Zo bereken je het vermogen van radiatoren
Het kiezen van de juiste radiatoren is geen nattevingerwerk. Je wilt uiteraard vermijden dat de verwarming het hartje winter niet redt, maar aan de andere kant is het zonde om te grote radiatoren te installeren - want dat leidt tot onnodig energieverbruik en dat merk je aan de rekening. Houd de calculator bij de hand en volg deze vuistregels, want alles draait om inzicht.
In dit artikel leggen we je uit hoe je het vermogen van radiatoren berekent. Daarvoor kijken we naar het gevraagde vermogen en naar het geproduceerde vermogen. Weet je deze cijfers, dan weet je ook of een radiator een ruimte in jouw huis voldoende kan verwarmen of dat je een kleinere of grotere radiator nodig hebt.
Lees ook: Stappenplan: Radiatoren op de juiste manier ontluchten
Uiteraard kun je blind vertrouwen op de expertise van een verkoper, maar het kan geen kwaad dat je de basisregels kent om het vermogen te berekenen. Dat komt zelfs van pas als je in een kamer een radiator wilt vervangen of wanneer je de aanvoertemperatuur van het cv-water wilt wijzigen. Als je de aanvoertemperatuur bij de gasketel of warmtepomp van 60°C verlaagt naar 40°C, kunnen de radiatoren de kamer dan nog wel warm krijgen? Als je deze principes om de capaciteit te berekenen eenmaal kent, kun je dit soort vragen zelf beantwoorden.
Vermogen is watt
Ruwweg draait het om twee eenvoudige berekeningen. Eerst moet je het vermogen berekenen dat nodig is om de kamer comfortabel te verwarmen. Als je dat kent, kun je de radiatoren kiezen die ieder ook een vermogen hebben. Wanneer het gevraagde vermogen overeenkomt met het geproduceerde vermogen van de radiatoren, dan kom je warm door de winter. Om het gemakkelijk te maken: beide vermogens worden uitgedrukt in watt.
Het gevraagde vermogen
Hoeveel watt heb je nodig om een kamer op de gewenste temperatuur te brengen? Hiervoor moet je rekening houden met drie parameters: het volume van de ruimte, de gewenste binnentemperatuur van die kamer en de isolatiegraad van de woning.
Volume berekenen
Begin met het bereken van de inhoud van de kamer. Dat is een eenvoudige vermenigvuldiging van lengte x breedte x hoogte. Een keuken van 3 bij 4 meter en 2,5 meter hoogte geeft 30 m³
Gewenste temperatuur
Niet iedere kamer heeft dezelfde temperatuur nodig. De woonkamer is meestal warmer dan de slaapkamer en de hal. Doorgaans hanteert men de richttemperaturen uit onderstaande tabel, maar uiteraard beslis je zelf over de temperaturen die je in iedere kamer wenst. Als je de gewenste temperatuur vermenigvuldigt met factor 3,86 dan kom je uit bij het aantal watt per kubieke meter. 3,86 werd ooit vastgelegd als vaste factor om de temperatuur van radiatoren om te rekenen naar watt. Nog dit: deze binnentemperaturen moeten haalbaar zijn als het buiten -10°C vriest. In de tabel hieronder hebben we de vermenigvuldiging met 3,86 al gemaakt. In ons voorbeeld van de keuken hebben we dus 30 x 77= 2310 watt nodig om ook als het buiten vriest 20°C te halen in de keuken.
Isolatiegraad van de woning
De derde factor waarmee je rekening moet houden, is de isolatiewaarde van de woning. Hieronder vind je maatstaven om te oordelen hoe goed je huis is geïsoleerd en hoe je dit in de berekening verwerkt. In ons voorbeeld van de keuken is de woning matig geïsoleerd. Dat betekent dat we bij het wattage 15% extra vermogen moeten bijtellen. 15% van 2.310 W is 346 W. Er is dus 2.310 W + 346 W = 2.656 W nodig om onze keuken (matig geïsoleerd) van 30 m3 tot 20° C te verwarmen bij een buitentemperatuur van -10°C.
Slecht geïsoleerd: 40% extra vermogen nodig
• De ruimte is niet geïsoleerd
• Alle ramen enkel glas
• Niet-geïsoleerde vloer
• Niet-geïsoleerd dak / plafond
Matig geïsoleerd: 15% extra vermogen nodig
• Spouwmuur maar niet geïsoleerd
• Alle ramen van dubbel glas
• Vloer is geïsoleerd
• Dak of plafond is geïsoleerd
Goed geïsoleerd: 10% minder vermogen nodig
• Spouwmuur en geïsoleerd
• Ramen van HR++ glas
• Vloer is geïsoleerd
• Dak of plafond is geïsoleerd
• Maximaal twee muren zijn buitenmuren
Lees ook: Wat kost isoleren en wat levert het op?
Het geproduceerde vermogen
Nu je het gevraagde vermogen kent, kun je berekenen welke radiatoren je nodig hebt. Ook hier moet je rekening houden met drie variabelen: het type radiator, de afmetingen van de radiator en de temperatuur van het cv-water.
Radiatortype
Er zijn zeven verschillende typen. We hebben het hier over de standaard paneelradiatoren die je veel in woningen ziet en dus niet over design-radiatoren, handdoekradiatoren of antieke gietijzeren radiatoren. Er is een eenvoudige manier om deze typenummers te onthouden. In het typenummer slaat het cijfer van de tientallen op het aantal platen, het cijfer van de eenheden geeft het aantal lamellen weer. Dit wordt duidelijk hieronder.
Type 10 is een eenvoudige radiator die slechts uit één plaat bestaat. De plaat van de radiator geeft voornamelijk stralingswarmte af.
Type 11 heeft ook slechts één plaat, maar daarachter zit een set lamellen. Officieel heten die lamellen convectoren, maar dat zorgt voor verwarring. Desalniettemin zorgen die lamellen voor de convectie, het verwarmen van de lucht. Deze lamellen vergroten het contactoppervlak waar de warmte-uitwisseling gebeurt.
Type 20 heeft twee platen waartussen geen lamellen zitten.
Type 21 bestaat uit twee platen met daartussen één set lamellen.
Type 22 herken je aan twee platen met daartussen twee setjes lamellen.
Type 30 zijn drie platen zonder lamellen.
Type 33 bestaat uit drie platen met daartussen drie setjes lamellen.
Afmetingen
Een radiator heeft dus niet alleen een hoogte en een breedte, maar ook een diepte, afhankelijk van het type. Natuurlijk zijn ook de hoogte en breedte bepalend voor het vermogen. Hoe groter de radiator, hoe groter het oppervlak van warmteafgifte.
In de eerste kolom van onderstaande tabel lees je vermogen in watt van een radiator van 60 cm bij 100 cm die water op 40°C binnen krijgt. De retourwarmte is 30°C. Hier merk je dat het vermogen van de radiatoren van exact dezelfde hoogte en breedte en exact dezelfde temperaturen van het cv-water toch verschilt naargelang het type. Het type 10 produceert 114 W terwijl het type 33 meer dan bijna vijfmaal hoger levert (530 W).
Aanvoertemperatuur
De laatste bepalende factor is de aanvoertemperatuur van het cv-water. In de vorige twee kolommen gingen we uit van een aanvoertemperatuur van 40°C en een retour van 30°C. In de laatste kolom lezen we het vermogen van de zeven radiatortypen van 60 cm hoog en 200 cm breed bij een aanvoertemperatuur van 60°C en 45°C retour. Opnieuw zie je hoe het vermogen toeneemt bij een hogere cv-temperatuur. Andersom, als je de aanvoertemperatuur zou verlagen van 60°C naar 40°C, dan zie je dat je om hetzelfde vermogen te behalen een grotere radiator of een hoger type radiator nodig is. Ideaal voor de balans van het verwarmingssysteem liggen de retourwaarden 25% lager dan de aanvoer. Dat komt het gasverbruik ten goede. Daarom hanteert men de volgende inregelwaarden, telkens aanvoer/retour: 80/60, 70/53, 60/45, 50/38 en 40/30.
Wil je echt aan de knoppen draaien?
Bekijk dan snel het aanbod radiatorknoppen op Bol.com
MET EEN APP Je kunt het jezelf ook gemakkelijk maken en een app gebruiken zoals de Danfoss installer-app (iOS / Android). Eerst ga je naar Voorinstelling van de radiator. In het volgende scherm geef je de aanvoer- en retourtemperatuur in. Bij Drukverschil geef je een standaardwaard in, bijvoorbeeld 10kPa (kilopascal). Kies willekeurig een afsluiter en een radiatorknop. Vervolgens kun je de radiatorafmetingen ingeven en het type en dan lees je het aantal watt. Hiermee kun je dus snel berekenen en vergelijken.
©DS | ID.nl