ID.nl logo
Waterstof mengen met aardgas, een goed idee?
© j-mel - stock.adobe.com
Energie

Waterstof mengen met aardgas, een goed idee?

Waterstofverbranding is een schone verbranding en levert geen CO₂ op. Daarom zet de industrie en zelfs de transportsector volop in op deze brandstof. Blijkbaar is het ook mogelijk om bij aardgas een flinke dosis waterstof te mengen, zodat onze huishoudelijke toestellen zonder aanpassingen meteen heel wat milieuvriendelijker worden. Waar wachten we op?

Waterstof is een veelbelovende energiebron, vooral voor de industrie en de transportsector. We bekijken de eigenschappen van deze brandstof en gaan na of ze geschikt is om bij aardgas te mengen voor niet-industriële gebruik door consumenten. Lees ook: Waterstof: de energie van de toekomst?

Aardgas versus waterstof

Aardgas is al een mengeling van verschillende gassen. Het Gronings aardgas bestaat bijvoorbeeld voor 82 procent uit methaan en 14 procent uit stikstof en dan is nog een kleiner aandeel van andere gassen. Het gas dat warmte oplevert, is methaan, een broeikasgas dat medeverantwoordelijk is voor de klimaatverandering. Wanneer methaan verbrandt, zijn de restproducten H₂O (waterdamp) en CO₂ (koolstofdioxide). Bij normale verbranding van waterstofgas is het restproduct 100 procent waterdamp (H₂O). Er komt dus geen CO₂ vrij. Hierdoor zou je kunnen concluderen dat het vanuit milieustandpunt dus veel interessanter is om waterstof te verbranden dan aardgas. Alleen moeten we de waterstof nog wel zelf produceren, want het komt niet voor in de vrije natuur. 

Grijs, blauw of groen

Er zijn twee manieren om waterstofgas te produceren. De eerste manier is door aardgas te ‘kraken’, zodat waterstof en koolstofdioxide overblijven. Deze waterstof kun je als brandstof gebruiken, maar we noemen dit ‘grijze waterstof’, omdat er nog steeds aardgas nodig is om de waterstof te produceren. Soms heeft men het ook over ‘blauwe waterstof’ en daarmee bedoelt men dat de CO₂ gecontroleerd wordt opgeslagen in oude gasvelden. Bij de productie van groene waterstof komt er geen aardgas aan te pas. Het wordt niet geproduceerd door kraken, maar door elektrolyse. Bij elektrolyse wordt water aan elektriciteit blootgesteld waarbij het wordt gesplitst in waterstof en zuurstof. Op voorwaarde dat de gebruikte elektrische stroom opgewekt wordt uit duurzame bronnen (windenergie of zonne-energie) verkrijg je een brandbaar waterstofgas. 

©AddMeshCube

De elektriciteit om groene waterstof te produceren is afkomstig uit windenergie of zonne-energie.

Aanpassingen aan het distributienetwerk

Waterstofgas heeft andere eigenschappen dan aardgas. Het is lichter, zelfs lichter dan helium en het werd daarom vroeger in ballonnen en zeppelins gebruikt. In principe kun je waterstofgas via het bestaande aardgasnetwerk transporteren, maar dan moeten er wel technische elementen in het netwerk worden aangepast. Het zou tussen de 200 en 300 miljoen euro kosten om de afdichtingen en compressoren aan te passen voordat het waterstofgas door het land naar de gebruikers gedistribueerd kan worden. 

Maximum 20 procent bijmengen

Bovendien zijn de aardgastoestellen die de consumenten en de bedrijven nu gebruiken niet compatibel met 100 procent waterstofgas. En ze ombouwen is geen sinecure. Een Brits testproject toonde aan dat de 100 huizen en 30 faculteitsgebouwen van de Keel-universiteit in Staffordshire zonder aanpassingen aan gastoestellen of leidingen een toevoeging van 20 prcent waterstof aan aardgas konden hebben. De gebruikers in de pilot merkten nauwelijks verschil en de gastoestellen bleven zonder problemen functioneren. Je zou kunnen concluderen dat je op die manier toch al een vijfde aan aardgas bespaart. Een snelle duurzaamheidswinst? Helaas is dat niet zo.

Een derde minder energie

De energie die vrijkomt door de verbranding van waterstofgas ligt veel lager dan bij verbranding van aardgas. Dat komt omdat waterstofmoleculen minder energie bevatten dan aardgasmoleculen. 3 kubieke meter waterstofgas levert bij verbranding ongeveer evenveel energie op als 1 kubieke meter aardgas. Dat betekent dat de buffervoorraden dus drie keer groter moeten zijn dan bij aardgas en er moet ook driemaal zoveel waterstofgas door het netwerk stromen om in dezelfde behoefte te voorzien. Omdat de verbrandingswaarde van waterstof een derde is dan die van aardgas, levert 20 procent bijmengen slechts 6 tot 7 procent minder CO₂-uitstoot op. 

Enorme brandstoftank

Hetzelfde geldt voor waterstof als alternatief voor benzine. Eén liter benzine levert evenveel energie op als 4 liter vloeibaar waterstof. Als je dus nu een benzinetank van 50 liter nodig hebt, dan heb je met waterstof voor dezelfde actieradius een brandstoftank van 200 liter nodig. 

©Negro Elkha

Een wagen op waterstof heeft een veel grotere brandstoftank nodig voor dezelfde actieradius.

Onvoldoende groene stroom beschikbaar

Bovendien is die winst pas duurzaam als het daadwerkelijk om groene waterstof gaat. De groene stroom om tot 20 procent waterstof te kunnen bijmengen is momenteel in Europa niet eens beschikbaar. De 40 gigawatt aan elektrolysers die de EU in 2030 in bedrijf wil hebben, volstaan niet om het bijmengprecentage van 20 procent te halen. Nederland gebruikt jaarlijks zo’n 120 miljard kWh elektriciteit en zelfs in 2030 is dat verbruik lang niet helemaal groen. Er moeten dus nog veel oplossingen bedacht worden. 

Alleen voor industrie, lucht- en scheepvaart

We spreken met de woordvoerder van de Gasunie, de eigenaar van het Nederlandse gastransportnetwerk. “De Gasunie installeerde al in 2019 HyStock, een 1MW Power-to-Gas installatie in Groningen, om duurzaam opgewekte elektriciteit om te zetten in waterstof voor mobiliteit en industrie. In deze waterstoffabriek wordt 99,5 procent zuivere waterstof geproduceerd. De locatie werd gekozen omdat ze ideaal was om waterstof grootschalig op te slaan in speciaal voor gasopslag geschikt gemaakte zoutcavernes. Vanuit HyStock wordt de waterstof naar de verbruikers vervoerd via vrachtwagens met gastubes. Er wordt geen gebruik gemaakt van het gasnetwerk.”

©Gasunie

HyStock gebruikt holtes in de zoutlaag om waterstof op te slaan (klik op de afbeelding voor een grotere weergave)

Geen waterstofbijmenging in Nederland

Door de al eerder genoemde redenen heeft het Nederlandse Ministerie van Economische beslist om geen waterstof bij te mengen voor residentieel gebruik. De komende jaren zal de waterstof vooral ingezet worden voor industriële en transportdoeleinden. De industrie is verantwoordelijk voor de helft van de energieconsumptie en voor een kwart van de CO₂-uitstoot. Momenteel heeft die sector geen ander alternatief voor aardgas dan waterstof. In die zin zal waterstof dus wel een cruciaal onderdeel worden in de energievoorziening. Nederland, met zijn kenniseconomie, is uitstekend gepositioneerd voor het transport en opslag van waterstof.

Een bijkomend probleem van bijmenging is dat aardgas langer zou nodig blijven als brandstof. Hierdoor krijg je een lock-in-effect. Op dit moment is het zelfs in Nederland verboden om waterstof aan het aardgas toe te voegen. Voor de veiligheid bij transport, opslag en gebruik van aardgas staat de ministeriële regeling Gaskwaliteit een maximum waterstofgehalte toe van 0,5 procent in regionale distributienetten en 0,02 procent in de landelijke transmissienetten. Nederland zet dus in op pure waterstof en subsidieert de grote waterstofprojecten van Shell-dochterbedrijf Rotterdam Hydrogen Company, H2ermes, Air Liquide Industrie, HyCC en H2-Fifty, Ørsted Hydrogen Netherlands en Engie Energie Nederland.

©malp

Nederland gaat geen aardgas mengen met waterstof, maar zet in op pure waterstof.

Menging zou gas duurder maken

Onze buurlanden volgen dezelfde redenering. Ook in Duitsland is men het erover eens dat bijmengen geen goed idee is. Het aanleggen van een nieuw netwerk voor waterstof is veel te duur, terwijl bijmengen relatief eenvoudig mogelijk is. Maar de technische aanpassingen die hiervoor nodig zijn, zullen in ieder geval doorgerekend worden in de energieprijzen. Momenteel is het onverantwoord dat de factuur van de burgers nog verder de hoogte wordt ingejaagd. 


Denk jij erover na om je huis te verduurzamen? Laat je goed informeren, lees reviews en vergelijk offertes.

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
LG komt met 6K-monitor
Huis

LG komt met 6K-monitor

LG heeft een nieuwe monitor aangekondigd voor creatieve professionals: de UltraFine evo 6K (model 32U990A). Dit scherm valt op als de eerste 6K-monitor met Thunderbolt 5-ondersteuning en richt zich op gebruikers die werken met zware videoprojecten, grafisch ontwerp of andere veeleisende taken.

De 32U990A heeft een resolutie van 6.144 bij 3.456 pixels en een pixeldichtheid van 224 PPI. Dat zorgt voor bijzonder scherpe tekst en een hoge detailweergave. Volgens LG is het scherm in de fabriek gekalibreerd voor consistente kleuren binnen macOS. De monitor dekt bijna de volledige DCI-P3- en Adobe RGB-kleurruimte, wat hem geschikt maakt voor foto- en videobewerking en drukwerk. Ook voldoet hij aan de VESA DisplayHDR 600-standaard, wat zorgt voor een goede helderheid en kleurechtheid. Daarnaast heeft LG een Studio Mode toegevoegd, met drie kleurprofielen die speciaal zijn bedoeld voor Mac-gebruikers.

De UltraFine evo 6K biedt 2,5 keer zoveel pixels als een 4K-scherm, en wie twee van deze monitoren naast elkaar gebruikt, krijgt bijna vijf keer zoveel werkruimte. Via Thunderbolt 5 kunnen gebruikers bovendien eenvoudig meerdere schermen koppelen. De monitor kan ook dienen als hub, met ingebouwde KVM-switch en diverse aansluitingen, waarmee snel tussen Mac- en Windows-systemen kan worden gewisseld.

Dankzij de Thunderbolt 5-ondersteuning haalt de monitor overdrachtssnelheden tot 120 Gbps, drie keer sneller dan Thunderbolt 4. Dat maakt hem geschikt voor het werken met zware 8K-RAW-bestanden en real-time 4K-rendering. Het ontwerp is strak en vrijwel randloos, en het scherm kan in hoogte worden versteld of verticaal worden gedraaid – handig voor wie veel met verticale content werkt. Er zijn minder kabels nodig, wat zorgt voor een opgeruimde werkplek.

“Nu veel videomakers meerdere projecten tegelijk beheren, is de behoefte aan ultrahoge resolutie, nauwkeurige kleuren en snelle verbindingen groter dan ooit,” zegt YS Lee, hoofd van de IT-divisie van LG Media Entertainment Solution Company. “Met de UltraFine evo 6K bieden we een toekomstbestendig scherm van compromisloze kwaliteit, waarmee professionals sneller, slimmer en beter kunnen werken.”

Beschikbaarheid en prijzen

De LG UltraFine evo 6K-monitor wordt in oktober in Europa en de VS uitgebracht, maar een adviesprijs is nog niet bekendgemaakt.

▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy S25 FE – Fijne smartphone maar het prijsverschil met de S25 is klein
© Rens Blom
Huis

Review Samsung Galaxy S25 FE – Fijne smartphone maar het prijsverschil met de S25 is klein

De Samsung Galaxy S25 FE is een op papier goedkopere versie van de populaire S25 en sluit daarom wat technische compromissen. In deze review lees je hoe de 749 euro kostende smartphone zich verhoudt en waarom de normale S25 (Plus) misschien wel een betere keuze is.

Goed
Conclusie

De Samsung Galaxy S25 FE is geen heel spannende smartphone, want daar was de S25-serie voor bedoeld. Je moet de S25 FE zien als een S25 met enkele compromissen en een scherpere prijs. Hoewel de smartphone inderdaad een prima prijs draagt, is de S25 (Plus) de afgelopen tijd in prijs gedaald. Zo concurreert de S25 FE niet alleen met telefoons van andere merken, maar ook met de S25 (Plus). Het loont dus goed om prijzen te vergelijken.

Plus- en minpunten
  • Compleet, premium ontwerp
  • Prettige gebruikservaring
  • Zeven jaar updates
  • Bij lancering bijna even duur als betere S25 (Plus)
  • Slechts 128 GB opslagcapaciteit in basismodel
  • Geen bijzondere accuduur

Leg je de S25 FE naast de reguliere S25-serie, dan moet je goed je best doen om verschillen te spotten. Een compliment, want het ontwerp is verfijnd en degelijk. Het toestel houdt prettig vast en komt luxe over. Door zijn 6,7inch-scherm is de FE-versie even groot als de S25 Plus en iets groter dan de reguliere S25. Een onhandig puntje is dat de cameralenzen op de achterkant serieus uitsteken, waardoor de smartphone niet op plat op tafel ligt. Een hoesje verhelpt dit euvel en verkleint de kans op krassen op de cameralenzen.

©Rens Blom

©Rens Blom

Het oledscherm oogt erg goed en heeft een gebruikelijke Full-HD-resolutie met 120Hz-verversingssnelheid. We hoeven er weinig woorden aan vuil te maken: dit is gewoon een goed scherm.

Ook op andere punten is de S25 FE een typische premium smartphone. De behuizing is bestand tegen stof en water en je kunt het toestel draadloos opladen. Het draadloos laden gaat met maximaal 15 watt wel langzamer dan bij veel andere nieuwe premium smartphones (minimaal 20 watt).

©Rens Blom

Specificaties

Twee belangrijke specificaties van de S25 FE zijn minder goed dan in de andere S25-modellen. Zo is het werkgeheugen 8 GB – tegenover 12 GB in de rest – en kiest Samsung voor een eigen Exynos-processor. Die processor is minder krachtig dan de Qualcomm-chip in de andere S25-modellen, al is de S25 FE wel gewoon lekker snel.

Samsungs keuze om de S25 FE in zijn goedkoopste configuratie van 128 GB opslagcapaciteit te voorzien, vinden wij niet verstandig. Wil je de smartphone jarenlang gebruiken, dan is die 128 GB door je apps, foto's en het installeren van updates op een gegeven moment vol. Wij raden daarom de 256GB-versie aan, ook al is die eenmalig duurder.

Van de accuduur worden we niet heel enthousiast. Samsung benadrukt dat de accucapaciteit van 4900 mAh in de S25 FE even groot is als in de S25 Plus, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de accuduur even goed is. Naar ons idee konden wij de S25 Plus comfortabeler een hele dag gebruiken. De S25 FE houdt het ook een lange dag vol, maar is dan ook echt bijna leeg.

©Rens Blom

Het draadloos opladen hebben we al genoemd. Opladen via de usb-c-poort gaat sneller, namelijk met maximaal 45 watt. Een prima snelheid, want met de juiste adapter springt de accu in een half uur van 0 naar circa 62 procent. Een volledige oplaadbeurt neemt vijf kwartier in beslag. Let erop dat je zelf een (ondersteunde) adapter moet regelen, want vanwege EU-wetgeving zit er geen adapter in het smartphonedoosje.  

Camera's

De camera's van de S25 FE zijn goed en veelzijdig, maar kwalitatief net een stapje onder de reguliere S25 (Plus). Je maakt foto's met een fijne hoofdcamera, niet opvallende groothoekcamera en telelens met drie keer optische zoom. Hieronder zie je een paar fotoseries, om de mogelijkheden van de camera's te verduidelijken.

©Rens Blom

©Rens Blom

©Rens Blom

7 jaar updates

Een premium Samsung-smartphone krijgt zeven jaar complete softwareupdates. Dat geldt voor de S25-serie en ook voor de S25 FE. Een prettige zekerheid die we vinden passen bij het prijskaartje van de telefoon. Apple en Google zijn merken die ook een dergelijk lang updatebeleid aanbieden in dit prijssegment.

Uit de doos draait de Galaxy S25 FE op Android 16, met daaroverheen de nieuwste versie van Samsungs OneUI-schil. Net zoals op de andere S25-modellen wil de software heel graag dat je een Samsung-account aanmaakt (wat niet verplicht is) en kun je wat extra functies en apps verwachten. De software-ervaring is dik in orde; je kunt veel zaken aanpassen en Samsung maakt steeds meer AI-functies beschikbaar. Sommige AI-functies werken al goed, andere functies doen het de ene keer beter dan de andere keer.

©Rens Blom

Conclusie: Samsung Galaxy S25 FE kopen?

De Samsung Galaxy S25 FE is geen heel spannende smartphone, want daar was de S25-serie voor bedoeld. Je moet de S25 FE zien als een S25 met enkele compromissen en een scherpere prijs. Hoewel de smartphone inderdaad een prima prijs draagt, is de S25 (Plus) de afgelopen tijd in prijs gedaald. Zo concurreert de S25 FE niet alleen met telefoons van andere merken, maar ook met de S25 (Plus). Het loont dus goed om prijzen te vergelijken.