ID.nl logo
Feiten en fabels over duurzame energie
Energie

Feiten en fabels over duurzame energie

De energiecrisis heeft de discussie over duurzame energie op scherp gezet. Je hoort en leest de meest uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige theorieën. Door allerlei halve waarheden zie je soms door de bomen het bos niet meer. Wij checkten 10 uitspraken: wat is een feit, wat is een fabel – en soms is het resultaat genuanceerder...

We bekijken 10 uitspraken over duurzame energie en gaan na of die waar of niet waar zijn. Daarbij motiveren we waarom die stellingen feiten of fabels zijn.

Ook lezen: Welke invloed hebben zonnepanelen op het energielabel van je huis?

Feit: 'Windmolens zorgen voor geluidsoverlast'

Wie het tegendeel beweert, liegt. De bewegende onderdelen in de turbine zijn nu eenmaal niet geluidsstil. Ook de rotorbladen die door de wind snijden zijn duidelijk hoorbaar. Hoewel de recent geplaatste windmolens veel stiller zijn dan de eerste generaties, wil niemand dag en nacht worden geconfronteerd door het aanhoudende zoevende geluid. Vooral ’s nachts is dat hinderlijk, omdat dan het omgevingsgeluid wegvalt. Om geluidshinder te voorkomen, mag een windmolen niet te dicht bij huizen staan.

Er geldt sinds 2011 een aparte geluidsnorm voor windmolens. Hierbij gaat men af op het jaargemiddelde. Dat betekent dat er geen rekening wordt gehouden met piekmomenten. Deze maatstaf zorgt ervoor dat omwonenden maandenlang overlast kunnen ervaren terwijl de molen op jaarbasis gemiddeld toch onder de norm blijft. Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken. 's Nachts mag dat niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. 

Fabel: 'Windmolens staan vaak stil'

Onder windkracht 2 draaien windmolens vrijwel niet. Maar omdat het in Nederland vaak waait, staan windmolens hier zelden stil. Af en toe worden ze om veiligheidsredenen stilgezet omdat het te hard waait (dan laat de snelheidsbegrenzer in de turbine de molen stoppen), maar 95 procent van de tijd draaien ze gewoon. De molens in zee draaien zelfs nog meer.  

©emieldelange

Fabel: 'Windmolens zijn gevaarlijk voor vogels'

Ondanks tegenstrijdige berichten sterft 99 procent van de vogelslachtoffers door contact met gebouwen, hoogspanningslijnen, masten en katten, en minder dan 1 procent van de vogeldoden komt op rekening van de windmolens. Een onderzoek in Canada toont aan dat van de 270 miljoen vogels die jaarlijks in dat land sterven door zaken waarvoor de mens verantwoordelijk is, slechts 0,007 procent op rekening van de windmolens komt. Windmolens komen pas op de dertiende plaats van de doodsoorzaken van vogels, met 20.000 slachtoffers. Wel wordt verwacht dat het aandeel door de toename van windenergie de komende 10 jaar zal vertienvoudigen.

In Noorwegen loopt in dat kader een interessant experiment waarbij één wiek van de turbine zwart is geverfd. Hierdoor zouden de vogels de wieken gemakkelijker kunnen zien en ontwijken. Geïnspireerd door het Noorse voorbeeld is er in Nederland ook een soortgelijke proef gestart. Belangrijk om vogelslachtoffers te vermijden is de locatiekeuze van de windmolens. Daarom zijn er gevoeligheidskaarten voor vogels opgesteld om natuurgebieden en andere belangrijke leefgebieden zo veel mogelijk te vermijden.

Feit: 'Windmolens worden steeds groter'

Hoe hoger de windmolen, hoe meer stroom hij produceert. Als de wieken van een windmolen twee keer zo groot worden, vangt hij geen twee maar vier keer zo veel wind. Vooral bij windmolens op zee merk je dat effect. In 35 jaar tijd is dat type maar liefst zeven keer groter geworden. De windturbines uit de jaren tachtig en negentig hadden een ashoogte van 25 tot 30 meter. De nieuwe mastodonten op zee zijn 150 tot 200 meter hoog en de windmolens die er zitten aan te komen gaan richting de 300 meter. Ter vergelijking: dat is zo hoog als de Eiffeltoren. 

Fabel: 'Biologisch materiaal is het beste isolatiemateriaal'

In onderstaande tabel kun je de lambda-waarden van verschillende isolatiematerialen vergelijken. De lambda-waarde of de warmtegeleidingscoëfficiënt geeft aan hoe goed het materiaal warmte geleidt. Hoe lager de waarde, hoe beter. 

De isolerende prestaties van biologisch isolatiemateriaal zoals stro, schapenwol of hennep blijven achter tegenover glas- of steenwol. Schapenwol heeft een middelhoge isolatiewaarde, maar volgens het NIBE – het instituut dat onderzoek doet naar de milieubelasting van bouwmaterialen – is schapenwol niet zo milieuvriendelijk als we zouden denken. Vooral de ammoniak in de uitwerpselen van de schapen zorgt voor schadelijke gassen die CO₂ veroorzaken. Bovendien is schapenwol een relatief duur product om je huis mee te isoleren. Een spouwmuur isoleren met schapenwol is drie keer zo duur als isolatie met glaswol of steenwol. 

Ook hennep maakt furore in ecologische kringen. Het is van nature schimmeldodend en antibacterieel, zodat er geen giftige stoffen tegen schimmel of ongedierte hoeven worden toegevoegd. Omdat hennep van zichzelf niet brandwerend is, voegt men wel branddempers als ammoniumfosfaat of soda toe. Op het gebied van isolatiewaarde scoort hennep isolatie gemiddeld. Bovendien heeft hennep erg weinig energie nodig tijdens de productie; zo’n plant groeit ruim een meter per maand. Nadeel is dat hennep kwetsbaar is voor vocht, en het is alsnog duurder dan veelgebruikte isolatiematerialen zoals glas- of steenwol.  

MateriaalLambda
Polyurethaan hardschuim (PUR)0,023 - 0,028
Geëxpandeerd polystyreen0,031 - 0,045
Geëxtrudeerd polystyreen0,028 - 0,038
Glaswol0,031 - 0,044
Rotswol0,034 - 0,044
Papiervlokken0,035 - 0,040
Kurk0,038 - 0,040
Hennep0,038 - 0,042
Vlas0,038
Schapenwol0,035 - 0,040
Katoen0,039 - 0,042
Stro0,056
Schelpen0,106 - 0,155

Fabel: 'Zonnepanelen vergen regelmatig onderhoud'

Weinig elektronische producten in huis hebben zo weinig onderhoud nodig als zonnepanelen. Dat komt door twee eigenschappen: de hellingshoek en de gebruikte coatings. De meeste zonnepanelen hebben een aantal lagen coating op het glas. Er is een anti-reflecterende coating die zorgt dat het licht zo veel mogelijk wordt geabsorbeerd en niet wordt weerkaatst. Maar is ook een vuilafstotende laag die ervoor zorgt dat stof en ander vuil zich niet aan het glas hecht. Bovendien spoelt het vuil gemakkelijk weg doordat de zonnepanelen hellend staan opgesteld. Alleen als je in een bosrijke omgeving woont of in de buurt van een bedrijf dat veel stof produceert, is het nodig om je zonnepanelen jaarlijks te inspecteren.

©Marina Lohrbach

Fabel: 'De productie van zonnepanelen kost veel energie en is daarom niet duurzaam'

Zonnecellen worden gemaakt van een natuurlijk element: silicium. Het materiaal wordt gedolven, verhit en verwerkt. Deze procedure vergt behoorlijk wat energie en dat zorgt voor belasting van het milieu. Ook de productie van zonnepanelen kost uiteraard energie. Maar de productiekosten en de prijs van de grondstoffen is na één tot maximum twee jaar terugverdiend. Omdat een zonnepaneel gemiddeld 25 tot 30 jaar meegaat, bespaart elk paneel veel meer energie dan het aanvankelijk kostte. 

Fabel: 'Groen gas kan aardgas vervangen'

Momenteel is 0,5 procent van het gas in Nederland groen. Eerst wordt biogas gewonnen uit organisch afval zoals slib, groenten, fruit en koeienmest. Daarna wordt dat biogas gezuiverd en bewerkt tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Dan pas noemt men het ‘groen gas’. Het aandeel neemt toe en met een beetje geluk is er voor 2023 2 miljard m³ aan groen gas. Maar zelfs die hoeveelheid vormt amper 5 procent van het gasaanbod. Groen gas is belangrijk voor bepaalde sectoren, maar de hoeveelheid die kan worden geproduceerd blijft helaas beperkt. Overigens komt bij het verbranden van groen gas net als bij aardgas CO₂ vrij.  

Fabel: 'Uit mijn stopcontact komt groene stroom'

Alle Nederlands huishoudens tappen stroom van hetzelfde gezamenlijke elektriciteitsnetwerk. Dat betekent dat de 230 volt die uit je stopcontact komt altijd een mengsel is van groene stroom en grijze stroom. Groene stroom is afkomstig uit hernieuwbare bronnen zoals wind, water, zon en biomassa. Grijze stroom komt voort uit fossiele brandstoffen die schadelijk zijn voor het milieu.

Hoewel bij de productie van kernenergie veel minder CO₂ vrijkomt dan van een gas- of kolencentrale, rekent men deze energiebron ook bij de grijze stroom. De meeste groene stroom komt uit het buitenland. En hoewel dat verwarrend klinkt, wordt die groene stroom niet eens effectief aan Nederland geleverd. Vaak gaat het om een papieren constructie. Om elektriciteit als groene stroom te mogen verkopen, moet de leverancier er GvO's (Garantie van Oorsprong) van hebben. Landen met een overschot aan groene stroom verkopen hun certificaten van oorsprong aan Nederlandse energiemaatschappijen.

Zo’n GvO verzekert gewoon dat er ergens in Europa 1000 kWh uit een duurzame bron is opgewekt. In Nederland kan een energieleverancier dus zulke GVOs importeren uit landen met een overschot aan GvO's, zoals IJsland of Noorwegen. Als je die papieren groene stroom wegstreept, is slechts 40 procent van de Nederlandse stroomproductie duurzaam.

©Robertvt

Fabel: 'De Nederlandse kolencentrales verminderen hun CO₂-uitstoot door tegelijk houtkorrels te verbranden'

Nederland heeft nog vier kolencentrales en die stappen deels over op hout en andere biomassa. Op papier zou dat klimaatneutrale brandstof zijn. In werkelijkheid produceren deze centrales hierdoor veel meer broeikasgas dan een vergelijkbare gas- of kolencentrale. Het gaat om pellets, een biogrondstof in de vorm van geperste houtkorrels.

Volgens Investico, een platform voor onderzoeksjournalisten, zorgt de meerstook van houtkorrels dat kolencentrales 95 procent méér CO₂ uitstoten in vergelijking tot gascentrales. Bovendien is er onduidelijkheid over de herkomst van de pellets. De houtkorrels die we in Nederland gebruiken zijn voor 40 procent afkomstig uit bosbeheergebieden, en 60 procent is zogenaamd resthout. Vooral over die laatste groep is het onduidelijkheid troef. Ten eerste is het begrip ‘resthout’ erg mistig, bovendien is de herkomst niet transparant. 

▼ Volgende artikel
De plug-in hybride Lexus NX450h+: Premium looks en techniek
Mobiliteit

De plug-in hybride Lexus NX450h+: Premium looks en techniek

De Lexus NX verscheen in 2014 en kende sindsdien een bescheiden succes in Nederland, met zo'n 1500 verkochte exemplaren. Het merk groeit wereldwijd echter flink. Met de lancering van de plug-inhybride NX450h+ zet Lexus deze lijn voort. Irwin van InstaAutoVlog heeft het model getest en deelt zijn bevindingen.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Dit artikel in het kort:

  • Concurrentie: de Lexus NX richt zich op modellen als de BMW X3, Volvo XC60 en Mercedes-Benz GLC. Hij onderscheidt zich met een rijke standaarduitrusting en hybride aandrijflijn.
  • Ontwerp en afwerking: hij is voorzien van dynamisch design, premium materialen en hoogwaardige afwerking met geavanceerde functies zoals e-Latch portierontgrendeling.
  • Comfort en prestaties: de auto heeft een rijke standaarduitrusting inclusief climate control, stevige motoren (tot 309 pk) en een goede elektrische actieradius.
  • Prijs en varianten: de Lexus is verkrijgbaar vanaf 61.995 euro afhankelijk van aandrijflijn en uitvoering.

Positionering

De Lexus NX strijdt met auto's als de BMW (i)X3, de Volvo XC60 en de Mercedes-Benz GLC. Ook de Audi Q5 is een directe opponent. Het onderscheidende vermogen? Een rijke standaarduitrusting, Lexus' Red Carpet Treatment en de standaard van een hybride aandrijflijn. 

Afmetingen

Met een lengte van 4,66 meter en een breedte van bijna 1,87 meter is hij iets compacter dan sommige concurrenten, maar hij wint het in hoogte met 1,66 meter. Dit geeft de NX een robuuste, maar nooit logge uitstraling, passend bij zijn klasse.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

F-Sport-uitvoering

In het donker zorgt de scherp vormgegeven led-verlichting voor en achter voor een sterke uitstraling en herkenbare signatuur. De grille is een opvallend detail, zeker bij de F-Sport uitvoering. Deze testversie valt op door die grille, zwarte dakrails en raamomlijsting, en bijpassende zwarte buitenspiegels. De 20-inch F-Sport Design wielen versterken de sportieve uitstraling, vooral in combinatie met de F-White lak.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Premium interieur

De Lexus NX biedt een luxe interieur: alles voelt solide en prettig aan. Bovenop het dashboard zit standaard een 14inch-touchscreen voor infotainment vanaf de Business Line; de basisuitvoering heeft een 9,8inch-scherm. Navigatie en draadloos Apple CarPlay of Android Auto zijn standaard aanwezig.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

E-Latch-deuropeners

Het zitcomfort is goed en ook de ondersteuning voor beide ellebogen is uitstekend. Enkel het axiaal beperkt verstelbare stuurwiel kan beter. De NX is voorzien van een deels digitaal instrumentarium en e-Latch deurontgrendeling. Deze portieropeners zorgen ervoor dat je geen deur kunt openen als er verkeer van achteren aankomt.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Details en afwerking

In de Lexus NX zijn details en finesse volop aanwezig. De bediening van elementen zoals de middenarmsteun voelt licht en doordacht, terwijl de klimaatregeling, met nanotechnologie, niet alleen nare geurtjes, maar ook droge huid helpt voorkomen. De geluidsisolatie zorgt daarnaast voor rust in het interieur.

Standaard krijg je een audiosysteem met negen luidsprekers en een subwoofer. Voor wie meer wil, is er in de President-uitvoering een Mark Levinson-systeem met zeventien luidsprekers en een vermogen van 1800 watt, voor een premium luisterervaring.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

1500 kilo trekgewicht

Op de achterbank is voldoende plek voor drie volwassenen. De kofferbakinhoud is voor alle versies gelijk. Deze meet 520 liter en is te vergroten naar maximaal 1411 liter. Een sterk punt van de PHEV is het trekgewicht. Mag de normale hybride als 2WD en AWD maximaal 1000 kilogram trekken, na het aanvinken van het 2495 euro kostende Explorer Pack wordt dit naar 1500 kilogram verhoogd. In het pack zit een afneembare trekhaak en een kogeldruk van 100 kilogram. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Bereik van de accu

De instap-Lexus NX betreft de 350h. Deze is voorwielaangedreven en beschikt over een 2,5liter-viercilinder benzinemotor die samenwerkt met een 192pk en 270Nm sterke elektromotor. Er is ook een 350h AWD met een extra 54pk en 121 Nm sterke elektromotor op de achteras.

Voor de test is gereden met de plug-in hybride 450h+. De basis-aandrijflijn is gelijk aan die van de 350h AWD. Dankzij een 18,1kWh-lithium-ion batterij kan het elektrische vermogen langer worden aangesproken: zo'n 74 (Luxury Line) of 69 kilometer volgens de WLTP-testmethode.

🚘Meer weten over auto-afkortingen? Lees dan: Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Accumanagement

De auto is uitgerust met een eenfase-6,6 kW boordlader, terwijl de warmtepomp ook in de winter zorgt voor een bruikbare actieradius. Interessant is de slimme software die ervoor zorgt dat de batterij in topconditie blijft, zelfs als je deze niet vaak oplaadt. De accu wordt regelmatig ont- en opgeladen om alle cellen actief te houden. Lexus biedt bovendien 10 jaar garantie op de batterij.

Krachtige en soepele aandrijflijn

Het gecombineerde vermogen is 309 pk en in 6,3 seconden ben je van 0 tot 100 km/u. De topsnelheid is 200 km/u. Prettig is het hoge elektrische vermogen van gecombineerd 246 pk, zo'n 100 pk meer dan bij de concurrentie.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Verbruik bij lege accu

Is de accu na zo'n 65 kilometer te hebben gereden leeg, dan verandert de NX in een normale hybride. De elektromotor wordt getemperd en dat zorgt mede voor een op dat moment nog steeds laag brandstofverbruik. Een gemiddelde van 1 op 16 is dan prima te realiseren; een uitstekende waarde. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Rijdynamiek

Voor wat betreft de rijdynamiek plaatst de NX zich tussen de compactere LBX en grotere broer RX. Zo stuurt hij verrassend direct en voelt hij mede dankzij het formaat wendbaar en overzichtelijk. Op de snelweg is het de rust in het onderstel waarmee hij overtuigt,net als de uitstekende geluidsisolatie, rechtuit-stabiliteit en het uitmuntend werkende Lexus Safety System+, inclusief een autonome rij-assistent van level 2. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

AVS-dempers

Kun je de Volvo, Mercedes en Audi optioneel met luchtvering krijgen, bij Lexus is dit niet het geval. Het merk focust zich op zogeheten AVS-dempers. Deze Adaptive Variable Suspension-ophanging is standaard onder de F-Sport en President Line en zorgt ervoor dat de NX te allen tijde vlak blijft. Dit kan extra comfort geven, maar met name bij het afrijden van drempels zou een soepelere demping juist voor wat meer comfort mogen zorgen. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Prijzen en uitvoeringen

De Lexus NX is als 350h leverbaar vanaf 61.995 euro. De 350h AWD kost minimaal 71.995 euro. Pluggen kan met de 450h+ vanaf 65.995 euro en de geteste 450h+ F-Sport Line staat voor 74.995 euro op de lijst. 

▼ Volgende artikel
Review HMD Fusion – Bijzondere smartphone voor weinig geld
Huis

Review HMD Fusion – Bijzondere smartphone voor weinig geld

De HMD Fusion is een van de opvallendste smartphones van 2024. Je kunt namelijk speciale hoesjes om de telefoon doen om extra functies te gebruiken. Zo kan de budgettelefoon opeens betere selfies maken of draadloos opladen. In deze HMD Fusion-review zoomen we in op de accessoire en de smartphone zelf.

Oké
Conclusie

De HMD Fusion is een interessante smartphone, omdat je hem kunt uitbreiden met hoesjes vol extra functies. Een bijzonder concept, al hebben we helaas nog niet alle hoesjes kunnen testen. Als toestel zelf maakt de Fusion minder indruk: hij is weliswaar prima te repareren, maar heeft eenvoudige specificaties en krijgt korter updates dan de concurrentie. Daarmee is de HMD Fusion een opvallende telefoon voor een select publiek.

Plus- en minpunten
  • Zelf te repareren
  • Optionele hoesjes bieden extra functies
  • Lange accuduur
  • Speciale hoesjes laten op zich wachten
  • Matige specificaties
  • Mager updatebeleid

De HMD Fusion is te koop in twee versies, met respectievelijk 6 GB werkgeheugen en 128 GB opslagcapaciteit en 8 GB / 256 GB. Wij hebben het eerste model getest, dat een adviesprijs van 270 euro draagt. Voor dertig euro meer koop je het betere model, wat wij een nette meerprijs vinden.

In de doos vind je naast een usb-c-oplaadkabel ook een stevig transparant hoesje, dat geen functies toevoegt behalve je toestel beschermen tegen krassen en een valpartij. HMD verkoopt het hoesje ook in het blauw, groen en roze.

Speciale hoesjes

Interessanter zijn de accessoires die wél extra’s bieden, via de stroompinnetjes in het hoesje en op de achterkant van de telefoon. HMD presenteerde in september een hoesje met uitklappende ledring voor betere selfies in het donker, een extra stevig hoesje met een SOS-knop en een hoesje dat draadloos opladen mogelijk maakt.

Met de verkrijgbaarheid van die hoesjes schiet het vooralsnog niet op: die met de selfiering en SOS-knop komen volgens de HMD-website 'later dit jaar beschikbaar' en het oplaadhoesje ontbreekt begint november nog op die website. Wat de hoesjes gaan kosten, is ook nog onduidelijk.

Gelukkig kon HMD ons wel al een hoesje met selfiering opsturen om te testen in combinatie met de Fusion. Dat hoesje is stevig en biedt veel grip. De ledring rond de cameramodule op de achterkant is met een vrije hand makkelijk – maar niet té makkelijk – omhoog te klappen en prijkt dan boven het scherm uit. Vervolgens vind je in de camera-app een instelling voor de aparte flitser, die dus stroom krijgt via het toestel. Je kunt in die instelling onder andere de kleurweergave en helderheid van de flitsring aangeven. De flitsring werkt naar behoren.

📱Leestip: Waar voor je geld: 5 uitgebreide smartphones voor max 500 euro

©Rens Blom

Hieronder vind je twee selfies, gemaakt in het donker op straat. Op de linkerfoto gebruikten we de HMD Fusion als een normale smartphone, waarbij het scherm oplicht om je gezicht in beeld te brengen. Op de rechterfoto stond de flitsring boven het scherm. Wij kregen gemengde reacties op het nut en de kwaliteit van de flitsring, met name omdat hij je gezicht minder natuurlijk weergeeft.

©Rens Blom

Interessant initiatief

Hoewel we dus nog niets kunnen zeggen over de prijzen en de kwaliteit van de andere hoesjes, vinden we het initiatief van HMD interessant. Het doet ons terugdenken aan Motorola, dat jaren geleden al smartphonehoesjes met boeiende functies uitbracht. Denk aan een extra accu, krachtige luidspreker of zelfs miniprinter. HMD pakt het vooralsnog minder exotisch aan, maar belooft wel meer speciale hoesjes. Wij zijn benieuwd.

Positief in ieder geval is dat HMD alle benodigde technische informatie opensource gemaakt heeft, waardoor bedrijven en hobbyisten zelf hoesjes en accessoires kunnen maken die werken met de Fusion.

De HMD Fusion als smartphone

Als smartphone is de HMD Fusion ook noemenswaardig. In lijn met HMD's duurzaamheidsfilosofie is het toestel grotendeels zelf uit elkaar te halen met een schroevendraaier. Op die manier kun je het scherm, de accu, usb-c-poort en andere belangrijke onderdelen vervangen.

HMD verkoopt die onderdelen (straks) zelf via zijn website en stelt reparatiehandleidingen beschikbaar. Een mooi pluspunt van het toestel, zeker ten opzichte van concurrerende telefoons die alleen door een professionele partij te repareren zijn. De prijzen van vervangende onderdelen vinden we schappelijk. Een nieuwe accu kost 25 euro, een nieuw scherm 50 euro.

©Rens Blom

Als 270 euro kostende telefoon biedt de HMD Fusion echter minder goede specificaties dan je verwacht in deze prijsklasse. Weliswaar voelt het toestel stevig aan, het 6,56inch-LCD-scherm met lage resolutie van 1612 x 720 pixels maakt het beeld niet scherp. En de Qualcomm Snapdragon 4 Gen 2-processor is oud en eenvoudig, waardoor de telefoon merkbaar trager is dan de concurrentie. Dat belooft weinig goeds voor de prestaties na een jaar gebruik.

Ook op de camera's is bezuinigd. De Fusion mist een groothoekcamera om extra wijde foto’s te schieten, bijvoorbeeld. Daar staat tegenover dat HMD de Fusion wel een prima selfiecamera met een 50megapixel-resolutie geeft. De camera achterop heeft maar liefst 108 megapixels, maar is kwalitatief niet bijzonder.

©Rens Blom

De 5000mAh-accu gaat wel lekker lang mee, geholpen door de eenvoudige processor en lage schermresolutie. Je kunt de HMD Fusion bijna twee dagen gebruiken voordat je de oplader moet pakken.

Mager updatebeleid

Het updatebeleid van de Fusion is helaas mager. HMD belooft upgrades naar Android 15 en 16 en drie jaar beveiligingsupdates. In dit prijssegment kun je telefoons met vier of vijf jaar updates kopen, onder andere van Samsung.

Conclusie: HMD Fusion kopen?

De HMD Fusion is een interessante smartphone omdat je hem kunt uitbreiden met hoesjes vol extra functies. Een bijzonder concept, al hebben we helaas nog niet alle hoesjes kunnen testen. Als toestel zelf maakt de Fusion minder indruk: hij is weliswaar prima te repareren, maar heeft eenvoudige specificaties en krijgt korter updates dan de concurrentie. Zo is de HMD Fusion een opvallende telefoon voor een select publiek.