ID.nl logo
Verwarmen met een pelletkachel: alternatief voor cv?
Energie

Verwarmen met een pelletkachel: alternatief voor cv?

Zijn pellets een verstandige verwarmingsoptie? Wie een pelletkachel heeft gekocht, zweert dat hij er geld mee bespaart en dat hij er de hele benedenverdieping mee verwarmt. Energie uit houtpellets is inderdaad goedkoper dan verwarmen op gas, toch moet een en ander genuanceerd worden. We bekijken voordelen en nadelen van pelletkachels.

Dit artikel in het kort: hier bekijken we de voor- en de nadelen van stoken met pellets. We hebben het over het rendement en het effect op het milieu. Daarbij belichten we ook de verschillende pelletkachels.

Meer weten over kosten en baten? Lees dan ook Houtkachel of gaskachel, wat is goedkoper?

Geperst zaagsel

Pellets zijn kleine korrels die geperst worden uit schors, zaagsel en droog resthout afkomstig van zagerijen. Deze brandstof is milieuvriendelijker en vooral energie-efficiënter dan de houtblokken die we in de open haard of houtkachel stoppen. En het is een manier om de overschotten van lokale bedrijven te verwerken die anders op de stortplaats zou belanden.

Zonder bindmiddel

Pellets zijn genormeerd. Dat betekent dat men weet wat het rendement zal zijn. Hierdoor kunnen we het verbruik vergelijken met andere brandstoffen. Kwalitatieve pellets bestaan uit fijn zaagsel waaraan geen bindmiddelen of lijm werden toegevoegd. De harsen die van nature in het hout aanwezig zijn en de hoge druk zorgen voor de binding. Tijdens de productie worden dus geen chemische producten gebruikt die kunnen vrijkomen tijdens de verbranding. 

©Coprid

Hoog rendement

Het rendement van een pelletkachel kan zelfs de 90 procent overschrijden. Dat betekent dat slechts 10 procent van de energie door de schoorsteen verdwijnt. Een klassieke houtkachel haalt slechts 40 tot 50 procent, tenzij het om een nieuwe hogerendementskachel gaat die tussen de 60 en 80 procent bereikt. Om nog te zwijgen over de verbranding van de open haard die slechts een rendement tussen de 5 en 15 procent haalt. 

Keurmerk

De beste pellets herken je aan het EN+A1-label. Dat is een Europese norm voor de particuliere gebruiker. Deze kwaliteitsnorm produceert weinig as (0,5 tot 0,7 procent). Bovendien zijn de korrels qua vorm altijd gelijk waardoor ze tijdens het gebruik niet klem komen te zitten in de kachelschroef die de brandstof transporteert. Dit keurmerk geeft ook aan dat de pellets zoveel mogelijk lokaal werden geproduceerd. 

Minderwaardige kwaliteiten

Bij pellets zonder keurmerk kan de vorm, de dikte en de densiteit wel verschillen. Goedkope pellets zijn vaak afkomstig uit lagelonenlanden. Er wordt zelfs landbouwafval onder gemixt. Ze hebben een lagere warmteopbrengst en bij de productie worden meestal wel bindmiddelen aan het zaagsel toegevoegd. De grondstof is vaak zaagsel van MDF, triplex of multiplex. En dit geeft bij verbranding meer fijnstof. Soms zie je misleidende labels die echter niets vertellen over de kwaliteit.

Milieu-impact van de productie

De productie van pellets vraagt vrij veel energie. Het hout moet getransporteerd naar de fabriek. Daar wordt het vermalen, gedroogd, geperst en verpakt in plastic zakken. Daarna gaat het naar de verdelers en de winkels en ten slotte naar de klant. Als het gaat om pellets die afkomstig zijn uit de andere kant van de wereld, dan verhoogt dit de milieu-impact.

Pelletkachels passen in ieder interieur.

Leestip: Feiten en fabels over duurzame energie

Prijs van houtpellets

Houtpellets koop je in zakken van 10 of 15 kilo. Een pallet bestaat uit 56 zakken en weegt dus 850 kilo. Zo’n pallet bruine korrels EN+A1-kwaliteit kost tussen de 270 en 290 euro. Een pallet witte korrels kost 280 tot 310 euro. De witte pellets bestaan uit zuiver zachthout. Ze verbranden schoon, maar de calorische waarde ligt iets lager dan de bruine korrels die een mix zijn van zachthout en bruin zaagsel. De opslag neemt behoorlijk veel plaats in beslag. Een zak pellets die je aankoopt in de supermarkt kost 7,60 euro. Een gemiddelde pelletkachel verbruikt tussen 0,6 en 2 kilo per uur. Men hanteert de regel dat een gezin van vier personen ongeveer 2000 kilo pellets verbruikt tijdens de winter. Als je de pelletkachel aanspreekt als bijverwarming in het tussenseizoen, dan kun je hiermee de centrale verwarming ontlasten. 

CO₂-discussie

Behalve de milieukosten voor transport, productie en verpakking zijn pelletkachels over het algemeen een efficiënte warmtebron. Er blijft discussie over de CO₂ die vrijkomt. De pellet-lobby houdt vol dat bij een correcte verbranding evenveel CO₂ vrijkomt als die nodig is voor het ontstaan van de nieuwe bomen. Voor elke gekapte boom kan een nieuwe boom worden geplant. Dat zou betekenen dat het broeikaseffect zelfs afneemt en dat er minder zure regen wordt geproduceerd. Maar er is, net als bij biomassa voor energiecentrales, een behoorlijke kloof tussen een gekapte volwassen boom en jonge aanplant die over 30 jaar tot boom kan uitgroeien om evenveel CO₂ op te nemen. Komt daarbij dat door de groeiende vraag naar houtpellets wel degelijk grote hoeveelheden uit de VS, Polen, Litouwen worden geïmporteerd.

Nieuwsgierig naar de modellen en prijzen?

Snuffel dan op je gemakje rond!

Fijnstof

Nog niet zo lang geleden was het mogelijk om pelletkachels aan te kopen met ISDE-subsidie. Sinds 2020 is de subsidie voor pelletkachels en biomassaketels afgeschaft. Toch stoten pelletkachels minder CO₂ uit dan verwarmingstoestellen op fossiele brandstoffen zoals een gasgestookte ketel. De Nederlandse overheid staat op de rem door een dringend advies van de Sociaal Economische Raad (SER) die zegt dat de vermeende CO₂-reductie niet opweegt tegen de negatieve milieueffecten op de luchtkwaliteit. De SER wijst op twee boosdoeners: de uitstoot van stikstof en fijnstof. Een pelletkachel kan een goede oplossing zijn als op het platteland woont en je huis moeilijk te isoleren is. In een dichtbebouwde omgeving raden we het af. Als er veel mensen in de omgeving pellets stoken, komt er onvermijdelijk een ongezonde hoeveelheid fijnstof in de lucht. Mensen met astma, allergieën en ademhalingsproblemen zijn hier extra gevoelig voor.  

De pelletkachel produceert meer fijnstof dan aardgas en stookolie maar veel minder dan een houtkachel of open haard. (Bron: Vlaamse Overheid)

Elektriciteit en geluid

De prijs van houtpellets (10 cent per kWh) is bijna de helft goedkoper dan gas (15 cent per kWh), maar het rendement van gas ligt hoger. Bovendien verbruikt een pelletkachel ook elektriciteit voor de ontsteking, de schroef van de toevoer, de ventilatie en de elektronische regeling. Hou ook rekening met het geluid. Reken op 32 decibel voor een kwaliteitsmerk. Dat komt overeen met het geluid van een koelkast. Goedkope toestellen kunnen tot 49 decibel produceren en dat gaat op den duur irriteren in een stille omgeving. Dat geluid is afkomstig van de toevoerschroef en de ventilator. Die laatste kan bijzonder lawaaierig zijn bij de opstart.

©Charles LIMA

Het vlammenspel van pellets is niet zo mooi als van houtblokken. 

Soorten en vermogen

De meest eenvoudige pelletkachels verwarmen de kamer waarin ze zijn opgesteld. Er zijn ook modellen die hete lucht in een nabije kamer blazen. En dan heb je de pelletverwarmingsketels die radiatoren van energie voorzien. Sommige uitvoeringen zijn voorzien van een stenen of keramische warmteaccumulator die de energie langer vasthoudt. En er zijn hybridemodellen die zowel pellets als houtblokken stoken. Alle pelletkachels hebben een bepaald vermogen. Er is 1kW verwarmingsvermogen nodig voor een ruimte van 20 kubieke meter. Pelletkachels die bestemd zijn om één ruimte te verwarmen hebben een maximumvermogen van 8 tot 10 kW. Wil je een kachel die meerdere kamers met hete lucht of radiatoren verwarmt, dan heb je een vermogen nodig van 10 tot 20 kW. 

Investering

Hoeveel kost een pelletkachel? Een goedkoop instapmodel vind je al rond 700 euro. Wil je een degelijk gietijzeren of keramisch model met geavanceerde functies dan kan dit oplopen tot een investering van 8000 euro. Houd ook rekening met de installatie. Als je voor de plaatsing beroep doet op een vakman, wat we aanraden, dan ben je opnieuw tussen de 250 en 500 euro kwijt.

Hoelang duurt het voordat je deze investering hebt terugverdiend? Dat hangt af van wat je koopt, hoe je het gebruikt, wat het vervangt en de lokale energietarieven. Een interessante eigenschap van de pelletkachel is dat hij weinig eisen stelt aan de schoorsteen. Zelfs een schoorsteen die niet goed trekt, is geschikt, want de rook wordt naar buiten geleid via een geforceerde ventilatie van 80 tot 120 mm. In de buis mag zelfs een knik zitten. 

Bediening en onderhoud

De pelletkachel is relatief gebruiksvriendelijk. In tegenstelling tot een houtkachel hoef je hem niet aanhoudend aan te vullen en ook de temperatuur zal constant blijven. De ontsteking van de kachel en de aanvoer gebeuren automatisch. Aanmaakhout, lucifers en papier zijn dus verleden tijd. Alle pelletkachels verbruiken stroom en hebben een thermostaat waarmee ze zelfstandig in- en uitschakelen. De meer geavanceerde modellen kun je programmeren, hebben een afstandsbediening en kun je zelfs besturen via de smartphone.

Houd er wel rekening mee dat er een minimale hoeveelheid schoonmaak en onderhoud nodig is. Om de twee dagen moet je de brander met een borstel schoonvegen. Ook de asbak moet je regelmatig leegmaken en om de twee weken moet je de warmtewisselaar reinigen. Bovendien zullen ze je in de winkel vertellen dat je het best ieder jaar een vakman laat komen voor onderhoud. 

©AlexGo

Je moet over voldoende ruimte beschikken om de pellets droog op te slaan. 

Een keer per dag vullen

Een nadeel is dat je het reservoir regelmatig moet aanvullen en dat je de voorraad ergens droog moet opslaan, maar in vergelijking met de houtkachel valt dat mee. Bij een houtkachel moet je regelmatig even hout halen. Bij een pelletkachel hoef je de voorraadkamer slechts eens per dag te vullen. Je hoeft dus minder te tillen. In zo’n reservoir kunnen 1,5 tot 4 zakken pellets. Wanneer de kachel op vol vermogen draait, heeft de kachel door de ingebouwde reserve een autonomie van ongeveer 12 uur. Als je een derde van het vermogen aanspreekt, dan kun je wel 36 uur stoken met hetzelfde reservoir.


Voor professioneel advies schakel je het best een vakman in. Hier vind je de beste mensen voor jouw project!👇🏻

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips