ID.nl logo
Homebridge installeren op Raspberry Pi: Haal meer uit Apple HomeKit
© PXimport
Energie

Homebridge installeren op Raspberry Pi: Haal meer uit Apple HomeKit

Apples HomeKit bundelt op handige wijze de smarthome-gadgets bij jou in huis, maar lang niet ieder apparaat wordt ondersteund. Gelukkig is er hobbyproject Homebridge, om ook die niet-werkende wifi-lampen en andere accessoires aan het Apple-platform toe te voegen. We leggen uit hoe je homebridge installeren kunt op een Raspberry Pi.

De markt voor smarthome-producten lijkt op dit moment op het Wilde Westen. Iedere fabrikant brengt eigen apparaten met bijbehorende apps uit, ieder met eigen protocollen om met het internet te verbinden. Meterkasten hangen vol met verbindingshubs die allemaal andersoortige gadgets koppelen aan het internet en je telefoon.

Techbedrijven proberen dit gelukkig te standaardiseren door hun eigen alomvattende platformen te bouwen, waar fabrikanten vervolgens hun eigen gadgets aan kunnen koppelen. Zo heeft Apple bijvoorbeeld HomeKit, waar ondersteunde lampen, camera’s, thermostaten en andere domotica mee verbonden kan worden. Ieder apparaat met HomeKit-ondersteuning heeft een duidelijke vermelding op de doos, zodat je weet dat het goed samenwerkt.

Maar wat als die melding niet op de verpakking staat? Dan is er een aanzienlijke kans dat HomeKit niet werkt. Hoewel het aantal producten met HomeKit met de dag groeit, kiest niet iedere fabrikant ervoor om het protocol te gebruiken. Soms heeft dat te maken met de strenge privacy-eisen van Apple, want kan een bedrijf niet garanderen dat er privacyvriendelijk met de gegevens wordt omgegaan, dan mag het niet samenwerken met HomeKit. 

En soms heeft het te maken met de fabrikant zelf. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de producten van Nest, waarvan geen enkel product werkt in combinatie met HomeKit. Nest is namelijk eigendom van Google, dat met de Google Home-app een concurrent voor HomeKit in handen heeft. Slimme stofzuigers van iRobot werken op hun beurt ook niet, omdat HomeKit officieel nog geen ondersteuning biedt voor dit soort apparaten.

Waarom Homebridge

Maar niet getreurd: bij veel van deze producten is het alsnog mogelijk om de koppeling met HomeKit te maken. Door een Raspberry Pi aan je netwerk te hangen en daar Homebridge op te installeren, heb je een apparaatje dat de officieuze brug vormt tussen allerlei gadgets en je HomeKit-verzameling. En die Raspberry Pi is klein genoeg om naast al die andere domoticahubs in dezelfde meterkast te hangen. Dat brengt twee hele grote voordelen met zich mee.

Ten eerste staan al je eerder niet-ondersteunde apparaten voortaan in de officiële Woning-app op je Apple-apparaat, waardoor je niet langer tussen meerdere apps hoeft te schakelen om je huis te bedienen. Ook vind je ze in het Bedieningspaneel terug waarmee je ze snel kunt besturen en ze zijn toegankelijk met stemassistent Siri. Bovendien staan ineens al je accessoires gesorteerd op kamer in plaats van op losse apps per productsoort.

©PXimport

Voordeel twee: alles dat in HomeKit staat, kan vanuit de Woning-app worden geautomatiseerd. Zo kun je bijvoorbeeld instellen om de Hue-lampen aan te zetten zodra de Nest-camera beweging detecteert, ondanks het feit dat die Nest-camera nooit op die manier met je lampen hoort samen te werken. Het stelt je huis open voor een reeks nieuwe automatiseringen die je leven nog iets makkelijker maken. Een gekoppelde lichtschakelaar kan meteen ook de gekoppelde thermostaatknoppen omhoog draaien en muziek op de Sonos starten, zodat bij binnenkomst in de woonkamer je hele ochtendroutine is opgestart.

In dit artikel leggen we uit hoe je Homebridge installeert en koppelt aan je netwerk. Daarbij leggen we vervolgens ook uit hoe dat kastje met de Woning-app op je iPhone praat, hoe je een plug-in installeert om apparaten te koppelen en waar je precies rekening mee moet houden.

Wat werkt met Homebridge? De lijst van apparaten die via Homebridge met HomeKit kunnen praten is groot. Denk bijvoorbeeld aan de thermostaten en camera’s van Nest, de lampen van Lifx en de gadgets van Ikea. Laatstgenoemde ondersteunt bij sommige accessoires al HomeKit, maar Homebridge voegt ondersteuning voor de rest toe. Ook kun je een Sonos-speaker via Homebridge toevoegen, zoals dat ook met een HomePod-speaker van Apple zelf kan, of een slimme Harmony-afstandsbediening koppelen. Dan kun je vanuit de Woning-app je televisie aan- of uitzetten. Een lijst met geverifieerde plug-ins staat op de HomeBridge-wiki. Daarnaast is er nog meer, maar deze plug-ins zijn niet officieel goedgekeurd door de makers. Ze zijn in de praktijk vaak wat onafgewerkt en lastiger in te stellen.

Wat heb je nodig?

De betreffende software is beschikbaar voor Linux, macOS, Windows en Docker, waardoor je het zelfs op een al draaiende netwerkschijf in je trapkast kunt draaien. Wij richten ons in dit artikel op de installatie op een Raspberry Pi. Deze minicomputer is energiezuinig, wat belangrijk is bij een apparaat dat altijd aan moet blijven staan. Bovendien kun je een Pi voor een paar tientjes kopen, waardoor het project financieel niet uit de klauwen zal lopen.

Homebridge werkt op alle modellen van de Raspberry Pi, hoewel je bij de Pi 1 en 2 genoodzaakt bent om dan de ethernetpoort te gebruiken. Pas vanaf de Pi 3 is wifi ingebouwd. Voor 1 en 2 kun je wel een losse wifi-dongle kopen, maar voor dat extra geld heb je even goed een Pi 3 of Zero in huis gehaald.

Ons advies is daarom een Pi 3 te gebruiken voor dit project. Die is ook krachtig genoeg om met gemak video’s van gekoppelde camera’s te verwerken en wordt in veel winkels voor een zacht prijsje van de hand gedaan – winkeliers willen van de Pi 3 af om plaats te maken voor de nieuwere, krachtigere Raspberry Pi 4.

©PXimport

De Pi Zero is een alternatief voor wie zo min mogelijk wil besteden, al moet je dan wel het wifi-exemplaar kopen. Dit apparaat heeft immers geen ethernetpoort. Een standaard usb-lader is vaak voldoende om iedere Pi met Homebridge van voldoende stroom te voorzien. Daarnaast heb je een micro-sd-kaart met minstens 4 GB opslag nodig, plus een kaartlezer om de Pi op een computer aan te kunnen sluiten. 

Meer opslag kan altijd, maar is niet vereist: de plug-ins nemen buitengewoon weinig ruimte in beslag. En bij het gebruik van videocamera’s worden de opnames gemaakt met iCloud, waardoor ze niet op het apparaat zelf worden opgeslagen. Uiteraard heb je ook een computer nodig om de kaart voor te bereiden en later de Homebridge mee in te stellen, het gebruikte besturingssysteem maakt niet uit.

Lees ook: Welke Raspberry Pi kun je het beste kopen?

Homebridge op micro-sd-kaartje zetten

Voordat we beginnen, moeten we Homebridge op de micro-sd-kaart installeren. Dat is gelukkig vrij simpel. Op de website van de makers kun je een vooraf gemaakt ‘image’ downloaden, dat je met het programma Etcher heel gemakkelijk op de kaart installeert. Het image is in feite een kaart met het besturingssysteem Linux, waarop alle benodigde bestanden al zijn geïnstalleerd en ingesteld om automatisch op te starten.

Download hier Etcher

Download hier Homebrige

Steek de micro-sd-kaart in de kaartlezer van je computer, start Etcher op en druk op Select image. Vervolgens ga je naar de map waar je zojuist je download hebt uitgepakt en selecteer je het reeds uitgepakte image-bestand. 

Klik hierna op Select target en kies de micro-sd-kaart die je hebt ingevoerd. Pas op: alles dat hierop staat wordt verwijderd, dus maak een back-up van de kaart als er nog iets belangrijks op staat.

©PXimport

Start vervolgens het proces, waarna je een paar seconden of minuten moet wachten. De tijdsduur hangt af van hoe snel je kaartlezer en micro-sd-kaart zijn. Werp de micro-sd-kaart uit zodra Etcher zegt dat alle stappen goed zijn verlopen en stop hem in de (nog uitgeschakelde) Raspberry Pi.

Wil je Homebridge via ethernet met je netwerk verbinden, dan hoef je nu alleen nog maar de kabel in het apparaat te pluggen en hem in te schakelen. Ga hieronder dan verder naar het kopje ‘Openen vanuit de browser’ om te lezen wat je nu moet doen. Zit je liever op het wifi, lees dan eerst het kopje ‘Verbinden met wifi’ door om op de juiste wijze verbinding te leggen met de Pi.

Verbinden met wifi

Sluit de Raspberry Pi aan op de stroom en wacht ongeveer twee minuten. Pak vervolgens een smartphone of computer en zoek vanaf dit apparaat naar nieuwe wifi-netwerken. Als het goed is staat het wifi-punt Homebridge WiFi Setup hier nu tussen. Deze wordt uitgezonden vanaf de Pi om je te helpen het wifi-wachtwoord in te stellen. Klik erop en wacht even totdat er een webpagina in beeld springt. Vanaf deze pagina kun je de naam en het wachtwoord van je netwerk invullen.

Selecteer de router waar de Pi mee moet verbinden en vul vervolgens de door jou ingestelde router-informatie in. De pagina zal hierna verdwijnen en je raakt de wifi-verbinding kwijt: de wifi-antenne wordt nu namelijk gebruikt om met je netwerk te praten. Na een minuut of twee is het apparaatje opnieuw opgestart en is er een wifi-verbinding gelegd.

Openen vanuit de browser

De Homebridge is nu ingesteld en met het netwerk verbonden. Je kunt vanaf een smartphone of computer met de webinterface van het apparaat verbinden, zodat je daar plug-ins kunt configureren om apparaten te koppelen. Dit is de voornaamste manier waarop je met de Homebridge zult communiceren. Voor technische zaken is het ook mogelijk vanuit een terminal in te loggen, maar dat is gelukkig zelden nodig.

Verbind je vanaf een smartphone of Mac, dan is het vrij gemakkelijk om het adres van de Homebridge te vinden: open je browser en tik de domeinnaam homebridge.local in. Deze is standaard toegewezen en wordt door browsers op deze apparaten correct geïdentificeerd.

Wie Windows gebruikt, moet de instellingen van de router openen en de lijst met verbonden apparaten opzoeken. Daartussen vind je de Pi onder de naam Homebridge, met daarachter een ip-adres dat je in de browser kunt invoeren. Je kunt ook de smartphone-app Fing installeren op een iPhone of Android om hiermee het adres te achterhalen.

©PXimport

De webinterface van Homebridge bestaat uit een grote qr-code linksboven, met daarnaast de specificaties van je apparaat. Met de tabbladen bovenin kun je naar de algemene instellingen en de configuratie van specifieke plug-ins navigeren. Voordat we een plug-in configureren, gaan we eerst de Homebridge aan HomeKit verbinden.

Apparaten aan Homebridge toevoegen

Laat de webinterface van HomeKit op je computer openstaan en start vanaf een iPhone of iPad de app Woning. Tik rechtsboven op het plusicoon en kies voor Nieuw accessoire. Het camerabeeld verschijnt op het scherm, dat je vervolgens op de afgebeelde qr-code kunt richten. Eenmaal geïdentificeerd, wordt de juiste koppelingscode automatisch doorgegeven. Doorloop hierna de stappen op het scherm totdat de Homebridge verbonden is.

Ieder apparaat dat je hierna via een plug-in aan Homebridge koppelt, zal automatisch verschijnen in de Woning-app op je Apple-apparaten. Met als uitzondering televisies en camera’s. Daarvoor moet je dit proces telkens opnieuw doorlopen om ze goed te configureren. Zie je iets niet staan? Herstart de Homebridge dan vanuit het instellingenscherm in de webinterface.

©PXimport

©PXimport

Nu de Homebridge goed verbonden is, kun je jouw gewenste apparaten koppelen door een plug-in te installeren. Klik vanuit de webinterface op Plugins en zoek naar de door jou gewenste dienst om te verbinden. Wie een Nest wil verbinden, kan bijvoorbeeld de plug-in homebridge-nest aanklikken om te installeren.

Een speciaal configuratieveld helpt bij het koppelen van het door jou gewenste apparaat. Bij een Nest-apparaat moet je bijvoorbeeld inloggen op home.nest.com, vervolgens browsen naar home.nest.com/session en de code achter access_token kopiëren naar het hiervoor bedoelde veld in de Homebridge-interface. Wie een Google-account gebruikt om te verbinden, moet op een complexere wijze een token vinden. Dat proces wordt op de plug-inpagina beschreven.

Koppelingscodes vinden

Nagenoeg ieder apparaat dat je met de Homebridge wilt koppelen, vereist dat je via-via zo’n unieke koppelingscode vindt om in de software in te voeren. Vaak doe je dat door net zoals bij Nest op een site in te loggen, maar soms hoef je enkel het ip-adres van bijvoorbeeld je robotstofzuiger over te typen. In de meeste gevallen vind je op de configuratiepagina instructies hoe je dit instelt. 

Zie je geen instructies? Dan loont het om op npmjs.com de naam van de plug-in op te zoeken. Op die site zijn er veel verzameld, inclusief handleiding om ze goed werkend te krijgen.

Bij het instellen van een plug-in heb je soms de keuze om het type HomeKit-apparaat te kiezen. Dat kun je zelf bepalen, afhankelijk van hoe je de plug-in wilt gebruiken. Een camera kan als videobeeld in je Woning-app komen te staan of als bewegingssensor functioneren. Bij die eerste kun je zien wat er voor de deur gebeurt, terwijl die laatste aan de hand van een automatisering bijvoorbeeld de lichten activeert.

Sommige apparaattypen worden officieel niet door HomeKit ondersteund, maar zijn door de hobbyprogrammeurs van Homebridge voorzien van een handige, alternatieve vorm. Een robotstofzuiger is in de app bijvoorbeeld een lichtschakelaar. Dat ziet er gek uit, maar is hartstikke logisch: je hoeft hem alleen aan of uit te zetten. Het is in de Woning-app mogelijk het icoon te wijzigen, zodat je ze niet verwart met bestaande gadgets.

Alles geactiveerd houden

Met bovenstaande ben je er al: zolang de Homebridge geactiveerd is, zullen alle ingestelde apparaten verbonden blijven met je HomeKit-systeem. Het is daarbij van groot belang dat zowel de Raspberry Pi als de mogelijke verbindingshubs met je netwerk verbonden blijven. De Homebridge vervangt niet de verbindingskastjes die je hiervoor al gebruikte.

Na bijvoorbeeld een netwerkstoring heeft de Pi soms problemen, waarna het verstandig is hem even te herstarten. Doe dat echter niet door de usb-kabel uit de Pi te halen: dan riskeer je dat de micro-sd-kaart gecorrumpeerd raakt en onbruikbaar wordt. Open altijd de webinterface en start met de softwareknop vanuit hier het apparaat opnieuw op.

Verder kan er na het instellen gelukkig weinig misgaan. Zolang je niks vreemds doet, blijft de Homebridge gewoon werken én heb je een veel slimmere Apple Woning-app dan hiervoor het geval was.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 60 Fusion – Betaalbaar en compleet
© Rens Blom
Huis

Review Motorola Edge 60 Fusion – Betaalbaar en compleet

Een 'gewoon prima' smartphone hoeft echt geen vele honderden euro's te kosten, weten we inmiddels. De nieuwe Motorola Edge 60 Fusion is daar een mooi voorbeeld van, lees je in deze review. Voor een adviesprijs van 329 euro krijg je een telefoon die luxe oogt, fijne specificaties heeft en zes jaar updates ontvangt.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Edge 60 Fusion is niet de snelste smartphone in zijn prijsklasse, maar scoort op alle andere belangrijke punten wel (erg) goed. We zijn ook blij met het updatebeleid van zes jaar. Voor iets meer dan 300 euro koop je zo een telefoon waar je veel plezier aan kunt beleven.

Plus- en minpunten
  • Eigen, luxe ontwerp
  • Goed scherm
  • Zes jaar beveiligingsupdates
  • Prijs-kwaliteitverhouding
  • Niet de snelste in zijn klasse
  • Moto AI niet altijd nuttig

De Edge 60 Fusion is het goedkoopste model in Motorola's Edge 60-serie en verkrijgbaar in drie kleuren: blauw, roze en het geteste turquoise. Niet de meeste alledaagse kleuren voor een smartphone, en het veilige grijs, zwart en wit ontbreken. Wij kunnen dat wel waarderen.

Opvallend ontwerp

De Edge 60 Fusion valt lekker op in de saaie massa. Een hoesje kan handig zijn om de telefoon beter te beschermen, maar is niet nodig voor grip. De nepleren achterkant biedt namelijk veel grip. Motorola schermt bovendien met een MIL-STD-810H-certificering, die aangeeft dat de Edge 60 Fusion niet stuk zou moeten gaan door een val van maximaal 1,2 meter hoogte.

©Rens Blom

De Edge 60 Fusion valt lekker op.

De gebruikservaring van de Motorola-smartphone is uitstekend. Met 178 gram is het toestel relatief licht, door de gekromde randen aan de zijkanten heb je het idee dat je een hele dure telefoon in handen hebt en het 6,67 inch-oledscherm ziet ook heel goed uit. De verversingssnelheid is 120 Hz en de resolutie wat hoger dan Full-HD, waardoor het scherm scherp oogt.

Complete smartphone

We zijn ook blij dat Motorola de scherp geprijsde smartphone zo compleet heeft gemaakt. De Edge 60 Fusion is bijvoorbeeld waterbestendig, ondersteunt een e-sim en heeft lekker veel (256 GB) opslagcapaciteit. Ook het werkgeheugen is van gebruikelijke grootte (8 GB) en de gangbare accucapaciteit van 5200 mAh levert een meer dan prima accuduur op. Wij kunnen de smartphone bij redelijk intensief gebruik, ook buiten de deur, zeker een lange dag gebruiken. 's Avonds opladen kan, maar de volgende ochtend redt het toestel ook.

©Rens Blom

Het grote scherm ziet er goed uit

Je dient wel zelf een oplaadadapter te regelen, en het liefst een krachtige. Motorola levert – vanwege nieuwe EU-wetgeving – namelijk alleen een usb-c-kabel in de doos van de Edge 60 Fusion mee. Met de juiste adapter kan de smartphone overigens lekker rap opladen, namelijk met 68 watt. Wat dat zegt? Dat het drie kwartier duurt om de telefoon van 0 naar 100 procent te brengen.

Is de Edge 60 Fusion zonder compromissen? Nee. De gebruikte MediaTek-processor is niet zo snel, waardoor de telefoon ons af en toe niet kan bijhouden. Geen ramp, maar wel een aandachtspunt. Toestellen worden door de jaren heen namelijk wat trager door alle apps en bestanden die je erop hebt gezet, en de Edge 60 Fusion is dus vanaf dag één al niet de snelste in zijn segment.

©Rens Blom

Camera's

De camera's van de smartphone zijn wat verwarrend. Achterop lijken drie cameralenzen te zitten, aangevuld met een flitser. Er zijn echter maar twee camera's: een hoofdcamera en een groothoekcamera. De Edge 60 Fusion kan ook inzoomen, maar gebruikt daar zijn hoofdcamera voor. Hoewel de camera's prima zijn gelet op de prijs, merken we duidelijk dat duurdere smartphones betere kiekjes schieten. Een begrijpelijk compromis, en we zijn blij dat Motorola de groothoeklens voorzien heeft van een macrofunctie, om van heel dichtbij te fotograferen. Dat kunnen lang niet alle telefoons in dit prijssegment.

Hieronder zie je twee fotoseries met van links naar rechts de hoofdcamera, groothoekcamera en zoomfunctie (2x) aan het werk.

©Rens Blom

©Rens Blom

Zes jaar updates

Prettig aan de Motorola Edge 60 Fusion is dat de telefoon drie Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates krijgt. Je kunt het toestel dus heel lang veilig gebruiken. Motorola installeert ook heel wat AI-functies op het toestel. Sommige functies zijn nuttig, andere niet. Vertrouwd prettig blijven de gebaren om de smartphone efficiënt te bedienen. Motorola's tijdlijn met artikelen in allerlei categorieën toont ons om onduidelijke redenen alleen Engelstalige content, aangevuld met advertenties. Google's nieuwsfeed blijft dus relevanter.

©Rens Blom

Sommige onderdelen van Motorola's software bevallen goed, andere delen minder.

Conclusie: Motorola Edge 60 Fusion kopen?

De Motorola Edge 60 Fusion is niet de snelste smartphone in zijn prijsklasse, maar scoort op alle andere belangrijke punten wel (erg) goed. We zijn ook blij met het updatebeleid van zes jaar. Voor iets meer dan 300 euro koop je zo een telefoon waar je veel plezier aan kunt beleven.

▼ Volgende artikel
WhatsApp, Google Maps en DigiD populairste apps in Nederland
© ID.nl
Huis

WhatsApp, Google Maps en DigiD populairste apps in Nederland

WhatsApp is de meest geïnstalleerde app op Nederlandse smartphones, gevolgd door Google Maps, DigiD en YouTube. Dat blijkt uit het Mobile App Trends Report 2025 van Framna. Voor dit rapport zijn 600 apps geanalyseerd en 9.000 gebruikers ondervraagd.

Praktisch wint het van nieuws

De Top 20 laat een duidelijke voorkeur zien voor praktische apps, zoals 9292, NS, PostNL en Buienradar. Ook supermarktapps als die van Albert Heijn en Lidl Plus zijn vertegenwoordigd; terwijl ook Marktplaats, Bol en Spotify populair zijn.Nieuwsapps van onder andere NU.nl, NOS en De Telegraaf ontbreken. Daarin verschilt Nederland bijvoorbeeld van Scandinavische landen als Zweden en Denemarken, waarin de categorie nieuwsapps sterker scoort.

Kijken we naar sociale media, dan staan Facebook, Instagram en LinkedIn wel in de Top 20, maar TikTok ontbreekt.

Hoge waardering ≠ (automatisch) vaak geïnstalleerd

Framna keek niet alleen naar hoeveel een app wordt geïnstalleerd, maar ook naar de mate van waardering. De zogeheten "App Pulse-score" is gebaseerd op tevredenheid, gebruikswaarde, relevantie en het imago van de aanbieder. Op basis van die score staan WhatsApp, Spotify en ChatGPT bovenaan. Opvallend: sommige apps met een hoge App Pulse-score – zoals ChatGPT en Teletekst – komen niet voor in de lijst van meest geïnstalleerde apps.

WhatsApp niet weg te denken

WhatsApp is met een gebruikspercentage van 97 procent met afstand de populairste app in Nederland. De app wordt zowel privé als zakelijk gebruikt, onder meer voor klantenservice, groepsgesprekken en afspraakherinneringen. Daarmee speelt WhatsApp een centrale rol in de digitale communicatie van veel Nederlanders.

DigiD en Tikkie onmisbaar geworden

Ook DigiD en Tikkie zijn breed ingeburgerd. DigiD is de standaard geworden voor online toegang tot overheidsdiensten en zorginstanties. Tikkie wordt veel gebruikt voor het eenvoudig terugbetalen van bedragen onderling. Beide apps combineren gebruiksgemak met een duidelijke functie, waardoor ze inmiddels voor veel gebruikers tot de vaste uitrusting van hun telefoon behoren.

Social media dagelijks het meest geopend

In het onderzoek is ook gekeken naar het daadwerkelijke gebruik van apps. Social media worden het vaakst dagelijks geopend (door 62 procent van de ondervraagden), gevolgd door nieuwsapps (61 procent), financiële apps (31 procent) en entertainmentapps (28 procent). Toch halen nieuwsapps de top 20 van meest gebruikte apps niet.

De 20 meest gedownloade apps in Nederland

1: WhatsApp

2: Google Maps

3: DigiD

4: YouTube

5: Facebook

6: Marktplaats

7: Instagram

8: Albert Heijn

9: Spotify

10: Bol

11: PostNL

12: Messenger

13: NS

14: Netflix

15: Buienradar

16: Tikkie

17: Lidl Plus

18: LinkedIn

19: 9292

20: ING