ID.nl logo
Intel Core Ultra: een grote stap vooruit of een gemiste kans?
Huis

Intel Core Ultra: een grote stap vooruit of een gemiste kans?

Na veertien generaties Intel Core i-processors zegt Intel vaarwel tegen zijn oude productlijn en naamgeving. Het nieuwste op het gebied van Intels desktopprocessors heet nu Core Ultra. Producten die op praktisch elk vlak vernieuwd zijn: een nieuwe architectuur, nieuw productieprocedés en een nieuw platform waarbij nieuwe moederborden weer onvermijdelijk zijn. Maar wat levert al die vernieuwing ons nu echt op?

In dit artikel beoordelen we de nieuwe Intel Core Ultra-processors:

  • De opbouw van de chips is veranderd
  • Hyperthreading verdwijnt, maar prestaties blijven gelijk
  • De processors zijn energiezuiniger dan hun voorgangers
  • De gamingprestaties vallen tegen

Lees ook: Hoe goed zijn de prestaties van jouw computer? Je test het met deze tools

Intel brengt vijf nieuwe processors op de markt: de Intel Core Ultra 9 285K, Ultra 7 265K, Ultra 5 245K, en van de laatste twee een variant zonder geïntegreerde graphics: de Ultra 7 265KF en de Ultra 5 245KF. Je zou kunnen zeggen dat dit de opvolgers zijn van de Core i9-14900K, Core i7-14700K(F) en Core i5-14600K(F). Intel belooft dat deze nieuwe Arrow Lake-processors sneller en vooral veel energiezuiniger zijn dan de vorige veertiende generatie Raptor Lake-processors.

Alles op de schop

Het is de opbouw van de chips die het meest opvalt. Waar Intels high-end desktop-cpu’s altijd een grote monolithische ‘die’ (siliciumchip) geweest zijn, bestaan deze nieuwe chips uit wat Intel ‘tiles’ noemt. Vergelijkbaar met AMD’s chiplet-design zijn dit eigenlijk verschillende losse, afzonderlijke chipeenheden die elk hun taak hebben.

Opvallend is ook dat Intel deze chips niet volledig zelf in eigen fabrieken heeft gemaakt, maar ook (deels) gebruikmaakt van TSMC, dat ook de chips van AMD, Apple en Qualcomm maakt.

De nieuwe processors zijn opgebouwd uit verschillende tiles of chipeenheden.

Minder threads, meer prestatie

Naast het nieuwe ontwerp is het voor Intel een grote stap dat het afscheid neemt van de hyperthreading-technologie. Daardoor neemt het aantal threads op papier af. De Intel Core i9-14900K had 8 performance-cores, 16 efficiency-cores en totaal 32 threads. De Intel Core Ultra 9 285K heeft 8 performance-cores, 16 efficiency-cores en 24 threads.

Ondanks die afname van het aantal threads zien we alsnog prestatieverbeteringen. Maar die verbeteringen zijn niet spectaculair en zeker niet voldoende om een upgrade te rechtvaardigen als je al een processor van de veertiende generatie hebt. Maar afhankelijk van de workload zien we vijf tot tien procent hogere prestaties (met een incidentele uitzondering tot zo’n twintig procent) wanneer we directe tegenhangers met elkaar vergelijken: dus een Ultra 9 met de Core i9, Ultra 7 met de i7 en Ultra 5 met de i5. Dat maakt de Core Ultra 9 285K doorgaans ook de krachtigste desktop-cpu, net voor de AMD Ryzen 9 9950X.

Veel efficiënter

Intels grootste stap wordt gemaakt op het gebied van stroomverbruik. De twaalfde, dertiende en veertiende generatie Core-processors waren bijna lachwekkend slecht wat betreft stroomverbruik zodra je ze aan het werk zette. Gelukkig scoren de nieuwe Core Ultra-processors juist op dat vlak veel beter. De dagen van high-end-cpu’s met een verbruik van 300 watt zijn geteld, want de Core Ultra 9 285K blijft in al onze tests onder het maximale stroomverbruik van 250 watt en zit in veel tests zelfs onder de 200 watt.

De Core Ultra 7 zit, ondanks de maximale opgave van 250 watt, vaker tussen de 100 en 150 watt wanneer we hem aan het werk zetten. Alleen in uitzonderlijk zware taken zien we deze chip de 200 watt benaderen of passeren. Niet slecht als je daar betere prestaties voor krijgt dan met de i7-14700K, die rustig 250 tot 300 watt verstookt.

AMD is echter nog steeds efficiënter als het om stroomverbruik gaat. En hoewel de Ultra 9 285K technisch gezien de beste multicore-prestaties neerzet, is dat ineens minder indrukwekkend als je bedenkt dat hij toch flink meer energie opslurpt dan AMD’s Ryzen 9 9950X. Maar Intel heeft in elk geval het punt bereikt waarop je niet langer een dikke waterkoeler nodig hebt om zijn krachtigste chips in toom te houden.

Geen AI?

Het afgelopen halfjaar kon je niet om AI heen. Alles lijkt ‘AI’ te moeten zijn en ook Intels eigen marketing draait wat betreft laptops allemaal om AI. Het is daarom opvallend dat AI-prestaties bij deze chips niet de primaire focus hebben. De Core Ultra-chips hebben wel een speciale npu (neurale processor) voor AI-taken, maar die is niet bijster krachtig. Het is niet eens genoeg om Microsofts Copilot PC-label te krijgen. Zo’n unit heeft wel enige meerwaarde, maar als je échte AI-workloads wilt draaien, ontkom je niet aan een losse videokaart, zelfs een instapmodel is vele malen krachtiger voor AI-taken.

Gamen stelt teleur

Waar het helemaal de verkeerde kant op ging, waren de prestaties in games. In onze eerste tests vergeleken we de Core Ultra 7 265K met AMD’s Ryzen 7 7800X3D, in maar liefst veertig games. Daar bleek de nieuwe Core Ultra 7 gemiddeld veertien procent langzamer te zijn bij gamen op 1080p en elf procent langzamer op 1440p. Dat betekent dat we een stap terug gaan qua prestaties en elke vorm van achteruitgang is natuurlijk funest voor nieuwe, prijzige componenten.

Er is op dit moment onduidelijkheid over de oorzaak. Intel lanceerde zijn cpu tegelijkertijd met de grote Windows 11 24H2-update en die blijkt nogal wat impact te hebben op de prestaties. Intel heeft aangegeven dat het een patch zal uitbrengen om de (game)prestaties te verbeteren – waarschijnlijk is die er op het moment dat je dit leest. Op basis van onze huidige data is het gat wel heel erg groot en we vragen ons hardop af of Intel een dergelijk gat wel kan dichten met deze hardware. We zullen het te zijner tijd moeten ervaren, maar op dit moment is het duidelijk: als het spelen van games je belangrijkste doel is, zijn dit niet de juiste processors.

De nieuwe processors maken gebruik van socket LGA 1851.

Kinderziektes?

We vragen ons af waarom twee van de grootste tech-bedrijven (Intel en Microsoft) het niet voor elkaar krijgen om de nieuwste processors én de nieuwste Windows-versie (toch veruit het meest gebruikte besturingssysteem) goed op elkaar af te stemmen.

Los van de tegenvallende gamesprestaties kwamen we in de eerste dagen met deze nieuwe Intel Core Ultra-processors nog wat andere kleine problemen tegen. De installatie van Windows met de geïntegreerde gpu van de Ultra-chip in plaats van een losse videokaart gaf geregeld wat problemen en de prestaties van de processor bleven ver achter met het energieprofiel van Windows op Gebalanceerd in plaats van Hoge prestaties, om maar iets te noemen.

Op zich zijn dat zaken die niet rampzalig zijn, maar het feit dat we voor het eerst in jaren ook maar iets van problemen zien met een nieuwe Intel-processor is opvallend. Gecombineerd met de grotere problemen bij Intel op economisch gebied, wekt dat dan toch de suggestie dat het bedrijf misschien niet helemaal klaar was voor deze lancering of dat Intels ooit onverslaanbare positie nu toch begint te wankelen.

Nieuwe onderdelen

Voor deze nieuwe processors heb je een nieuw moederbord nodig met socket LGA 1851. Op dit moment zijn dat alleen moederborden met de duurdere Z890-chipset, in 2025 zullen goedkopere chipsets volgen.

De nieuwe processors zijn compatibel met bestaand DDR5-geheugen en ondersteunen de nieuwe, snellere CUDIMM-geheugenmodules. Processorkoelers die geschikt zijn voor de bestaande socket LGA 1700 zijn ook nog gewoon compatibel met de nieuwe processors. Het zal alleen even duren voordat alle koelerfabrikanten de nieuwe socket correct erbij vermelden. Omdat het heetste punt van de processor op een iets andere plek zit, zullen sommige koelers met een speciale mounting-kit komen voor iets betere prestaties.

De Intel Core Ultra 200-processors ondersteunen snellere CUDIMM-geheugenmodules.

Voor wie zijn deze processors?

Alles bij elkaar zien we een kleine stap voorwaarts in prestaties, een grote stap voorwaarts in efficiëntie en een stap achteruit wat gamen betreft. De verschillen zijn niet voldoende om je huidige systeem van de laatste maanden of zelfs van de afgelopen twee tot drie jaar aan de kant te schuiven, zeker wanneer je bedenkt dat je ook nog een prijzig (nieuw) moederbord nodig hebt en mogelijk nieuw geheugen. Heb je dus een pc van Intels twaalfde generatie of nieuwer, dan hoef je nog niets te vervangen.

De teleurstellende gameprestaties betekent dat gamers vooralsnog primair naar AMD’s X3D-processors moeten kijken. De doelgroep voor deze Core Ultra-processors zijn vooral lezers die een flink oudere pc willen upgraden, en weinig tot geen games spelen en/of Intel graag trouw blijven. Voor hen is de Core Ultra interessanter dan de oude, energie slurpende Core i-generatie.

Conclusie

Intels nieuwe topmodel vinden we nog wel aantrekkelijk als chip die in de meeste toepassingen de snelste processor op de markt is en daarbij zuiniger is dan voorgaande generaties. Voor de lagere modellen is het echter een stuk lastiger om scenario’s te bedenken waarin ze écht de beste keuze vormen. De Ultra 7 is weliswaar niet veel trager dan de Ultra 9, aanzienlijk goedkoper en beduidend energiezuiniger. Wil je per se een Intel-processor dan is-ie zeker het overwegen waard. Maar AMD’s oudere Ryzen 7 7950X-processor is echter iets sneller én efficiënter voor slechts een paar tientjes meer. En zodra je een beetje fanatieker gaat gamen, scoort AMD nog meer punten.

De Core Ultra 5 is op dit moment het lastigst aan te bevelen. De Core i5 was praktisch synoniem voor dé gameprocessor en op dat vlak is Intels nieuwste generatie gewoon niet competitief genoeg. Als je vooral geeft om rekenprestaties, dan is de keuze voor een Core Ultra 7 of Ryzen 7 of 9 de enige logische stap. Mochten de beloofde updates een grote impact hebben, dan verandert die zaak. Zo niet, dan zal Intel de prijs van de Ultra 5 flink moeten laten zakken om hem aantrekkelijker te maken.

Intel Core Ultra 9 285K

Pluspunten

  • In veel taken de snelste processor

  • Beduidend zuiniger dan Core i9

Minpunten

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD-alternatieven

Prijs

€ 680,-

Cores/threads

8 Performance, 16 Efficiency, 24 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,7 GHz

TDP

250 watt

Intel Core Ultra 7 265K

Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Beduidend zuiniger dan Core i7 en Core Ultra 9

Minpunten

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD-alternatieven

Prijs

€ 465,-

Cores/threads

8 Performance, 12 Efficiency, 20 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,5 GHz

TDP

250 watt

Intel Core Ultra 5 265K

Pluspunten

  • Redelijk goede prestaties

  • Beduidend zuiniger dan Core i5

Minpunten

  • Significant trager dan Core Ultra 7

  • Teleurstellende gameprestaties

  • Minder zuinig dan AMD alternatieven

  • Prijs-prestatieverhouding

Prijs

€ 359,-

Cores/threads

6 Performance, 8 Efficiency, 14 threads

Basis-/boostsnelheid

4,6 GHz / 5,2 GHz

TDP

125 watt

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: