ID.nl logo
Beats maken met LMMS doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Beats maken met LMMS doe je zo

Via het gratis muziekprogramma LMMS maakje zelf muziektracks. In deze workshop laten we je zien hoe je beats maken kunt, hoe je melodieën maakt en hoe je je eigen effecten aan je track toevoegt. Wie weet ben jij straks wel de nieuwe Martin Garrix!

LMMS bestaat al zeventien jaar en was voorheen bekend als Linux MultiMedia Studio. Het is een compleet open-sourceprogramma dat door een aantal actieve leden steeds wordt bijgewerkt naar nieuwe versies. Voorheen was het programma alleen voor Linux beschikbaar, maar tegenwoordig kun je het ook op macOS of Windows draaien. Veel heb je er niet voor nodig, een cpu met kloksnelheid van 1 GHz is goed genoeg en ook wat betreft intern geheugen hoef je je computer niet te updaten: 512 MB is het minimum. Wil je echter met plug-ins werken, dan heb je wel een iets modernere computer nodig. Heb je hulp nodig met LMMS, neem dan hier een kijkje.

©PXimport

Digital audio workstation

LMMS is een zogenoemde daw, een digital audio workstation, net zoals GarageBand, Cubase, Ableton Live of FL Studio. Met een daw neem je instrumenten op, al dan niet via een aangesloten microfoon. Je kunt bovendien een keyboard aansluiten om virtuele instrumenten in de daw te besturen. In een daw zitten effecten, zoals galm en echo. Uiteindelijk mix je alle sporen samen tot een goede mix. LMMS focust zich vooral op het creëren van elektronische muziek.

LMMS downloaden

Ga naar www.lmms.io en klik op Download. Kies je besturingssysteem en selecteer een van de versies onder Stable version. Na de installatie wil het programma een map aanmaken waarin je projecten op kunt slaan. Klik op Yes om deze actie te bevestigen. Je kunt de locatie van de map later nog veranderen bij Edit, Settings.

LMMS opent als eerste een configuratiescherm waar je instellingen kunt aanpassen. Voordat we dit doen, is het slim om onder Language de optie Nederlands te selecteren, mocht je systeem dit niet al automatisch hebben gedaan. Klik op Ok en het programma wordt geopend. Sluit het programma, open het weer en LMMS verwelkomt je in het Nederlands.

©PXimport

Instellingen kiezen

Klik nu op Bewerken, Instellingen en je ziet hetzelfde configuratiescherm in het Nederlands. Bovenin bij Algemene Instellingen stel je de Buffergrootte in. Minder frames zorgt voor een kleinere latentie, een slechte Nederlandse vertaling van het Engelse woord latency. Hierbij gaat het in elk geval om vertraging tussen het signaal dat je inspeelt en wat er uit de luidsprekers te horen is. Deze wil je uiteraard zo laag mogelijk houden.

Als je de buffergrootte heel laag zet, vraag je wel meer van je cpu en je eventuele aangesloten audio-interface. Begin daarom bij een grootte van 256 frames en kijk of je tijdens het muziek maken een te hoge latency heeft (verklein dan de buffer) of te veel kraakjes (vergroot dan de buffer).

Links klik je op het luidsprekericoontje, hier selecteer je  je audio-interface. Mocht je gewoon je computerluidsprekers gebruiken, dan hoef je hier niks te veranderen. Maak je wijzigingen in het instellingenmenu, start dan daarna even LMMS opnieuw op.

©PXimport

Verschillende vensters

LMMS heeft een aantal vensters dat je groter en kleiner kunt maken door aan de rand te trekken. Wil je een venster helemaal niet zien, dan druk je op het kruisje rechtsboven. Heeft een venster een icoontje van twee driehoeken rechtsboven, dan kun je deze maximaliseren.

Elke daw bestaat uit twee belangrijke vensters. In de ene zie je een tijdlijn met de verschillende sporen onder elkaar. In de andere zie je dezelfde sporen verticaal weergegeven en kun je effecten op een bepaald spoor leggen. In LMMS heet de horizontale tijdlijn de Songeditor en het mixvenster de FX-mixer.

In de songeditor vind je de transportknoppen om je compositie te laten starten, te pauzeren of te stoppen. Er zijn verschillende spoortypes, een voorbeeld van elk type is standaard in de songeditor te zien. Laten we snel elk type even bij langs gaan.

©PXimport

Patronen

Om een ritme te programmeren, gebruik je een instrumentspoor van het type Beat/bassline. Klik op Beat/bassline 0 en de beat- en baslijneditor wordt geopend. Hier kun je meerdere drumelementen programmeren. Een spoor voor een bassdrum staat al open.

De zestien vierkantjes staan voor zestien slagen in één maat. Klik op een vierkantje om een noot te plaatsen. Als je nu op de afspeelknop bovenaan de beat- en baslijneditor klikt, dan hoor je het bassdrumpatroon dat je zojuist hebt geprogrammeerd. Het patroon wordt herhaald zolang je niet op stop drukt. Deze bassdrum komt overigens uit Kicker, deze plug-in is speciaal bedoeld voor het maken van bassdrums.

©PXimport

Om het patroon nu met een tweede percussieklank uit te breiden, kun je een instrument aan de beat- en baslijneditor toevoegen. Hiervoor open je links het menu Instrument-plug-ins. Sleep bijvoorbeeld het instrument AudioFileProcessor naar de beat- en baslijn-editor, onder het Kicker-spoor. Op dit spoor programmeer je nu een ander patroon. Je moet nog wel even een sample toewijzen aan de AudioFileProcessor. Klik erop en de plug-in wordt geopend.

Druk op het foldericoontje om een geluid te laden. Selecteer een kort geluidsbestand dat je op je harde schijf hebt staan, bijvoorbeeld van een snaredrum. Het patroon wordt nu met dit geluid afgespeeld. Heb je geen geluiden op je schijf, dan is de website Freesound een handige bron. Hier vind je duizenden gratis geluidseffecten en muzikale loops.

Variaties in tijdlijn

Het gemaakte patroon kun je aan je compositie toevoegen door nu in de tijdlijn achter Beat/bassline 0 te dubbelklikken. Een blauw vierkantje verschijnt in de tijdlijn. Dit vierkantje kun je langer maken door aan de rechterkant te trekken. Om nu een ander patroon te programmeren, moet je een nieuw spoor aanmaken. Klik hiervoor in de songeditor bovenin op het icoontje voor Beat-/baslijn toevoegen. Klik nu op dit spoor en je kunt met dezelfde instrumenten van het eerste patroon een tweede patroon maken.

In de tijdlijn voeg je op dit nieuwe spoor een vierkantje toe. Speel deze bijvoorbeeld pas na vier maten af door het vierkantje naar rechts te slepen. Als je nu op de afspeelknop in de songeditor klikt, dan speelt het vier maten het eerste patroon af en daarna het tweede patroon.

©PXimport

Melodie inspelen

U kunt niet alleen herhalende patronen maken, het is natuurlijk ook mogelijk om een lange melodie over de verschillende patronen te spelen. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld het spoortype TripleOscillator, die al standaard in het project is geladen.

TripleOscillator is een synthesizer. Om een melodie op te nemen, dubbelklik je eerst achter het TripleOscillator-spoor in de tijdlijn. Er wordt een segment aangemaakt. Open nu de Piano roll door op het piano-icoontje linksboven te drukken. In de piano roll voer je nu noten in.

Als je een usb-midi-keyboard hebt aangesloten op je pc, dan kun je ook op de opnameknop linksboven in de piano roll klikken en een gespeelde partij meteen opnemen. De noten verschijnen in de piano roll. Je ziet dat je melodie in de songeditor wordt toegevoegd en dat het segment groen wordt. Een kleine weergave van je gespeelde noten kun je in de songeditor zien.

©PXimport

Geluiden veranderen

Het standaardgeluid van de TripleOscillator is niet heel inspirerend. Gelukkig kun je het geluid zelf veranderen als je een beetje kennis van synthesizers hebt. Dubbelklik op het spoor om de eigenschappen van de synthesizer te bekijken en draai aan de knoppen om het geluid van je melodie te veranderen. Dit kan overigens terwijl je je song afspeelt.

Om je melodie met een andere plug-in af te spelen, open je links de Instruments-plug-ins en sleep je bijvoorbeeld de plug-in Mallets naar het spoor met TripleOscillator. De melodie blijft staan, maar wordt nu door de plug-in Mallets afgespeeld.

©PXimport

Project afmixen

Om een effect aan een bepaald spoor toe te voegen (bijvoorbeeld een echo aan je melodie), klik je op het tandwiel voor een spoor en kies je voor FX 0: Master en selecteer je  Aan nieuw FX-kanaal toewijzen. Als je nu de FX-mixer opent met F9, dan zie je dat er een schuif is bijgekomen voor het spoor waar je een effect aan wilt toevoegen.

Selecteer dit spoor in de FX-mixer en klik op Effect toevoegen. Kies bijvoorbeeld het effect Echo delay line(maximum delay line 5s) en je hoort een echo over je ingespeelde melodie.

Op deze manier kun je effecten aan allerlei verschillende sporen toevoegen. Sla je compositie op door op Bestand, Opslaan als te klikken. Wil je je compositie als audiobestand opslaan, kies dan voor Bestand, Exporteren. Geef achter File name een naam op en kies achter Files of type voor wav voor de beste kwaliteit of mp3 voor de kleinste bestandsgrootte. Klik op Save en in het volgende venster op Starten.

Dit artikel geeft natuurlijk maar een kleine kijk in de mogelijkheden van LMMS. Het programma is om eerlijk te zijn niet heel erg geschikt voor echte beginners. Het vereist iets meer kennis van zaken dan bij een programma als FL Studio of Magix Music Maker. Maar daarvoor kun je het dan wel weer helemaal gratis gebruiken.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.