ID.nl logo
Alternatieve bodemwarmtepomp: niet diep, maar breed!
© vchalup - stock.adobe.com
Energie

Alternatieve bodemwarmtepomp: niet diep, maar breed!

Bij een bodemwarmtepomp denken de meeste mensen aan een installatie die de gratis warmte diep onder de grond ophaalt. Daarvoor voert een gespecialiseerd bedrijf een (prijzige) boring uit tot 90 tot 150 meter diepte. De temperatuur daar is redelijk constant tussen 7 en 13 graden. Er bestaan ook alternatieven waarbij de warmtepomp de energie niet haalt uit de diepte, maar uit een breed ondiep oppervlak in de bodem.

In het kort… In plaats van dat een bodemwarmtepomp de warmte diep in de grond haalt, is het ook mogelijk om de energie uit een breed ondiep leidingennetwerk te halen. Dit captatienet dat onder de vorstgrens ligt, levert zelfs in hartje winter voldoende energie voor de warmtepomp. En van dit principe zijn er verschillende uitvoeringen mogelijk.

Lees ook: Verschillende soorten warmtepompen – wat past bij jou?

Om energie uit bodem te halen, moet er een buizennetwerk worden aangelegd. Dat kan via een verticaal systeem of een horizontaal systeem. Beide hebben hun voor- en nadelen en ook het prijskaartje verschilt. Het verticaal systeem is het duurste. Bij de horizontale bron moet je rekening houden met de tuin rondom het pand, die moet worden afgegraven. Bovendien is dit een gesloten systeem waarbij de koelvloeistof in de leidingen circuleert. Een nadeel is dat door de ondiepe ligging het rendement lager is dan een verticaal systeem. 

Horizontale bodemwarmtewisselaar 

©RVO Nederland

De bodemcollector wordt op een diepte van 1 tot 1,50 meter ingegraven.

Kunststof lussen op anderhalve meter diepte

Bij de horizontale bodemwarmtewisselaar worden honderden meters kunststofleiding in lussen op een diepte van 1 tot 1,50 meter ingegraven. Deze grondlagen worden al vroeg in de lente opgewarmd door de zon en het doorsijpelende regenwater. De horizontale bodemcollector neemt de warmte op van de grond. Er is dus geen verlies aan vermogen door de jaren heen en er komt geen gespecialiseerd boorbedrijf aan te pas, alleen een gewone graafmachine.

Ook interessant: Duurzaam verwarmen met geothermische energie

Liever lokaal wat meer warmte?

Elektrische kachels zijn een goed alternatief voor de cv

Voldoende groot perceel

Wel moet je over een groot perceel beschikken dat afgegraven kan worden om de kunststof lussen in te plaatsen. Deze techniek is dus niet overal toepasbaar. Hij is geschikt voor huizen in een buitengebied waar voldoende grond beschikbaar is. Dan denken we aan een weiland of een groot gazon. De afgegraven oppervlakte moet minimaal overeenkomen met de vloeroppervlakte die je binnenshuis die je wilt verwarmen. Dus niet alleen de oppervlakte van de benedenverdieping, maar ook de vloeroppervlakte van de kamers boven die op de verwarming zijn aangesloten. De oppervlakte kan beter te groot zijn dan te klein. Wanneer de graafoppervlakte te klein is, zal het systeem te veel warmte aan de grond onttrekken, waardoor die mettertijd zelfs kan bevriezen en dan verliest deze warmtebron zijn efficiëntie. 

Aandachtspunten 

Bovendien moeten de lussen kunststofleiding zo horizontaal mogelijk worden gelegd om eventuele luchtzakken in de leidingen te voorkomen. Het perceel mag in de schaduw liggen, maar het mag niet bebouwd of bestraat zijn. Ook mag het perceel liever niet in de schaduw liggen. In tegenstelling tot de bodemwarmtepomp die met diepteboringen werkt, kan dit type met de bodemwarmtewisselaar de woning niet koelen, tenzij de collector op ongeveer 1,8 diep ligt. Daarvoor is de bodemtemperatuur op die geringe diepte te hoog in de zomer. In de winter herken je waar zo’n bodemwarmtewisselaar is ingegraven, want de energie die de warmtepomp uit de bodem haalt, is aanzienlijk. Hierdoor zal bijvoorbeeld de sneeuw op deze plek langer blijven liggen en ook het gras zal iets later beginnen te groeien. De horizontale warmtewisselaar is door zijn concept 10 tot 30 procent goedkoper dan de verticale warmtewisselaar. 

Aardwarmtekorven

Een compromis tussen de horizontale en verticale warmtewisselaar is de aardwarmtekorf. Eerst wordt er een breed gat gegraven van vier meter diep. Daarin plaatst men een korf die bestaat uit kunststof leidingen die in een spiraal zijn gewikkeld. Met dit systeem is dus een minder groot oppervlak nodig en ook geen dure boring. De capaciteit van zo’n aardwarmtekorf is beperkt. Daarom plaatst men meerdere korven als er voldoende ruimte is. 

Leestip: 24 uur per dag schone stroom: dit moet je weten over geothermische energie

©RVO Nederland

De aardwarmtekorf wordt vier meter diep ingegraven.

Bodemwarmtewisselaar met glycol of onmiddellijk verdampend koelmiddel

Er bestaan ook horizontale bodemwarmtewisselaars zoals die van Heliotherm die beschikbaar zijn met glycol of met onmiddellijk verdampend koelmiddel. In de eerste optie worden er kunststofslangen (tyleen) van 4 cm diameter in lussen of in een ring op een diepte van ongeveer 1,2 m diepte geplaatst. Deze lussen komen bijeen bij een verdeler en de glycol die de grondwarmte transporteert, gaat vandaar naar de technische ruimte waar de warmtepomp zich bevindt. 

©Deltherma.com

De kunststofslangen worden soms in een ring geplaatst.

Daarnaast is het mogelijk om leidingen met koudemiddel horizontaal in de bodem te plaatsen. Dan hebben we het in dit geval niet over kunststof leidingen, maar over koperen leidingen van 1 cm diameter die beschermd worden met een HDPE-mantel (high density polyetheen, of hogedruk-polyethyleen). De koperen lussen zijn 75 meter lang en komen op een punt terug.

Het aantal lussen dat men nodig heeft, is afhankelijk van het vermogen van de warmtepomp. Voor een 12 kW warmtepomp zijn bijvoorbeeld 11 koperen lussen nodig, voor een 20 kW-toestel 18 lussen. In deze leidingen wordt daarna koudemiddel gecomprimeerd zoals propaan (R290 of R410A). Propaan verdampt bij -42 graden, dat betekent dat dit koudemiddel door de grondtemperatuur onmiddellijk verdampt. Omdat het toch over ongeveer 3,5 kilogram propaan gaat, moet er voldoende afstand zijn tot de woning. Dit koudemiddel transporteert de grondwarmte naar de compressor van de warmtepomp. Ook hier is er dus geen buitenunit nodig. De direct verdampers op R410A staan binnen en de afstand tot de collector mag niet te groot zijn. De direct verdampers met propaan staan altijd buiten omdat propaan zwaarder is dan lucht en driemaal zo explosief is dan aardgas.

©Deltherma.com

De koperen lussen worden gevuld met koudemiddel.

REGENERATIE In tegenstelling tot de verticale bodemwarmtepomp profiteert de horizontale bodemwarmtewisselaar van regeneratie. Omdat de warmtepomp warmte onttrekt uit de bodem, koelt de bodem af tot de lente. Als die genoeg is afgekoeld, kan de koude gebruikt worden om de woning te koelen. De leveranciers van een systeem met geolussen geven in tegenstelling tot de leveranciers van een breed horizontaal captatienet aan dat het bij hen wel mogelijk is om passief te koelen. In de zomer wordt de bron opnieuw opgeladen met nieuwe warmte door de zonne-energie en de regen. Dit is het regeneratieproces. De regeneratie kun je ook versnellen met behulp van zonnecollectoren. Hierdoor neemt het rendement van de warmtepomp verder toe.

Geolussen

De laatste optie die we bekijken zijn geolussen. Ook dit is een toepassing van de gesloten horizontale geothermische warmtepomp. Een graafmachine graaft eerst sleuven van minimaal 1,20 meter breed. In de praktijk is de graafbak van zo’n machine zelfs breder, 1,80 meter, maar dat maakt het afrollen van de lussen nog makkelijker. De sleuf moet een diepte hebben tussen 1,20 en 1,50 meter. Vervolgens worden de geolussen afgerold in de sleuf. Dat verloopt gemakkelijk, omdat de PE-leidingen vooraf op een handige manier zijn opgerold. Eigenlijk gaat het om een manshoge spoel die een persoon in de sleuf kan afrollen.  

©Geotherma.be

De geolussen zijn op een ingenieuze manier opgerold.

Door deze geolussen stroomt ook een glycol-watermengsel om de aardetemperatuur naar de warmtepomp over te brengen. Het grote voordeel van dit systeem is de snelheid waarmee je de geolussen aanbrengt. Een gewone graafmachine in combinatie met een persoon die de geolussen uitrolt, kan dit uitvoeren in een halve dag. Door meerdere geolussen te combineren, kun je alle mogelijke vermogens bereiken. De geolussen halen de energie uit de bodem tot op 2,50 meter aan weerszijden van de gleuf en ontrekken 100 W per meter.  

©Geotherma.be

De geolussen worden in de sleuf afgerold.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.