ID.nl logo
Feiten en fabels over duurzame energie
© lovelyday12 - stock.adobe.com
Energie

Feiten en fabels over duurzame energie

De energiecrisis heeft de discussie over duurzame energie op scherp gezet. Je hoort en leest de meest uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige theorieën. Door allerlei halve waarheden zie je soms door de bomen het bos niet meer. Wij checkten 10 uitspraken: wat is een feit, wat is een fabel – en soms is het resultaat genuanceerder...

We bekijken 10 uitspraken over duurzame energie en gaan na of die waar of niet waar zijn. Daarbij motiveren we waarom die stellingen feiten of fabels zijn.

Ook lezen: Welke invloed hebben zonnepanelen op het energielabel van je huis?

Feit: 'Windmolens zorgen voor geluidsoverlast'

Wie het tegendeel beweert, liegt. De bewegende onderdelen in de turbine zijn nu eenmaal niet geluidsstil. Ook de rotorbladen die door de wind snijden zijn duidelijk hoorbaar. Hoewel de recent geplaatste windmolens veel stiller zijn dan de eerste generaties, wil niemand dag en nacht worden geconfronteerd door het aanhoudende zoevende geluid. Vooral ’s nachts is dat hinderlijk, omdat dan het omgevingsgeluid wegvalt. Om geluidshinder te voorkomen, mag een windmolen niet te dicht bij huizen staan.

Er geldt sinds 2011 een aparte geluidsnorm voor windmolens. Hierbij gaat men af op het jaargemiddelde. Dat betekent dat er geen rekening wordt gehouden met piekmomenten. Deze maatstaf zorgt ervoor dat omwonenden maandenlang overlast kunnen ervaren terwijl de molen op jaarbasis gemiddeld toch onder de norm blijft. Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken. 's Nachts mag dat niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. 

Fabel: 'Windmolens staan vaak stil'

Onder windkracht 2 draaien windmolens vrijwel niet. Maar omdat het in Nederland vaak waait, staan windmolens hier zelden stil. Af en toe worden ze om veiligheidsredenen stilgezet omdat het te hard waait (dan laat de snelheidsbegrenzer in de turbine de molen stoppen), maar 95 procent van de tijd draaien ze gewoon. De molens in zee draaien zelfs nog meer.  

©emieldelange

Windmolens op zee wekken tot 40 procent meer energie op dan windmolens op het vaste land.

Fabel: 'Windmolens zijn gevaarlijk voor vogels'

Ondanks tegenstrijdige berichten sterft 99 procent van de vogelslachtoffers door contact met gebouwen, hoogspanningslijnen, masten en katten, en minder dan 1 procent van de vogeldoden komt op rekening van de windmolens. Een onderzoek in Canada toont aan dat van de 270 miljoen vogels die jaarlijks in dat land sterven door zaken waarvoor de mens verantwoordelijk is, slechts 0,007 procent op rekening van de windmolens komt. Windmolens komen pas op de dertiende plaats van de doodsoorzaken van vogels, met 20.000 slachtoffers. Wel wordt verwacht dat het aandeel door de toename van windenergie de komende 10 jaar zal vertienvoudigen.

In Noorwegen loopt in dat kader een interessant experiment waarbij één wiek van de turbine zwart is geverfd. Hierdoor zouden de vogels de wieken gemakkelijker kunnen zien en ontwijken. Geïnspireerd door het Noorse voorbeeld is er in Nederland ook een soortgelijke proef gestart. Belangrijk om vogelslachtoffers te vermijden is de locatiekeuze van de windmolens. Daarom zijn er gevoeligheidskaarten voor vogels opgesteld om natuurgebieden en andere belangrijke leefgebieden zo veel mogelijk te vermijden.

Feit: 'Windmolens worden steeds groter'

Hoe hoger de windmolen, hoe meer stroom hij produceert. Als de wieken van een windmolen twee keer zo groot worden, vangt hij geen twee maar vier keer zo veel wind. Vooral bij windmolens op zee merk je dat effect. In 35 jaar tijd is dat type maar liefst zeven keer groter geworden. De windturbines uit de jaren tachtig en negentig hadden een ashoogte van 25 tot 30 meter. De nieuwe mastodonten op zee zijn 150 tot 200 meter hoog en de windmolens die er zitten aan te komen gaan richting de 300 meter. Ter vergelijking: dat is zo hoog als de Eiffeltoren. 

Fabel: 'Biologisch materiaal is het beste isolatiemateriaal'

In onderstaande tabel kun je de lambda-waarden van verschillende isolatiematerialen vergelijken. De lambda-waarde of de warmtegeleidingscoëfficiënt geeft aan hoe goed het materiaal warmte geleidt. Hoe lager de waarde, hoe beter. 

De isolerende prestaties van biologisch isolatiemateriaal zoals stro, schapenwol of hennep blijven achter tegenover glas- of steenwol. Schapenwol heeft een middelhoge isolatiewaarde, maar volgens het NIBE – het instituut dat onderzoek doet naar de milieubelasting van bouwmaterialen – is schapenwol niet zo milieuvriendelijk als we zouden denken. Vooral de ammoniak in de uitwerpselen van de schapen zorgt voor schadelijke gassen die CO₂ veroorzaken. Bovendien is schapenwol een relatief duur product om je huis mee te isoleren. Een spouwmuur isoleren met schapenwol is drie keer zo duur als isolatie met glaswol of steenwol. 

Ook hennep maakt furore in ecologische kringen. Het is van nature schimmeldodend en antibacterieel, zodat er geen giftige stoffen tegen schimmel of ongedierte hoeven worden toegevoegd. Omdat hennep van zichzelf niet brandwerend is, voegt men wel branddempers als ammoniumfosfaat of soda toe. Op het gebied van isolatiewaarde scoort hennep isolatie gemiddeld. Bovendien heeft hennep erg weinig energie nodig tijdens de productie; zo’n plant groeit ruim een meter per maand. Nadeel is dat hennep kwetsbaar is voor vocht, en het is alsnog duurder dan veelgebruikte isolatiematerialen zoals glas- of steenwol.  

MateriaalLambda
Polyurethaan hardschuim (PUR)0,023 - 0,028
Geëxpandeerd polystyreen0,031 - 0,045
Geëxtrudeerd polystyreen0,028 - 0,038
Glaswol0,031 - 0,044
Rotswol0,034 - 0,044
Papiervlokken0,035 - 0,040
Kurk0,038 - 0,040
Hennep0,038 - 0,042
Vlas0,038
Schapenwol0,035 - 0,040
Katoen0,039 - 0,042
Stro0,056
Schelpen0,106 - 0,155

Fabel: 'Zonnepanelen vergen regelmatig onderhoud'

Weinig elektronische producten in huis hebben zo weinig onderhoud nodig als zonnepanelen. Dat komt door twee eigenschappen: de hellingshoek en de gebruikte coatings. De meeste zonnepanelen hebben een aantal lagen coating op het glas. Er is een anti-reflecterende coating die zorgt dat het licht zo veel mogelijk wordt geabsorbeerd en niet wordt weerkaatst. Maar is ook een vuilafstotende laag die ervoor zorgt dat stof en ander vuil zich niet aan het glas hecht. Bovendien spoelt het vuil gemakkelijk weg doordat de zonnepanelen hellend staan opgesteld. Alleen als je in een bosrijke omgeving woont of in de buurt van een bedrijf dat veel stof produceert, is het nodig om je zonnepanelen jaarlijks te inspecteren.

©Marina Lohrbach

Alleen als je in een bosrijke of stoffige omgeving woont, is het nodig om zonnepanelen regelmatig schoon te maken.

Fabel: 'De productie van zonnepanelen kost veel energie en is daarom niet duurzaam'

Zonnecellen worden gemaakt van een natuurlijk element: silicium. Het materiaal wordt gedolven, verhit en verwerkt. Deze procedure vergt behoorlijk wat energie en dat zorgt voor belasting van het milieu. Ook de productie van zonnepanelen kost uiteraard energie. Maar de productiekosten en de prijs van de grondstoffen is na één tot maximum twee jaar terugverdiend. Omdat een zonnepaneel gemiddeld 25 tot 30 jaar meegaat, bespaart elk paneel veel meer energie dan het aanvankelijk kostte. 

Fabel: 'Groen gas kan aardgas vervangen'

Momenteel is 0,5 procent van het gas in Nederland groen. Eerst wordt biogas gewonnen uit organisch afval zoals slib, groenten, fruit en koeienmest. Daarna wordt dat biogas gezuiverd en bewerkt tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Dan pas noemt men het ‘groen gas’. Het aandeel neemt toe en met een beetje geluk is er voor 2023 2 miljard m³ aan groen gas. Maar zelfs die hoeveelheid vormt amper 5 procent van het gasaanbod. Groen gas is belangrijk voor bepaalde sectoren, maar de hoeveelheid die kan worden geproduceerd blijft helaas beperkt. Overigens komt bij het verbranden van groen gas net als bij aardgas CO₂ vrij.  

Fabel: 'Uit mijn stopcontact komt groene stroom'

Alle Nederlands huishoudens tappen stroom van hetzelfde gezamenlijke elektriciteitsnetwerk. Dat betekent dat de 230 volt die uit je stopcontact komt altijd een mengsel is van groene stroom en grijze stroom. Groene stroom is afkomstig uit hernieuwbare bronnen zoals wind, water, zon en biomassa. Grijze stroom komt voort uit fossiele brandstoffen die schadelijk zijn voor het milieu.

Hoewel bij de productie van kernenergie veel minder CO₂ vrijkomt dan van een gas- of kolencentrale, rekent men deze energiebron ook bij de grijze stroom. De meeste groene stroom komt uit het buitenland. En hoewel dat verwarrend klinkt, wordt die groene stroom niet eens effectief aan Nederland geleverd. Vaak gaat het om een papieren constructie. Om elektriciteit als groene stroom te mogen verkopen, moet de leverancier er GvO's (Garantie van Oorsprong) van hebben. Landen met een overschot aan groene stroom verkopen hun certificaten van oorsprong aan Nederlandse energiemaatschappijen.

Zo’n GvO verzekert gewoon dat er ergens in Europa 1000 kWh uit een duurzame bron is opgewekt. In Nederland kan een energieleverancier dus zulke GVOs importeren uit landen met een overschot aan GvO's, zoals IJsland of Noorwegen. Als je die papieren groene stroom wegstreept, is slechts 40 procent van de Nederlandse stroomproductie duurzaam.

©Robertvt

De stroom uit je stopcontact is altijd een mengsel van groene en grijze stroom.

Fabel: 'De Nederlandse kolencentrales verminderen hun CO₂-uitstoot door tegelijk houtkorrels te verbranden'

Nederland heeft nog vier kolencentrales en die stappen deels over op hout en andere biomassa. Op papier zou dat klimaatneutrale brandstof zijn. In werkelijkheid produceren deze centrales hierdoor veel meer broeikasgas dan een vergelijkbare gas- of kolencentrale. Het gaat om pellets, een biogrondstof in de vorm van geperste houtkorrels.

Volgens Investico, een platform voor onderzoeksjournalisten, zorgt de meerstook van houtkorrels dat kolencentrales 95 procent méér CO₂ uitstoten in vergelijking tot gascentrales. Bovendien is er onduidelijkheid over de herkomst van de pellets. De houtkorrels die we in Nederland gebruiken zijn voor 40 procent afkomstig uit bosbeheergebieden, en 60 procent is zogenaamd resthout. Vooral over die laatste groep is het onduidelijkheid troef. Ten eerste is het begrip ‘resthout’ erg mistig, bovendien is de herkomst niet transparant. 

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Met de feestdagen voor de deur kijken we dit keer naar 5.1-surroundsets voor de woonkamer. Want wat is er nou leuker om je favoriete film of serie te kijken met supergoed geluid? Of bij het gamen? Voor minder dan 300 euro welteverstaan.

Een 5.1 speakerset is een geluidssysteem dat is opgebouwd uit zes verschillende luidsprekers. Het cijfer 5 staat voor de satellietluidsprekers: een middenkanaal voor spraak, twee speakers voorin (links en rechts) en twee speakers die je achter je plaatst. De .1 verwijst naar de subwoofer, die specifiek de lage bastonen voor zijn rekening neemt. Doordat deze luidsprekers rondom de luisterpositie worden geplaatst, komt het geluid vanuit verschillende richtingen op je af. Dit creëert een ruimtelijk effect waardoor je bij het kijken van films en series of het spelen van games wordt omringd door geluid.

Logitech Z906

Deze set is ontworpen om meerdere audiobronnen tegelijkertijd te kunnen verwerken. Je sluit tot zes apparaten aan, zoals een televisie, gameconsole of computer, via de beschikbare digitale optische, digitale coaxiale of analoge ingangen. De set beschikt over een bedieningsconsole die je stapelt bij je apparatuur en een draadloze afstandsbediening voor bediening vanaf de bank. Het systeem levert een continu vermogen van 500 watt en is THX-gecertificeerd, wat betekent dat het voldoet aan specifieke prestatie-eisen voor bioscoopgeluid. De decodering ondersteunt Dolby Digital en DTS-soundtracks. Naast de subwoofer krijg je vier satellietluidsprekers en een middenkanaal die je flexibel kunt plaatsen.

RMS of uitgangsvermogen?

Bij het vergelijken van specificaties kom je vaak de termen RMS en totaal uitgangsvermogen tegen, en het is slim om vooral op die eerste te letten. RMS staat voor het continue vermogen en geeft eerlijk weer wat de speakers constant kunnen leveren zonder dat het geluid vervormt. Je kunt het zien als de basissnelheid die een hardloper een uur lang volhoudt, terwijl het totaal uitgangsvermogen of piekvermogen slechts een korte sprint van enkele seconden is. Fabrikanten zetten dat hogere piekvermogen vaak groot op de doos als marketingmiddel, maar als je wilt weten hoe krachtig de set echt is tijdens een hele film, concert, serie of game, geeft de RMS-waarde je het meest betrouwbare beeld.

Sony HT-S40R

Bij dit systeem worden de achterste luidsprekers aangestuurd door een draadloze versterker, waardoor er geen kabels van de soundbar voorin de kamer naar achteren hoeven te lopen. De soundbar zelf beschikt over drie kanalen en werkt samen met de subwoofer en de twee achterspeakers voor de 5.1-weergave. Het totale uitgangsvermogen bedraagt 600 watt. Voor de connectiviteit maak je gebruik van HDMI ARC, een optische ingang of een analoge aansluiting. Daarnaast is er Bluetooth 5.0 aanwezig voor het streamen van audio vanaf mobiele apparaten. De soundbar kan aan de muur worden bevestigd of voor de televisie worden geplaatst.

Trust GXT 658 Tytan

Dit geluidssysteem is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor games en in combinatie met een pc of gameconsole, waarbij de houten subwoofer het middelpunt vormt. De basweergave is gesynchroniseerd met geïntegreerde LED-verlichting die reageert op het ritme van het geluid. Het systeem schakelt automatisch naar een stand-by modus wanneer het niet in gebruik is. De set wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee je onder andere de bas en het volume regelt. De kabels voor de achterste luidsprekers hebben een lengte van 8 meter, wat plaatsing in grotere ruimtes mogelijk maakt zonder verlengsnoeren. Het piekvermogen ligt op 180 watt.

Hisense AX5100G

Dit audiosysteem ondersteunt Dolby Atmos-technologie voor een ruimtelijke geluidsweergave. De set bestaat uit een soundbar, een losse subwoofer en twee achterluidsprekers. Met een totaal vermogen van 340 watt worden de verschillende frequenties verdeeld over de speakers. Je hebt de beschikking over diverse equalizer-modi, waaronder instellingen voor nieuws, film en games. Aansluiten op de televisie gaat via HDMI eARC, maar er zijn ook opties voor USB en een optische kabel. De achterspeakers plaats je achter de luisterpositie om het surround-effect van de 5.1-opstelling te completeren.

Sony HT-S20R

Je installeert dit systeem met een soundbar, subwoofer en twee bedrade achterspeakers. De soundbar verzorgt de linker-, rechter- en middenkanalen, terwijl de externe subwoofer de lage tonen voor zijn rekening neemt. Het systeem heeft een totaal vermogen van 400 watt en ondersteunt Dolby Digital. Via de USB-poort speel je audiobestanden direct af van een geheugenstick. Voor de verbinding met de televisie gebruik je HDMI ARC, maar als je televisie dit niet ondersteunt, zijn er optische en analoge ingangen beschikbaar. De set beschikt over diverse geluidsmodi die je met een knop op de afstandsbediening selecteert.

▼ Volgende artikel
AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers
© AGON by AOC | KateStudio/Shutterstock
Huis

AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers

AOC brengt met de Gaming 25G4KUR een monitor op de markt die volledig is afgestemd op competitieve gamers. Het 24,5-inch scherm haalt een verversingssnelheid tot 420 Hz en biedt snelle reactietijden, Adaptive-Sync en ergonomische instelmogelijkheden.

Supersnel beeld voor competitieve spelers

De AOC Gaming 25G4KUR (adviesprijs 259 euro) is bedoeld voor wie elke milliseconde telt. Dankzij een overklokte verversingssnelheid van 420 Hz (400 Hz standaard) en een responstijd tot 0,3 milliseconde reageert het scherm vrijwel direct op elke actie. Dat maakt hem geschikt voor snelle shooters, esports-toernooien en spelers die vloeiende bewegingen en minimale vertraging willen.

Het 24,5-inch formaat is populair onder professionele esports-spelers, omdat het speelveld overzichtelijk blijft zonder dat de ogen veel hoeven te bewegen. De Full HD-resolutie zorgt ervoor dat hoge framerates haalbaar zijn, zelfs met een middenklasse grafische kaart.

©AGON by AOC

Heldere kleuren en vloeiende beelden

De 25G4KUR gebruikt een Fast IPS-paneel met brede kijkhoeken en een kleurdekking van 121 procent sRGB. Het scherm is compatibel met NVIDIA G-SYNC. Adaptive-Sync, zorgt ervoor dat beelden vloeiend blijven zonder haperingen of tearing. DisplayHDR 400 biedt bovendien een iets hoger contrast en betere helderheid dan standaard SDR-monitoren.

Ontworpen voor urenlang gamen

AOC rust de monitor uit met functies die lange gamesessies comfortabeler moeten maken. De flicker-free achtergrondverlichting en blauwlichtreductie verminderen vermoeide ogen, terwijl de ergonomische standaard in hoogte verstelbaar is en kantel-, draai- en rotatiefuncties heeft. Via AOC's G-Menu-software kunnen spelers profielen aanmaken, instellingen aanpassen en de Low Input Lag-modus activeren.

MiniLED-monitor in januari

In januari 2026 brengt AOC nog een nieuw model uit: de Gaming U27G4XM. Deze 27-inch 4K-monitor gebruikt MiniLED-technologie met 1152 local dimming-zones en heeft een DisplayHDR 1000-certificering. Dankzij de hoge helderheid (1200 nits) en het diepe contrast biedt hij beeldkwaliteit die dicht in de buurt komt van OLED, maar zonder risico op inbranden. De U27G4XM krijgt een adviesprijs van 449 euro.