ID.nl logo
Zo kies je de beste babyfoon
Gezond leven

Zo kies je de beste babyfoon

Baby op komst? Een babyfoon mag in je baby-uitzet* niet ontbreken. Zo kun je je kindje goed in de gaten houden, ook als je zelf in een andere kamer bent. Er zijn behoorlijk wat opties. We helpen je zodat je een babyfoon kunt vinden die helemaal aan jouw wensen voldoet.

 

Babyfoon kopen? Dan moet je letten op een aantal factoren. In dit artikel leggen we daar alles over uit, zodat je daarna de beste babyfoon voor jou en je kindje kunt kiezen.

𝥷De verbinding die je wilt gaan gebruiken: DECT, FHSS, analoog, wifi 𝥷De uitvoering: alleen audio of ook video? 𝥷Wel of geen extra ouderunit? 𝥷Wel of geen nachtvisie? 𝥷Wel of geen extra's als huilalarm, temperatuurbewaking

Ook interessant voor jou: het artikel Kiezen voor een babyfoon met app.

Een babyfoon is een handig apparaatje waarmee je je baby in de gaten kunt houden. Vroeger kon je je baby alleen maar horen ("Huilt-ie nou? Ga eens kijken!"), maar tegenwoordig worden babyfoons ook uitgerust met camera’s en displays. De prijzen van babyfoons lopen uiteen van een paar tientjes tot honderden euro's. Voordat we daarom uitleggen welke opties je nu tot je beschikking hebt, is het wel goed om vooraf te bedenken wat je budget is. Je uiteindelijke keuze zal namelijk voor een deel ook daar vanaf hangen.

DECT, FHSS, analoog en wifi: kies de juiste verbindingsmogelijkheid

Om te kunnen bepalen waar een babyfoon aan moet voldoen, is het zaak dat je bedenkt wat je zelf het prettigst vindt (binnen je budget). Hoef je de baby alleen maar te horen en hem of haar niet per se te zien? Dan voldoet een audio-only model prima. Dergelijke modellen beschikken vaak over DECT- of FHSS-verbindingen en daar is in de basis niets mis mee. Dit zijn stabiele verbindingen, met een groot bereik en weinig tot geen storingen. Zo weet je dus altijd zeker dat je je baby kunt horen wanneer er wat is en dat er geen verbindingsproblemen zijn wanneer je niets hoort.

 

Er kleven aan DECT echter ook wat nadelen. Zo kun je zo’n systeem bijvoorbeeld niet uitbreiden met een camera. Ook kan dit communicatiesysteem straling veroorzaken, al is die kans zeer gering. Babyfoons die werken met Digital Enhanced Cordless Telecommunications hebben een soort eco-modus die stralingsvrij is, omdat ze werken op een lagere frequentie. Datzelfde geldt voor de versleutelde verbindingstandaard FHSS (Frequency Hopping Spread Spectrum). Hoewel de kans op problemen ontzettend klein en bijna nihil is, is dit wel belangrijke informatie om mee te nemen. FHSS is – in tegenstelling tot DECT – wél uit te breiden met camera’s. En dankzij de beveiligde aard van het systeem kan een hacker ook niet inbreken en meekijken of luisteren naar wat je baby doet.

Wil je helemaal geen kans hebben op straling – op wat voor niveau dan ook – dan kun je kiezen voor een babyfoon met een analoge verbinding. Dergelijke babyfoons bieden een helder geluid aan, maar hebben ook een hoge kans op storing op de lijn. Bovendien kun je later geen camera toevoegen. Wanneer je voor zo’n model kiest, neem er dan één met veel kanalen of storingen te voorkomen.

 

Tot slot kijken we nog even naar de babyfoon met wifi aan boord. Verschillende fabrikanten bieden vaak speciale versies van bestaande beveiligingscamera’s aan die beschikken over babyspecifieke functies, zoals een huilalarm. Het fijne aan dit soort systemen is dat je een onbeperkt bereik hebt en dat je niet altijd diep in de buidel tast wanneer je een simpeler model aanschaft. Je hoeft dan niet meteen een versie voor baby’s te kopen, maar dan kan het zijn dat je specifieke functies mist. Verder moet je ervoor zorgen dat je een stabiele internetverbinding hebt, anders krijg je niets mee.

Babyfoon met audio of video?

Wanneer je weet wat je wilt uitgeven en het type verbinding bepaald hebt, kun je gaan nadenken over de functies van de babyfoon. Wil je een model met alleen audio of eentje met zowel audio als video? Hoe uitgebreider de babyfoon is, hoe duurder het apparaat wordt. Als je kiest voor een babyfoon zonder camera, dan is het fijn wanneer zo’n versie beschikt over de optie om ruis op de achtergrond te filteren. Sommige modellen bieden zelfs een terugspoelfunctie en een thermometer aan, waardoor je je kindje nog beter in de gaten kunt houden.

 

Wil je toch liever een babyfoon met camera? Dan lijkt het aantal opties wellicht eindeloos te zijn. Maar laat je niet gek maken door wollige marketingblabla of premium functies waar je mogelijk niets aan hebt. Wanneer je een camera in de babykamer hangt die het bedje goed in de gaten houdt, dan heb je bijvoorbeeld helemaal geen pan- of tiltfuncties nodig. Met dergelijke functies kunnen camerasystemen in het algemeen bewegingen volgen. Maar als het goed is loopt de kleine nog niet en als dat wel het geval is, moet je eerst nog even een ander soort bed kopen, wellicht.

 

Waar de babyfoon wél over moet beschikken is goede nachtvisie. Kleur is niet nodig voor de bewaking; helemaal niet als je gewoon op het zwart-witbeeld goed kunt volgen wat er gebeurt. Met nachtvisie aan boord heb je ook geen lampje nodig op de babykamer, waardoor het kind gewoon ongestoord kan slapen.

Sommige babyfoons met camera hebben een zogenaamde ouderunit: een klein beeldscherm met een accu aan boord, dat je op de koffietafel of bankleuning kunt plaatsen waar je het kindje op kunt monitoren. Dat scherm springt dan aan bij beweging of geluid.

 

Het voordeel van zo’n extra unit is dat je niet heel de tijd je smartphone hoeft te pakken om te zien wat er gebeurt of speelt. Dat geeft ook wat rust, aangezien je niet steeds de app opent of notificaties binnenkrijgt. Het losse apparaatje zet je neer en zie je oplichten wanneer nodig. Dergelijke camera’s zijn zeer gevoelig en lichten dus vaker op dan eigenlijk echt nodig is, dus schrik niet als het schermpje aanspringt. Soms is de baby wat beweeglijk, maar dat betekent niet dat er wat aan de hand is. Op een gegeven moment leer je je eigen kind goed genoeg kennen om te weten of er iets speelt.

Welke babyfoon past bij jou?

In dit artikel hebben we een aantal eigenschappen van veelvoorkomende babyfoons besproken. Maar om te kunnen bepalen welke babyfoon nu echt bij jou past, hebben we nog een aantal handige tips op een rijtje gezet. Zo kun je voor jezelf achterhalen welke foon het beste voor jou is.

  • Let op het bereik van de babyfoon en houd daarin rekening met de grootte van je huis.

  • Houd rekening met stoorzenders. Analoge babyfoons profiteren van een grote hoeveelheid zenders, waardoor je een rustig kanaal kunt uitkiezen. Haal je er één met wifi in huis? Zorg dan voor een goede internetverbinding en eventueel een back-up (zoals 5G). DECT- en FHSS-modellen bieden een storingvrije ervaring aan.

  • Check of er een volumeregelaar is en of je de gevoeligheid van de babyfoon kunt aanpassen, zodat je niet om de haverklap wakker wordt.

  • Check van tevoren hoe vaak je een babyfoon of ouderunit moet opladen. Installeer je een camera? Kijk dan voor een model dat werkt met een stroomkabel en zoek er een centrale plek voor uit. En lees je ook vooral in hoe de babyfoon aangeeft dat de batterijen bijna leeg zijn.

  • Sommige babyfoons hebben temperatuurbewaking aan boord. Dat is geen overbodige luxe wanneer je geen losse thermostaat hebt staan in de babykamer: je kunt zo makkelijk in de gaten houden of het in de babykamer niet te warm of te koud wordt.

Vrijwel alle bovenstaande zaken zijn dingen die je van tevoren dient uit te zoeken. Maar er zijn ook wat zaken die je kunt doen wanneer je het product eenmaal in huis hebt staan. Test bijvoorbeeld al voordat je baby geboren is de ideale opstelling om te kijken of alles naar behoren werkt. Dat voorkomt na de geboorte stress. Check of de verbinding werkt, of het beeld goed is en of er ergens misschien storing op de lijn zit. Dan ben je helemaal voorbereid voor wanneer hij of zij arriveert – en dat is wel zo fijn.

Bekijk hier alle babyfoons

bij Bol.com

*Net als een sterilisator voor babyflesjes en speentjes

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.