ID.nl logo
Alles over OLED: dit moet je weten bij de aanschaf van een smart-tv
Huis

Alles over OLED: dit moet je weten bij de aanschaf van een smart-tv

Sinds de introductie van OLED - inmiddels al weer tien jaar geleden - is er flink wat veranderd aan deze beeldtechnologie. Waar moet je eigenlijk allemaal op letten als je een OLED-televisie koopt? We bekijken wat er allemaal nieuw is en hoe de diverse technieken van elkaar verschillen.

Voordat we in de verschillende typen duiken, vertellen we je eerst even wat een OLED-tv bijzonder maakt. In een gewone LCD-tv wordt het licht gegenereerd door achtergrondverlichting. De pixels zelf lichten dus niet op, maar worden geopend en gesloten en laten het licht op die manier door. Het zijn in feite dus kleine klepjes. Het nadeel van LCD is dat perfect zwart weergeven erg moeilijk is, omdat de miliculse klepjes toch steeds wat licht lekken. t zwart is erg moeilijk voor een LCD-tv aangezien het LCD-klepje toch steeds wat licht lekt. Het contrast is bij een LCD-scherm dus minder.

©Eric Beeckmans

De schematische weergave van een enkele LCD-pixel.

Geen achtergrondverlichting bij OLED

Bij OLED-tv’s is er geen achtergrondverlichting, elke pixel is zijn eigen lichtbron die individueel aan- of uitgezet kan worden. Het licht wordt gegeneerd door een organisch materiaal, maar werkt net als een traditionele LED, het licht op als er stroom door gaat. En nu weet je dus ook meteen waar de letter 'O' in OLED voor staat; organic. Vandaar de naam OLED. Dat is tevens de reden waarom OLED-schermen wél perfect zwart kunnen weergeven; ze schakelen zichzelf helemaal uit en er is geen lichtlekkage omdat er aan de achterzijde van een OLED-pixel geen verlichting aanwezig is.

©Eric Beeckmans

De schematische weergave van een enkele OLED-pixel

W-OLED

Een standaard RGB-OLED (RGB staat voor Rood, Groen, Blauw, oftewel de primaire kleuren waarmee alle andere kleuren zijn te maken) gebruiken een rood, groen en blauw OLED-materiaal. Dit type werd door Samsung ontwikkeld en in 2013 gelanceerd, maar bleek al snel moeilijk te fabriceren. Concurrent LG gooide het over een andere boeg en lanceerde een compleet ander type OLED. Die versie gebruikt een wit OLED-materiaal en heeft kleurfilters. Om de werking efficienter te maken, kregen deze door LG-ontwikkelde pixels een witte subpixel. De letter W in W-OLED staat in dit geval dus voor 'White' ofwel wit. Veruit de meeste OLED-tv’s die op de markt zijn, zijn van het W-OLED-type. De eerste modellen met dit pixeltype kwamen in 2013 op de markt. Al deze tv’s gebruiken een paneel van LG Display en ze delen dus veel karakteristieken zoals piekhelderheid, kleurbereik, contrast en kijkhoek. Er is in de afgelopen tien jaar wel wat evolutie geweest in deze technologie.

©Eric Beeckmans

Een W-OLED-pixel heeft een extra wittte subpixel.

LG Display en LG Electronics: verschillende entiteiten
De W-OLED-technologie is door LG ontwikkeld, maar LG bestaat uit meerdere divisies. LG Display is het bedrijfsonderdeel dat alleen de schermtechnologie fabriceert. Televisies van Panasonic, Sony en Philips bevatten schermen van LG Display, net als tv's van LG zelf. Maar televisies van LG zelf worden vervolgens weer gefabriceerd door LG Electronics.

W-OLED Gen1

De eerste generatie W-OLED heeft veel kleine veranderingen gekregen, bijvoorbeeld de vorm en afmeting van de subpixels, maar daarover werd nooit officieel iets gecommuniceerd. Die nieuwe types panelen leverden immers dezelfde prestaties. In de eerste jaren waren verbeteringen vermoedelijk ook meer gefocust op het vermijden van inbranden dan op het verhogen van de helderheid.

Panelen voor consument nauwelijks te identifiseren
Als consument is het erg lastig, en in veel gevallen zelfs onmogelijk, om te bepalen welk type paneel er in je tv zit. Fabrikanten gebruiken eigen marketingtermen om hun toestellen te differentiëren, maar dat zegt vaak niet voldoende om te weten wat er onder de motorkap zit. Maar is dat belangrijk? Het is niet alsof je kan kiezen om model x of y met een ander paneel te krijgen. Ja, in uitzonderlijke gevallen zitten er verschillende panelen in een en hetzelfde model, maar ook dat is lastig te achterhalen.

De enige duidelijke verbetering kwam toen LG de G1-smart-tv in 2021 lanceerde, die voor het eerst een 'OLED evo'-paneel gebruikte dat 20% helderder is dan een conventioneel paneel. Dat paneel bevatte een extra laag OLED-materiaal, maar LG benadrukte ook dat een deel van de prestaties afkomstig waren van nieuwe software in hun processor.

©LG Electronics

DE LG G1-smart-tv was het eerste model van het bedrijf met een OLED evo-paneel.

W-OLED Gen2: EX

In 2022 lanceerde LG Display de OLED EX-panelen, en die worden als een echte nieuwe generatie beschouwd. Ze gebruiken Deuterium in plaats van waterstof in het organische materiaal. Deuterium maakt het OLED-materiaal stabieler, waardoor het beter bestand is tegen hitte en stroom. Ook is het paneel beter bestand tegen inbranden, en omdat er meer stroom door gejaagd kan worden, is het ook helderder. LG Display claimde tot 30% verbetering tegenover een conventioneel paneel. Daarnaast zijn OLED EX-panelen ook voorzien van een manier om het paneel te optimaliseren op basis van je kijkgedrag om zo de levensduur nog te verbeteren.

W-OLED Gen3: META

Dit jaar werd een derde generatie OLED-paneel gelanceerd, het META-paneel. Die is gebaseerd op een OLED EX-paneel, en maakt daarnaast gebruik van een laag microlenzen en de META booster software. De microlenzen beletten verlies van licht door interne reflecties in het paneel, de software optimaliseert in real-time helderheid en kleurexpressie. META-panelen zijn tot 60% helderder dan een conventioneel OLED-paneel, bieden een 30% bredere kijkhoek (die daardoor bijna perfect is), en zijn 22% energie-efficiënter. Meer uitleg vind je in ons artikel over het META-paneel.

©LG Display

Samsung's QD-OLED: andere techniek

In 2022 lanceerde Samsung Display de QD-OLED-technologie. Maar wat is QD-OLED en hoe verschilt het van W-OLED? Samsung's QD-OLED is een combinatie van quantum dots en OLED. Een blauwe OLED-laag zorgt voor het licht. Die kan net zoals bij W-OLED op pixelniveau aan- en uitgezet worden.

DE schematische weergave van QD-LED.

Een quantum dot-kleurconverter zet het blauwe licht om naar rood en groen, blauw wordt doorgelaten. Het verschil met een kleurfilter is dat dit geen licht wegfiltert, maar het blauw licht effectief omzet naar een andere kleur. Zo hebben QD-OLED-tv’s een iets groter kleurbereik dan W-OLED-modellen. Ze hebben een quasi perfecte kijkhoek, en ze zijn erg helder, in elk geval helderder dan de OLED EX-panelen.

QD-OLED-generaties

Net als bij de LG-panelen heeft ook Samsung verschillende generaties uitgebracht van haar QD-OLED-panelen. De nieuwste versies volgden elkaar al snel op, want de QD-OLED Gen1 - dat in 2022 werd gelanceerd - werd enkel gebruikt in de Samsung S95B en de Sony AK95K. Samsung is nu bij QD-OLED Gen2 aanbeland. Dit nieuwe paneel gebruikt een efficiënter OLED-materiaal en heeft het nu een ingebouwde realtime monitoring systeem dat de belasting van elke pixel optimaliseert.

Samsung Display claimt dat deze panelen tot 30% helderder zijn, een verbeterde energie-efficiëntie hebben en een verbeterde levensduur. We hebben over dit nieuwe QD-OLED-paneel al eerder geschreven .

Welke tv heeft welk paneel?

Heb je een OLED-tv van voor 2021, dan is dat zeker een eerste generatie W-OLED-paneel. Sommige modellen van 2021 gebruiken het OLED evo-paneel (LG G1, Philips OLED936, Panasonic JZW2004, Sony A90J). Modellen van 2022 en later gebruiken vrijwel zeker allemaal OLED EX-panelen. De META-panelen vind je momenteel alleen in de topmodellen van 2023: LG G3, Panasonic MZW2004 en de Philips OLED907.

QD-OLED-panelen zijn op dit moment beperkt tot vier modellen: de Samsung S95B en Sony A95K gebruiken Gen1-panelen, de Samsung S95C en Sony A95L gebruiken Gen2-panelen. De Samsung S90C is een lastig geval, want dit toestel zit qua prestaties op het niveau van de S90B en het gebruikt daarom vermoedelijk het Gen1-paneel. Het is echter niet uitgesloten dat de toestellen toch een Gen2 paneel hebben, maar dat de prestaties via software wat beperkter zijn.

Hoe belangrijk is het paneel?

Zoals gezegd is het als consument erg lastig om het gebruikte paneel in je tv te identificeren. Daarnaast kunnen fabrikanten een paneel op verschillende manieren inzetten. Want meer helderheid van een paneel eisen vereist ook meer stroom. Daardoor veroudert een paneel sneller, en verbruikt het meer energie. Het is dus best mogelijk dat verschillende fabrikanten met hetzelfde paneel toch tv’s maken die verschillen, de ene wat helderder, de andere wat energiezuiniger.

Uiteindelijk is het vooral belangrijk dat je de grote verschillen kent. Zoals welke modellen de QD-OLED-technologie gebruiken en En welke tv's de laatste nieuwe META W-OLED-panelen. Uiteindelijk zitten daar de belangrijkste verschillen en die hebben we voor je in dit artikel uiteengezet.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips