ID.nl logo
10 veel gestelde vragen over seks beantwoord
© Luboslav Ivanko
Gezond leven

10 veel gestelde vragen over seks beantwoord

Hoe maak je een sekstoy schoon? Waar zit de G-spot? Hoe lang duurt een vrijpartij eigenlijk? Of je nu al jaren seks hebt of er nooit aan wil beginnen: je kunt altijd nieuwsgierig zijn naar bepaalde aspecten ervan. In dit artikel beantwoorden we 10 veel gestelde vragen over seks.

In dit artikel krijg je antwoord op de volgende vragen; 1. Hoe voelt seks? 2. Hoe lang duurt seks? 3. Hoe doe je een condoom om? 4. Welke soa's zijn er allemaal? 5. Hoeveel calorieën verbrand je tijdens seks? 6. Wat betekent een seksdroom? 7. Hoe zorg ik dat ik goed in bed ben? 8. Hoe zorg je dat de vrouw klaarkomt? 9. Waar is de G-spot? 10. Hoe maak je een sekstoy schoon?

Ook hebben we nog een bonusvraag mét antwoord: Kan ik mijn penis vergroten?

Lees ook: Oesters, chocolade, champagne: wekken ze echt lust op?

1. Hoe voelt seks?

Het is moeilijk om een gevoel over te brengen en in het geval van seks is het zelfs onmogelijk. Dat komt omdat er veel verschillende typen seks zijn. Ben je heel erg into knuffelige seks, dan kan het veel intiemer voelen dan wanneer je met zwepen, handboeien en gagballs aan de slag gaat - hoewel er ook mensen zijn die dat juist hemels vinden voelen. Hoe seks voelt is dus heel persoonlijk, maar één ding is het belangrijkst: het moet fijn zijn. Of je het nu doet met een partner van wie je enorm veel van houdt of een willekeurig persoon uit de kroeg: het moet voor beide partijen een prettige ervaring zijn. Seks kan soms een beetje eng zijn, of zelfs pijnlijk: let dus goed op je lijf, maar ook op je mentale staat: is dit echt wat je wilt? Zo ja, dan kun je je door seks voelen alsof je in de zevende hemel verkeert. 

2. Hoe lang duurt seks?

Als je weet dat de mens gemiddeld 3 of 4 calorieën per minuut verbrandt tijdens de seks, dan wil je natuurlijk ook weten hoe lang seks ongeveer duurt. Je kent het wel: als je iemand net kent, lig je uren samen in bed vanalles te doen behalve slapen, terwijl je wat later in de relatie meestal aanzienlijk minder tijd besteedt aan seks. Dat is ook niet gek: niet alleen ken je elkaars plekjes, je bent waarschijnlijk ook niet meer zo ‘high’ van verliefdheid en dat betekent dat er meer ruimte is voor moeheid (en verantwoordelijkheid: je weet dat je om een bepaald tijdstip op moet staan voor werk of kinderen, dus tot in de late uurtjes rollenbollen is dan niet het meest verstandig). Niks mis mee, maar hoe lang seks duurt is uiteraard uiteindelijk aan jezelf.

Uit onderzoek blijkt dat sommige mensen voorspel overslaan en meteen overgaan tot de daad (en dat kan minder dan een minuut duren), terwijl het bij anderen wel 3 kwartier in beslag neemt met wat meer toeters en bellen. Gemiddeld zou seks slechts 5,5 minuten duren, al zijn er ook onderzoeken die spreken van gemiddeld 5,7 tot 7,5 minuten. Maar, wat is gewenst? Volgens Penn State University zou even snel twee minuten echt als te kort worden gezien, is drie tot zeven minuten gemiddeld en is zeven tot dertien minuten het meest gewenst. Alles boven dertien minuten is eigenlijk te lang.

©Maridav - stock.adobe.com

3. Hoe doe je een condoom om?

Als je je wilt beschermen tegen soa’s en zwangerschappen, dan heb je een condoom nodig (er zijn ook wel andere maatregelen, maar de meest gangbare is het condoom). Check voor gebruik altijd de houdbaarheidsdatum van het condoom, die je vindt op het pakje. Is het nog houdbaar, scheur het pakje dan open (met je vingers, niet met je tanden - en pas ook op met nagels!). Zorg dat de penis in erecte staat is en pak het condoom zó vast dat het naar buiten toe kan afrollen. Knijp met twee vingers het topje dicht (om het zaad wat ruimte te bieden) en rol met je andere hand het condoom zo ver mogelijk over de penis. Zit het goed ver over de penis, dan kun je veilig seks hebben: wacht echter na het klaarkomen niet te lang met het verwijderen van de penis uit je partners lichaam en houd het randje van het condoom vast terwijl de penis wordt teruggetrokken. Gooi het gebruikte condoom in de vuilnisbak en was je handen.

Lees ook: Condooms: wie is verantwoordelijk voor het meebrengen ervan?

4. Welke soa's zijn er allemaal?

Een soa is een seksueel overdraagbare aandoening die je kunt oplopen als je onveilige seks hebt. De anticonceptiepil werkt er niet tegen: je hebt hiervoor een condoom nodig. De soa’s die je in Nederland kunt oplopen zijn: chlamydia, genitale wratten, gonorroe, herpes, hepatitis B, HIV, HPV, schaamluis, schurft, shigella, syfilis en trichomonas. Het gaat echter niet bij elke klacht altijd om een soa: je kunt ook een vaginale schimmelinfectie hebben opgelopen of een bacteriële vaginose hebben. Wil je meer weten over de verschillende soa’s, hoe je ze herkent en hoe ze worden behandeld, ga dan naar de website van Soa Aids Nederland.

©White bear studio

5. Hoeveel calorieën verbrand je tijdens seks?

Net als dat de een beweert dat een Magnum net zo vet is als een pakje boter terwijl een ander zegt dat het wel meevalt, zijn er ook veel wilde verhalen over hoeveel calorieën je verbrandt tijdens de seks. Het schijnt bijna niks te zijn. Een dokter van de universiteit van Texas heeft onderzocht dat het voor een man 4 calorieën per minuut zijn en voor een vrouw 3 calorieën per minuut. Het is dus niet bepaald een goed alternatief voor een workout in de sportschool. Wel hangt het af van je lichaamsgewicht en hoe ‘sportief’ je het aanpakt. Daarnaast is seks vrij goed voor andere dingen: niet alleen voelen veel mensen zich er meer ontspannen of iets vrolijker en zelfverzekerder door, je kunt bij minimaal één keer seks per week rekenen op een hoger niveau aan antistoffen die helpen tegen ziektes.

6. Wat betekent een seksdroom?

Je kent het wel: je wordt wakker en je realiseert je dat je een seksdroom hebt gehad over iemand waar je misschien helemaal nooit seksueel over hebt gedacht. Geen zorgen: het betekent niet per definitie dat je je tot die persoon aangetrokken voelt. Een seksdroom kan zowel heerlijk zijn als verwarrend. Dat is logisch, want dit soort dromen schijnen je verschillende dingen te vertellen: je bent toe aan verandering (dan gaat het meer om de spanning in de droom), je bent creatief bezig met een project, je hebt lang geen seks gehad (logisch dat je brein er dan toch wel eens naartoe gaat), je hebt bewondering voor een bepaald persoon (ook als je je niet tot diegene aangetrokken voelt, waardeer je waarschijnlijk een bepaald aspect van die persoon heel erg) of je voelt je inderdaad wél tot iemand aangetrokken. Je wilt diegene en je brein benadrukt dat nog even voor je in je slaap. Goed om te weten: vrouwen schijnen tijdens hun ovulatie eerder kans te hebben op seksdromen, al schijn je je brein niet echt te kunnen sturen om een seksdroom te krijgen.

©fizkes - stock.adobe.com

7. Hoe zorg ik dat ik goed in bed ben?

Seks kan gepaard gaan met veel onzekerheid en dat is erg jammer, want iedereen is anders: met de ene partner kan het totaal niet boteren, terwijl je met een ander al na één aanraking vuurwerk voelt. Het helpt natuurlijk wel om bijvoorbeeld online vast wat research te doen over wat je zoal kunt doen om het iemand naar de zin te maken: van zoenen in de nek tot het strelen van de tepels, tot uiteindelijk inderdaad hoe je de G-spot stimuleert of hoe je de daadwerkelijke daad doet. Iedereen is echter anders: dus bij de een zal de ene internettip goed passen en bij de ander weer een heel andere. Volg bij seks ook vooral je gevoel en let op de feedback die je bedpartner je geeft. Op die manier zorg je namelijk pas echt dat je goed bent in bed. Het beste advies is waarschijnlijk om gewoon te vragen wat iemand fijn vindt: je kunt geen gedachten lezen en sommige terugkoppeling kan wat onduidelijk zijn. Het gewoon even vragen kan ongemakkelijke situaties voorkomen en je partner eerder tot een hoogtepunt brengen.

8. Hoe zorg je dat de vrouw klaarkomt?

In het verlengde van de bovenstaande vraag is dit wederom iets wat heel verschillend per persoon kan zijn. Bij de een is de G-spot heel makkelijk te stimuleren (soms zelfs bij penetratie, waarbij een kussen onder het stuitje leggen kan helpen de kans te vergroten), terwijl een ander tot haar hoogtepunt komt door orale seks. Vaak hebben vrouwen zelf een betere notie van wat ze prettig vinden dan Google, dus waar je zeker het internet kunt raadplegen voor een aantal tips en tricks, zal het echt van de dame in kwestie afhangen wat ze echt lekker vindt en hoe je haar tot dat ene punt krijgt. Ga er in ieder geval niet vanuit dat het met penetratie wel goedkomt, want daar schijnen veel vrouwen helemaal niet van klaar te komen (wat overigens niet wil zeggen dat het niet heel fijn kan voelen).

9. Waar is de G-spot?

De G-spot is voor sommige mensen zo’n groot mysterie, dat ze denken dat hij niet bestaat. Dat is een mythe: de G-spot is er wel degelijk. Je vindt haar niet al te diep in de vagina: zo’n drie tot vijf centimeter. Dat maakt het een relatief makkelijke plek om te stimuleren: je kunt je vingers iets gekromd houden alsof je iemand aan het wenken bent met twee vingers. Beweeg je vingers vervolgens richting de voorkant van de vrouw en doe dit herhaaldelijk. Let goed op hoe ze reageert: vindt ze het fijn, moet het iets harder, of misschien iets lager? Experimenteer samen om die speciale spot te vinden. Ook goed om te weten: ga niet op zoek naar een boontje, want het is gewoon een verdikking in de vagina, waardoor je er dus letterlijk en figuurlijk niet altijd je vinger op kunt leggen waar hij precies zit. Niet bij elke vrouw is hij even duidelijk aanwezig of even gevoelig, maar gelukkig zijn er nog veel meer spots om te gebruiken.

Lees ook: Sex-ABC: ontdek je plekje

©Nataliia - stock.adobe.com

10. Hoe maak je een sekstoy schoon?

Veel seksshops verkopen allerlei middeltjes om je sekstoys schoon te maken, maar die zijn helemaal niet nodig. Je kunt ze wel gebruiken (check wel of het materiaal waarvan je sekstoy gemaakt is daarvoor geschikt is), maar een milde zeep gebruiken is ook helemaal goed. Zorg dat je je speeltjes regelmatig schoonmaakt: het liefst na elk gebruik (en specifieker nog, na elke persoon waarop je het gebruikt). Je kunt je sekstoy met een natte doek met een beetje milde zeep schoonpoetsen: let ook goed op randjes en spoel hem vervolgens goed af (als hij tegen water kan). Gebruik liever geen antibacteriële doekjes, want daar zit een stofje in dat je niet op je lijf wil hebben. 

©Vershinin Evgenii Евгений Вершинин - stock.adobe.com

Extra vraag: Kan ik mijn penis vergroten?

Nog één vraag dan, om het af te leren. Je penis vergroten, dat kan, maar het is een enorm heftige procedure die de nodige kosten en ongemakken met zich meebrengt. Zelf kun je in ieder geval niets doen om de penis te vergroten. Hoe veel oplossingen het internet ook aan lijkt te dragen: je lid groter maken gaat zonder chirurgische hulp niet lukken. Ben je onzeker over hoe groot hij is, dan kun je bijvoorbeeld eens kijken naar het verschil tussen de gewone en de erecte staat: sommige mensen zijn ‘growers’, geen ‘showers’. Ook kun je, als je bang bent dat je je partner met je penis onvoldoende kunt stimuleren, kijken naar andere seksposities, zoals doggy style, een standje dat bekendstaat om zijn diepere penetratie. Bovendien blijft het ook belangrijk wat je verder in bed kunt betekenen: zoals eerder aangegeven zijn veel vrouwen helemaal niet in staat om klaar te komen van penetratie en dan is wat je met je vingers kunt veel belangrijker. Datzelfde geldt voor seks met mannen: ook daar kunnen je handen en je mond een veel belangrijkere rol spelen.

Langer een erectie?

Een penispomp helpt misschien
▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!