ID.nl logo
DLNA in uw thuisnetwerk
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

DLNA in uw thuisnetwerk

Veel apparaten zijn tegenwoordig DLNA-gecertificeerd, maar wat houdt dat nou precies in? Dankzij deze standaard laat u televisies, mediaspelers, gameconsoles en computers van verschillende merken vlekkeloos met elkaar communiceren. Het voordeel hiervan is dat u muziek en films op allerlei apparaten afspeelt, terwijl het niet uitmaakt waar deze mediabestanden binnen uw thuisnetwerk staan opgeslagen.

Anno 2012 telt een gemiddeld huishouden vele apparaten die muziek en films kunnen afspelen. Omdat we media tegenwoordig voornamelijk digitaal opslaan, is onderlinge communicatie wel zo handig. Om die reden besloot een aantal elektronicabedrijven in 2003 een algemene standaard te ontwikkelen. DLNA (Digital Living Network Alliance) werd geboren.

Kortgezegd maakt deze standaard het mogelijk om muziek en films tussen diverse apparaten te streamen. Hierbij is het niet nodig om ingewikkelde instellingen te wijzigen, want de apparaten zien elkaar vanzelf. Een voorwaarde is wel dat alles op hetzelfde (draadloze) thuisnetwerk is aangesloten.

DLNA maakt gebruik van zogeheten clients en servers. Op de server staat bijvoorbeeld uw volledige muziekcollectie opgeslagen. Meestal is dat een computer, NAS of mediaspeler. Een client maakt via het thuisnetwerk contact met de server en speelt de gewenste audiobestanden vervolgens af. Voorbeelden van clients zijn een televisie, spelcomputer, blu-ray-speler, smartphone, mediastreamer, tablet en receiver.

De mogelijkheden van DLNA zijn enorm. Stel dat u muziek op uw computer hebt staan, dan benadert u met bijvoorbeeld een PlayStation 3 deze bestanden. Op die manier streamt u mp3'tjes naar een aangesloten installatie, zonder dat u de bestanden hoeft te verplaatsen of te branden.

DLNA-apparatuur

Steeds meer fabrikanten begrijpen het nut van een algemene standaard voor de uitwisseling van mediabestanden. De meeste grote merken hebben zich dan ook aangesloten bij de DLNA-organisatie. Momenteel zijn dat er meer dan 230, waaronder Sony, Dell, LG, HTC, Philips, Samsung, Synology en Nokia.

Toch zijn lang niet alle apparaten momenteel voorzien van een DLNA-certificaat. Als u met deze standaard aan de slag wilt, is het natuurlijk handig om te weten welke apparaten u hiervoor kunt gebruiken. Controleer daarom op de originele productdoos of daar het logo 'dlna CERTIFIED' op staat vermeld. Als u de doos niet meer hebt, kunt u ook even op de website van de fabrikant kijken. Verder vindt u op www.dlna.org een compleet overzicht van producten die de standaard ondersteunen.

Zeker bij mediaspelers dient u goed op te letten, want vaak zijn ze niet gecertificeerd. Het gevolg is dat u de afspeelkastjes niet kunt inzetten als DLNA-server. Gelukkig werken ze dankzij UPnP-ondersteuning meestal wel als client. UPnP- en DLNA-apparaten kunnen met elkaar communiceren. De reden hiervoor is dat deze standaarden technisch gezien erg op elkaar lijken.

©PXimport

De WD TV Live Hub is één van de weinige mediaspelers die u kunt gebruiken als DLNA-server.

Server instellen

Als u muziek door uw volledige woning wil streamen, hebt u om te beginnen een DLNA-server nodig. U kunt uw computer of notebook hiervoor gebruiken. Daarnaast hebt u ook een geschikt programma nodig die muziek (en films) aan clients kan aanbieden. Hiervoor doet u een beroep op Windows Media Player.

In versie 12 van dit programma zet u de serverfunctie aan door achtereenvolgens te klikken op Streamen / Mediastreaming inschakelen. Vervolgens bevestigt u met Mediastreaming inschakelen en geeft u de server een toepasselijke naam. Klik daarna op Alles toestaan / Alle computers en media-apparaten toestaan. Mappen met audio en video die u aan Windows Media Player hebt toegevoegd, zijn nu ook beschikbaar op andere apparaten.

Een alternatief programma dat u als DLNA-server kunt inzetten, is TVersity (www.tversity.com). In tegenstelling tot Windows Media Player is deze applicatie in staat om mediabestanden zo nodig naar een ander formaat om te zetten (transcoderen). Mocht een client geen ondersteuning bieden aan een bepaalde codec, dan is het bestand dankzij deze technologie alsnog afspeelbaar op het apparaat. Een slimme oplossing, want niet iedere DLNA-client heeft namelijk een brede bestandscompatibiliteit aan boord.

©PXimport

Windows Media Player zet u simpel in als DLNA-server.

NAS als DLNA-server

Een DLNA-server zal in de praktijk vaak aanstaan. Vanwege het lage energieverbruik is een NAS met veel opslagruimte daarom beter geschikt als DLNA-server, vergeleken met een pc. Afhankelijk van de fabrikant is er binnen het besturingssysteem van het opslagapparaat speciale software beschikbaar. De bekende NAS-fabrikant Synology heeft bijvoorbeeld een eigen mediaserver ontwikkeld.

Nadat u die hebt ingeschakeld, verschijnen er gedeelde mappen op de NAS. U kunt hierin muziek en video's bewaren, zodat de bestanden ook op pakweg uw blu-ray-speler, receiver en tablet beschikbaar zijn. Kijk vooral ook naar de transcoder-instellingen. Hiermee breidt u de bestandscompatibiliteit eventueel uit. Op deze wijze speelt u bijvoorbeeld alsnog flac-bestanden af op een PlayStation 3, terwijl de spelcomputer dit audioformaat van zichzelf niet ondersteunt.

©PXimport

Op de meeste NAS-apparaten activeert u een mediaserver die overweg kan met DLNA. Let ook op de transcoder-instellingen!

PS3 Media Server

Een voorbeeld van een populaire DLNA-server is het programma PS3 Media Server (www.ps3mediaserver.org). Zoals de naam al doet vermoeden, streamt u hiermee mediabestanden vanaf een pc naar de PlayStation 3. Een voordeel is dat het programma muziek en video's kan transcoderen naar een ander formaat, zodat u alsnog mkv- en flac-bestanden afspeelt op de console. Een brede bestandscompatibiliteit is dus gegarandeerd! Het werkt simpel. U installeert de freeware, waarna het automatisch uw PlayStation 3 detecteert. Vervolgens geeft u aan welke mediamappen u wilt delen. Overigens gebruikt u PS3 Media Server ook voor andere clients, zoals een televisie of mediaspeler.

Client

Veel consumentenelektronica functioneert tegenwoordig probleemloos als DLNA-client. Een mooi voorbeeld hiervan is een blu-ray-speler met netwerkaansluiting. Als u dit apparaat op een receiver hebt aangesloten, luistert u naar muziek vanaf een pc of NAS op uw stereo-speakers in de woonkamer. Hiervoor is het niet nodig dat de receiver een DLNA-certificaat bevat, want de blu-ray-speler zorgt voor contact met de server.

Ook veel televisies hebben tegenwoordig een netwerkaansluiting. In de bronlijst kiest u de juiste mediaserver. Daarna bladert u op uw televisietoestel door de bestanden van een NAS of pc. Iedere beeldbuis gebruikt hiervoor een eigen menu. Handig is dat u op deze manier afspeellijsten met mp3'tjes weergeeft. Meestal zijn de bestanden onderverdeeld in de categorieën video's, foto's en muziek. Met de afstandsbediening bladert u door de liedjes en pauzeert u de weergave.

Ook een PlayStation 3 vervult prima de rol van DLNA-client. Bij deze spelcomputer vindt u in het hoofdmenu een overzicht van de bestanden. Kies uit Foto, Muziek of Video en selecteer de servernaam van bijvoorbeeld een pc of NAS. Zorg er wel voor dat bij het onderdeel Netwerkinstellingen de optie Mediaserver verbinding is ingeschakeld. Via een mediaspeler benadert u de bestanden van een DLNA-server in de meeste gevallen door UPnP als netwerkbron te selecteren.

Hoewel in de praktijk een pc of notebook meestal als DLNA-server wordt gebruikt, kunt u de rollen ook omdraaien. Door een pc als client in te zetten, streamt u muziek vanaf een NAS, notebook of geschikte mediaspeler naar uw desktop. In Windows Media Player zijn gedeelde mediabestanden van een DLNA-server in het linkerdeelvenster zichtbaar. De freeware XBMC (www.xbmc.org) functioneert eveneens uitstekend als client.

©PXimport

Het programma XBMC herkent gedeelde mappen op een DLNA-server.

Apps

Ook tablets en smartphones gebruikt u als DLNA-server of -client. Hebt u een Android-apparaat, dan kiest u uit verschillende apps. Probeer bijvoorbeeld MediaHouse eens uit (http://ct.link.ctw.nl/mh). Deze app pikt DLNA-servers in uw thuisnetwerk op en speelt de bestanden af. Wanneer u het Android-toestel liever als server inzet om media te delen, installeert u de app Media Server (http://ct.link.ctw.nl/ms).

Verder zijn er ook toepassingen die als tussenstation fungeren. Met BubbleUPnP (http://ct.link.ctw.nl/bb) selecteert u bijvoorbeeld muziek op een DLNA-server, waarna u de gewenste client selecteert om de nummers op af te spelen. Uw smartphone vervult dan de rol van 'controller'. U gebruikt de smartphone in dat geval min of meer als afstandsbediening om bestanden op uw televisie of mediaspeler af te spelen. Ook voor iOS-apparaten bestaan er handige apps. Probeer vooral media:connect eens uit (http://ct.link.ctw.nl/mn). Deze app werkt zonder problemen als server, client en controller.

Spotify en DLNA

Spotify heeft geen geïntegreerde DLNA-server. Jammer, want anders luistert u naar online muziek op allerlei apparaten binnen uw huis. Gelukkig streamt u via een omweg alsnog uw Spotify-bibliotheek naar DLNA-clients. U hebt hiervoor de software Jamcast nodig. U mag de testversie gratis veertien dagen gebruiken. Daarna betaalt u voor dit programma eenmalig 29,99 dollar (zo'n 24 euro). U moet een account aanmaken, voordat u de software kunt downloaden. Vervolgens start u Jamcast op en typt u de juiste inloggegevens. Schakel uw blu-ray-speler, PlayStation 3, receiver of mediaspeler in. Controleer onder tabblad Devices met Find of de software het apparaat herkent. Open Spotify en speel een willekeurige afspeellijst af. Zoek in het menu van uw DLNA-client de mediaserver van Jamcast op. Kies ten slotte voor Virtual Soundcard en wacht enkele seconden. Jamcast stuurt het audiosignaal naar de gewenste DLNA-client. Overigens past u dit trucje ook probleemloos toe bij andere streamingsdiensten, zoals Grooveshark, Deezer en Sony Music Unlimited.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.