ID.nl logo
Energiebesparende verf...? Trap er niet in!
© www.arturnyk.pl
Energie

Energiebesparende verf...? Trap er niet in!

Verf heeft isolerende eigenschappen, maar de vraag is in welke betekenis. In het verfjargon betekent isoleren zoveel als afsluiten. Een goede grondlaag of primer voorkomt bijvoorbeeld dat vochtvlekken, roet of uitbloeiing van hout zichtbaar worden in de eindlaag. Toch gebruiken fabrikanten het begrip ‘isolerend vermogen’ van verf echter ook in de zin van ‘thermische isolatie’ en ‘energiebesparing’, en daar wringt de schoen. Klopt dat of is hier sprake van gestuurde begripsverwarring?

In welke mate kan verf en kleur een invloed hebben op het energieverbruik thuis? We bekijken verschillende mogelijkheden, maar we moeten daarbij wel oppassen voor misleidende begripsverwarring.

Ook lezen: Houtwerk buitenshuis schilderen: zo doe je dat

Lichtreflectie door kleur

De kleur van verf kan wel degelijk effect kan hebben op de kamertemperatuur. Heldere, lichtweerkaatsende kleuren houden bijvoorbeeld de opwarming door zonlicht tegen. In zuidelijke landen gebruikt men al sinds mensenheugenis witte verf op daken en gevels om de absorptie van zonlicht grotendeels te voorkomen. Het thermisch isolerende effect zit 'm dan in het feit dat de temperatuur gedurende de zomer binnenshuis draaglijk blijft doordat het gebouw het zonlicht weerkaatst.

©PhotoArtBC

Het Griekse Santorini met de kenmerkende witte reflecterende huisjes.

Winst in de zomer, verlies in de winter

Dat gegeven is interessant in landen waar de buitentemperaturen ’s zomers extreem hoog worden, maar hoe zit het dan in ons koudekikkerland? Onderzoek heeft uitgewezen dat systematische vervanging van donkere oppervlakken door witte ook hier de temperatuur 2 graden Celsius of meer verlaagt. Witte gebouwen die een airco gebruiken zullen tijdens de zomermaanden minder energie verbruiken, maar die winst wordt tijdens de winter helaas weer tenietgedaan.

Gewoon goeie muurverf nodig?

Hier vind je die in alle soorten en kleuren!

Het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) heeft verschillende numerieke simulaties uitgevoerd, waarbij witte verf op verschillende daken (beton, hout en metaal) en diverse isolatieconfiguraties (geen isolatie, 6 cm en 18 cm isolatie) werd aangebracht. Tijdens koude periodes daalt de zonnewinst door de lichtweerkaatsing, wat dan weer gepaard gaat met een stijging van het energieverbruik. Er is tijdens de wintermaanden dus meer energie nodig om dezelfde gebouwen te verwarmen. 

Kleur en warmteafgifte van radiatoren De uitspraak dat een donkere radiator meer warmte afgeeft omdat donkere kleuren meer warmtestraling afgeven dan lichte, is een fabel. Donkere kleuren produceren exact evenveel warmtestraling als lichte kleuren. De enige uitzondering zijn metaalhoudende verven. Die geven namelijk minder warmte af dan gewone verfsoorten. Het klopt dat een donker vlak dat in de zon ligt veel warmer wordt dan een wit vlak, omdat die laatste zonlicht weerkaatst en minder energie absorbeert. Bij radiatoren is echter geen sprake van lichtstraling, zoals bij de zon, maar alleen van warmtestraling. Een witte radiator geeft daarom net zo veel warme af als een zwart exemplaar.

©Анатолий Еремин

Zwarte radiatoren stralen net zo veel warmte uit als witte. 

Goochelen met woorden

En toch zijn er verfproducten op de markt die zichzelf ‘thermisch isolerend’ blijven noemen. Zenova verkoopt zogenaamde thermisch isolerende verf, maar ook hier gaat het om een lichtreflecterend product. We konden de producent in Londen niet bereiken om uitleg te geven. Ook andere wonderverven goochelen met woorden als ‘nanokeramische technologie’, waarbij er geen enkele internationale of Europese norm bestaat om deze eigenschap te bevestigen.

Hoewel, de NASA zou met deze coatings haar Space Shuttles hebben beschermd tegen oververhitting tijdens de terugkeer in de dampkring. En dat klopt: hier lees je inderdaad hoe de ruimtevaartorganisatie de shuttles door middel van oppervlaktecoatings een reflecterende bescherming heeft gegeven.

Op zoek naar thermisch isolerende verf

Bij Painttrade heeft men het over deze thermische isolatieverf, en ook hier verwijst men naar NASA. Het geheim van deze coating zou een additief zijn dat bestaat uit minuscule hittebestendige glazen bolletjes die de warmteoverdracht verminderen. Hoewel het product nog steeds op de website staat, krabbelt de woordvoerder van Painttrade terug. Hij zegt dat het additief niet is erkend, dat het niet langer verkocht wordt en dat er geen testresultaten zijn die aangeven dat dit product zou werken.  

De volgende is Woonwijzerwinkel.nl, dat adverteert met ‘energiebesparende muurverf die zorgt dat de thermostaat sneller afslaat’. Ook hier vangen we bot. Het zou gaan om het product met de naam 'ClimateCoating', dat volgens de eigenaar geen alternatief is voor een laag normale isolatie. Het zou iets te maken hebben met 'ruimtevaart, nanobubbels of glasbolletjes'… Ook de eigenaar van Woonwijzerwinkel loopt niet over van enthousiasme en heeft naar eigen zeggen al meer dan vier jaar niets meer gehoord van de distributeur van ClimateCoating. 

Lichtreflecterend en IR-reflecterend

Op dus naar ClimateCoating zelf. Vóór 1 januari 2021 heette dit product Thermoshield. Daar ontvangen we wel degelijk uitvoerige testresultaten die ons overtuigen van de reflecterende eigenschappen van deze verf. Het gaat om een Duits product dat eigenlijk niet mag worden beoordeeld op zijn isolerende kwaliteiten. De R-waarde die de warmteweerstand van een bepaald materiaal weergeeft, is veel te laag.

De formule om de R-waarde (warmteweerstand) te berekenen, is de dikte in meters gedeeld door de lambda-waarde (warmtegeleidingscoëfficiënt in W/mK). Omdat de dikte van de verflaag slechts 250 micro betreft  (een vierde van een millimeter) is de R-waarde verwaarloosbaar klein. Ook de distribiteur in Alkmaar geeft toe dat ClimateCoating geen thermisch isolerende verf is.

De coating reflecteert de stralingswarmte in het interieur.

Naar binnen en naar buiten reflecteren

Wat is het dan wel? Het gaat om een coating die gebouwen beschermt, kleine scheurtjes bedekt, het zonlicht reflecteert en het vocht reguleert. Daarbij onderdrukt het de vorming van schimmels en algen. Met deze eigenschappen zijn dus geen fundamenteel verschil met een andere kwaliteitsverf die op een grondlaag wordt aangebracht. Dat neemt niet weg dat er op de website wordt gesproken over temperatuurregulerende eigenschappen van deze coating. Men heeft het zelfs over 'Energiebesparingen die gemiddeld zo’n 10 procent bedragen'. Deze energiebesparing is het resultaat van warmtereflectie en zonreflectie die wordt gecreëerd door microscopische bolletjes.

Zo is er een ClimateCoating ThermoPlus-variant die binnenshuis wordt aangebracht. Deze verf zou de warmte van het interieur naar binnen reflecteren. In de testresultaten lezen we dat dit vooral goed werkt in combinatie met verwarming via infraroodpanelen. Door de specifieke samenstelling op basis van infraroodreflecterende verfpigmenten is de verf in staat om de warmte in de ruimte te reflecteren.

Daarnaast is er de ClimateCoating ThermoProtect-variant die door lichtreflectie zorgt dat de gebouwen 's zomers niet overmatig opwarmen. Het keramische filter zou bovendien een positief effect hebben op de ruimtelijke akoestiek.

Conclusie

Blijkbaar is Babylonische taalverwarring met een sausje van wetenschappelijke en pseudowetenschappelijke argumenten het hoofdingrediënt van thermisch isolerende verf. Het gebruik van het woord ‘keramisch’ op zich is al verwarrend. Voor de buitenverf is er in deze contreien eigenlijk geen winst te behalen door reflecterende verf te gebruiken. Wat betreft binnenverf bestaan er wel coatings die warmtestraling beter reflecteren, maar ook daar mag je vooral geen wonderen van verwachten. 

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.