ID.nl logo
Zonnepanelen op de gevel: wetten en regels
© MAXSHOT_PL - stock.adobe.com
Energie

Zonnepanelen op de gevel: wetten en regels

Zonnepanelen zijn niet beperkt tot alleen daken: je kunt ze ook op de gevel plaatsen. Anders dan voor panelen op het dak heb je voor gevelpanelen wél een vergunning nodig. Hier lees je met welke wetten, regels en vergunning je te maken krijgt als je besluit zonnepanelen op je gevel te plaatsen.

In dit artikel lees je over: ○ De wetten die gelden bij gevelwijziging. ○ De partijen waar je rekening mee moet houden. ○ Hoe je de juiste vergunning aanvraagt.

Ook interessant:Zonnestroom uit je gevel: zo werkt het!

Stappenplan zonnepanelen op de gevel

Stap 1: Bekijk de website van je gemeente om te zien wat je moet doen.
Stap 2: Doe de vergunningcheck (of vraag direct een vergunning aan).
Stap 2b: Check (nog eens) extra bij de gemeente of je een vergunning nodig hebt.
Stap 3: Controleer het omgevingsplan en de regelgeving in de welstandsnota om vervelende verrassingen te vermijden.
Stap 4: Vraag indien nodig een omgevingsvergunning aan in het omgevingsloket.
Stap 5: Wacht de bekendmaking af.
Stap 6: Geen vergunning gekregen? Raadpleeg de Wabo.
Stap 7: Start met het laten installeren van de panelen ☀️.

Gevelwijziging: wet- en regelgeving Door zonnepanelen op je gevel te installeren verander je het gevelaanzicht. Een gevelaanzicht mag je niet zomaar veranderen. De regelgeving is er vanuit esthetische overwegingen, het behouden van historische waarde (waaronder monumenten) en de veiligheid van de openbare ruimte. Dat geldt voornamelijk voor de voorzijde van de gevel, daar heb je vaak een vergunning nodig. Aan de achterzijde kun je vaker de gevel aanpassen zonder vergunning – míts het in het omgevingsplan (eerder bestemmingsplan) van de gemeente past.

Waar en met wie moet je rekening mee houden?

Besluit je dat je graag zonnepanelen op je gevel wilt? Dan heb je met verschillende partijen, wetten en regels rekening te houden. Hieronder hebben we stap voor stap uitgelegd wat je allemaal moet doen.

Stap 1: Kijk op de website van de gemeente

De overheid heeft wel de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarover verderop meer) en algemene regels voor zonnecollectoren en zonnepanelen opgesteld, maar voor jouw specifieke situatie hoor je alsnog de gemeente te raadplegen. Het kan dus zijn dat je bij de ene gemeente wel een vergunning nodig hebt en bij de ander niet.

Helaas ontbreekt het bij veel gemeentes op de website aan specifieke informatie over zonnepanelen op je gevel. Dat betekent niet gelijk dat het helemaal niet kan, alleen dat het niet zomaar kan. Gemeentes als Utrecht en Amsterdam verwijzen je voor meer informatie door naar de Vergunningcheck in het Omgevingsloket de reden dat elke situatie uniek is, maar een gemeente als Den Haag vermeldt bijvoorbeeld wél op de website dat je een omgevingsvergunning moet aanvragen. Check dus altijd eerst de website van je gemeente.

Stap 2: Doe de vergunningcheck

In de meeste gevallen zul je dus eerst verwezen worden naar de Vergunningcheck. Het beantwoorden van vragen over het bouwwerk, beschermde diersoorten, gevelwijzigingen, erfgoed/monumenten en bouwdoeleinden bepaalt of je een vergunning nodig hebt voor het plaatsen van zonnepanelen op je gevel.

Stap 2b: Check extra bij de gemeente

Krijg je een resultaat uit de Vergunningcheck? Daar zal in kleine lettertjes bij staan: Toch geeft het resultaat van de Vergunningcheck u geen absolute zekerheid. Check daarom altijd extra bij de gemeente wat je volgende stap moet zijn: vergunning aanvragen of niet? Zo voorkom je dat je na de aanleg wordt teruggefloten.

Beschermd erfgoed Wanneer je in een historisch gebied woont, of wanneer het om een monument of beschermd erfgoed gaat, wordt het plaatsen van zonnepanelen op de gevel een nóg uitdagender verhaal. Hierbij gelden vaak extra regels en restricties voor aanpassingen aan het gebouw.

©eugen_z

Stap 3: Controleer het omgevingsplan en de welstandsnota

De kans bestaat dat je te maken krijgt met de welstandscommissie. Deze commissie bepaalt of bouwwerken voldoen aan de eis van de welstand. Dit gaat over het uiterlijk van de gebouwen. Daarom heeft deze commissie ook iets te zeggen over zonnepanelen op de gevel. Voor meer duidelijkheid kun je de welstandsnota van je eigen gemeente bekijken; daarin zijn de eisen opgenomen. Sommige gemeentes hebben bepaalde gebieden aangewezen die welstandsvrij zijn. Bijvoorbeeld bepaalde nieuwbouwwijken buitengebieden om de ontwikkeling te bevorderen.

Welke vergunning heb je nodig? Als je een vergunning nodig hebt voor het installeren van zonnepanelen op de gevel, dan gaat het om een omgevingsvergunning. Deze vergunning vervangt de (steden)bouwkundige vergunning, natuurvergunning en milieuvergunning. Hanteert je gemeente nog de (steden)bouwkundige vergunning voor zonnepanelen op de gevel? Dan is dat dus hetzelfde als een omgevingsvergunning.

Stap 4: Vraag een omgevingsvergunning aan

Het aanvragen van de omgevingsvergunning kan digitaal in het Omgevingsloket.  Doe dit ruim voordat je begint met het laten installeren van de panelen: de aanvraag duurt een aantal weken en die periode kan zelfs oplopen tot 2 à 3 maanden. Voor de aanvraag log je in het Omgevingsloket in met je DigiD. Vervolgens geef je de volgende informatie door:

○ Persoonlijke gegevens.
○ Het adres waarop de zonnepanelen komen.
○ De activiteit en op welke bestuurslaag dat is (gemeentelijke bestuurslaag).
○ Antwoorden op een aantal vragen over de werkzaamheden.
○ Aanvullende documenten (indien de gemeente heeft laten weten dat die nodig zijn), bijvoorbeeld:
  ⚬ een overzicht van de bouwkosten.
  ⚬ Een rapport van archeologisch vooronderzoek waarin de archeologische waarde van de locatie is vastgesteld.
  ⚬ Een bouwtekening van de huidige en van de nieuwe situatie.
  ⚬ Een daglichtberekening die laat zien hoeveel daglicht er naar binnenkomt.
  ⚬ Een ventilatieberekening om te zorgen dat het gebouw voldoende ventileert. 


💶 Houd ook rekening met de kosten voor de aanvraag. Die kosten noemen ze ook wel legeskosten en ze kunnen oplopen tot een paar honderd euro, afhankelijk van je gemeente.


Ergens anders een vergunning voor nodig? Lees ook: Dakkapel plaatsen, kozijnen vervangen, boom omhakken: vergunning nodig of niet?

Stap 5: Wacht de bekendmaking af

Nadat je de aanvraag hebt gedaan, wordt de aanvraag bekendgemaakt aan de rest van de gemeente. Dat kan zijn via een pagina in de krant en/of op deze website van de Overheid. Buren hebben dan nog een aantal weken om bezwaar te maken tegen jouw plan. Wordt de vergunning niet verleend? Dan kun jij ook bezwaar maken.

Stap 6: Vergunning geweigerd? Check de Wabo

De Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) legt landelijke regels vast voor vergunningverlening en procedures met betrekking tot bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. Dit betekent dat alle gemeentes zich moeten houden aan de regels die in de Wabo zijn vastgelegd. De gemeentes hebben echter wel enige beleidsruimte zodat ze lokale accenten kunnen leggen bij de uitvoering van de wet. Gemeentes gebruiken de Wabo dus als leidraad. Voor het aanpassen van je fysieke leefomgeving vind je veel regels in de Wabo. Ook vind je er uitzonderingen. Een belangrijke uitzondering is bijvoorbeeld dat je geen vergunning nodig hebt om zonnepanelen op je dak te plaatsen (mits je voldoet aan allerlei eisen).

Mocht de vergunning niet verleend worden, dan kun je dus de Wabo raadplegen als je graag wilt dubbelchecken of de gemeentelijke plannen wel passen binnen de Wabo.

Wabo en zonnepanelen op de gevel Er staat niets specifieks in over zonnepanelen op je gevel. Het ligt voor de hand dat je er daardoor ook bij gemeentes vaak niets over vindt. Iedere gemeente gebruikt de Wabo dus als leidraad. De wet kan dus door iedere gemeente anders worden toegepast. Kijk je uitsluitend naar de Wabo, dan zou je geen vergunning nodig hebben als: ● Zonnepanelen op de gevel gezien worden als ondergeschikte bouwdelen. Daarmee worden bouwdelen bedoeld die niet direct bij het huis horen zoals tuinhuisjes, schuurtjes, serres of een dakkapel.
● De zonnepanelen op de gevel ook een zonwerende functie hebben. Zijn ze schuin en niet plat aan de muur bevestigd, dan beschermen ze je ook tegen de zon en verminderen ze de kans op oververhitting binnenshuis. Zonweringen zijn namelijk vergunningsvrij (Bijlage II artikel 2 onderdeel 8). Maar goed, dat zijn dus ‘alsjes’. Uiteindelijk neemt de gemeente een besluit en moeten de panelen dus óók nog in het omgevingsplan van de gemeente passen.

☀️ Stap 7: Installeren maar!

Heb je een vergunning of heb je die niet nodig? Dan staat niets je meer in de weg om zonnepanelen op je gevel te laten installeren!


Denk jij na over zonnepanelen? Laat je goed informeren en vergelijk offertes!

Vraag een offerte aan voor zonnepanelen:

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.