ID.nl logo
Hoe blockchain smart city's kan verbinden
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Hoe blockchain smart city's kan verbinden

Amsterdam is één van de voorlopers als het gaat om het beleid voor smart city’s. In zulke slimme steden dragen sensoren en data bij aan het optimaliseren van het leefklimaat in de stad. Een probleem is dat veel systemen onafhankelijk van elkaar werken. Blockchain is een manier om big data onderling te delen, dus in dit artikel bekijken we hoe blockchain smart city's verder kan helpen.

Loop door de stad en je vindt allerlei gesloten systemen die op zichzelf prima werken. De vertrektijden van het openbaar vervoer staan op de borden en passen zich aan wanneer dat nodig is, het aantal beschikbare parkeerplekken in de garage wordt geteld en het elektriciteitsnet zorgt ervoor dat de stad van stroom is voorzien. Ondertussen doen wij met onze bonuskaart boodschappen en sparen we punten voor een gratis koffie bij onze favoriete koffiezaak. De overheid en allerlei commerciële partijen zijn bezig op allerlei manieren data te vergaren. Vervolgens worden deze data gebruikt om diensten te verbeteren. Het concept van een smart city werpt pas echt zijn vruchten af als data gedeeld worden. Blockchain-technologie kan daarin een grote rol spelen.

Door data en technologie te gebruiken, is een smart city in staat het leven in een stad efficiënter te maken en duurzamer met grondstoffen om te gaan. Hierbij verbeteren ook de levenskwaliteit en arbeidsomstandigheden. Een smart city beperkt zich dus niet alleen tot de toepassing van technologie, maar draait ook om het werk van stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, riool- en watermanagement en ga zo maar door. Het succes van een smart city is afhankelijk van de manier waarop private ondernemingen, de overheid en burgers samenwerken. De overheid reguleert en bedrijven verzamelen data, al dan niet in samenwerking met burgers.

Het verzamelen van data is de eerste taak van een smart city, via allerlei apparaten die verbonden zijn met internet. Denk aan camera’s, sensoren, voertuigen en bijvoorbeeld huisapparatuur. Verzamelde data komen in de cloud te staan. De overheid gebruikt de informatie om de stad te optimaliseren en bedrijven om hun diensten te verbeteren. Zo reguleert Amsterdam het verkeer aan de hand van sensoren, terwijl ook het vinden van parkeerplaatsen er gemakkelijker door is. Volgens de EasyPark Smart Cities Index 2019 is Amsterdam is één van de innovatiefste steden, achter de twee Noorse steden Oslo en Bergen.

Waarom blockchain voor smart city's?

Om te begrijpen waarom blockchain-technologie een goed systeem is voor een smart city, leggen we blockchain in het kort uit. Een blockchain-netwerk maakt het mogelijk om de gehele totstandkoming van data stap voor stap op te slaan. Telkens als er iets verandert, wordt de oude versie gearchiveerd en komt de nieuwe versie ervoor in de plaats. Daardoor kan iedereen zien wie, wanneer, welke data heeft aangepast. Een blockchain bestaat uit zogeheten nodes. Elk van deze nodes bevat een kopie van de hele blockchain. Steeds wanneer nieuwe data worden toegevoegd, wordt dit over het gehele netwerk geverifieerd. Hierdoor is een blockchain altijd eerlijk naar alle deelnemers.

Die eerlijkheid is belangrijk. Regels uit zogeheten smart contracts zorgen voor de kaders waarbinnen allerlei partijen kunnen opereren. Dit betekent dat heel veel data automatisch, tegen betaling, gedeeld kunnen worden zonder dat er allerlei partijen aan te pas komen. Zo kan overtollige energie van zonnepanelen direct aan een buurman worden doorverkocht, maar denk ook aan het efficiënter maken van hulpdiensten of het meten van de afval in afvalcontainers.Al deze data moeten bovendien direct en op elk moment van de dag beschikbaar zijn. Een reguliere database staat ergens op een server en wordt elders nog geback-upt. Als hier iets fout gaat, loopt heel de datavoorziening spaak. Hulpdiensten kunnen vast komen zitten in het verkeer en afvalcontainers kunnen overlopen. Blockchain-technologie biedt uitkomst.

Het lezen van sensoren en het aanpassen van het stadsbeleid vormt misschien de basis van een slimme stad, maar het verwerken van die data is misschien nog wel veel belangrijker. Hiermee kunnen innovatieve ecosystemen en diensten gebeurtenissen lezen en voorspellen. Deze digitale transformatie brengt ook een toekomst met zich mee waarbij iedere consument een deelnemer wordt. We zien dit al in de media. Televisie en traditionele nieuwsvoorziening zijn veel interactiever geworden in de laatste twintig jaar. Diezelfde trend gaan we in het dagelijks leven zien, waarbij iedereen passief of actief bijdraagt aan de samenleving.

©PXimport

Al deze data moeten bovendien direct en op elk moment van de dag beschikbaar zijn. Een reguliere database staat ergens op een server en wordt elders nog geback-upt. Als hier iets fout gaat, loopt heel de datavoorziening spaak. Hulpdiensten kunnen vast komen zitten in het verkeer en afvalcontainers kunnen overlopen. Blockchain-technologie biedt uitkomst.

Het lezen van sensoren en het aanpassen van het stadsbeleid vormt misschien de basis van een slimme stad, maar het verwerken van die data is misschien nog wel veel belangrijker. Hiermee kunnen innovatieve ecosystemen en diensten gebeurtenissen lezen en voorspellen. Deze digitale transformatie brengt ook een toekomst met zich mee waarbij iedere consument een deelnemer wordt. We zien dit al in de media. Televisie en traditionele nieuwsvoorziening zijn veel interactiever geworden in de laatste twintig jaar. Diezelfde trend gaan we in het dagelijks leven zien, waarbij iedereen passief of actief bijdraagt aan de samenleving.

+CityxChange

We zijn er echter nog lang niet. Sindi Haxhija van het Nederlandse onderzoeksbureau ISOCARP Institute onderschrijft het gebrek aan participatie van burgers: “Slimme steden hebben nog een lange weg te gaan alvorens burgers daadwerkelijk meehelpen met het proces.” Zij wijst onder meer naar de digitale kloof tussen arm en rijk, waardoor bepaalde groepen buitengesloten zouden kunnen worden. Dit is volgens haar een groot probleem, want burgers zijn een belangrijk onderdeel van een slimme stad. Zij bepalen welke initiatieven vanuit de overheid of private sector een succes worden.

De Europese Commissie heeft op dit moment meer dan 400 miljoen euro gestopt in onderzoek naar de toepassing van smart city’s. Dit alles met als doel het energiegebruik en onze CO₂-uitstoot te verminderen. Er lopen verschillende projecten in heel Europa, zoals +CityxChange. Hierbij kijkt men naar de mogelijkheden om zelfvoorzienende stadsdelen te ontwerpen. Dit moet vervolgens opgeschaald worden om hele steden te dekken, met als doel dat stedelijke gebieden in 2050 volledig zelfvoorzienend zijn.

Het +CityxChange-project brengt 32 partners samen, waaronder overheid, industrie en onderzoekspartners. Sindi Haxhija werkt vanuit ISOCARP samen met al deze partijen, waarbij de overheid op het oog ietwat van zijn macht moet afstaan: “Overheidsinstellingen zijn de dirigenten van dergelijke samenwerkingsverbanden. Zij leveren data, brengen partijen samen en zorgen voor communicatie en coördinatie. De uitdaging zit bijvoorbeeld in het vaststellen van de wet- en regelgeving waar iedere instantie aan verbonden is, en het bijblijven met de innovaties uit de private sector.”

©PXimport

De nieuwe technologieën en diensten die voortkomen uit +CityxChange moeten zorgen voor de invoering van de zogenaamde Positive Energy Blocks (PEB). Binnen zo’n PEB wordt energie opgeslagen en gedistribueerd met behulp van blockchain-technologie. Overtollige energie wordt onderling of met andere PEBs gedeeld via een peer-to-peermarktplaats. Dit betekent bijvoorbeeld dat een gebouw met heel veel zonnepanelen zijn overtollige energie kan verkopen aan een laadpunt voor elektrische auto’s.

De innovatie van +CityxChange wordt eerst als pilot toegepast in het Ierse Limerick en de Noorse stad Trondheim. Daarna moet het van start gaan in Europese steden, waaronder Sestao in Spanje en Smolyan in Bulgarije. Op deze manier wil ISOCARP kijken of het concept van slimme steden schaalbaar en toepasbaar is in verschillende leefomgevingen.

Shared economy

Verschillende start-ups zijn bezig om blockchain-technologie te gebruiken en zo bestaande diensten efficiënter en zuiniger te maken. In Australië is elektriciteit voor veel mensen duur doordat het energienetwerk zo wijdverspreid is. Blockchain-start-up Power Ledger wil de kosten drukken door consumenten ook als producenten van elektriciteit in te zetten. Volgens mede-oprichtster Jemme Green heeft de Australische Energy Market Commission al aangegeven dat het energienetwerk in de toekomst een handelsplatform voor energie wordt. Power Ledger werkt dan ook samen met energieleverancier Powerclub.

In Europa is The IOTA Foundation een grote speler op het gebied van ‘shared economy’ waarbij het vertrouwen in data, het eigendom van die data en de waarde ervan centraal staan. Hoewel de techniek van IOTA in de meest strikte zin geen blockchain-technologie is, gaat het hier wel om een gedecentraliseerd netwerk. Zo werkt The IOTA Foundation in samenwerking met The Linux Foundation en Dell Technologies aan een opensource-systeem voor digitaal vertrouwen en dataprivacy. Alle systemen waar IOTA bij betrokken is, verbinden verschillende datasystemen.

©PXimport

Het is dan ook niet verrassend dat IOTA betrokken is bij het +CityxChange-project. In samenwerking met ISOCARP en de andere partners werkt The IOTA Foundation aan een systeem voor energiedistributie, een peer-to-peermarktplaats en een transportsysteem. Voor dit laatste verzamelen ze automatisch gegevens over een reis om uiteindelijk de prijs te bepalen. Hierdoor zou bijvoorbeeld het in- en uitchecken tussen trein- en busvervoer niet meer nodig zijn.

Stockholm en Amsterdam zijn al jaren voorloper op het gebied van slimme steden, maar ondertussen vertrouwen steeds meer steden en landen op blockchain-technologie. Vooral op overheidsniveau gebeurt er aardig wat. Zo wil Dubai dit jaar alle overheidstransacties vastleggen via de blockchain. Dit betekent dat het verkrijgen van een visa, betalen van belastingen, energierekeningen en het vernieuwen van bijvoorbeeld je rijbewijs allemaal op een blockchain worden geregistreerd. Turkije werkt aan een soortgelijke implementatie, terwijl Malta huurcontracten en bedrijfsregistraties vastlegt op een blockchain.

5G als katalysator

De initiatieven zijn tot nu toe vooral van bovenaf opgelegd. De doorsneeburger heeft er niet veel mee te maken. Het zijn immers allemaal relatief gesloten toepassingen. Pas als iedereen een bijdrage levert, spreken we van een smart city. De opkomst van 5G-internet kan daar wel eens flink bij helpen.

Het uitrollen van een 5G-netwerk is niet alleen goed voor de snelheid waarmee je een nieuwe app downloadt of een video verstuurt. De snelheid waarmee data worden verzonden, is ook van groot belang voor de toekomst van smart city’s. Die snelheid mag geen knelpunt van een smart city zijn. Als het gaat om sensoren voor afvalcontainers hoeven die data niet zo snel te zijn, maar voor hulpdiensten kan 30 seconden het verschil maken tussen leven en dood. Datasnelheid is dan ook van groot belang.

©PXimport

We gebruiken steeds vaker apparaten die verbonden zijn met internet. Op dit moment heeft de gemiddelde Amerikaan acht apparaten die online zijn, en binnen twee jaar stijgt dat volgens de onderzoekstak van kabelbedrijf Cisco naar 13,6 verbonden apparaten per persoon. Denk hierbij niet alleen aan smartphones, maar ook aan elektrische auto’s, slimme deurbellen en alarmsystemen. 5G maakt het verzenden van grote hoeveelheden data binnen stedelijke gebieden veel gemakkelijker. Daardoor kan de opkomst van draadloos 5G-dataverkeer wel eens een flinke boost geven aan de ontwikkeling van slimme steden.

“5G helpt steden om meer te doen met hetzelfde budget”, stelt Accenture in een whitepaper over 5G in slimme steden. Data verzenden via een 5G-netwerk kost niet veel energie. Kleine sensoren kunnen lekkages herkennen in waterleidingen, terwijl andere sensoren realtime aangeven hoe druk het openbaar vervoer is. Daarnaast kunnen camera’s ingebouwd worden in verkeerslichten, die automatisch hulpdiensten inlichten als een kunstmatige intelligentie constateert dat een ongeluk is gebeurd. Ondertussen kunnen auto’s met elkaar en allerlei sensoren communiceren, waardoor bijvoorbeeld parkeerplekken gemakkelijk te vinden zijn. 5G kan een grote rol spelen in de toekomst van slimme steden.

Digitale stad Rotterdam

De betrokkenheid van burgers zien we bijvoorbeeld terug in Digitale Stad Rotterdam. Kennis- en netwerkorganisatie Platform31 doet onderzoek naar data, de rol van de overheid en die van burgers. In de publicatie ‘Data in de Stad’ verwijzen ze naar dit project. In een virtuele kopie van Rotterdam zijn informatie- en datastromen direct inzichtelijk en toegankelijk.

Zo heeft de brandweer toegang tot 3D-modellen van gebouwen, en kunnen bewoners verbouwingsplannen toetsen aan de wetgeving. De betrokkenheid van burgers wordt benadrukt doordat zijzelf controleren en beheren welke data, onder welke voorwaarden, met wie worden gedeeld. Deze digitale kopie van Rotterdam moet in 2022 klaar zijn. Hoewel dit voorbeeld niet per definitie draait om blockchain-technologie, onderstreept het wel de noodzaak om data te delen en bewoners inspraak te geven.

De smart city van de toekomst zal verschillende middelen gebruiken om de verstedelijking zo goed mogelijk op te vangen. Een smart city is echter slechts één schakel in het altijd veranderende stadsleven. Het idee achter de smart city verandert ook nogal eens. “Voorheen draaide de term enkel om steden die zich inzetten voor het milieu, maar tegenwoordig is de term gekoppeld aan steden die digitaal verbonden zijn en draaien om economische samenwerking”, aldus Sindi Haxhija van ISOCARP. Wat vaststaat is dat een echte smart city de betrokkenheid van burgers nodig heeft om te slagen.

©PXimport

Iedereen doet mee

Deze betrokkenheid lukt alleen als iedereen mee kan doen. Steeds meer consumentenelektronica maakt het mogelijk om data te delen. De smartphone is uiteraard een schoolvoorbeeld, terwijl slimme speakers ook al in veel huiskamers staan. Het delen van informatie moet uiteraard wel vrijwillig gebeuren. Allerlei bedrijven werken aan sensoren voor uiteenlopende doelen rondom het verzamelen van gegevens.

Zo presenteerden Toyota en Samsung tijdens de Consumer Electronics Show hun visie op smart city’s. Samsung is bezig met sensoren die zorgen dat gebouwen minder energie gebruiken, en met autosensoren die 5G-technologie gebruiken om zo verkeersproblemen tegen te gaan. Toyota gaat zelfs nog een stap verder en wil in 2021 een prototype stad van de toekomst bouwen op een oud industrieterrein aan de voet van Mount Fuji. Het nog naamloze dorpje van tweeduizend inwoners krijgt autonome auto’s en huisrobots.

Het is niet bekend of het Japanse autobedrijf en het Koreaanse elektronicabedrijf blockchain-technologie gaan gebruiken voor hun toepassingen. Beide bedrijven zijn echter wel al actief ermee. Samsung registreerde vorig jaar een patent voor een harddisk die functioneert als een node in een blockchain-netwerk. Daarnaast heeft het bedrijf met de Galaxy S10 een telefoon die gericht is op het gebruik van cryptocurrency’s, één van de toepassingen van blockchain-technologie.

Ondertussen zit Toyota ook niet stil, en wil het de blockchain gebruiken voor zelfrijdende auto’s. De lijst met bedrijven die kunnen bijdragen aan slimme steden en bezig zijn met sensoren, slimme apparaten, en blockchain is gigantisch. Grote bedrijven optimaliseren hun productieketen, bezorgdiensten willen blockchain gebruiken om hun diensten te verbeteren en overheden willen informatiestromen analyseren. Al deze diensten en sensoren moeten samenkomen onder één grote paraplu; blockchain-technologie leent zich daar goed voor.

Risico's

We kunnen wel stellen dat smart city’s draaien om het delen van informatie en energie. Dit alles moet snel, automatisch en veilig gebeuren om de kwaliteit van het leven te optimaliseren en de privacy van de burgers te waarborgen. Gedecentraliseerde dataopslag, zoals een blockchain, zal hierbij zeker een grote rol kunnen spelen. Blockchain kan de lijm zijn die sensoren, camera’s, overheid, en de bevolking verbindt. Dit klinkt allemaal ontzettend mooi, maar er zijn genoeg vraagtekens te plaatsen.

Het delen van informatie en de participatie van burgers kan werken binnen een democratie. Maar binnen een ander rechtssysteem is de privacy van burgers zeker niet altijd gegarandeerd. In China zet de overheid groots in op blockchain-technologie. Ondertussen hanteert het land een ‘sociaal kredietsysteem’ waarbij het sociale media, het koopgedrag, bankgegevens, en het gedrag in de openbare ruimte via gezichtsherkenning meet. Dit huidige systeem is volgens onze principes al een flinke inbreuk van de privacy. Blockchain-technologie kan daar nog een paar schepjes bovenop doen door meer data voor altijd persoonsgebonden op te slaan. Kortom, de wetgeving en regulering van sensoren en andere technieken die data verzamelen, zijn ontzettend belangrijk om de privacy binnen slimme steden te garanderen.

Daarnaast brengt ons vertrouwen in technologie nieuwe gevaren met zich mee. Zo worden we gevoeliger voor de acties van hackers. Wat gebeurt er als iemand een slimme stad weet te ontregelen? Kan zo’n stad dan nog normaal functioneren? Hoe garanderen we de privacy van de burgers? En wie is er verantwoordelijk als er iets misgaat? Dat zijn vraagstukken waar onderzoeksgroepen en de overheid zeker nog antwoord op moeten zullen vinden. Toch lijken smart city’s er echt te komen, en blockchain lijkt daar een belangrijke rol in te gaan spelen.

Tekst: Robert Hoogendoorn

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.