclusief de Ventoy Linux-installpackage: Linux doet namelijk minder moeilijk over een Ventoy-installatie.

Deze procedure gaat als volgt: formatteer je usb-stick met het bestandssysteem fat32. Is die groter dan 32 GB, dan lukt dit helaas niet zomaar vanuit Windows, maar je kunt dan eventueel zelf een kleinere fat32-partitie creëren met het Opdrachtprompt-commando diskpart. Vervolgens open je het bestand ventoy-1.0.21-livecd.iso in een virtueel dvd-station (klik met rechts op het bestand en kies Koppelen) en kopieer je de EFI-map naar de rootmap van je usb-stick (of partitie). Vervolgens start je je pc in uefi-modus op vanaf deze usb-stick.

Heb je alleen legacy-bios, dan kun je het iso-bestand ook via de gratis tool Rufus op de usb-stick zetten. Je moet hier dan wel de optie Schrijven in DD-image-modus selecteren.

Als het goed is, verschijnt nu een bootmenu waar je de optie Ventoy 1.0.xx LiveCD kiest. Selecteer als disk je usb-stick (vergis je niet) en kies <1> Install Ventoy to <sdx>. Bevestig met y (2x). Even later is je Ventoy-stick klaar. 

©PXimport

Ventoy installeren via Linux

Werk je met Linux, dan download je vanaf de in de vorige tip genoemde webpagina de Linux-versie van Ventoy (ventoy-1.0.21-linux.tar.gz of nieuwer). Hier pak je eerst het tar.gz-archiefbestand uit en vervolgens het tar-bestand. In de submap ventoy-<versienummer> tref je vervolgens het shellscript Ventoy2Disk.sh aan. Dat start je vanuit de console als root op met de volgende syntax:

**

De parameter /dev/XXX vervang je uiteraard door het juiste usb-apparaat, bijvoorbeeld /dev/sdc. De nodige informatie hiervoor achterhaal je met het commando sudo fdisk -i. 

Met de parameter -i (in het commando dat het bestand Ventoy2Disk.sh start) installeer je Ventoy op je usb-apparaat. Blijkt dat je Ventoy al eerder op deze stick had geïnstalleerd, dan verschijnt er een foutmelding. In dat geval forceer je de installatie eventueel met de parameter -I (hoofdletter i). Heb je een update van Ventoy op het oog, dan gebruik je de parameter -u

Live-besturingssysteem

Het voorbereidingswerk heb je nu achter de rug. Nu hoef je alleen nog maar de gewenste image-bestanden van de live-omgevingen op de usb-stick te zetten. Dat is eenvoudig: download het schijfkopiebestand (image) van zo’n live-besturingssysteem en plaats het in de Ventoy-partitie. Overigens mag je gerust ook submappen in deze partitie maken (bijvoorbeeld \Linux-algemeen, \Troubleshooting en \Windows) en een of meer image-bestanden in de juiste submap onderbrengen.

Immers, zodra je een systeem opstart van je Ventoy-stick via het speciale bootselectie-menu of desnoods vanuit het bios (raadpleeg daarvoor je systeemhandleiding), zal Ventoy deze image-bestanden detecteren en ze als selecteerbare items in een opstartmenu tonen. Je hoeft dan alleen nog maar het gewenste besturingssysteem te selecteren. Zie je liever de mappenstructuur binnen je Ventoy-partitie in de vorm van een boomstructuur, druk dan op de F3-toets (TreeView).

©PXimport

Secure boot

Het moet gezegd worden: de usb-stick zoals Ventoy hem standaard samenstelde, bleek wel op ons ene testtoestel te werken, maar met het andere lukte dat niet. De oorzaak bleek een beveiligingsfunctie van het uefi-systeem, de zogenoemde secure boot. Deze functie blijkt wel vaker een struikelblok voor live-media en dat is bij Ventoy niet anders.

In Windows kom je snel te weten of die functie is ingeschakeld. Druk op Windows-toets+R en voer msinfo32 uit. Als je Ingeschakeld ziet staan bij Systeemoverzicht / Status beveiligd opstarten, dan is secure boot actief.

Nou kun je deze functie tijdelijk uitschakelen in je uefi-bios (mogelijk moet je hier dan wel eerst een Supervisor Password instellen), maar dan start je reguliere besturingssysteem wellicht niet meer op tot je die functie weer uitschakelt. Je kunt het ook proberen door in het venster van Ventoy2Disk het menu Opties te openen en bij Secure boot een vinkje te plaatsen, voor je Ventoy op de stick installeert. In Linux doe je dit door de parameter -s mee te geven.

De allereerste keer dat je een bepaald secure-bootsysteem met deze usb-stick opstart, moet je dan wel enkele eenvoudige instructies uitvoeren. Het komt erop neer dat de vereiste sleutel dan in de MOK-database (Machine Owner Key) van je systeem wordt geïnjecteerd. Deze procedure loste het startprobleem op ons testsysteem inderdaad op, maar je voert de operatie wel op eigen risico uit.

©PXimport

Ventoy gebruikt bij het prepareren van een usb-stick standaard de partitiestijl mbr (Master Boot Record). Dat is in veruit de meeste gevallen prima, maar het kan gebeuren dat een uefi-systeem toch de partitiestijl gpt (GUID Partition Table) verwacht. In dat geval open je in Ventoy2Disk het menu Opties en kies je bij Partitietabel de optie GPT (in plaats van MBR). In Linux regel je dit met de parameter -g. Doe dit alleen als het met mbr niet blijkt te lukken.

Tot slot, je kunt gerust eigen databestanden op de Ventoy-partitie op je usb-stick zetten, maar je kunt ook extra schijfruimte reserveren voor een derde (of vierde) partitie. Dat gaat als volgt: in Ventoy2Disk open je weer Opties en kies je voor Partitieconfiguratie, waar je een vinkje plaatst bij Ruimte aan het einde van de schijf reserveren en de gewenste capaciteit invult. In Linux gebruik je hiervoor de paramater -r <MB>, bijvoorbeeld -r 4096. Je moet die partitie dan wel zelf nog formatteren. Dat kan met Windows Schijfbeheer of met een andere partitietool.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.