ID.nl logo
Feiten en fabels over duurzame energie
Energie

Feiten en fabels over duurzame energie

De energiecrisis heeft de discussie over duurzame energie op scherp gezet. Je hoort en leest de meest uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige theorieën. Door allerlei halve waarheden zie je soms door de bomen het bos niet meer. Wij checkten 10 uitspraken: wat is een feit, wat is een fabel – en soms is het resultaat genuanceerder...

We bekijken 10 uitspraken over duurzame energie en gaan na of die waar of niet waar zijn. Daarbij motiveren we waarom die stellingen feiten of fabels zijn.

Ook lezen: Welke invloed hebben zonnepanelen op het energielabel van je huis?

Feit: 'Windmolens zorgen voor geluidsoverlast'

Wie het tegendeel beweert, liegt. De bewegende onderdelen in de turbine zijn nu eenmaal niet geluidsstil. Ook de rotorbladen die door de wind snijden zijn duidelijk hoorbaar. Hoewel de recent geplaatste windmolens veel stiller zijn dan de eerste generaties, wil niemand dag en nacht worden geconfronteerd door het aanhoudende zoevende geluid. Vooral ’s nachts is dat hinderlijk, omdat dan het omgevingsgeluid wegvalt. Om geluidshinder te voorkomen, mag een windmolen niet te dicht bij huizen staan.

Er geldt sinds 2011 een aparte geluidsnorm voor windmolens. Hierbij gaat men af op het jaargemiddelde. Dat betekent dat er geen rekening wordt gehouden met piekmomenten. Deze maatstaf zorgt ervoor dat omwonenden maandenlang overlast kunnen ervaren terwijl de molen op jaarbasis gemiddeld toch onder de norm blijft. Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken. 's Nachts mag dat niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. 

Fabel: 'Windmolens staan vaak stil'

Onder windkracht 2 draaien windmolens vrijwel niet. Maar omdat het in Nederland vaak waait, staan windmolens hier zelden stil. Af en toe worden ze om veiligheidsredenen stilgezet omdat het te hard waait (dan laat de snelheidsbegrenzer in de turbine de molen stoppen), maar 95 procent van de tijd draaien ze gewoon. De molens in zee draaien zelfs nog meer.  

©emieldelange

Windmolens op zee wekken tot 40 procent meer energie op dan windmolens op het vaste land.

Fabel: 'Windmolens zijn gevaarlijk voor vogels'

Ondanks tegenstrijdige berichten sterft 99 procent van de vogelslachtoffers door contact met gebouwen, hoogspanningslijnen, masten en katten, en minder dan 1 procent van de vogeldoden komt op rekening van de windmolens. Een onderzoek in Canada toont aan dat van de 270 miljoen vogels die jaarlijks in dat land sterven door zaken waarvoor de mens verantwoordelijk is, slechts 0,007 procent op rekening van de windmolens komt. Windmolens komen pas op de dertiende plaats van de doodsoorzaken van vogels, met 20.000 slachtoffers. Wel wordt verwacht dat het aandeel door de toename van windenergie de komende 10 jaar zal vertienvoudigen.

In Noorwegen loopt in dat kader een interessant experiment waarbij één wiek van de turbine zwart is geverfd. Hierdoor zouden de vogels de wieken gemakkelijker kunnen zien en ontwijken. Geïnspireerd door het Noorse voorbeeld is er in Nederland ook een soortgelijke proef gestart. Belangrijk om vogelslachtoffers te vermijden is de locatiekeuze van de windmolens. Daarom zijn er gevoeligheidskaarten voor vogels opgesteld om natuurgebieden en andere belangrijke leefgebieden zo veel mogelijk te vermijden.

Feit: 'Windmolens worden steeds groter'

Hoe hoger de windmolen, hoe meer stroom hij produceert. Als de wieken van een windmolen twee keer zo groot worden, vangt hij geen twee maar vier keer zo veel wind. Vooral bij windmolens op zee merk je dat effect. In 35 jaar tijd is dat type maar liefst zeven keer groter geworden. De windturbines uit de jaren tachtig en negentig hadden een ashoogte van 25 tot 30 meter. De nieuwe mastodonten op zee zijn 150 tot 200 meter hoog en de windmolens die er zitten aan te komen gaan richting de 300 meter. Ter vergelijking: dat is zo hoog als de Eiffeltoren. 

Fabel: 'Biologisch materiaal is het beste isolatiemateriaal'

In onderstaande tabel kun je de lambda-waarden van verschillende isolatiematerialen vergelijken. De lambda-waarde of de warmtegeleidingscoëfficiënt geeft aan hoe goed het materiaal warmte geleidt. Hoe lager de waarde, hoe beter. 

De isolerende prestaties van biologisch isolatiemateriaal zoals stro, schapenwol of hennep blijven achter tegenover glas- of steenwol. Schapenwol heeft een middelhoge isolatiewaarde, maar volgens het NIBE – het instituut dat onderzoek doet naar de milieubelasting van bouwmaterialen – is schapenwol niet zo milieuvriendelijk als we zouden denken. Vooral de ammoniak in de uitwerpselen van de schapen zorgt voor schadelijke gassen die CO₂ veroorzaken. Bovendien is schapenwol een relatief duur product om je huis mee te isoleren. Een spouwmuur isoleren met schapenwol is drie keer zo duur als isolatie met glaswol of steenwol. 

Ook hennep maakt furore in ecologische kringen. Het is van nature schimmeldodend en antibacterieel, zodat er geen giftige stoffen tegen schimmel of ongedierte hoeven worden toegevoegd. Omdat hennep van zichzelf niet brandwerend is, voegt men wel branddempers als ammoniumfosfaat of soda toe. Op het gebied van isolatiewaarde scoort hennep isolatie gemiddeld. Bovendien heeft hennep erg weinig energie nodig tijdens de productie; zo’n plant groeit ruim een meter per maand. Nadeel is dat hennep kwetsbaar is voor vocht, en het is alsnog duurder dan veelgebruikte isolatiematerialen zoals glas- of steenwol.  

MateriaalLambda
Polyurethaan hardschuim (PUR)0,023 - 0,028
Geëxpandeerd polystyreen0,031 - 0,045
Geëxtrudeerd polystyreen0,028 - 0,038
Glaswol0,031 - 0,044
Rotswol0,034 - 0,044
Papiervlokken0,035 - 0,040
Kurk0,038 - 0,040
Hennep0,038 - 0,042
Vlas0,038
Schapenwol0,035 - 0,040
Katoen0,039 - 0,042
Stro0,056
Schelpen0,106 - 0,155

Fabel: 'Zonnepanelen vergen regelmatig onderhoud'

Weinig elektronische producten in huis hebben zo weinig onderhoud nodig als zonnepanelen. Dat komt door twee eigenschappen: de hellingshoek en de gebruikte coatings. De meeste zonnepanelen hebben een aantal lagen coating op het glas. Er is een anti-reflecterende coating die zorgt dat het licht zo veel mogelijk wordt geabsorbeerd en niet wordt weerkaatst. Maar is ook een vuilafstotende laag die ervoor zorgt dat stof en ander vuil zich niet aan het glas hecht. Bovendien spoelt het vuil gemakkelijk weg doordat de zonnepanelen hellend staan opgesteld. Alleen als je in een bosrijke omgeving woont of in de buurt van een bedrijf dat veel stof produceert, is het nodig om je zonnepanelen jaarlijks te inspecteren.

©Marina Lohrbach

Alleen als je in een bosrijke of stoffige omgeving woont, is het nodig om zonnepanelen regelmatig schoon te maken.

Fabel: 'De productie van zonnepanelen kost veel energie en is daarom niet duurzaam'

Zonnecellen worden gemaakt van een natuurlijk element: silicium. Het materiaal wordt gedolven, verhit en verwerkt. Deze procedure vergt behoorlijk wat energie en dat zorgt voor belasting van het milieu. Ook de productie van zonnepanelen kost uiteraard energie. Maar de productiekosten en de prijs van de grondstoffen is na één tot maximum twee jaar terugverdiend. Omdat een zonnepaneel gemiddeld 25 tot 30 jaar meegaat, bespaart elk paneel veel meer energie dan het aanvankelijk kostte. 

Fabel: 'Groen gas kan aardgas vervangen'

Momenteel is 0,5 procent van het gas in Nederland groen. Eerst wordt biogas gewonnen uit organisch afval zoals slib, groenten, fruit en koeienmest. Daarna wordt dat biogas gezuiverd en bewerkt tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Dan pas noemt men het ‘groen gas’. Het aandeel neemt toe en met een beetje geluk is er voor 2023 2 miljard m³ aan groen gas. Maar zelfs die hoeveelheid vormt amper 5 procent van het gasaanbod. Groen gas is belangrijk voor bepaalde sectoren, maar de hoeveelheid die kan worden geproduceerd blijft helaas beperkt. Overigens komt bij het verbranden van groen gas net als bij aardgas CO₂ vrij.  

Fabel: 'Uit mijn stopcontact komt groene stroom'

Alle Nederlands huishoudens tappen stroom van hetzelfde gezamenlijke elektriciteitsnetwerk. Dat betekent dat de 230 volt die uit je stopcontact komt altijd een mengsel is van groene stroom en grijze stroom. Groene stroom is afkomstig uit hernieuwbare bronnen zoals wind, water, zon en biomassa. Grijze stroom komt voort uit fossiele brandstoffen die schadelijk zijn voor het milieu.

Hoewel bij de productie van kernenergie veel minder CO₂ vrijkomt dan van een gas- of kolencentrale, rekent men deze energiebron ook bij de grijze stroom. De meeste groene stroom komt uit het buitenland. En hoewel dat verwarrend klinkt, wordt die groene stroom niet eens effectief aan Nederland geleverd. Vaak gaat het om een papieren constructie. Om elektriciteit als groene stroom te mogen verkopen, moet de leverancier er GvO's (Garantie van Oorsprong) van hebben. Landen met een overschot aan groene stroom verkopen hun certificaten van oorsprong aan Nederlandse energiemaatschappijen.

Zo’n GvO verzekert gewoon dat er ergens in Europa 1000 kWh uit een duurzame bron is opgewekt. In Nederland kan een energieleverancier dus zulke GVOs importeren uit landen met een overschot aan GvO's, zoals IJsland of Noorwegen. Als je die papieren groene stroom wegstreept, is slechts 40 procent van de Nederlandse stroomproductie duurzaam.

©Robertvt

De stroom uit je stopcontact is altijd een mengsel van groene en grijze stroom.

Fabel: 'De Nederlandse kolencentrales verminderen hun CO₂-uitstoot door tegelijk houtkorrels te verbranden'

Nederland heeft nog vier kolencentrales en die stappen deels over op hout en andere biomassa. Op papier zou dat klimaatneutrale brandstof zijn. In werkelijkheid produceren deze centrales hierdoor veel meer broeikasgas dan een vergelijkbare gas- of kolencentrale. Het gaat om pellets, een biogrondstof in de vorm van geperste houtkorrels.

Volgens Investico, een platform voor onderzoeksjournalisten, zorgt de meerstook van houtkorrels dat kolencentrales 95 procent méér CO₂ uitstoten in vergelijking tot gascentrales. Bovendien is er onduidelijkheid over de herkomst van de pellets. De houtkorrels die we in Nederland gebruiken zijn voor 40 procent afkomstig uit bosbeheergebieden, en 60 procent is zogenaamd resthout. Vooral over die laatste groep is het onduidelijkheid troef. Ten eerste is het begrip ‘resthout’ erg mistig, bovendien is de herkomst niet transparant. 

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips

▼ Volgende artikel
De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten
© jittawit.21
Huis

De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten

Dubbelzijdig afdrukken, navulbare inktreservoirs, automatische documentinvoer, netwerktoegang, foto’s printen, … Hedendaagse printers kennen heel wat opties. Welke functies je goed kunt gebruiken, hangt grotendeels af van je printgedrag. In dit artikel nemen we de belangrijkste eigenschappen onder de loep, waarna je een goede keuze kunt maken.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste printer kiest op basis van je behoeften:

  • Inkjet of laser?
  • Cardridge of inttank?
  • Welke extra functies: dubbelzijdig afdrukken, scannen en/of kopiëren, wifi-printen?

Lees ook: Printen in de cloud: wat is het en hoe werkt het?

Tip 1 Printtechniek

Het is verstandig om eerst de gewenste printtechniek te kiezen. Er zijn grofweg twee smaken, namelijk laser en inkjet. Zoals de naam al doet vermoeden, gebruikt een laserprinter een laserstraal om de juiste positie van tekst en beeld te bepalen. Dat gebeurt met een speciaal poeder dat in een zogenoemde toner is opgeslagen. Twee voordelen van deze techniek zijn de hoge afdruksnelheid en strakke drukletters. Deze apparaten zijn dan ook erg geschikt voor zakelijke gebruikers en particulieren die vaak omvangrijke documenten printen. De paginaprijs is relatief laag. Laserprinters zijn ongeschikt voor het afdrukken van foto’s en bovendien zijn ze in aanschaf doorgaans stevig aan de prijs.

Voor veruit de meeste thuisgebruikers is een inkjetprinter een logischere keuze. Dit apparaat bevat een heleboel dunne spuitmondjes die piepkleine inktdruppeltjes op het papier aanbrengen. Deze inkt is afkomstig uit cartridges of navulbare inkttanks. Het printen gebeurt uiterst nauwkeurig, waardoor er hoge resoluties haalbaar zijn. Een ander voordeel is dat een inkjetprinter felle kleuren kan afdrukken. Ideaal voor het afdrukken van mooie foto’s! Tot slot is een eenvoudig model al vanaf een paar tientjes te koop.

Een kleurenlaserprinter is doorgaans behoorlijk aan de maat, zoals dit model van Canon.

Tip 2 Inktverwerking

Besluit je om een inkjetprinter te kopen? De goedkoopste producten hebben slechts twee cartridges. Zwart zit in één inktpatroon, terwijl in de andere cartridge de kleuren magenta, geel en cyaan zijn opgeslagen. Voor doorsnee-gebruikers voldoen deze producten goed. Je kunt er foto’s en afbeeldingen in een redelijke kwaliteit mee afdrukken.

Wanneer je een hoge afdrukkwaliteit belangrijk vindt, is een inkjetprinter met vier (of meer) gescheiden cartridges een betere keuze. De eerdergenoemde kleuren hebben dan elk een eigen cartridge. Mooi meegenomen is daarnaast een zuiniger verbruik. Zodra er een bepaalde kleur op is, hoef je tenslotte alleen de overeenkomstige cartridge te vervangen.

In plaats van een inkjetprinter met cartridges kun je ook een exemplaar met zogenoemde inkttanks kopen. Hierbij heeft de behuizing meerdere reservoirs die je met speciale flesjes eigenhandig kunt vullen. Vergeleken met cartridges zijn de afdrukkosten véél lager. Een enkele flessenset is namelijk goed voor het printen van duizenden pagina’s of een heleboel foto’s. Zeker wanneer je relatief vaak afdrukt, is de meerprijs voor een inkttankprinter het overwegen waard. Het bekende merk Epson produceert op grote schaal navulbare printers. Als alternatief hebben Canon en HP ook enkele geschikte modellen.

In een flesje zit heel wat meer inkt dan in een cartridge.

Professionele fotoprinter

Wie graag fotografeert, heeft baat bij een (semi)professionele fotoprinter. Die hebben minimaal vijf cartridges of inkttanks. De extra kleur bestaat veelal uit fotozwarte inkt, waardoor de afdrukken realistischere contrasten bevatten. Een capabele fotoprinter kan namelijk een breder palet aan zwart- en grijstinten aanspreken. Dat resulteert onder meer in natuurgetrouwe schaduwen. Bepaalde producten hebben plek voor nog meer cartridges of inkttanks, al zijn dergelijke modellen wel een stuk duurder. Deze afdrukapparaten hebben een zeer hoog kleurbereik. Zeker wanneer je op een groot papierformaat wilt afdrukken, ogen de kiekjes afkomstig van zo’n uitgebreide fotoprinter levendiger. Tot slot kunnen de betere fotoprinters op A3- of zelfs A2-papierformaat afdrukken.

De dure Epson SC-P5300 is een professionele fotoprinter met maar liefst tien cartridges.

Tip 3 Kopiëren en scannen

Naast afdrukken kun je met de meeste printers ook kopiëren en scannen. Toch is het slim om dat wel even te checken. Zeker op (semi)professionele fotoprinters en laserprinters wil deze functie nog weleens ontbreken. Apparaten met een kopieer- en scanoptie hebben een deksel met een glasplaat. Leg hierop ondersteboven een document en kies op het bedieningspaneel de gewenste taak.

Je gebruikt de scanner ook om oude fotoafdrukken te digitaliseren. Hiervoor is de dpi-waarde een belangrijke eigenschap. Hoe hoger die is, hoe scherper de digitale foto (zie ook tip 5). Zeker wanneer je het kiekje wilt uitvergroten, heb je profijt van een hoge dpi.

De betere printers hebben een papierhouder voor automatische documentinvoer. Hierin passen (geregeld) maximaal vijftig vellen, waarna je de paperassen in één keer achter elkaar scant of kopieert. Dat gaat véél sneller dan elk document handmatig verwisselen op de glasplaat. Nuttig voor lange handleidingen en verslagen. Veel printers ondersteunen ook nog eens dubbelzijdig scannen en kopiëren, zodat je er helemaal geen omkijken naar hebt. Ten slotte hebben bepaalde all-in-one-printers een fax-functie, al zijn die tegenwoordig wel in de minderheid.

Gebruik een all-in-one-printer om oude fotoafdrukken te vereeuwigen.

Tip 4 Dubbelzijdig

Een goede ontwikkeling is dat je met veel betaalbare printers voor consumenten tegenwoordig ook automatisch dubbelzijdig kunt afdrukken. Deze apparaten hebben een mechanisme waarbij de printer elk A’4tje kan omdraaien. Je bespaart daarmee eenvoudig op papier. Bestaat een rapport uit pakweg vijftig pagina’s? In plaats van vijftig vellen heb je voortaan nog maar 25 A4’tjes nodig. Geef vooraf in de instellingen altijd wel even aan wanneer je dubbelzijdig wilt afdrukken. Een afdrukapparaat met deze functie wordt ook wel een duplexprinter genoemd.

Print je vaak lange documenten, dan is een zogenoemde duplexprinter een goede keuze.

Tip 5 Afdrukresolutie

Print je geregeld afbeeldingen, bijvoorbeeld illustraties of foto’s? Let dan op de afdrukresolutie. Fabrikanten drukken deze waarde uit in het aantal dots per inch (dpi). Deze eenheid staat voor het maximaal aantal druppeltjes inkt per vierkante inch. Een enkele inch heeft een oppervlakte van 2,54 × 2,54 centimeter. Hoe hoger de resolutie, hoe scherper het afdrukapparaat kan afdrukken. Foto’s ogen dan bijvoorbeeld gedetailleerder.

De goedkoopste inkjetprinters ondersteunen over het algemeen een resolutie van 4800 × 1200 dpi. In dit voorbeeld deponeren de spuitmondjes van de printer op de horizontale en verticale as respectievelijk 4800 en 1200 druppeltjes. Andere veelvoorkomende resoluties zijn 5760 × 1440 en 4800 × 2400 dpi. Bepaalde producten voor de professionele markt ondersteunen nog ruimere waarden, maar die zijn fors duurder. Houd bij zulke printers trouwens wel rekening met een hoger inktverbruik.

Voor scherpe fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een printer met een hoge afdrukresolutie.

Tip 6 Printer aansluiten

Zodra je de printer uit de productdoos haalt, ga je hem logischerwijs meteen aansluiten. Dat kan op verschillende manieren. Vrijwel alle producten voor de consumentenmarkt hebben een usb-ingang. Creëer daarmee een rechtstreekse verbinding tussen het afdrukapparaat en de pc of laptop.

Staat de computer uit, dan wil je misschien printjes vanaf een smartphone of tablet maken. Of misschien gebruik je in huis wel meerdere computers. Om die reden hebben de meeste hedendaagse producten een draadloze netwerkaansluiting. Verbind de printer daarmee met wifi en druk vanaf elk (mobiel) apparaat in huis af. Een voorwaarde is dat er op de beoogde plek voldoende wifi-dekking is. Je kunt dat vooraf even met een smartphone controleren. De betere producten ondersteunen de 2,4GHz- en 5GHz-frequentieband. Je vergroot daarmee de kans op een stabiele draadloze verbinding. In stedelijke gebieden is de 2,4GHz-frequentieband namelijk vaak drukbezet.

Er bestaan ook modellen met een bekabelde netwerkaansluiting, al betreffen dit hoofdzakelijk printers voor de zakelijke markt. Deze optie heeft vooral nut wanneer de printer in de buurt van een router of switch staat opgesteld. Het voordeel van zo’n fysieke netwerkaansluiting is dat printopdrachten nooit worden verstoord door het signaal van naburige draadloze netwerken.

Een printer met netwerkfunctie hoef je niet per se vlak bij een computer neer te zetten.

Tip 7 Mobiel afdrukken

De laatste jaren is het mobiel versturen van afdruktaken makkelijker dan ooit. Android-apparaten, iPhones en iPads herkennen een recente printer meestal op eigen houtje in het netwerk. Je past vervolgens naar eigen wens de printinstellingen aan en drukt direct af. Voor comptabiliteit met Apple-apparaten check je zekerheidshalve of het product AirPrint ondersteunt. In dat geval kun je bijvoorbeeld vanuit diverse apps printen, zoals Foto’s, Safari en Documenten. Open hiervoor het deelmenu (vierkant met pijl) en kies Druk af. Verder kunnen veel printers overweg met de Mopria-standaard. Je kunt dan rechtstreeks vanuit Android afdrukken.

Mocht jouw smartphone of tablet de printer niet meteen herkennen, dan is er nog geen man overboord. Open in dat geval de Play Store of de App Store en installeer de app van de printerfabrikant. Alle bekende merken hebben namelijk een eigen app, zoals HP, Epson, Brother en Canon. Vanuit deze toepassingen verstuur je alsnog printopdrachten.

Je verstuurt vanaf jouw smartphone rechtstreeks afdruktaken naar een wifi-printer.

Tip 8 Foto-opties

Fotografieliefhebbers kunnen op nog een aantal zaken letten. Heb je kiekjes met een compact-, systeem- of spiegelreflexcamera gemaakt en wil je de mooiste beelden meteen afdrukken? Sommige modellen hebben een geheugenkaartlezer. Plaats je daarin pakweg een SD-kaart, dan verschijnen de foto’s op het display van het afdrukapparaat. Afhankelijk van de printer kun je misschien nog wat zaken aanpassen. Druk de foto daarna op het gewenste papierformaat af. Dankzij deze optie hoef je de fotobestanden niet eerst naar een computer te kopiëren. Bekijk in de specificaties wel even welke geheugenkaarttypes de printer accepteert.

Als alternatief kun je een fototoestel wellicht via usb verbinden en vervolgens een afdruktaak starten. Hierbij is het een vereiste dat de camera met de PictBridge-standaard overweg kan. Selecteer op het display van de camera de gewenste instellingen en druk het kiekje af. Overigens gebruik je deze usb-poort ook om een usb-stick met documenten en foto’s aan te sluiten.

Ten slotte hebben sommige printers een apart vak voor fotopapier. Meestal kun je daarin vellen met een standaardformaat van 15 × 10 centimeter kwijt. Gunstig, want je hoeft dan de normale A4’tjes niet steeds eerst uit de printer te halen.

Haal de SD-kaart uit het fototoestel en steek hem direct in een geschikte printer.

Tip 9 Bediening

Duurdere printers hebben over het algemeen een aanraakscherm. Je tikt in het menu gewoon op de taak die je wilt uitvoeren, zoals scannen of kopiëren. Verder kun je waarschijnlijk ook diverse onderhoudsklusjes doen, zoals de printkop reinigen of firmware-updates installeren. Daarnaast controleer je op het display de actuele inktniveaus. Gebruik je een fotoprinter, dan bekijk hierop ook nog kiekjes van een aangesloten fototoestel of geheugenkaart. In dat geval is een ruim scherm wel zo prettig. Tot slot geeft het display je mogelijk toegang tot diverse (draadloze) netwerkfuncties.

Goedkopere printers hebben een klein of zelfs helemaal geen (aanraak)scherm. Op de behuizing bevinden zich dan meerdere knopjes om uiteenlopende taken te starten. Het bedieningspaneel oogt om die reden drukker. Zo zijn er meestal aparte toetsen om een zwart-wit- of kleurenkopie te maken. Opvallend veel printers hebben overigens een kantelbaar bedieningspaneel. Je kiest zo een comfortabele kijkhoek voor het scherm en de knoppen.

Deze fotoprinter van Epson onderscheidt zich met een ruime schermdiagonaal van 10,9 centimeter.

Tip 10 Behuizing

Eerlijk is eerlijk: de printer is in jouw woning of (thuis)kantoor waarschijnlijk niet het mooiste apparaat. Toch valt er op het gebied van design momenteel best wat te kiezen. Er zijn bijvoorbeeld redelijk wat printers in een zwarte én witte versie verkrijgbaar. Bovendien worden bepaalde series in allerlei vrolijke kleuren uitgebracht. Het is in dat geval wel even zoeken, want afdrukapparaten met een kleurtje liggen niet voor het oprapen.

Heb je weinig ruimte voor de printer, zoals een krap plekje in een kast of verlaten hoekje op het bureau? De kleinste inkjetmodellen zijn erg compact. Vaak kun je diverse onderdelen inklappen, waarna er een compact ‘doosje’ overblijft. Logischerwijs doe je met zo’n klein afdrukapparaat wel enkele concessies. De papierlade heeft bijvoorbeeld weinig ruimte voor A4’tjes en er ontbreekt vermoedelijk een lade voor automatische documentinvoer.

Sommige printers zijn in allerlei exotische kleuren verkrijgbaar.

Kooptips

Wil je een nieuwe printer kopen? We zetten drie breed verkrijgbare producten uit verschillende prijsklassen op een rij.

Canon Pixma TS5150

De Canon Pixma TS5150 is bij bepaalde webwinkels spotgoedkoop. Ondanks de lage aanschafprijs zijn de specificaties prima. Zo print je met dit all-in-one-model op een maximale resolutie van 4800 × 1200 dpi. Druk gerust een paginadik rapport of verslag af, want de Pixma TS5150 kan automatisch dubbelzijdig afdrukken. Wil je liever een scan of kopietje maken? Plaats dan een vel ondersteboven op de glasplaat. Je kiest met behulp van het display en de druktoetsen vervolgens de gewenste actie. De printer heeft onder de motorkap een wifi-adapter. Kortom, verstuur vanaf elk (mobiel) apparaat afdruktaken. Behalve documenten kun je net zo makkelijk foto’s uitprinten. Op een formaat van 15 × 10 centimeter zie je zelfs geen witrand. In de behuizing gaan twee cartridges. Onder de productnaam Pixma TS5151 is het product ook in een witte behuizing te koop.

HP OfficeJet Pro 9730e

Deze inkjetprinter van HP is een regelrechte alleskunner. Naast de gebruikelijke A4’tjes kun je er zelfs afdrukken op A3-formaat mee maken. Print op die manier dus posters! Zoals de naam al doet vermoeden, is de OfficeJet Pro 9730e een goede aanvulling voor elk (thuis)kantoor. Verdeeld over twee lades plaats je maar liefst vijfhonderd vellen. Verder leg je een stapeltje van 35 A4’tjes in de documentinvoer, waarna je ze achtereen kunt scannen of kopiëren. Daarnaast is automatisch dubbelzijdig afdrukken geen probleem. Mooi meegenomen is dat je met de OfficeJet Pro 9730e kiekjes kunt afdrukken, want het apparaat verwerkt moeiteloos fotopapier. De maximale printresolutie bedraagt 4800 × 1200 dpi. Er gaan vier gescheiden cartridges in de behuizing. Je koppelt deze all-in-one-printer via wifi of een kabel met het thuisnetwerk.

Epson EcoTank ET-2870

Print je veel documenten en foto’s? Dan is deze veelzijdige inkttank-printer van Epson een interessante kandidaat. Gebruik de meegeleverde flessenset om de inktreservoirs eigenhandig te vullen. Wegens het slimme flesontwerp gaat dat zonder morsen. Met een maximale resolutie van 5760 × 1440 dpi leent de EcoTank ET-2870 zich perfect voor het scherp afdrukken van foto’s. Bij het standaardformaat van 15 × 10 centimeter en kleinere fotovellen zie je hierbij geen witrand. Wanneer je het apparaat met het draadloze thuisnetwerk verbindt, kun je vanaf elke smartphone, tablet en computer afdrukken; er is hiervoor ondersteuning voor Apple AirPrint ingebakken. Naast printen kun je met dit apparaat ook kopiëren en scannen, al ontbreekt er wel een automatische documentinvoer. Let niet te veel op de hier vermelde adviesprijs, want een heleboel webwinkels vragen een lager bedrag.