ID.nl logo
Beats maken met LMMS doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Beats maken met LMMS doe je zo

Via het gratis muziekprogramma LMMS maakje zelf muziektracks. In deze workshop laten we je zien hoe je beats maken kunt, hoe je melodieën maakt en hoe je je eigen effecten aan je track toevoegt. Wie weet ben jij straks wel de nieuwe Martin Garrix!

LMMS bestaat al zeventien jaar en was voorheen bekend als Linux MultiMedia Studio. Het is een compleet open-sourceprogramma dat door een aantal actieve leden steeds wordt bijgewerkt naar nieuwe versies. Voorheen was het programma alleen voor Linux beschikbaar, maar tegenwoordig kun je het ook op macOS of Windows draaien. Veel heb je er niet voor nodig, een cpu met kloksnelheid van 1 GHz is goed genoeg en ook wat betreft intern geheugen hoef je je computer niet te updaten: 512 MB is het minimum. Wil je echter met plug-ins werken, dan heb je wel een iets modernere computer nodig. Heb je hulp nodig met LMMS, neem dan hier een kijkje.

©PXimport

Digital audio workstation

LMMS is een zogenoemde daw, een digital audio workstation, net zoals GarageBand, Cubase, Ableton Live of FL Studio. Met een daw neem je instrumenten op, al dan niet via een aangesloten microfoon. Je kunt bovendien een keyboard aansluiten om virtuele instrumenten in de daw te besturen. In een daw zitten effecten, zoals galm en echo. Uiteindelijk mix je alle sporen samen tot een goede mix. LMMS focust zich vooral op het creëren van elektronische muziek.

LMMS downloaden

Ga naar www.lmms.io en klik op Download. Kies je besturingssysteem en selecteer een van de versies onder Stable version. Na de installatie wil het programma een map aanmaken waarin je projecten op kunt slaan. Klik op Yes om deze actie te bevestigen. Je kunt de locatie van de map later nog veranderen bij Edit, Settings.

LMMS opent als eerste een configuratiescherm waar je instellingen kunt aanpassen. Voordat we dit doen, is het slim om onder Language de optie Nederlands te selecteren, mocht je systeem dit niet al automatisch hebben gedaan. Klik op Ok en het programma wordt geopend. Sluit het programma, open het weer en LMMS verwelkomt je in het Nederlands.

©PXimport

Instellingen kiezen

Klik nu op Bewerken, Instellingen en je ziet hetzelfde configuratiescherm in het Nederlands. Bovenin bij Algemene Instellingen stel je de Buffergrootte in. Minder frames zorgt voor een kleinere latentie, een slechte Nederlandse vertaling van het Engelse woord latency. Hierbij gaat het in elk geval om vertraging tussen het signaal dat je inspeelt en wat er uit de luidsprekers te horen is. Deze wil je uiteraard zo laag mogelijk houden.

Als je de buffergrootte heel laag zet, vraag je wel meer van je cpu en je eventuele aangesloten audio-interface. Begin daarom bij een grootte van 256 frames en kijk of je tijdens het muziek maken een te hoge latency heeft (verklein dan de buffer) of te veel kraakjes (vergroot dan de buffer).

Links klik je op het luidsprekericoontje, hier selecteer je  je audio-interface. Mocht je gewoon je computerluidsprekers gebruiken, dan hoef je hier niks te veranderen. Maak je wijzigingen in het instellingenmenu, start dan daarna even LMMS opnieuw op.

©PXimport

Verschillende vensters

LMMS heeft een aantal vensters dat je groter en kleiner kunt maken door aan de rand te trekken. Wil je een venster helemaal niet zien, dan druk je op het kruisje rechtsboven. Heeft een venster een icoontje van twee driehoeken rechtsboven, dan kun je deze maximaliseren.

Elke daw bestaat uit twee belangrijke vensters. In de ene zie je een tijdlijn met de verschillende sporen onder elkaar. In de andere zie je dezelfde sporen verticaal weergegeven en kun je effecten op een bepaald spoor leggen. In LMMS heet de horizontale tijdlijn de Songeditor en het mixvenster de FX-mixer.

In de songeditor vind je de transportknoppen om je compositie te laten starten, te pauzeren of te stoppen. Er zijn verschillende spoortypes, een voorbeeld van elk type is standaard in de songeditor te zien. Laten we snel elk type even bij langs gaan.

©PXimport

Patronen

Om een ritme te programmeren, gebruik je een instrumentspoor van het type Beat/bassline. Klik op Beat/bassline 0 en de beat- en baslijneditor wordt geopend. Hier kun je meerdere drumelementen programmeren. Een spoor voor een bassdrum staat al open.

De zestien vierkantjes staan voor zestien slagen in één maat. Klik op een vierkantje om een noot te plaatsen. Als je nu op de afspeelknop bovenaan de beat- en baslijneditor klikt, dan hoor je het bassdrumpatroon dat je zojuist hebt geprogrammeerd. Het patroon wordt herhaald zolang je niet op stop drukt. Deze bassdrum komt overigens uit Kicker, deze plug-in is speciaal bedoeld voor het maken van bassdrums.

©PXimport

Om het patroon nu met een tweede percussieklank uit te breiden, kun je een instrument aan de beat- en baslijneditor toevoegen. Hiervoor open je links het menu Instrument-plug-ins. Sleep bijvoorbeeld het instrument AudioFileProcessor naar de beat- en baslijn-editor, onder het Kicker-spoor. Op dit spoor programmeer je nu een ander patroon. Je moet nog wel even een sample toewijzen aan de AudioFileProcessor. Klik erop en de plug-in wordt geopend.

Druk op het foldericoontje om een geluid te laden. Selecteer een kort geluidsbestand dat je op je harde schijf hebt staan, bijvoorbeeld van een snaredrum. Het patroon wordt nu met dit geluid afgespeeld. Heb je geen geluiden op je schijf, dan is de website Freesound een handige bron. Hier vind je duizenden gratis geluidseffecten en muzikale loops.

Variaties in tijdlijn

Het gemaakte patroon kun je aan je compositie toevoegen door nu in de tijdlijn achter Beat/bassline 0 te dubbelklikken. Een blauw vierkantje verschijnt in de tijdlijn. Dit vierkantje kun je langer maken door aan de rechterkant te trekken. Om nu een ander patroon te programmeren, moet je een nieuw spoor aanmaken. Klik hiervoor in de songeditor bovenin op het icoontje voor Beat-/baslijn toevoegen. Klik nu op dit spoor en je kunt met dezelfde instrumenten van het eerste patroon een tweede patroon maken.

In de tijdlijn voeg je op dit nieuwe spoor een vierkantje toe. Speel deze bijvoorbeeld pas na vier maten af door het vierkantje naar rechts te slepen. Als je nu op de afspeelknop in de songeditor klikt, dan speelt het vier maten het eerste patroon af en daarna het tweede patroon.

©PXimport

Melodie inspelen

U kunt niet alleen herhalende patronen maken, het is natuurlijk ook mogelijk om een lange melodie over de verschillende patronen te spelen. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld het spoortype TripleOscillator, die al standaard in het project is geladen.

TripleOscillator is een synthesizer. Om een melodie op te nemen, dubbelklik je eerst achter het TripleOscillator-spoor in de tijdlijn. Er wordt een segment aangemaakt. Open nu de Piano roll door op het piano-icoontje linksboven te drukken. In de piano roll voer je nu noten in.

Als je een usb-midi-keyboard hebt aangesloten op je pc, dan kun je ook op de opnameknop linksboven in de piano roll klikken en een gespeelde partij meteen opnemen. De noten verschijnen in de piano roll. Je ziet dat je melodie in de songeditor wordt toegevoegd en dat het segment groen wordt. Een kleine weergave van je gespeelde noten kun je in de songeditor zien.

©PXimport

Geluiden veranderen

Het standaardgeluid van de TripleOscillator is niet heel inspirerend. Gelukkig kun je het geluid zelf veranderen als je een beetje kennis van synthesizers hebt. Dubbelklik op het spoor om de eigenschappen van de synthesizer te bekijken en draai aan de knoppen om het geluid van je melodie te veranderen. Dit kan overigens terwijl je je song afspeelt.

Om je melodie met een andere plug-in af te spelen, open je links de Instruments-plug-ins en sleep je bijvoorbeeld de plug-in Mallets naar het spoor met TripleOscillator. De melodie blijft staan, maar wordt nu door de plug-in Mallets afgespeeld.

©PXimport

Project afmixen

Om een effect aan een bepaald spoor toe te voegen (bijvoorbeeld een echo aan je melodie), klik je op het tandwiel voor een spoor en kies je voor FX 0: Master en selecteer je  Aan nieuw FX-kanaal toewijzen. Als je nu de FX-mixer opent met F9, dan zie je dat er een schuif is bijgekomen voor het spoor waar je een effect aan wilt toevoegen.

Selecteer dit spoor in de FX-mixer en klik op Effect toevoegen. Kies bijvoorbeeld het effect Echo delay line(maximum delay line 5s) en je hoort een echo over je ingespeelde melodie.

Op deze manier kun je effecten aan allerlei verschillende sporen toevoegen. Sla je compositie op door op Bestand, Opslaan als te klikken. Wil je je compositie als audiobestand opslaan, kies dan voor Bestand, Exporteren. Geef achter File name een naam op en kies achter Files of type voor wav voor de beste kwaliteit of mp3 voor de kleinste bestandsgrootte. Klik op Save en in het volgende venster op Starten.

Dit artikel geeft natuurlijk maar een kleine kijk in de mogelijkheden van LMMS. Het programma is om eerlijk te zijn niet heel erg geschikt voor echte beginners. Het vereist iets meer kennis van zaken dan bij een programma als FL Studio of Magix Music Maker. Maar daarvoor kun je het dan wel weer helemaal gratis gebruiken.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.