ID.nl logo
Huidverzorging in en uit de zon
© speed300 - stock.adobe.com
Gezond leven

Huidverzorging in en uit de zon

Zon, zout, zee en UV. Ook al ben je niet verbrand, na het zonnen heeft je huid extra bescherming nodig. Dit kun je doen voor je huid.

In dit artikel lees je hoe het komt dat je de huid ook na het zonnen moet beschermen en wat voor fijns je daarvoor op de huid kunt smeren. Ook laten we zien wat je beter kunt vermijden na een dagje zonnen. Lees ook: Veilig zonnen doe je met deze tips én apps

Zomer! Tijd om te genieten. De zon brengt heel veel moois zoals vitamine D, energie en plezier. Maar het is ook belangrijk om je huid, juist op hete dagen, goed te verzorgen. Te lang en te veel blootstelling aan straling van de zon is schadelijk. En ook als je niet bent verbrand, kan je huid wel een extra boost gebruiken. Waarom is dat eigenlijk?

Vrije radicalen...

...dat zijn de boosdoeners. Het zijn superkleine reactieve moleculen in je lichaam die schade aan cellen en weefsels kunnen veroorzaken. Ze ontstaan onder meer door UV-straling, maar bijvoorbeeld ook door roken, stress, make-up-resten, alcohol en medicijngebruik. De huid is ons grootste orgaan en loopt ook het grootste risico aan schade door vrije radicalen. Een gevolg kan snellere huidveroudering zijn en op de langere termijn ook allerlei ziektbeelden zoals (huid-)kanker. Tijd om die vrije radicalen te lijf te gaan! 

Het huidverouderingsproces tegengaan

Dat doe je met antioxidanten. Die zitten van nature in je lichaam en zorgen ervoor dat die vrije radicalen een kopje kleiner gemaakt worden. Maar (ja, er is uiteraard een maar) naarmate je ouder wordt, gaat dit allemaal steeds minder optimaal werken. Daarom kun je wel een steuntje in de rug gebruiken. Voeding met antioxidanten, maar ook crèmes met antioxidanten kunnen helpen.

©Lea Rae

De huid verzorgen: smeren met antioxidanten

Er zijn enorm veel producten en aftersuns om te smeren nadat je in de zon bent geweest, maar wat heeft een goed product nu echt nodig? Antioxidanten dus. En dat zijn onder meer vitamines C, A en E. Let er daarom op dat dit in de ingrediëntenlijst staat van je product zodat je je huid een vitamineboost kunt geven na een dagje zonnen.

Eet je jong!

Dit zijn een aantal voedingsmiddelen die van nature veel antioxidanten bevatten en die helpen bij een soepele en stralende huid:

🍓 Aardbeien, frambozen, blauwe bessen en gojibessen: eet je rond aan zomerfruit. Ze zitten boordevol antioxidanten. Ook lekker voor in de yoghurt of door de salade.
🥑 Avocado: de vrucht die zoveel goeds bevat dat je deze met recht een superfood kunt noemen.
🥕 Wortels: niet alleen goed voor je ogen, maar ook voor je huid.
🌮 Bonen: vooral zwarte bonen bevatten evenveel antioxidanten als blauwe bessen. Lkker in een taco bijvoorbeeld.
🥜 Noten en zaden: makkelijk om overal in te verwerken: door de yoghurt, salade, pastasauzen en rijstgerechten.
🍫 Pure chocolade: altijd goed, toch?

©Noah - stock.adobe.com

Hydrateren en de vochtbalans herstellen

Een hele dag in de zon is belastend voor je huid. En zelfs in de schaduw krijgt je huid nog UV-straling te verduren. Smeren voordat je de zon in gaat is heel belangrijk, maar zorg ook daarna voor een voedende crème of lotion die goed opgenomen kan worden door de huid. Zo kan de vochtbalans in je huid weer worden hersteld. Verder is veel water drinken een must.

Kies voor crèmes die een beetje waterig en goed smeerbaar zijn, zodat ze sneller worden opgenomen door de huid. Zeker als de huid trekkerig of droog aanvoelt, is het tijd om te smeren. Maar eigenlijk wil je dat al voor zijn. Verwen jezelf daarom elke vakantiedag met een lekkere lotion na het het zonnen en zwemmen. Wel eentje met antioxidanten dus en eentje die kalmerend is voor de huid.

©Siphosethu Fanti/peopleimages.com - stock.adobe.com

Heb jij een tech-nek? Zo ga je die rimpels te lijf Tuur jij uren achter elkaar op je telefoon? Niet alleen heb je dan kans op nek- en rugklachten, maar ook op meer lijntjes en rimpeltjes op de dunne huid van je nek. Tel daar blootstelling aan de zon in de vakantie bij op en dan weet je dat het tijd is om eens wat aandacht te besteden aan de delicate huid in je hals. Gebruik daarvoor een liftend serum dat speciaal is ontwikkeld voor de dunne huid (en neem meer schermpauze). Weg met die tech-nek!

Wat kun je beter vermijden na een dagje zon?

Een kalmerende bodycrème is mild, verkoelend en wordt snel opgenomen door de huid. Vermijd lotions en crèmes waar alcohol in zit. Dit is niet goed voor je huid, omdat het ervoor kan zorgen dat de huid uitdroogt. Ook menthol is zo’n ingrediënt waarmee je moet uitkijken na het zonnen.

Let er daarnaast op dat het middel dat je gebruikt niet te vet is. Door een vette crème kan de hitte moeilijker weg. Als je bent verbrand, kan een vette crème ervoor zorgen dat het erger wordt in plaats van dat het verkoelt. Kies daarom altijd voor milde, waterige lotions en aftersunproducten.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Zomergladde benen Scheren en ontharen is best “een dingetje” in de zomer. Want hoe voorkom je die stoppels als je de zon of de zee in wilt? Weten waarop je moet letten om de huid van je benen soepel en stralend te krijgen? Met deze do’s en dont’s ben je in vier stappen naar zomergladde benen mét een glittertje op je huid.

Aftersun in de koffer

Om je huid optimaal te beschermen, stop je dus ook een aftersun in je koffer. Een aftersun is meestal wateriger dan een gewone bodycrème en ideaal voor na een dagje aan het strand of op het terras. Er zijn ook speciale aftersuns voor je gezicht en aftersuns die de gebruinde huid extra laten stralen, zoals deze lijn van Lancaster.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!