ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Leren solderen: tips voor beginners en de experts

Iedereen die wel eens wat doet met elektronica, moet op een gegeven moment met de soldeerbout aan de slag. Maar als je dat nog nooit gedaan hebt, kun je snel foutjes maken. Leren solderen, zo doe je dat!

Het belangrijkste gereedschap is uiteraard de soldeerbout. De prijs ervan loopt uiteen van een tientje tot honderden euro’s, waarbij die laatste groep absoluut te duur is voor gebruik voor hobbyprojecten. Dat zijn soldeerstations die tot op de graad nauwkeurig zijn in te stellen en dat is voor dit handwerk zwaar overdreven. Met een soldeerstation van enkele tientjes is namelijk prima te werken. Je hebt al leuke modellen van rond de 25 euro.

Zo’n station bestaat uit een voeding, de temperatuurregeling en een houder voor de soldeerbout. Een losse soldeerbout is niet aan te raden, tenzij je het een goed idee vindt om een stuk metaal van tegen de 400 graden los op je bureau te hebben liggen. Plaats hem altijd in een houder, die biedt bovendien ruimte aan een vochtige spons, waaraan je de soldeerstift kunt schoonvegen.

Die soldeerstift is het gedeelte waarmee je daadwerkelijk soldeert en dat is dan ook bepalend voor de kwaliteit van de soldeerbout. De samenstelling en de daarmee samenhangende hardheid van het materiaal bepalen de warmteoverdracht van de stift. En hoe lang die meegaat, want corrosie ligt altijd op de loer in een vijandige omgeving van gesmolten tin en sterk wisselende temperaturen.

Ook de vorm is van belang: voor fijne elektronica heb je weinig aan de grove punt van een typische bouwmarkt-bout. Voor elektronica is er een brede selectie, variërend van beitel- of schroevendraaiermodel tot een kegelvormige punt in diverse lengtes. De keuze voor een stift hangt af van de specifieke toepassing, een vaste hand en persoonlijke voorkeur.

De perfecte soldeertemperatuur vinden

En tweede kwaliteitscriterium is het verwarmingselement en dan specifiek het vermogen ervan. Om te voorkomen dat het soldeer niet goed smelt of te vroeg stolt, mag de temperatuur van de stift niet te veel dalen tijdens het solderen. Door de veel lagere temperatuur van de te solderen onderdelen (kamertemperatuur) daalt de tempartuur van de stift scherp zodra je die tegen de onderdelen aan houdt en dat moet het verwarmingselement direct kunnen compenseren.

Gebruik om die reden dan ook een soldeerbout van minimaal 30 watt, zelfs voor fijne elektronica. Dat is dan ook meteen de reden om een temperatuurgeregelde soldeerbout te kiezen: boven de 400 graden gaan de meeste onderdelen snel kapot, dus een verwarmingselement moet uitgeschakeld worden bij het bereiken van een bepaalde temperatuur. In de praktijk werkt een temperatuur van net onder de 400 graden dan ook prima, ook voor loodvrije legeringen.

©PXimport

Fabrikant Weller heeft voor een deel van zijn bouten een speciaal soort stift, waarbij aan de achterkant een magneetje is aangebracht dat boven een specifieke temperatuur zijn magnetisme verliest. Dat magnetisme komt weer terug beneden die temperatuur en daarmee wordt een schakelaartje aan- en uitgezet. Een uiterst effectieve manier om zonder elektronica de temperatuur te regelen. Nadeel: voor een hogere- of lagere temperatuur moet je de stift vervangen door een ander type.

Soldeertin, lood en vloeimiddel

Tot iets meer dan tien jaar geleden gebruikte iedereen een legering van lood en tin om elektronica te solderen. Voor apparatuur die binnen de EU wordt verkocht, mag sinds 2006 geen loodhoudende soldeer meer gebruikt worden. Om gezondheidsredenen wordt aangeraden zelf ook te werken met loodvrije soldeer, die bestaat uit legeringen van tin en koper en/of zilver.

Het nadeel van de loodvrije alternatieven is een hoger smeltpunt en doffe verbindingen. Dat betekent solderen op iets (ongeveer 40 graden) hogere temperaturen, dus een iets hoger risico op beschadiging van gevoelige componenten. Belangrijker is dat je de kwaliteit van de verbinding moeilijker kunt bepalen, een doffe verbinding is bij lood-tin-soldeer een indicatie voor een slechte las. Wie met lood-tin wil solderen, kan dat nog wel gewoon kopen.

Welke legering je ook kiest, het type soldeer waarover het hier gaat is zogenoemde harskernsoldeer. Dat bestaat uit een holle draad van de tinlegering, waarbinnen een vloeimiddel (ook wel flux genoemd) is aangebracht. Dit vloeimiddel (hars) zorgt voor gelijkmatiger vloeien van het soldeer en gaat tegelijk oxidatie van de tinlegering tegen. Dat laatste gebeurt namelijk direct bij verwarming van het soldeer en maakt solderen zonder vloeimiddel onmogelijk: het laagje oxide verhindert hechting aan de printplaat en de componenten.

Harskernsoldeer is in diverse diktes verkrijgbaar als klos, in een cilindervormige houder, of in kleine hoeveelheden gewikkeld om een kartonnetje. De prijs voor soldeertin loopt uiteen van een paar tot tientallen euro’s (afhankelijk van de dikte en hoeveelheid meter). Maar om een voorbeeld te geven: de spoel waar wij in de jaren 90 mee begonnen zijn, is nog lang niet op.

Hoewel de meeste mensen weleens een soldeerbout hebben gebruikt, blijkt dat met name het fijnere werk vaak wordt onderschat. Afgaande op de kwaliteit van wat je zoal online voorbij ziet komen, kunnen wat simpele tips nooit kwaad. Het is namelijk niet ingewikkeld om deugdelijke soldeerverbindingen te maken, maar je moet er wel even echt voor gaan zitten.

Het begint bij de soldeerbout, specifiek de soldeerstift. Zorg dat deze goed rondom vertind is, door wat soldeer erop te laten smelten. Veeg de stift goed af aan een vochtig sponsje of andere soldeerpuntreiniger, zodat er geen druppels tin meer te zien zijn. Nu pas is de soldeerbout klaar voor gebruik.

Leg nu de printplaat omgekeerd op het werkblad van je bureau (zorg voor een ondergrond die vies mag worden, zoals een krant!) en druk de soldeerstift zowel tegen het koperen eilandje op de printplaat als tegen het pootje van de te solderen component. Met je andere hand houd je het uiteinde van het soldeer op korte afstand van de soldeerstift tegen het koper. Dat vergt misschien enige oefening, aangezien je de soldeerbout vasthebt in je schrijfhand.

©PXimport

Afhankelijk van de motoriek van je andere hand kan het positioneren van het soldeer best lastig zijn. De meeste instructies schrijven voor dat je met het soldeer niet de soldeerstift raakt, omdat een deel van het soldeer dan aan de stift blijft plakken en dus niet op je werkstuk belandt. Maar doe daar vooral niet al te krampachtig over! Het smelten gaat echt een stuk makkelijker door het soldeer wel degelijk heel kort tegen de punt van de stift te houden. Kijk uitsluitend naar het pootje en het koperen eilandje en zorg dat daar voldoende tin op terechtkomt.

Waar rook is...

Doordat het vloeimiddel gaat koken en deels verbrandt, vormt zich direct een rookwolkje boven je werkstuk. Laat je daardoor niet afleiden: dat hoort er nu eenmaal bij. Als je goed blijft kijken naar de punt van de bout, zie je dat pas na ongeveer een halve seconde het soldeer begint uit te vloeien en na ongeveer een paar seconden zijn uiteindelijke vorm heeft. Haal de stift zeker nooit binnen die tijd al weg, dat uitvloeien is essentieel voor een goede soldeerverbinding! Afhankelijk van het type component en de dikte van het pootje is tussen de één en vijf seconden over het algemeen een goede richtlijn voor het maken van een goede verbinding.

De hoeveelheid soldeer die je gebruikt, hangt af van de dikte van het pootje en de diameter van het doorvoergat in de printplaat. In de tijd die het uitvloeien duurt, kun je prima zien of er soldeer bij moet, dus begin rustig. Tin erbij is nu eenmaal een stuk eenvoudiger dan tin eraf (zie kader ‘Accessoires’). Veeg tussen het maken van twee verbindingen telkens de stift rondom af aan de vochtige spons. Zo blijft de stift goed vertind en schoon, zonder overtollige druppels en restanten verbrande hars.

Veelgemaakte fouten

Niet goed gevloeide soldeer is waarschijnlijk de meest gemaakte fout en de oorzaak van niet (goed) werkende schakelingen. Veel raadselachtige storingen zijn erdoor te verklaren, logisch als een pinnetje de ene keer wel en de andere keer geen contact maakt. De soldeerstift pas weghalen als het soldeer helemaal is uitgevloeid is de eenvoudige remedie.

Vloeit er niets meer, maar zit de tin niet op de gewenste plek, voeg dan voorzichtig wat meer soldeer toe. Doordat er dan ook vloeimiddel bij komt, zul je zien dat de boel weer gaat bewegen. Sommige prutsers schijnen soldeer op de stift te smeren en het daarna proberen over te brengen op de printplaat, zonder daar soldeer aan toe te voegen. Het behoeft geen toelichting dat dat geen goede verbindingen oplevert.

©PXimport

Een ander probleem kan ontstaan als je toch net te veel soldeer ineens toevoegt, of het uiteinde ervan net op de verkeerde plek komt. Er kan dan soldeer tussen twee printbaantjes terechtkomen, waardoor die baantjes onbedoeld elektrisch worden verbonden. Hoewel dat eenvoudig is te verhelpen met een desoldeerpomp is er een trucje waarmee je je de aanschaf daarvan kunt besparen. Voeg op de per ongeluk verbonden plek juist wat extra soldeer toe, zodat er een bolletje tin op de printplaat ligt.

Houd met de hand waar je net de soldeertin mee vasthield de pintplaat verticaal vast en duw de schone soldeerstift ertegenaan. Op het moment dat het soldeer helemaal vloeibaar is klop je de met printplaat eenmaal op tafel. Het soldeer vliegt eraf en met een beetje geluk is de verbinding weg, wat je uiteraard goed controleert. Wel zul je hierna de wél gewenste verbinding nogmaals moeten solderen.

Conclusie

Goed solderen is te leren, en met een paar aandachtspunten maak je na een paar keer oefenen betrouwbare verbindingen die jaren meegaan. Zolang het nog mag, zijn lood/tin-legeringen de betere keuze voor wie met solderen begint. Kijk naar de verbinding die je maakt en wees niet bang om het soldeer goed te laten uitvloeien. Laat je tot slot niet gek maken door al het moois dat er te koop is: voor minder dan vijf tientjes heb je een prima set om mee te kunnen beginnen. Wil je verder, dan kun je altijd nog iets kopen uit het hogere segment.

Soldeerbout kopen?

▼ Volgende artikel
Nieuwe Miele koel- en vrieskasten zijn energiezuinig en ergonomisch
Huis

Nieuwe Miele koel- en vrieskasten zijn energiezuinig en ergonomisch

Miele heeft een nieuwe generatie koel- en vrieskasten geïntroduceerd die speciaal zijn ontworpen voor inbouw onder het werkblad. Deze zijn ideaal voor kleine huishoudens en komen met verbeterde energiezuinigheid, meer gebruiksgemak en ergonomische details. Klanten kunnen kiezen uit vier koelkasten en twee vrieskasten.

Bij deze onderbouwapparaten is bukken onvermijdelijk, maar slimme oplossingen maken het gebruik aangenamer. De lades in alle apparaten zijn gemakkelijk uitneembaar, waardoor ze rechtopstaand gevuld, gesorteerd of schoongemaakt kunnen worden. De deurvakken van de koelkasten zijn in hoogte verstelbaar voor meer flexibiliteit.

Het deelbare 'FlexiBoard' glazen plateau biedt variabiliteit, waardoor hoge containers of verpakkingen rechtop en binnen handbereik kunnen worden geplaatst.Bijzonder praktisch in een relatief kleine koelkast is het dynamische koelsysteem 'DynaCool'. Dit zorgt voor een constante temperatuur in het hele interieur, zodat het niet nodig is om de inhoud na het boodschappen doen te herschikken.

De nieuwe generatie wordt compleet gemaakt door uitgebreide, vaatwasserbestendige accessoires, zachte deursluiting dankzij 'SoftClose', de handige 'NoFrost'-functie voor vriezers (geen handmatig ontdooien meer) en netwerkfunctionaliteit.Om een consistent keukenontwerp te garanderen, biedt Miele apparaten met de standaard nishoogte van 82 centimeter, evenals één model per categorie voor de nieuwe comforthoogte van 86 tot 92 centimeter. Dit betekent dat een extra paneel in deze nissen niet langer nodig is. Er is ook een model met uittrekbare trolleys beschikbaar. Hier vervangen uittrekbare elementen de gebruikelijke lades en worden ze direct van bovenaf bediend.

Energiezuiniger

Alle apparaten van de nieuwe generatie zijn aanzienlijk energiezuiniger. De modellen vallen in energieklasse C of D, waardoor ze één klasse zuiniger zijn dan hun voorgangers."We hebben bij de ontwikkeling van deze nieuwe generatie koelkasten bijzondere aandacht besteed aan de combinatie van ergonomie en duurzaamheid," zegt Ursula Wilms van Miele.

Beschikbaarheid en prijzen

Alle modellen uit de nieuwe generatie Miele koel- en vrieskasten zijn per direct verkrijgbaar in de winkels. Exacte adviesprijzen zijn niet bekend gemaakt.

Bekijk hier andere Miele-koelkasten op Kieskeurig.nl:

▼ Volgende artikel
Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!
© Olga Gorevan
Huis

Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!

Zodra de zon zich vaker laat zien, is het heerlijk om buiten te zijn. Mei is dan ook hét moment om je tuin zomerklaar te maken. Door nu de handen uit de mouwen te steken, zorg je dat alles er straks fris en verzorgd bij staat. Nieuwe planten, gesnoeide hagen, een opgeruimde border – dit is de maand om je tuin die welverdiende opfrisbeurt te geven.

Dit doe je deze maand in de tuin:

  • Zaaien en hagen planten
  • Extra aandacht geven aan nieuwe planten
  • Snoeien
  • Je gazon maaien en bemesten

Het jaar rond lekker bezig zijn in de tuin? Kijk dan op onze tuinkalender.

Zaaien en hagen planten

Hoewel de lente volop bezig is, is het slim om het vliesdoek nog even paraat te houden. Vooral in de eerste helft van mei kan het 's nachts nog flink afkoelen. Na IJsheiligen, op 14 mei, kunnen de kuipplanten en eenjarigen definitief naar buiten. Dan is de kans op nachtvorst vrijwel voorbij. Ook met zaaien kun je nu los. Klaprozen, leeuwenbekjes, korenbloemen, zonnebloemen, madeliefjes of duizendschoon – die mogen allemaal direct de volle grond in. Zomerbollen kun je alvast in potten zetten, dan zijn ze straks makkelijk over te planten naar de border. Heb je plannen voor een nieuwe haag? Wacht daar niet te lang mee. Tot half mei kun je nog heesters en coniferen planten.

Extra aandacht geven aan nieuwe planten

Nieuwe planten hebben in deze periode extra water nodig. Gebruik bij voorkeur water uit de regenton – dat is al op temperatuur en beter voor de wortels. Sproei je met leidingwater? Laat het dan als een fijne nevel op de planten vallen, in plaats van er met harde stralen op te richten. Zo voorkom je schade aan jonge scheuten. Een laag mulch helpt de bodem vochtig te houden en voorkomt dat de aarde uitdroogt. Slakken op pad? Strooi wat zaagsel of fijngemalen eierschalen rond de jonge planten, dat houdt ze op afstand. En vergeet de klimplanten niet: die groeien nu razendsnel en kun je het best op tijd aanbinden.

Lees ook: Slakken in de tuin? 8 tips om ervan af te komen

©Zoiakostina | Zoja

Snoeien

Na IJsheiligen kun je de buxus snoeien. Kies bij voorkeur een bewolkte dag, zodat de jonge snoeipunten niet verbranden in de zon. Ook de liguster, laurier, hulst en haagbeuk kun je nu bijwerken. Controleer wel even of er geen vogelnestje in de haag zit voor je aan de slag gaat. Rozen op stam en perkrozen mag je nu drie tot vijf ogen terugsnoeien. Bij vroegbloeiende struiken zoals ranonkelstruik en spirea knip je de uitgebloeide bloemen weg. Zo steekt de plant zijn energie in nieuwe bloemknoppen. Ook voorjaarsbloeiers zoals tulpen, narcissen, hyacinten, rododendrons en de kerstroos kun je nu ontdoen van oude bloemen. En de fuchsia? Die top je juist, zodat hij mooi vertakt.

Lees ook: Welke snoeischaar voor welke snoeiklus?

©SKT Studio - stock.adobe.com

Je gazon maaien en bemesten

Het is al volop lente, maar een flinke regenbui kan nog steeds voor wateroverlast zorgen. Blijft het water op plekken in de tuin staan of voelt de grond te nat aan? Prik dan met een mestvork in de bodem en beweeg deze voorzichtig heen en weer. Zo kan het regenwater beter wegzakken. En als er toch regen wordt voorspeld: dat is hét moment om je gazon te bemesten. Herhaal dit na een maand om het gras sterk en gezond te houden.

In mei maakt het gras een groeispurt. Je kunt het gazon dan één tot twee keer per week maaien – of je doet mee aan Maai Mei Niet. Door een maand niet te maaien, geef je bijen, vlinders en andere insecten meer bloeiende planten om van te leven. Vind je een hoog grasveld geen gezicht? Maai dan alleen een deel en laat de rest staan.

Niet alleen het gras groeit hard, ook het onkruid laat zich volop zien. Trek het eruit op droge dagen, dan komt het niet makkelijk terug. Schoffelen kan ook, maar wees voorzichtig: de wortels van andere planten kunnen daarbij beschadigd raken. Door bodembedekkers te planten maak je het onkruid bovendien lastiger om terrein te winnen.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips