ID.nl logo
Homebridge installeren op Raspberry Pi: Haal meer uit Apple HomeKit
© PXimport
Energie

Homebridge installeren op Raspberry Pi: Haal meer uit Apple HomeKit

Apples HomeKit bundelt op handige wijze de smarthome-gadgets bij jou in huis, maar lang niet ieder apparaat wordt ondersteund. Gelukkig is er hobbyproject Homebridge, om ook die niet-werkende wifi-lampen en andere accessoires aan het Apple-platform toe te voegen. We leggen uit hoe je homebridge installeren kunt op een Raspberry Pi.

De markt voor smarthome-producten lijkt op dit moment op het Wilde Westen. Iedere fabrikant brengt eigen apparaten met bijbehorende apps uit, ieder met eigen protocollen om met het internet te verbinden. Meterkasten hangen vol met verbindingshubs die allemaal andersoortige gadgets koppelen aan het internet en je telefoon.

Techbedrijven proberen dit gelukkig te standaardiseren door hun eigen alomvattende platformen te bouwen, waar fabrikanten vervolgens hun eigen gadgets aan kunnen koppelen. Zo heeft Apple bijvoorbeeld HomeKit, waar ondersteunde lampen, camera’s, thermostaten en andere domotica mee verbonden kan worden. Ieder apparaat met HomeKit-ondersteuning heeft een duidelijke vermelding op de doos, zodat je weet dat het goed samenwerkt.

Maar wat als die melding niet op de verpakking staat? Dan is er een aanzienlijke kans dat HomeKit niet werkt. Hoewel het aantal producten met HomeKit met de dag groeit, kiest niet iedere fabrikant ervoor om het protocol te gebruiken. Soms heeft dat te maken met de strenge privacy-eisen van Apple, want kan een bedrijf niet garanderen dat er privacyvriendelijk met de gegevens wordt omgegaan, dan mag het niet samenwerken met HomeKit. 

En soms heeft het te maken met de fabrikant zelf. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de producten van Nest, waarvan geen enkel product werkt in combinatie met HomeKit. Nest is namelijk eigendom van Google, dat met de Google Home-app een concurrent voor HomeKit in handen heeft. Slimme stofzuigers van iRobot werken op hun beurt ook niet, omdat HomeKit officieel nog geen ondersteuning biedt voor dit soort apparaten.

Waarom Homebridge

Maar niet getreurd: bij veel van deze producten is het alsnog mogelijk om de koppeling met HomeKit te maken. Door een Raspberry Pi aan je netwerk te hangen en daar Homebridge op te installeren, heb je een apparaatje dat de officieuze brug vormt tussen allerlei gadgets en je HomeKit-verzameling. En die Raspberry Pi is klein genoeg om naast al die andere domoticahubs in dezelfde meterkast te hangen. Dat brengt twee hele grote voordelen met zich mee.

Ten eerste staan al je eerder niet-ondersteunde apparaten voortaan in de officiële Woning-app op je Apple-apparaat, waardoor je niet langer tussen meerdere apps hoeft te schakelen om je huis te bedienen. Ook vind je ze in het Bedieningspaneel terug waarmee je ze snel kunt besturen en ze zijn toegankelijk met stemassistent Siri. Bovendien staan ineens al je accessoires gesorteerd op kamer in plaats van op losse apps per productsoort.

©PXimport

Voordeel twee: alles dat in HomeKit staat, kan vanuit de Woning-app worden geautomatiseerd. Zo kun je bijvoorbeeld instellen om de Hue-lampen aan te zetten zodra de Nest-camera beweging detecteert, ondanks het feit dat die Nest-camera nooit op die manier met je lampen hoort samen te werken. Het stelt je huis open voor een reeks nieuwe automatiseringen die je leven nog iets makkelijker maken. Een gekoppelde lichtschakelaar kan meteen ook de gekoppelde thermostaatknoppen omhoog draaien en muziek op de Sonos starten, zodat bij binnenkomst in de woonkamer je hele ochtendroutine is opgestart.

In dit artikel leggen we uit hoe je Homebridge installeert en koppelt aan je netwerk. Daarbij leggen we vervolgens ook uit hoe dat kastje met de Woning-app op je iPhone praat, hoe je een plug-in installeert om apparaten te koppelen en waar je precies rekening mee moet houden.

Wat werkt met Homebridge? De lijst van apparaten die via Homebridge met HomeKit kunnen praten is groot. Denk bijvoorbeeld aan de thermostaten en camera’s van Nest, de lampen van Lifx en de gadgets van Ikea. Laatstgenoemde ondersteunt bij sommige accessoires al HomeKit, maar Homebridge voegt ondersteuning voor de rest toe. Ook kun je een Sonos-speaker via Homebridge toevoegen, zoals dat ook met een HomePod-speaker van Apple zelf kan, of een slimme Harmony-afstandsbediening koppelen. Dan kun je vanuit de Woning-app je televisie aan- of uitzetten. Een lijst met geverifieerde plug-ins staat op de HomeBridge-wiki. Daarnaast is er nog meer, maar deze plug-ins zijn niet officieel goedgekeurd door de makers. Ze zijn in de praktijk vaak wat onafgewerkt en lastiger in te stellen.

Wat heb je nodig?

De betreffende software is beschikbaar voor Linux, macOS, Windows en Docker, waardoor je het zelfs op een al draaiende netwerkschijf in je trapkast kunt draaien. Wij richten ons in dit artikel op de installatie op een Raspberry Pi. Deze minicomputer is energiezuinig, wat belangrijk is bij een apparaat dat altijd aan moet blijven staan. Bovendien kun je een Pi voor een paar tientjes kopen, waardoor het project financieel niet uit de klauwen zal lopen.

Homebridge werkt op alle modellen van de Raspberry Pi, hoewel je bij de Pi 1 en 2 genoodzaakt bent om dan de ethernetpoort te gebruiken. Pas vanaf de Pi 3 is wifi ingebouwd. Voor 1 en 2 kun je wel een losse wifi-dongle kopen, maar voor dat extra geld heb je even goed een Pi 3 of Zero in huis gehaald.

Ons advies is daarom een Pi 3 te gebruiken voor dit project. Die is ook krachtig genoeg om met gemak video’s van gekoppelde camera’s te verwerken en wordt in veel winkels voor een zacht prijsje van de hand gedaan – winkeliers willen van de Pi 3 af om plaats te maken voor de nieuwere, krachtigere Raspberry Pi 4.

©PXimport

De Pi Zero is een alternatief voor wie zo min mogelijk wil besteden, al moet je dan wel het wifi-exemplaar kopen. Dit apparaat heeft immers geen ethernetpoort. Een standaard usb-lader is vaak voldoende om iedere Pi met Homebridge van voldoende stroom te voorzien. Daarnaast heb je een micro-sd-kaart met minstens 4 GB opslag nodig, plus een kaartlezer om de Pi op een computer aan te kunnen sluiten. 

Meer opslag kan altijd, maar is niet vereist: de plug-ins nemen buitengewoon weinig ruimte in beslag. En bij het gebruik van videocamera’s worden de opnames gemaakt met iCloud, waardoor ze niet op het apparaat zelf worden opgeslagen. Uiteraard heb je ook een computer nodig om de kaart voor te bereiden en later de Homebridge mee in te stellen, het gebruikte besturingssysteem maakt niet uit.

Lees ook: Welke Raspberry Pi kun je het beste kopen?

Homebridge op micro-sd-kaartje zetten

Voordat we beginnen, moeten we Homebridge op de micro-sd-kaart installeren. Dat is gelukkig vrij simpel. Op de website van de makers kun je een vooraf gemaakt ‘image’ downloaden, dat je met het programma Etcher heel gemakkelijk op de kaart installeert. Het image is in feite een kaart met het besturingssysteem Linux, waarop alle benodigde bestanden al zijn geïnstalleerd en ingesteld om automatisch op te starten.

Download hier Etcher

Download hier Homebrige

Steek de micro-sd-kaart in de kaartlezer van je computer, start Etcher op en druk op Select image. Vervolgens ga je naar de map waar je zojuist je download hebt uitgepakt en selecteer je het reeds uitgepakte image-bestand. 

Klik hierna op Select target en kies de micro-sd-kaart die je hebt ingevoerd. Pas op: alles dat hierop staat wordt verwijderd, dus maak een back-up van de kaart als er nog iets belangrijks op staat.

©PXimport

Start vervolgens het proces, waarna je een paar seconden of minuten moet wachten. De tijdsduur hangt af van hoe snel je kaartlezer en micro-sd-kaart zijn. Werp de micro-sd-kaart uit zodra Etcher zegt dat alle stappen goed zijn verlopen en stop hem in de (nog uitgeschakelde) Raspberry Pi.

Wil je Homebridge via ethernet met je netwerk verbinden, dan hoef je nu alleen nog maar de kabel in het apparaat te pluggen en hem in te schakelen. Ga hieronder dan verder naar het kopje ‘Openen vanuit de browser’ om te lezen wat je nu moet doen. Zit je liever op het wifi, lees dan eerst het kopje ‘Verbinden met wifi’ door om op de juiste wijze verbinding te leggen met de Pi.

Verbinden met wifi

Sluit de Raspberry Pi aan op de stroom en wacht ongeveer twee minuten. Pak vervolgens een smartphone of computer en zoek vanaf dit apparaat naar nieuwe wifi-netwerken. Als het goed is staat het wifi-punt Homebridge WiFi Setup hier nu tussen. Deze wordt uitgezonden vanaf de Pi om je te helpen het wifi-wachtwoord in te stellen. Klik erop en wacht even totdat er een webpagina in beeld springt. Vanaf deze pagina kun je de naam en het wachtwoord van je netwerk invullen.

Selecteer de router waar de Pi mee moet verbinden en vul vervolgens de door jou ingestelde router-informatie in. De pagina zal hierna verdwijnen en je raakt de wifi-verbinding kwijt: de wifi-antenne wordt nu namelijk gebruikt om met je netwerk te praten. Na een minuut of twee is het apparaatje opnieuw opgestart en is er een wifi-verbinding gelegd.

Openen vanuit de browser

De Homebridge is nu ingesteld en met het netwerk verbonden. Je kunt vanaf een smartphone of computer met de webinterface van het apparaat verbinden, zodat je daar plug-ins kunt configureren om apparaten te koppelen. Dit is de voornaamste manier waarop je met de Homebridge zult communiceren. Voor technische zaken is het ook mogelijk vanuit een terminal in te loggen, maar dat is gelukkig zelden nodig.

Verbind je vanaf een smartphone of Mac, dan is het vrij gemakkelijk om het adres van de Homebridge te vinden: open je browser en tik de domeinnaam homebridge.local in. Deze is standaard toegewezen en wordt door browsers op deze apparaten correct geïdentificeerd.

Wie Windows gebruikt, moet de instellingen van de router openen en de lijst met verbonden apparaten opzoeken. Daartussen vind je de Pi onder de naam Homebridge, met daarachter een ip-adres dat je in de browser kunt invoeren. Je kunt ook de smartphone-app Fing installeren op een iPhone of Android om hiermee het adres te achterhalen.

©PXimport

De webinterface van Homebridge bestaat uit een grote qr-code linksboven, met daarnaast de specificaties van je apparaat. Met de tabbladen bovenin kun je naar de algemene instellingen en de configuratie van specifieke plug-ins navigeren. Voordat we een plug-in configureren, gaan we eerst de Homebridge aan HomeKit verbinden.

Apparaten aan Homebridge toevoegen

Laat de webinterface van HomeKit op je computer openstaan en start vanaf een iPhone of iPad de app Woning. Tik rechtsboven op het plusicoon en kies voor Nieuw accessoire. Het camerabeeld verschijnt op het scherm, dat je vervolgens op de afgebeelde qr-code kunt richten. Eenmaal geïdentificeerd, wordt de juiste koppelingscode automatisch doorgegeven. Doorloop hierna de stappen op het scherm totdat de Homebridge verbonden is.

Ieder apparaat dat je hierna via een plug-in aan Homebridge koppelt, zal automatisch verschijnen in de Woning-app op je Apple-apparaten. Met als uitzondering televisies en camera’s. Daarvoor moet je dit proces telkens opnieuw doorlopen om ze goed te configureren. Zie je iets niet staan? Herstart de Homebridge dan vanuit het instellingenscherm in de webinterface.

©PXimport

©PXimport

Nu de Homebridge goed verbonden is, kun je jouw gewenste apparaten koppelen door een plug-in te installeren. Klik vanuit de webinterface op Plugins en zoek naar de door jou gewenste dienst om te verbinden. Wie een Nest wil verbinden, kan bijvoorbeeld de plug-in homebridge-nest aanklikken om te installeren.

Een speciaal configuratieveld helpt bij het koppelen van het door jou gewenste apparaat. Bij een Nest-apparaat moet je bijvoorbeeld inloggen op home.nest.com, vervolgens browsen naar home.nest.com/session en de code achter access_token kopiëren naar het hiervoor bedoelde veld in de Homebridge-interface. Wie een Google-account gebruikt om te verbinden, moet op een complexere wijze een token vinden. Dat proces wordt op de plug-inpagina beschreven.

Koppelingscodes vinden

Nagenoeg ieder apparaat dat je met de Homebridge wilt koppelen, vereist dat je via-via zo’n unieke koppelingscode vindt om in de software in te voeren. Vaak doe je dat door net zoals bij Nest op een site in te loggen, maar soms hoef je enkel het ip-adres van bijvoorbeeld je robotstofzuiger over te typen. In de meeste gevallen vind je op de configuratiepagina instructies hoe je dit instelt. 

Zie je geen instructies? Dan loont het om op npmjs.com de naam van de plug-in op te zoeken. Op die site zijn er veel verzameld, inclusief handleiding om ze goed werkend te krijgen.

Bij het instellen van een plug-in heb je soms de keuze om het type HomeKit-apparaat te kiezen. Dat kun je zelf bepalen, afhankelijk van hoe je de plug-in wilt gebruiken. Een camera kan als videobeeld in je Woning-app komen te staan of als bewegingssensor functioneren. Bij die eerste kun je zien wat er voor de deur gebeurt, terwijl die laatste aan de hand van een automatisering bijvoorbeeld de lichten activeert.

Sommige apparaattypen worden officieel niet door HomeKit ondersteund, maar zijn door de hobbyprogrammeurs van Homebridge voorzien van een handige, alternatieve vorm. Een robotstofzuiger is in de app bijvoorbeeld een lichtschakelaar. Dat ziet er gek uit, maar is hartstikke logisch: je hoeft hem alleen aan of uit te zetten. Het is in de Woning-app mogelijk het icoon te wijzigen, zodat je ze niet verwart met bestaande gadgets.

Alles geactiveerd houden

Met bovenstaande ben je er al: zolang de Homebridge geactiveerd is, zullen alle ingestelde apparaten verbonden blijven met je HomeKit-systeem. Het is daarbij van groot belang dat zowel de Raspberry Pi als de mogelijke verbindingshubs met je netwerk verbonden blijven. De Homebridge vervangt niet de verbindingskastjes die je hiervoor al gebruikte.

Na bijvoorbeeld een netwerkstoring heeft de Pi soms problemen, waarna het verstandig is hem even te herstarten. Doe dat echter niet door de usb-kabel uit de Pi te halen: dan riskeer je dat de micro-sd-kaart gecorrumpeerd raakt en onbruikbaar wordt. Open altijd de webinterface en start met de softwareknop vanuit hier het apparaat opnieuw op.

Verder kan er na het instellen gelukkig weinig misgaan. Zolang je niks vreemds doet, blijft de Homebridge gewoon werken én heb je een veel slimmere Apple Woning-app dan hiervoor het geval was.

▼ Volgende artikel
Zo maak je je Android-smartphone sneller
© AK | ID.nl
Huis

Zo maak je je Android-smartphone sneller

Wordt je smartphone steeds trager? Geen paniek, je hoeft echt niet meteen een nieuw toestel te kopen. Vooral bij Android kun je met een paar simpele aanpassingen je telefoon weer merkbaar sneller maken, gewoon via de instellingen die al op je toestel staan. Door opslagruimte vrij te maken en het energieverbruik te verlagen, werkt je telefoon weer als een zonnetje. In dit artikel lees je wat echt werkt.

Wordt je Android-telefoon traag? Probeer dit:

• Verwijder overbodige apps en bestanden • Zet automatische helderheid eventueel uit • Schakel de donkere modus in (bij oled-scherm) • Activeer batterijoptimalisatie • Gebruik de onderhoudsfunctie van je toestel • Herstart je telefoon regelmatig • Verlaag de verversingssnelheid van het scherm • Zet onnodige verbindingen uit • Installeer updates voor Android en apps • Als laatste redmiddel: doe een fabrieksreset

Lees ook: 8 smartphones getest: veel kwaliteit tussen 300 en 500 euro

Tip 1: Ruim overbodige apps en bestanden op

Veel smartphones worden trager omdat het geheugen langzaam volloopt. Dat begint vaak bij apps die je allang niet meer gebruikt. Verwijder ze: ze nemen opslagruimte in, draaien soms op de achtergrond mee en hebben vaak nog toegang tot je gegevens. Kijk daarna meteen even in je Downloads-map. In de app 'Bestanden' (op Samsung-toestellen heet die 'Mijn bestanden') zie je snel wat de grootste ruimtevreters zijn. Grote video's, pdf-bestanden of oude screenshots? Verwijder ze of zet ze over naar de cloud.

Tip 2: Check de automatische helderheid

De automatische helderheid (adaptive brightness) past het scherm aan op je omgeving en werkt meestal prima. Maar soms wordt het scherm onnodig fel, bijvoorbeeld in de zon of als je toestel je gebruik niet goed inschat. Dat vraagt extra energie en kan je telefoon wat langzamer maken, vooral als de accu bijna leeg is. Merk je dat je scherm vaak onnodig fel staat, zet dan de helderheid handmatig iets lager.

Tip 3: Schakel donkere modus in

Heb je een telefoon met een oled-scherm, dan loont het om de donkere modus te gebruiken. Bij deze schermtechniek betekent zwart letterlijk 'uit', wat batterij bespaart en warmteontwikkeling tegengaat. Bovendien ziet het er voor veel mensen rustiger uit.

©ID.nl

Zo zit het met energieverbruik en snelheid

Een hoog energieverbruik maakt je telefoon op zichzelf niet trager, maar kan wel leiden tot situaties waarin de prestaties omlaag gaan. Als je toestel veel stroom verbruikt, bijvoorbeeld door zware apps of een fel scherm, ontstaat er warmte. Om oververhitting te voorkomen, beperken veel moderne telefoons dan automatisch hun snelheid – dat heet 'thermal throttling'. Ook bij een bijna lege batterij schakelen sommige toestellen over op een zuinige stand, waarbij de snelheid bewust wordt teruggeschroefd. Daarom helpen simpele ingrepen zoals het sluiten van achtergrond-apps of het uitschakelen van 5G vaak dubbelop: ze besparen energie én zorgen dat je toestel sneller blijft reageren.

Tip 4: Activeer batterijoptimalisatie en Adaptive Battery

Android biedt slimme energiebesparingsopties waarmee apps die je weinig gebruikt automatisch worden begrensd. In het instellingenmenu vind je onder 'Batterij' of 'Energiebeheer' de functie 'Adaptive Battery'. Ook kun je per app instellen of Android achtergrondactiviteit mag beperken. Zo voorkom je dat apps die je niet meer gebruikt ongemerkt op de achtergrond blijven draaien en je telefoon onnodig vertragen.

©ID.nl

Extra 🔋 nodig voor je smartphone?

Tijd voor een powerbank!

Tip 5: Gebruik de onderhoudsfunctie van je toestel

Op veel Android-smartphones, vooral van Samsung, zit een optie als 'Apparaatonderhoud' of 'Device Care'. Hiermee kun je geheugen vrijmaken, overtollige processen sluiten en tijdelijke bestanden verwijderen. Je kunt instellen dat je toestel dit automatisch doet, bijvoorbeeld dagelijks of bij een herstart.

©ID.nl

Tip 6: Herstart je telefoon regelmatig

Zeg eens eerlijk: zet jij je telefoon weleens helemaal uit? Grote kans van niet. De meeste mensen laten hun toestel continu aanstaan, waardoor tijdelijke bestanden zich langzaam opstapelen. Na een tijdje merk je dat aan de snelheid. Door je telefoon af en toe automatisch te laten herstarten (bijvoorbeeld dagelijks of wekelijks) geef je het systeem de kans om zichzelf op te ruimen. Je vindt die optie bij de geavanceerde instellingen van de onderhoudsapp.

Tip 7: Verlaag de schermverversing of resolutie

Veel moderne toestellen gebruiken een adaptieve verversingssnelheid die zichzelf automatisch aanpast aan wat er op je scherm gebeurt. Toch loont het soms om handmatig naar 60 Hz terug te schakelen,  bijvoorbeeld als het toestel snel warm wordt of als de batterij opvallend snel leegloopt. Van zo'n lagere verversingssnelheid merk je zelf nauwelijks iets, maar het kan wel gunstig zijn voor de prestaties en de accuduur. Kun je dit aanpassen op jouw toestel? Kijk dan bij Instellingen → Beeldscherm → Verversingssnelheid of Schermresolutie.

©ID.nl

Tip 8: Zet onnodige verbindingen uit

Bluetooth en NFC zijn handig voor het koppelen van apparaten of contactloos betalen, maar vaak heb je ze helemaal niet nodig. Hetzelfde geldt voor functies zoals locatieservices of automatische app-updates op mobiele data. Bij moderne telefoons is het energieverbruik van deze verbindingen normaal gesproken minimaal, maar bij slecht bereik of veel achtergrondactiviteit kunnen ze toch voor extra belasting zorgen. Door overbodige functies uit te schakelen bespaar je niet alleen wat batterij, maar verminder je ook de kans op thermal throttling.

Tip 9: Installeer updates voor Android en je apps

Een simpele maar belangrijke stap: updates bevatten bugfixes, beveiligingspatches en prestatieverbeteringen. Als je apps een tijd niet zijn geüpdatet, kunnen ze trager reageren of vastlopen. Dat geldt ook voor Android zelf: zorg dat je ook je systeemversie up-to-date houdt. Regelmatig updaten zorgt dat je telefoon goed blijft draaien.

Tip 10: Laatste redmiddel: je telefoon volledig resetten

Helpen alle tips hierboven niet voldoende? Dan is een fabrieksreset het proberen waard. Daarmee verwijder je alles wat ooit traagheid heeft veroorzaakt – van corrupte bestanden tot fout geïnstalleerde apps. Vergeet niet een back-up te maken voordat je begint. Daarna voelt je toestel vaak weer als nieuw.

Zo simpel kan het zijn!

Met deze aanpassingen – van opruimen tot slimme instellingen – geef je je Android-telefoon een flinke oppepper. Je verlengt niet alleen de levensduur van je toestel, maar kunt ook die aanschaf van een nieuwe telefoon nog even uitstellen.


 

▼ Volgende artikel
Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!
© Roman R
Energie

Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Heb je zonnepanelen, dan is je energierekening lager dan huishoudens zónder. Maar dankzij de almaar dalende terugleververgoeding en de stijgende terugleverkosten wordt dat verschil wel steeds kleiner. Wat je kunt doen om er nog wél iets aan te verdienen, lees je hier.

In het kort

Zonnepanelen zijn nog altijd rendabel, maar het verschil met huishoudens zonder panelen wordt kleiner. De terugleververgoeding daalt, terwijl terugleverkosten stijgen. Om hoeveel euro dat kan gaan, lees je in dit artikel.

Gelukkig kun je nog steeds besparen, zolang je zoveel mogelijk van je eigen zonnestroom direct verbruikt. Wij geven je 7 tips waarmee je toch nog geld overhoudt aan je zonnepanelen.

Lees ook: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Dat zonnepanelen steeds minder rendabel zijn, daar is al veel over geschreven. Natuurlijk, de energierekening van huishoudens met zonnepanelen zijn nog altijd lager dan die van huishoudens zonder. Om hoeveel euro het gaat, is vaak lastig in te schatten, maar Energievergelijk.nl heeft er een analyse op losgelaten. Daarbij zijn ze uitgegaan van een huishouden met een stroomverbruik van 3.000 kWh per jaar en zonnepanelen van 400 Wp per paneel.

Minder voordeel bij meer panelen

Een huishouden met acht zonnepanelen bespaart gemiddeld 34,81 euro per maand op de energierekening ten opzichte van een huishouden zonder. Is hierbij gekozen voor het goedkoopste energiecontract van dit moment, dan loopt dit op tot maximaal 43,30 euro per maand. Maar zou je in plaats acht panelen er twintig plaatsen (dus x 2,5), dan heb je níet ook 2,5 keer zoveel voordeel. Bij twintig panelen ligt het maximale voordeel op slechts 47,76 euro per maand. Dat is een verschil van slechts 4,46 euro per maand…

Dat komt vooral door twee dingen: de terugleververgoeding (wat je krijgt) en de terugleverkosten (wat je betaalt). Waar die vergoeding vooral steeds lager en lager wordt, worden de kosten steeds hoger. Die zijn namelijk sterk afhankelijk van hoeveel stroom je aan het net teruggeeft. Bij acht panelen wordt in het voorbeeld van Energievergelijk.nl gemiddeld 1.904 kWh teruggeleverd. Bij het goedkoopste energiecontract wordt daarvoor gemiddeld 17,25 euro per maand aan terugleverkosten berekend. Wie twintig zonnepanelen heeft, levert veel meer terug, gemiddeld zo'n 5.440 kWh. En daar betaal je bij het goedkoopste energiecontract 63,50 euro per maand voor. In de grafiek hieronder zie je duidelijk dat investeren in meer zonnepanelen dus niet de oplossing is om er nog redelijk wat aan over te houden – helemaal al niet omdat in 2027 de salderingsregeling verdwijnt én de terugleververgoeding helemáal miniem wordt.

©Data Energievergelijk.nl | Visualisatie BS ID.nl

 

Hoe kun je dan wél nog verdienen met je zonnepanelen?

Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Zorg dat je zoveel mogelijk van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Energievergelijk.nl heeft becijferd dat wie zonnepanelen heeft, gemiddeld zo'n 30 procent van de opgewekte stroom meteen zelf in huis verbruikt. Dat scheelt, want die stroom hoef je niet zelf in te kopen. Wanneer je erin slaagt om nog meer zelf opgewekte stroom te verbruiken, maak je zelfs dubbele winst: je hoeft minder stroom in te kopen en omdat je minder teruglevert, heb je ook minder terugleverkosten. Maar hoe doe je dat?

Tip 1: Zet elektrische apparaten overdag aan

Zet stroomvreters zoals de wasmachine, vaatwasser of airco op het moment dat je panelen de meeste stroom opwekken. Dat kun je handmatig doen, maar je kunt ook een timer instellen. Er zijn zelfs apparaten die automatisch kunnen starten op het moment dat je zonnepanelen veel stroom opwekken. Heb je de mogelijkheid om je elektrische auto overdag thuis op te laden? Dat is ook een prima manier om je eigen zonnestroom te gebruiken.

Tip 2: Krijg inzicht in je energiegebruik

Er zijn allerlei apps die bijhouden hoeveel stroom je zonnepanelen opwekken, maar waarop je ook kunt zien ook hoeveel energie je op dit moment van de dag gebruikt. Ook zijn er slimme stekkers waarmee je het stroomgebruik van een elektrisch apparaat kunt meten. Dit inzicht kun je twee kanten op gebruiken: wordt er veel stroom opgewekt, dan kun je bijvoorbeeld meer apparaten aanzetten. Is het een dag met weinig opbrengst, dan zou je ervoor kiezen om sommige apparaten juist níet aan te zetten. Hoe erg is het bijvoorbeeld om de was een dag later te doen?

Tip 3: Verspreid je zonnestroom-verbruik over de dag

In plaats van energieslurpers allemaal tegelijk in te schakelen — denk aan wasmachine, droger en vaatwasser — verdeel je hun gebruik over de dag. Zet één apparaat in de ochtend aan, een ander in de middag. Zo vermijd je dat je panelen onvoldoende leveren op een moment dat meerdere apparaten draaien en voorkom je dat je netstroom moet afnemen terwijl dat met een betere planning niet nodig zou zijn.

Tip 4: Vervang apparaten door elektrische varianten

Stap over op elektrische alternatieven: een robotgrasmaaier in plaats van een benzinegrasmaaier, inductiekoken in plaats van gas, een warmtepomp of elektrische verwarming in plaats van een traditionele cv-installatie. Daarmee bespaar je op kosten voor gas én je zorgt ervoor dat je meer van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Waarmee je weer bespaart op netstroom die je zelf moet afnemen. Een win-win-win-situatie dus.

Tip 5: Oost, west …

Veel mensen kiezen voor zonnepanelen op het zuiden, omdat die op een zonnige dag de hoogste opbrengst geven. Toch kan het juist slim zijn om panelen te verdelen over oost en west. Zo sluit de stroomopwekking beter aan op het dagelijkse energiegebruik. Panelen op het oosten leveren vooral in de ochtend stroom, terwijl panelen op het westen juist aan het einde van de middag meer opwekken. Je voorkomt daarmee dat je alleen rond het middaguur een piek aan zonne-energie hebt. De totale opbrengst ligt iets lager dan wanneer je alleen maar zonnepanelen op het zuiden hebt, maar doordat je de stroom meer verspreid gebruikt, haal je er in de praktijk vaak meer voordeel uit

Tip 6: Gebruik een energiemanagementsysteem (EMS)

Een energiemanagementsysteem (EMS) is een slim kastje in je meterkast dat je zonnepanelen, laadpaal, warmtepomp en andere elektrische apparaten met elkaar verbindt en aanstuurt. Via software houdt het systeem continu in de gaten hoeveel stroom je opwekt, wat je verbruikt en – als je een dynamisch energiecontract hebt – wat de actuele stroomprijzen zijn. Ook weersvoorspellingen worden meegenomen, zodat het systeem vooruit kan plannen.

Op basis van al die informatie zorgt een EMS ervoor dat je elektrische auto of thuisaccu automatisch wordt geladen wanneer er veel zon is of als de stroom goedkoop is. Dreigt terugleveren juist nadelig te worden door lage prijzen of hoge terugleverkosten? Dan schakelt het systeem teruglevering uit en kiest voor direct verbruik of opslag. Ook apparaten zoals een warmtepomp of boiler worden slim aangestuurd, zodat ze draaien op de momenten dat het qua energieverbruik en financieel het gunstigst is.

Tip 7: Vergelijk leveranciers op terugleververgoeding en -kosten

Het netto bedrag dat je overhoudt bij terugleveren (vergoeding min kosten) kan sterk schelen per leverancier. Zo zul je vanaf 1 januari 2027 bij Vattenfall bijvoorbeeld per teruggeleverde kWh netto 0,00230 euro krijgen (minder dan een kwart cent) en bij Eneco en Greenchoice 0,00250 euro (een kwart cent), terwijl bijvoorbeeld Innova Energie een tarief van 0,00968 euro (bijna een cent) hanteert. Wanneer je precies weet hoeveel jouw panelen opwekken en wat je verbruikt (zie Tip 2), weet je ook hoeveel kWh je teruglevert. Door voor het aflopen van je huidige energiecontract goed te vergelijken en een berekening te maken, kun je zien bij welke energieleverancier je het beste af bent bij het afsluiten van je nieuwe contract.

TipEffect op eigen gebruikVoordeel na 2027
Apparaten overdag gebruikenHoogMinder stroom nodig van het net
Inzicht via apps of stekkersHoogBeter plannen wanneer je stroom gebruikt
Verbruik spreiden over de dagGemiddeldvoorkomt dat je meer gebruikt dan je opwekt
Overstappen op elektrischGrootMeer opgewekte stroom direct zelf gebruiken
Panelen oost- en west-georiënteerd plaatsenGemiddeldStroomopwekking sluit beter aan op je verbruik gedurende de dag
EMS gebruikenGrootapparaten draaien automatisch op zonnige momenten
Energieleverancier vergelijkenGeen invloed op verbruik, wel op kostenHogere vergoeding voor stroom die je teruglevert
Thuisbatterij: ja of nee?

Steeds meer mensen vragen zich af of een thuisbatterij een slimme investering is, nu de salderingsregeling in 2027 verdwijnt en terugleververgoedingen onder druk staan. Een thuisbatterij slaat stroom op die je zonnepanelen overdag opwekken, zodat je die 's avonds of op bewolkte momenten zelf kunt gebruiken. Dat klinkt aantrekkelijk: je verbruikt meer van je eigen stroom, vermijdt terugleverkosten en wordt minder afhankelijk van energieleveranciers.

Toch zitten er ook haken en ogen aan. De aanschafprijs van een thuisbatterij ligt tussen de vier- en twaalfduizend euro en de terugverdientijd is vaak langer dan de technische levensduur van de batterij. Bovendien zijn ze meestal te klein om heel je huishouden meerdere dagen van stroom te voorzien. In de winter speelt bovendien nog mee dat je zonnepanelen minder stroom opwekken, waardoor de thuisbatterij vaak maar deels gevuld zal kunnen worden.

In sommige gevallen kan een thuisbatterij wél interessant zijn. Wie overdag weinig stroom gebruikt of een dynamisch energiecontract heeft, kan de batterij benutten om stroom op te slaan wanneer die goedkoop of er veel wordt opgewekt is. Dat geldt zeker voor huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp. Die verbruiken relatief veel, en door dat verbruik slim te timen in combinatie met een thuisbatterij, kun je flink besparen op netstroom.

Voor de meeste huishoudens geldt echter dat afwachten verstandiger is. De technologie ontwikkelt zich snel, prijzen dalen, en de markt voor opslag is nog volop in beweging. Een thuisbatterij kán dus interessant zijn, maar alleen als je goed weet wat je doet, bereid bent om te investeren en je eigen situatie past bij wat zo'n systeem biedt.


Vraag een offerte aan voor thuisbatterij: